Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VHL_1867-03-10_006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
3
.
De
Minister
van
Binnenlandsche
Zaken
;
Gelet
op
art
.
1
van
het
Koninklijk
besluit
van
den
6den
Maart
1867
{
Staatsblad
no
.
11
);
Heeft
goedgevonden
te
bepalen
:
1
.
Te
rekenen
van
den
2Üsten
Maart
eerstkomende
,
zijn
de
bepalingen
van
bovengenoemd
Koninklijk
besluit
van
toepassing
op
alle
Gemeenten
,
ge
-
legen
binnen
de
lijn
van
afsluiting
,
welke
is
vastgesteld
bij
'
s
Ministers
besehikking
van
den
7den
Januarij
1867
,
opgenomen
in
de
Staats
-
courant
van
den
Ssten
Januarij
jl
.
en
gewijzigd
bij
beschikkingen
van
den
14den
en
den
28sten
Januarij
1867
,
opgenomen
respectivelijk
in
de
Staatscouranten
van
den
Joden
en
den
29sten
Januarij
ji
.
,
alsmede
op
de
volgende
buiten
die
lijn
gelegen
Gemeenten
.
Zandooort
,
Bloemen
-
daal
,
Benuebroek
,
Heemstede
,
Haarlemmermeer
,
Aalsmeer
,
Uithoorn
,
Nieuwer-Amstel
,
Biemen
,
Watergraajsw.eer
,
Ouder
Amstel
,
Weesper-Karspel
Muiden
,
Weesp
,
Naarden
,
Nederliorst
den
Berg
,
Ankeveen
.,
Kortenhoef
,
'
s
Graveland
.
Bussum
,
Hilversum
,
Baren
,
Blarkum
en
Huizen
;
3
.
Slagtvee
kan
de
sub
1
.
vermelde
streek
alleen
worden
ingevoerd
langs
de
Hollandsche
,
Rhijn
-
en
Centraalspoorwegen
en
aan
het
Sleeuwijksche
veer
te
Gorincliem
,.
De
oplading
van
dat
vee
op
spoortreinen
mag
buiten
de
bovenvermelde
streek
alleen
geschieden
aan
de
volgende
stations
;
van
den
Hollandschen
spoorvveg
te
Atnster
-
dam
en
te
Rotterdam
;
van
den
Ehijnspoorweg
te
Amsterdam,Rotterdam
en
Arnhem
;
S
.
van
den
Centraalspoorweg
te
Zwolle
.
Bij
dat
vervoer
moeten
de
voorwaarden
worden
in
acht
genomen
,
in
art
,
2
van
voornoemd
Koninklijk
besluit-vastgesteld
.
Binnen
de
sub
1
.
vermelde
streek
raag
slagtvee
ook
op
spoorwegen
worden
ver
-
voerd
op
de
voorwaarden
.,
aan
het
slot
van
het
aangehaald
art
.
2
vermeld
.
De
beschikkingen
,
opgenomen
in
de
'
Staatscourant
van
den
14den
,
17den
en
SOsten
November
en
7den
December
1865
,
18/19
Pebruarij
,
11/12
Maart
,
12den
April
en
25sten
Augustus
1866
alsmede
bijzondere
dispensatien
,
welke
in
strijd
zijn
met
voornoemd
Koninklijk
besluit
,
zijn
gedurende
den
.
tijd
,
dat
dit
besluit
op
de
sub
1
.
vermelde
straek
van
toepassing
is
,
geschorst
.
'
s
Gravenhage
,
den
9den
Maart
1867
.
HEEMSKERK
.
door
Onzen
Comraissari
^
in
de
Provincie
worden
toe
-
gestaan
onder
door
dezen
te
bepalen
voorwaarden
,
tot
welke
altijd
zal
behooren
.
dat
ten
genoegen
van
Onzen
Commissaris
zij
aangetoond
,
dat
de
mest
van
on
-
besmette
stallen
of
koppels
afkomstig
of
M'el
gedisin
-
feeteerd
is
.
Art
.
5
.
De
beambten
,
die
binnen
de
aangewezen
streek
of
streken
belast
zijn
met
het
toezigt
op
de
handhaving
van
bovenstaande
bepalingen
,
ontvangen
voor
iedere
inbeslagneming
,
die
door
veroordeeling
gevolgd
wordt
,
eene
premie
van
vijf
gulden
.
Wanneer
de
inbeslagneming
door
meerdan
een
hunner
heeft
plaatsgehad
,
wordt
de
premie
onder
hen
verdeelJ
.
Art
.
6
.
Stallen
waarin
aangetast
of
verdacht
vee
,
of
vee
dat
met
aangetast
vee
in
aanraking
is
geweest
,
is
afgemaakt
of
heeft
vertoefd
,
moeten
op
de
wijze
,
door
Onzen
Minister
van
Binnenlandschc
Zaken
te
regelen
,
gezuiverd
worden
,
volgens
de
bevelen
door
den
Burge
-
meester
of
andere
daartoe
van
Onzcnt^^ege
aangewezen
personen
gegeven
.
De
kosten
daarvoor
worden
door
de
daarmede
belasten
ambtenaren
aan
het
Rijk
in
rekening
gebragt
.
Op
de
stallen
of
weiden
,
waarde
veetyphusgeheerscht
heeft
,
mag
voor
en
gedurende
30
dagen
na
de
reiniging
der
stallen
geen
vee
worden
gebragt
,
zelfs
^
Tanneer
de
bedoelde
stal
of
weide
buiten
de
lijn
van
afsluiting
ligt
of
het
verbod
van
vervoer
aldaar
mogt
zijn
opgeheven
.
Op
weiden
,
waar
de
veetyphus
gcheerscht
heeft
,
mag
gedurende
dertig
dagen
,
nadat
het
laatste
geval
door
den
dood
of
door
afmaking
geëindigd
is
.
geen
vee
worden
gebragt
.
Art
.
7
.
De
overtredingen
van
srtt
.
1
en
3
.
het
niet
naleven
der
voorwaarden
in
artt
.
2
,
3
en
4
omschreven
,
en
het
verhinderen
of
belemmeren
van
de
zuivering
in
art
.
6
bedoeld
,
alsmede
overtreding
van
de
bepalingen
in
de
beide
laatste
zinsneden
van
art
.
6
.
zijn
strafbaar
met
de
straffen
,
genoemd
in
art
.
2
der
Wet
van
den
17den
October
1865
{
StaatMad
no
.
121
).
Art
.
8
.
Ons
tegenwoordig
besluit
treedt
in
werking
op
den
vijfden
dag
na
de
afkondiging
in
het
Staatsblad
Onze
Minister
van
Binnenlandsclie
Zaken
is
belast
met
de
uitvoering
van
dit
besluit
,
dat
in
het
Staatsbladen
gelijktijdig
in
de
Staatscourant
zal
worden
geplaatst
en
waarvan
afschrift
zal
worden
gezonden
aan
den
Eaad
van
State
.
'
s
Grayenhage
,
den
6den
Maart
1867
.
WILLEM
.
De
Minister
van
Binnenlandsche
Zaken
,
Heeviskerk
.
Uitgegeven
den
negenden
Maart
1867
.
De
Minisier
van
Justitie
,
BOHRET
.