Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VHL_1860-01-22_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
9
^
o
.
2S4
.
Ao
.
1860
.
^'
EEllBLAD
VOOll
¥
I/i^'E
:^
EM
OMSTREEEV
ZONDAG
22
Januavij
^
eat
iüü^idst
'
Verschijnt
lederen
Zönoag-morgen
,
^
S"'%«tt
ABONNEMüNTS-PRIJS
;
Voor
Vianen
per
drie
maanden
.
.
.
.
/
0,7
0
.
Voor
de
ondiggende
Gemeenten
franko
p
.
p
.
/
0^80
.
mÈpen^a
j!->jii
tin
/
l
il
gever
Advertenlien
van
1
tot
G
regels
/
0,30
;
iedere
re
gel
daar!)o\en
5
ets
.,
uitgenomen
het
z<'gelr<'gt
S
.
A
.
STCAM
.
Gemeenle
V
lanen
.
A
F
K
o
N
B
I
<
J
I
N
G
.
Ai
;^*
h
BÜRGCMKESÏKK
on
WETIIOUDEüS
\,\\\
Vi.uicii
rlocn
Ie
'
welen
:
Dal
liinnen
deze
Gemeente
de
belasting
op
hel
\
ÉU(iilcnat
gi>"dge
-
kenid
hy
Koninklijk
b
(
slnit
\
an
(
J
(
n
i
Maai
t
,
1850
nii
.
CO
i
->
algcfc
haft
.
Zijnde
dit
besluit
gocdgekeuid
door
den
Koning
in
dalo
1
Januaiij
1860
no
.
58
.
En
i
»
liianaii
alkondiging
geschied
,
waar
hel
belmoil
,
ilen
20
Jauuarij
,
ISüO
.
90
^^
^(^
;^<^
IP
^
i
Bunjemcesler
eti
WethuudefS
noortioenxl
.
De
Biirgchieestcr
,
WAARDENBURG
.
,
JJe
üecrelans
,
J
.
A
.
M
.
PR
UN
.
Vervolg
en
Slot
van
No
.
2.52
Het
verhandelde
over
de
LIISGE-WERKEN
,
in
reraadariiia
:
der
2
Kamer
van
de
Sp/ien
-
^
ene-raal
in
1859
.
Een
dei
voorgaande
spreker
?
rigtte
(
oen
de
vraag
aon
Zijne
Exe
.
den
Minister
van
Binncidandsehe
zaken
:
op
welk
wets
artikel
de
i'egeling
kon
ge
grond
zijn
.
die
de
Regering
zicli
voorstelt
uit
te
lokken
,
eer
zij
in
toepessmg
brengt
de
bepaling
van
All
.
23
van
de
uet
van
12
Junij
,
1355
'^
Rij
Art
192
locli
der
Grondwet
wordt
het
rege
len
der
belangen
en
het
vas(s!e!len
uni
reglementen
voor
de
Waterschappen
aan
de
Stalen
der
pro
-
vinciën
opgediagcn
Dit
beginsel
unilt
men
terug
in
Art
.
138
dei
p'ovinciale
wet
:
daarbij
is
het
erkend
dat
het
heffen
van
omslagen
van
ingelan
-
den
in
Watersciiappen
bij
<
le
wet
,
alleen
is
toe
-
gekend
aan
de
besiuren
van
de
watersch'jppen
De
bepalingen
,
daaromtjenl
iu
de
wet
\
an
5
)
Jet
.
1841
opgenomen
,
zijn
van
dien
aard
^
dat
de
wa
-
tcrschappei
met
de
heffing
van
die
omslagi.ii
zijn
belast
,
indiener
een
behoorlijk
reglement
beslaat
De
regering
nu
zal
den
weg
aiel
inslaan
diou
-
-
de
Grondwet
on
de
Provinciaiewet
voo
srhrij\en
,
maar
is
in
onderhandeling
getreden
mot
de
Ged
-
Stalen
om
cene
bijdrage
ten
behoeve
van
liet
Rijk
te
doen
vragen
van
de
belanghi^bbenJen
bij
dii
;
werken
.
Op
••»«••«■«■»»«»■
eciiige
jaren
geleden
beproefd
,
en
die
toen
op
deoiigrondwettigheid
\
an
dien
maatregel
is
afgestuiten
dat
dus
deze
poging
hetzelfde
lot
zal
onder
-
gaan
,
''
Spreker
vraagt
dus
omtrent
dit
een
en
ander
om
inlichting
van
den
Minister
.
Zijne
Exc
.
antwoordende
op
hefgeen
een\orige
.
s])reker
had
in
'
t
midden
gebragt
:
de
zwarigheid
naniidijk
om
van
de
bciangliebbendc
polderbestnren
bijdragen
voor
het
Rijk
te
vragen
,
als
het
Rijk
hel
Kanaal
van
Fteeuenhoek
met
zijne
lastêti
Vdor
zijne
rekening
nam
,
ofschoon
hij
zoowel
als
twee
andere
sprekers
insteaiden
,
dat
zulk
een
regelinij
vvenschelijk
ware
,
zeide
:
dat
het
verleencn
van
die
bijdragen
niet
onbil
-
lijk
is
te
achten
.
dat
die
polderbesturen
in
hooge
mate
belang
hebben
bij
het
behoo'lijk
onderhouden
van
het
Kanaal
en
zijne
werken
door
het
Rijk
.
dat
er
,
zooeene
bijdrage
van
die
besturen
wordtg'nraagd
.
niet
anders
zal
geschieden
dan
hetgeenzoo
menigmaal
gebeurt
,
wanneer
het
Rijk
een
werkvan
algemeen
nul
onderneemt
.
*
1
*^",*'^
dat
m
dergelijk
gevnl
iierhaaldelijk
tegemoetko
-
ming
in
de
kosten
woidt
verleend
door
de
Pro
-
uncien
,
de
gemeenten
en
de
polderbesturen
.
dat
bijzonder
z.il
gelet
woiden
bij
het
aanvragen
lot
die
bijdrage
op
polderbjsturen
,
die
niel
kunnen
ge.ieht
worden
belanghebbende
te
zijn
dat
Ged
.
staten
van
Gelderland
en
Zuid
-
IIol-land
gearht
mogen
worden
met
den
toestand
derbij
deze
zaak
betrokken
landen
,
goed
bekend
Iezijn
,
en
deze
zullen
ongetwijfeld
alleen
die
polderbesturen
uilnooJigen
tot
bijdragen
welke
belang
-
hebbende
zijn
.
*#'*
ï*N
»
,
i*Fl
«*»^
^|
la
dat
deze
Ged
.
staten
zullct
)
Iiat
hteri
den
1)efioör
-
lijken
afloop
der
zaak
te
bevorderen
en
zullen
on
-
derhandelen
m.;t
die
polderbesturen
.
Op
de
gedane
vraag
krachtens
welke
wets
-
bepa-ling
deRegering
die
bij
Irage.i
van
de
polder-be
-
sturen
zal
vorderen
antwoordde
de
Minister
,
dat
er
geene
wets
bepaling
zal
worden
ingej-oepon
,
dat
er
geene
vordering
,
maar
alleen
eene
uitroodiging
zal
plaats
htjhbon
.