Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VHL_1857-12-27_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
if
^''^^^*!
Ai
).
185f
.
.
4
-.
iVo
.
146
.
DË
VIJF
WEEKBLAD
VOOR
VIAIXE
]^
EIV
OMSTREEFA
D^GSDAG
29
December
.
Verschijnt
iederen
Zondag-morgen
.
ABONNEMENTS-PRIJS
:
Voor
Vianen
per
drie
maanden
.
.
.
.
f
0,70
.
Voor
de
omliggende
Gemeenten
franko
p
.
p
.
ƒ
0>80
.
G
.
S
Uitgever
PRIJS
DER
ADVERÏENÏIEN
:
Advertentien
van
1
tot
C
regels
/
0,30
;
iedere
ra
-
gel
daarboven
o
ets
.,
uitgenomen
het
zogelrcjt
'
A
.
SÏÜART
.
KENNISGEVIN
G
.
Iii^chiijving
vo(ir
de
AdtiuiijK
'
Mililie
te
^
unen
,
van
de
Geborenen
jn
den
Jarp
1839
,
op
üondeidag
den
U
January
1868
,
aan
te
vangen
des
voormiddags
ten
10
ure
K
E
K
K
I
S
G
E
r
I
N
G
.
BURGEMEESIER
en
WETHOUUEllS
van
Vianen
,
Gelet
hebbende
op
ait
2fai
der
wel
van
29
Juuij
1851
,
Staatsblad
no
.
85
),
Brengen
ter
openbare
kennis
,
dat
het
door
den
Ra.ad
vastgestelde
Mippletoir
kühiei
van
do
bolaMing
op
de
Honden
,
voor
het
loopend
dienstjaar
,
gedurende
atht
dagui
,
en
wel
van
Woensdag
den
23
De
-
combci
tot
eu
met
Woensdag
den
30
December
aanstaande
,
ter
Se
-
cretaiie
de^er
Gemeente
,
voor
een
ledei
ter
lezing
zal
ncderliggen
.
En
zal
deze
vvoidcn
afgekondigd
en
aangeplakt
,
vvaarzulks
te
doen
cebruiUelyk
is
,
^
f^iancn
,
den
23
December
,
1857
.
Buigemeester
cu
^
Ycthoudcrs
vooruoemd
.
De
Burgemeester
.
\\.
ROOSEBOOM
.
De
Secretaris
.
J
.
A
.
M
.
PRIJN
.
AFKONDIGING
.
BURGEMCrSTER
en
WEÏIFOUDURS
van
Vianen
doen
te
wete
/.
dat
door
den
Raad
Jier
Gemeente
in
zijne
Ycrgaderiug
van
Am
ZO
September
1857
is
v.ablgesteld
,
het
navolgend
besluit
.
Dat
wordt
algeschafl
te
Zynde
dit
besluit
goedgekeurd
door
den
Koning
in
dato
IG
December
jongstleden
no
84
En
is
hieivan
afkondiging
geschiedt
waar
het
bchooit
,
den
23
De
-
ceii.ber
18a
''.
Burgemeester
en
Wethouders
voorn
.
De
Burgemeester
W
.
ROOSEBOOiX
,
De
Secretaris
,
.
T
.
A
.
U
.
PRIJN
.
INENTING
VAN
HET
RUNDVEE
,
Vervolg
van
No
.
^
44
-
Wij
vervolgen
gelijk
in
ons
laatste
nummer
is
beloofd
met
de
slotsom
mede
te
deelen
van
de
bevinding
der
Commissie
;
daaruit
blijkt
:
1
.
dat
de
inenting
der
longzieke
smetstoflot
voorbehoedmiddel
tegen
de
longziekte
voldoende
in
het
grootste
gedeelte
dezer
Provincie
is
toe
-
gepast
en
bekend
geworden
,
waardoor
men
zich
overal
van
hare
werking
heeft
kunnen
overtuigen
.
Deze
overtuiging
is
in
ds
landstreek
de
Vyf
Hee
-
renlandtin
niet
verkregen
.,
omdat
aldaar
de
goed
-
gunstige
bepalingvan
schadeloosieUtng
bij
verlies
van
undvee
dour
inenting
bijden
veehouderonbekend
was
.
dat
de
vrees
voor
staartverlies
en
sterfge
-
vallen
Hl
de
laatste
maanden
aanmerkelijk
is
ver
-
minderd
,
gelijk
de
berigten
der
veeartsen
ditgetuigen
,
en
de
Dat
men
aan
de
inenting
een
vo_orbehoe
-
dcl
kan
toekennen
,
daar
de
weinige
gevallen,dat
ingeente
runderen
door
de
longziekte
zijn
aan
-
getast
,
daarvoor
als
voldoende
bewijzen
wordenaangenomen
.
Daarenboven
bewijst
de
vermeldegenomen
proef^die
ook
elders
met
dezelfde
uitkomstis
genomen
,
dit
zoo
duidelijk
,
dat
daarna
welniemand
meer
ceuig
bewijs
zal
verlangen
.
4
dal
de
longziekte
merkbaar
afneemt
in
de
Gemeentenwaarmen
de
inentingmeer
algemeen
heeft
aangewend
;
terwijl
zij
blijft
bestaan
op
plaatsen
of
hoeven
,
waar
niet
of
weinig
is
ingeënt
.
dat
de
inenting
veilig
aangewend
kan
wor
-
den
,
a
.
op
besmette
stallen
,
zonder
vrees
daar
-
door
longziekte
op
de
niet
ingeente
runderenover
te
brengen
;
b
.
dat
het
inenten
op
be
-
smette
stallen
een
heilzamen
invloed
uitoefentom
aldaar
de
gezonde
runderen
voor
besmettingte
beveiligen
,
en
c
.
om
bij
besmette
en
schijn
-
baar
gezonde
runderen
de
ontwikkeling
der
ziekt'jen
de
nadeelige
gevolgen
daarvan
te
matigen
.
dat
op
grond
der
bovenstaande
beschou
-
wingen
het
inenten
van
gezond
vee
als
voorbe
-
hoedmiddel
legen
de
longziekte
met
vertrouwenkan
aanbevolen
worden
.
De
Commissie
verheugt
zich
,
dat
aan
haar
de
-
rele-^enheid
is
gegeven
om
mede
te
werken
tot
de
uitvoering
van
een
belangrijken
maatregel
in
het
belang
van
den
aanzienlijken
veestapel
in
deze
Provincie
.
Zij
weet
wel
,
dat
bij
alle
veehouders
devooroordeelen
en
de
onverschiUigheid
omtrent
de
inenting
nog
niet
zijn
overwonnen
,
maar
zij
meent