Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VHL_1855-12-30_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Ao
.
1855
.
iv
«
^
2
DE
VIJF
-
HEEREIVLAIVDEIV
.
WEEKHLAB
VOOIt
¥
IA]\EM
EM
OMSTREKËM
.
ZONDAG
30
DECEMBER
.
Verschijnt
iederen
Zondag-morgen
.
Uitgever
G
.
S
.
A
.
STüART
ABONNEMENTS-PRIJS
Voor
Vianen
per
drie
maanden
....
f
0,70
.
Voor
de
omliggende
Gemeenten
franko
p
.
p
.
/"
0,80
.
PRIJS
DER
ADVERTEM7El
\.
Advertentiën
van
1
tot
6
regels
ƒ
0,30
;
iederere
-
gel
daarboven
5
ets
.
,
uitgenomen
het
zegelregt
.
Kennisgeying
.
Inschrijving
voor
de
NATIONALE
MILITIE
voor
de
geborenen
in
1837
,
op
Donderdag
den
17den
Ja
-
nuary
1856
des
voormiddags
ten
10
ure
.
De
Raad
der
Gemeente
Vianen
zal
eene
vergadering
houden
op
Maandag
31
December
1855
,
des
namid
-
dags
ten
li
ure
.
Behandeling
in
de
provinciale
staten
van
zuid-holland
VAN
HET
ONTWERP-BEGLEMENT
VOOR
DEN
ALBLASSERWAAKD
MET
ABKEL
BENEDEN
DE
ZOUWE
,
EN
VAN
DAT
VAN
DE
VIJP-HEERENLANDEN
.
(
Vervolg
van
No
.
41
.
J
De
heer
van
Tienhoven
meent
dat
het
punt
nopens
de
doorsteking
van
den
Appeldijk
op
eene
dwaling
be
-
rust
,
en
dat
daartoe
niet
het
geheele
collegie
heeft
me
-
degewerkt
.
De
Voorzitter
kan
het
gezegde
van
den
vorigen
spre
-
ker
niet
toestemmen
.
Spr
.
zelf
heeft
den
vorigen
win
-
ter
te
Gorinchem
eene
vergadering
bijgewoond
van
de
gezamentlijke
aldaar
aanwezige
dijkbesturen
,
van
den
Alblasserwaard
en
de
Vijf-Heerenlanden
met
de
ambte
-
naren
van
den
Waterstaat
,
daarbij
was
ook
de
heer
van
Aken
,
lid
der
commissie
.
In
die
vergadering
is
de
vraag
gedaan
of
men
den
Appeldijk
zou
doorsteken
,
en
die
vraag
is
toestemmend
beantwoord
.
Ofschoon
de
hoogst
in
rang
aanwezige
Ambtenaar
van
den
Waterstaat
zulks
op
eigen
gezag
zouden
hebben
kunnen
doen
,
volgens
de
be
-
staande
verordeningen
,
even
als
ieder
lid
van
een
dijk
-
bestuur
verpligt
en
bevoegd
is
,
bij
gemis
van
zoodani
-
gen
Ambtenaar
,
alle
maatregelen
te
nemen
,
die
hij
noo
-
dig
acht
.
De
heer
van
Doksser
herinnert
den
heer
van
Tien
-
hoven
,
dat
zijne
mededeeling
was
de
zuivere
waarheid
.
Het
besluit
van
den
Minister
van
Binnenlandsche
za
-
ken
van
den
17
Januarij
1850
,
waarbij
de
doorgraving
van
den
Appeldijk
is
overgelaten
aan
den
eerst
aanwe
-
zigen
Ingenieur
te
Gorinchem
ligt
vóór
hem
,
Spr
.
doet
voorlezing
van
dit
besluit
en
vraagt
nogmaals
,
hoe
kon
de
heer
van
Aken
zitting
hebben
in
dit
collegie
,
als
het
Waterscliap
geen
belang
had
bij
de
waterkeerende
werken
.
De
heer
Conbad
bevestigd
het
beweren
van
het
over
-
leg
der
Besturen
ten
aanzien
der
bedoelde
doorsteking
op
grond
der
dienstregeling
van
1851
.
De
heer
Cambier
merkt
op
dat
de
minderheid
der
commissie
in
hst
denkbeeld
heeft
verkeerd
dat
de
Kon
.
besluiten
berustten
op
overeenkomsten
,
die
later
bleken
niet
te
bestaan
.
Maar
dat
het
beweren
van
den
Rapp
.
als
of
de
minderheid
de
vergadering
zoude
hebben
wil
-
len
misleiden
eene
nog
grootere
onwaarheid
bevatte
,
want
tot
die
bewering
kon
geene
aanleiding
bestaan
,
wel
voor
het
gevoelen
der
meerderheid
Overigens
hecht
Spr
.
aan
Koninkl
.
besluiten
dezelfde
waarde
als
aan
deug
-
delijke
overeenkomsten
.
De
beraadslagingen
over
Art
.
T
worden
gesloten
.
De
Voorzitter
wil
dit
Art
.
in
omvraag
brengen
.
De
heer
Brgbam
stelt
als
motie
van
orde
voor
,
pa
-
ragraaf
sgewij
ze
over
het
Artikel
te
stemmen
,
daar
hij
een
amendement
voor
§
2
heeft
voor
te
stellen
.
De
heer
van
Dobsser
geeft
te
kennen
dat
de
com
-
missie
daar
niets
tegen
heeft
.
Welligt
kan
daardoor
nog
eenige
verbetering
in
het
artikel
worden
gebragt
.
§
1
wordt
alom
zonder
hoofdzakelijke
stemming
aldus
goedgekeurd
.
Zie
die
§
in
No
.
35
van
dit
weekblad
.
De
beraadslagingen
over
§
Z
luidende
:
Zie
die
§
in
No
.
35
van
dit
weekblad
.
De
heer
Begeam
stelt
als
amendement
voor
:
§
2
aldus
te
lezen
."
»
Ten
oosten
van
voormelden
grenspaal
over
enz
.
enz
.
De
heer
van
den
Berch
van
Heemstede
doet
opmer
-
ken'dat
dit
amendement
strekt
om
de
Ljngewerken
bui
-
ten
de
grenzen
te
brengen
.
Hij
geeft
dus
in
beden
-
king
eerst
over
het
voorstel
der
commissie
te
stemmen
,
en
mogt
dit
verworpen
worden
,
dan
zou
men
kunnen
beraadslagen
hoé'de
grenzen
nader
'
te
bepalen
.
De
,
heer
van
Dobssek
beweert
dat
een
amendement
den
voorrang
heeft
.
Hij
moet
echter
opmerken
,
dat
het
voorstel
is
,
de
Linge-werken
buiten
de
grenzen
te
brengen
.
Keurt
de
vergadering
dit
goed
,
dan
besluit
zij
,
en
dit
wil
hij
doen
uitkomen
,
tegen
hetgeen
door
de
commissie
als
grensscheiding
is
voorgesteld
.
De
heer
Begeam
zegt
dat
zijn
amendement
eene
twee
ledige
strekking
heeft
:
Ie
om
de
Lingewerken
buiten
ae
grenzen
te
houden
,
en
2e
om
de
grens
langs
het