Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VHL_1855-12-16_002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
z is ook al ongegrond . Voor jaren reeds heeft de ver - gadering beslist , dat de Provincie zou ontslagen wor - den van het voortdurend onderhoud der werken . In eene couferentifl met de Linge-commissie moet gezegd zijn , dat men hoopte , dat weldra de kosten uit de inkom - stem te vinden zouden zijn , en dan het ontbrekende door de belanghebbende districten te doen bijdragen . Evenwel is aan de vergadering de meeste ruimte en ge - legenheid gelaten om den tegenwoordigen toestand te doen blijven , in dit opzigt kan geene klagt tegen de commissie bestaan . De subsidie kan zoo hooa : en laao - gesteld worden als men goeddunkt . m . door Koninkl . besluiten is wel beslist dat de ach - ter gelegen districten slechts | zouden bijdragen in de kosten . Deze besluiten zijn van kracht , maar zij geven geen regt , zij zijn eene gunst , niets meer . De Bestu - ren van den Alblasserwaard beroepen zich op eene over - eenkomst , de rommissie ontkent dit en niemand heeft deze bewering der commissie nog gelogenstraft . Er be - staat niet anders dan een Konink . besluit van 1828 , toen die streken in trcurigen toestand verkeerden ; toen de waarde dier landerijen weinig of niet beteekenende was ; toen de ingelanden gebukt gingen onder de gevolgen der overstroomingen van 1809 en 1820 . In die omstandig - heden is als tegemoetkoming de zaak aldus geregeld ; het blijft dus eene gunst , geen regt . Terwijl men nu zegt geene gunst te vragen , eischt men het voortdurend verleenen eener gun^t . De Vergadering moge daarover later eene beslissing nemen ; Spr . zal die landen met een gunstig besluit daarover geluk wenschen ; maar bij de beöordeeling der grenzen doen al deze beweringen niets af . n Eene prijsvraag door het Bataafsch Genootschap te Eotterdam uitgeschreven om eene beschrijving te er - langen van een waterschap werd door den Heer Schol - ten , landmeter te Schieland beantwoord en is bekroond . Deze schrijver nu , even als de Commissie , en de Heer CoNfiAD en de Heer Gevers en alle deskundigen stellen het buiten bedenking , dat de dijkwerken van den Zui - der-Lingedijk en den Diefdijk de verdediging van de Wa - terschappen uitmaken . Die districten hebben dus daar - bij stellig belang en het is daarom de pligt der Verga - dering , die verdedigings-werken onder de waterschappen te begrijpen . De Heer Cambiee vraagt het woord niet ter weder - legging van den vorigen spreker inde hoofdzaak , wantdit is reeds voldoende geschied . Maar hij mag enkele punten niet voorbij gaan en dus te kennen geven dat deminderheid der Oommissie niet heeft aangedrongen om ha - re gevoelens in het verslag op te nemen , omdat die vol - doende flaren aan het licht gebragt door de rondgedeel - de stukken . Spr . betreurt nogmaals de omstandigheiddat een lid der minderheid , wiens tegenw oordigheid vanveel nut ware geweest tot de toelichting der stukken , door omstandigheden buiten zijn wil afwezig moet zijn . Overigens werpt Spr . verre van zich het denkbeeld van ' kwade praktijken te hebben gebezigd om een doel te be - reiken , daar hij alleen regt en waarheid wilde zien ze - gevieren . Hij weet dus niet wat de rapporteur heeft be - doeld toen deze dfi redenen voor het systeem der minder - heid als strijdig met de waarheid moest hooren quali - ^^'^ eren . (/^^^^^ vervofffd.J BUITENLAND . De hoofdaangelegendheid is thans , dat het vertrou - wen op den vrede zeer is geschokt . Herhaaldelijk * is er trouwens op gewezen , dat men zoo ligt gelooft , wat men^wenscht ; en ook thans schijnen zij , die te veel goeds van den toestand verivacht hadden , eene teleur - btelling te zullen ondervinden . Frankrijk is wel vre - desgezind en men heeft te Parijs gister op nieuw ge - zegd , dat lord Palmerstou zou aftreden ; zoolang dit laatste echter nog niet zeker is , mag men vooreers't niet veel op vrede rekenen , naar ' t schijnt . De Engelsche pers is bijna algemeen voortdurend oor - logzuchtig gebleven , de Britsche bladen hebben steeds voorwaarden als noodzakelijk gesteld , wier aanneming men van Rusland niet kan wachten . Buitendien heef ^ Engeland nog Ie weinig in de Oostzee verrigt , om den vrede te wenschen . De Euss . vloot is daar nog onge - schonden gebleven , en de Times herinnert er buitendien aan , dat Engeland eerst sterk wordt , als de overige Stalen reeds eenigzins uitgeput raken , omdat het zijne krachten in den vrede meer dan eenig ander spaart . Men verlangt dus tijd , om dat ook ditmaal weder aan Europa te toonen , en in de Oostzee den aard van de Engelsche magt nog te doen gevoelen . — Engeland wil dus nog geen vrede , ofschoon de Eng . Press het anders beweert . Ook Rusland noemt men intusschen nog weinig ge - neigd den vrede aan te nemen op de voorwaarden '', die de Westmagten zullen eischen . Dat blijkt uit de wnjze waarop het zich blijft wapenen . De bijeenkomst van generaals te Petersburg bijv . heeft zich reeds bezigge - houden met het in voldoenden staat van verdedigin - brengen van de hoofdstad , natuurlijk in de veron'dert stellmg , dat de Westmagten in het voorjaar krachtiger slagen in de Oostzee zullen trachten te doen . Hoe vredelievend Dmtschland dus ook zij , en ^ lat Oostenrijk en Pruissen voor den vrede in ' t werk stel - len , de vrede blijft voorloopig meer te . wenschen dan te verwachten . Omtrent den uitslag der zending van generaal Canro - bert IS men insgelijks nog steeds in het onzekere Dat die een politiek doel heeft gehad i , ontwijfelbaar De const , ontvangt een schrijven uft Ween en , ,. aariu die zending uitvoerig wordt behandeld . De opzijd .'-. heid-verklaring der Skandinavische rijken was zoo 7h men zegt , het werk van Pruissen . Denemarken heeft echter grootere verpligtmg aan de Westmagten en Oos - tenrijk , die tevens het verschil met de Ver . Staten trachten te doen bijleggen , en den 2 Augustus 18.50 de onschendbaarheid van het Deensche gebied ple - ti"-geproklameerd , dan aan Pruissen . Denemarken is ech" - ter ook tea deele door eenige zijner provmtiën aan den Duftschen bond gehecht . Dit voorop gesteld wordt door den schrijver uiteengezet , dat Zweden en Noorwe - gen zeker het meest na Turkije te vreezen hebben van de overwegenden invloed van Rusland , en ofschoon sommigen in die rijken voor hefc oogenblik eenige voor - deelen behalen uit den oorlog , is het duidelijk dat de handel er door de voortdurende blokkade der Oostzee schroomelijk moet lijden . De zending van generaal Can - robert had nu op het oog , om van Zweden eene dade -