Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VHL_1855-12-16_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Ao . 1855 . J^o . 40 . WEEIJBEAP VOCIK ¥ IAWE ]^ EM OMSTEEKEI ^ ZONDAG 16 DECEMBER . PRIJS DER ADVERTENTIËN . Advertentiën van 1 tot 6 regels ƒ 0,30 ; iedere re - gel daaiboven Sets ,, uilgenomen het zegelregt ' Verschijnt iederen Zondag-morgen ABONNEMENTS-PRIJS . Voor Vianen per drie maanden .... ƒ 0,70 . Voor de omliggende Gemeenten frankop . p . ƒ 0,80 . Uitgever G . S . A . STIJART . l3EHANDELINa IN DE PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN HET ONTWEBP-REGLEMENÏ VOOB DEN ALBLASSEUWAAUD MET AllKEL BENEDEN DE ZOUWE , EN VAN DAT VAN DE VIJF-HEERENLANDEN . ( Vervolgvan No . 89 .> De lieer van Dobsser ( rapporteur der commissie ) heeft het woord . De Spreker hen beantwoordende die meencndat de com - missie hare taak niet behoorlijk heeft volbragt , zegt : a dat de vergadering zal hebben opgemerkt ^ er in de gansche discussie eene bijzondere scheidingslijn be - staat tusschen voor - en tegenstanders . b dat de beschouwingen der commissie en de be - palingen in het reglement alleen tegenbtand hebben ont - moet bij hen die in die streken woonachtig zijn (§). Vroeger in de oude Staten-vergaderingen kwamen wel de afgevaardigden met een bepaalden last , bij accom - modatie deed men toen elkander genoegen , maar nu vertegenwoordigt elk Lid de geheele Provincie . c dat diezelfde soort van tegenstand zich heeft ver - toond in den boezem der commissie ; daardoor was de zaak van deze en van den rapporteur niet gemakkelij - ker , zoodat Spreker met het oog op al die moeijelijk - heden herhaaldelijk op het punt is geweest zijn ontslag uit die commissie te verzoeken . cl dat de inrigting van het rapport overeenkomt met de eerlijkheid en goede trouw , met het oog op den eed door Spr . afgelegd , dat hij dus verslag heeft gedaan van de verschillende gevoelens . e dat de leden der minderheid zijn uitgenoodigd om hunne nota's te geven , ujaar dat Spr . ongezind was om de beschouwingen der minderheid als eigen gevoelen in het rapport uit een te zetten , omdat zij op feiten be - rusten strijdig met de ƒ dat de vrees door de aangegeven grensbepaling eventueel met het onderhoud te zullen belast worden , hier de hoofdzaak is ; het onderhoud der Linge-v,erken doet echter bij do grensbepaling niets af . g dat het lid der Vergadering die op Art . 200 wees , ; iis zonde dit Art . aanwijzen dat de lasten van de com - missie der Linge-werken komen ten voor - en nadeele van de beide waterschappen gerust kan wezen , want dit Art . bepaalt niet om de Linge-werken te onderhouden , maa om de eigendommen van de commissie der Lingewerken als eigendommen van de Hoogheemraadschappen , en de tegenwoordige schulden dier commissie als schulden dier Hoogheemraadschappen te beschouwen ; dit bezwaar kan door meer duidelijke bewoordingen worden weggenomen . h dat het hoofdpunt hier alleen is of de waterschap - pen er al dan niet belang bij hebben , dat de Linge-wer - ken onder hen worden gebragt ; dit is volgens Spr . in - zien onbetwistbaar . Na hetgeen de heer Conkad giste - ren heeft gezegd , kan niemand daarover eenigen ge - gronden twijfel meer hebben . Ook de heer Begbam heeft dat belang niet durven betwisten . Heeft nu het water - schap ei belang bij , dan behooren de werken onder zijne grenzen te worden opgenomen . Dit belang toonden de waterschappen 25 jaren lang door jaarlijks aanzienlijke kosten voor het onderhoud van die v/erken te besteden . Is dit zoo dan is de zaak beslist , dan mag geld niet beletten die vrerkeu in de grenzen van die waterschap - pen op te nemen . Je In de geschiedenis der zaak heeft men willen aan - wijzen dat die werken als hulp voor Noord-Holland en Utrecht waren aangelegd , en als bewijs het rapport der Staten van 1823 aangehaald . Maar het rapport des Mi - nisters van 1809 heeft men ter zijde gelegd . De Mi - nister en de Raad van State die in betrekking waren toen de werken zijn daargesteld zullen zeker beter nog dan die Staten van 1828 bekend geweest zijn met het doel van den aanleg . In het verslag nu van de Commis - sie is reeds gezegd , dat én de Minister ( Twent ) én de Raad van State verklaard hebben , dat deze werken zijn aangelegd om de Waterschappen tegen nieuwe over - stroomingen te beschermen . De Raad van State zeide zelfs dat het repareren en verzwaren der werken alleen tot beveiliging en behoud van de twee Waterschappen is geschied . Ook is het onjuist dat het Kon . besluit van 1828 de zaak aan de Provincie heeft opgedragen . In dit besluit wordt uitdrukkelijk gezegd , dat de wer - ken strekken ter onmiddelijke beveiliging van de Vijf - Heercnlanden , den Alblasserwaard en het land van Ar - kei . Bij dit besluit is dus wel degelijk erkend , het doel en de strekking dier werken , zoo als door de com - missie is voorgedragen . l de klafft alsof het doel der commissie alleen was , de provincie van de kosten van onderhoud te ontheffen