Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VHL_1855-07-22_002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
'-
V
.
;:
3heUpc
over
33000
morgen
jaarlijks
ƒ
16,500
,—
bc
-
-""^
êï^P
en
dus
in
gemelde
zes
jaren
ƒ
99,000
,—.
Na
het
jaar
1818
hebben
de
Vijf-Hcerenlanden
en
de
sserwaard
opgehouden
te
betalen
en
ook
niet
willen
het
voorstel
,
vervat
in
het
Koninklijk
be
-
.
3
Julij
1820
,
No
.
69
,
waarbij
hun
remissie
'
rden
verleend
en
bovendien
eene
subsidie
van
^
0
,
uit
'
s
rijks
kas
zou
worden
gegeven
ter
lérstelling
der
Li
n
ge
werken
.
Bij
Koninklijk
besluit
dd
.
10
November
1821
,
No
.
68
werd
goedgevonden
:
lo
.
De
Lingewerken
aan
de
beheering
der
Staten
van
Holland
over
te
geven
met
uitzondering
van
de
Aspersche
schutsluis
,
etc
.
2o
.
Dat
hoewel
reeds
meer
dan
ƒ
60000
,—
aan
de
werken
was
besteed
,
het
Rijk
van
de
restitutie
zou
afzien
.
3
.
De
Staten
van
Holland
de
bevoegdheid
toe
te
kennen
,
om
te
bepalen
,
welke
distrikten
het
zijn
die
als
belanghebbende
moeten
worden
aange
-
merkt
,
etc
.
etc
.
Bij
Koninklijk
besluit
dd
.
16
Junij
1823
,
No
.
288
werd
goedgekeurd
de
verdeeling
,
namelijk
dat
Zuid
-
Holland
I
,
Noord-Holland
|
Cn
de
Vijf-Heerenlanden
en
de
Alblasserwaard
|
gedeelten
zouden
betalen
in
het
herstellen
en
onderhouden
der
Lingewerken
.
Volgens
een
besluit
van
Ged
.
Stat
.
van
Zuid-Holland
en
Noord
-
Holland
,
dato
Haarlem
14
Julij
1825
en
'
sllage
19
Julij
1825
,
wordende
Lingewerken
aan
het
beheer
van
de.besturen
van
de
Vijf-Heerenlanden
en
den
Alblasserwaard
opgedragen
.
Bij
Konklijk
besluit
dd
.
22
December
1846
,
No
.
13
werd
het
{
gedeelte
,
dat
de
Provincie
Noord-Holland
betaalde
,
voor
rekening
van
het
Eijk
genomen
.
Yan
het
jaar
1826
zijn
de
■
Lingewerken
beheerd
door
eene
Kommissie
uit
de
KoUegiën
der
Yijf-Heerenlanden
en
des
Alblasserwaards
en
hebben
de
Lingewerken
tot
1853
gekost
de
aanzienlijke
som
van
ruim
Een
Milli
-
oen
Guldens
.
Welke
gelden
zijn
bijeengebragt
als
door
de
Brovincie
Zuid-Holland
ƒ
546G77
,—
door
de
Provincie
Noord-Holland
.
»
109375
,—
de
Alblasserwaard
en
Vijf-Hcercn
-
landen
»
218750,
-
Eigen
middelen
,
dat
is
verkoopingen
vangras
en
houtgewas
op
gronden
aan
deLingewerken
staande
»
140268
,
te
zamen
.
.
ƒ
1015050,
-
Inf'-eval
de
Betuwe
of
Gelderland
overstroomt
heeft
de
dijk
door
den
golfslag
veel
te
lijden
,
omdat
om
vele
plaat
-
sen
geene
beschutting
gevonden
wordt
en
ook
niet
te
maken
is
.
Of
de
dijk
tegen
het
inundatie
water
bestand
is
,
kan
nocf
als
niet
genoegzaam
he
^
ezen
te
zijn
beschouwd
wor
-
den
,
daar
toch
de
geringe
inundatie
in
Maart
1855
,
welke
met
het
schoonste
weder
en
zonder
wind
plaatshad
,
niet
als
eene
voldoende
proef
kan
aangemerkt
worden
,
te
meer
daar
het
water
tot
slechts
4,06
el
boven
peil
stond
,
hetwelk
bij
storm
tot
5,94
el
kan
klimmep
,
en
niettegenstaande
dezen
gefingen
waterstand
en
gunstig
weer
bedraagt
de
schade
door
afslag
ruim
ƒ
10,000
,—.
Wanneer
de
Zuider-Lingedijk
het
water
tot
de
hoogte
van
deszclfs
kruin
keert
en
als
dan
doorbreekt
,
loopt
het
land
en
de
Linge
tusschcn
de
oude
en
nieuwe
Linge
-
dijken
gelegen
dieper
onder
water
dan
dat
de
nieuwe
Lingedijk
het
niet
gekeerd
had
en
heeft
dus
de
oude
waterkeering
meerder
^\
ater
te
keeren
.
Uit
het
bovenstaande
blijkt
duidelijk
dat
de
bestu
-
ren
van
de
Vijf-Heerenlanden
en
den
Alblasserwaard
zeer
verstandig
hebben
gehandeld
,
om
niet
de
Lingewerken
over
te
nemen
al
werd
eene
subsidie
van
'
sEijks
wege
ad
/*
60000
,—
aangeboden
.
Het
kan
naar
billijkheid
niet
van
de
Vijf-Heerenlan
-
den
en
den
Alblasserwaard
gevorderd
worden
dat
de
Lingewerken
door
hen
zouden
worden
overgenomen
en
onderhouden
.
Ziedaar
nu
de
ware
voorstelling
:
indien
men
nu
daar
-
uit
afleidt
dat
het
Waterschap
de
Vijf-Heerenlanden
noch
de
Alblasserwaard
deze
kostbare
Linge-wcrken
heeft
be
-
geerd
of
verzocht
:
indien
men
opmerkt
dat
maar
een
betrekkelijk
klein
gedeelte
lands
door
die
Linge-werken
is
gebaat
;
indien
men
nagaat
dat
dit
kleine
gedeelte
de
groote
kosten
van
die
werken
onmogelijk
kan
bestrijden
;
indien
men
begrijpen
wil
dat
deze
werken
dus
verkeer
-
delijk
zijn
begonnen
en
al
dien
tijd
ouderhoudcn
met
opoffering
van
een
schat
van
geld
;
komt
men
tot
de
ge
-
volgtrekking
dat
de
schade
daardoor
veroorzaakt
moet
nederkomen
op
den
aanlegger
van
die
werken
,
namelijk
het
Eijk
.
leder
belanghebbende
beijvere
zich
dus
om
blijken
te
geven
van
deze
afkeuring
,
voor
het
te
laat
is
,
het
geldt
hier
een
last
,
dien
men
eens
vooral
zal
moeten
op
zich
nemen
,
en
waarvan
men
nooit
weder
zal
ontslagen
worden
.
Men
toone
deze
belangstelling
ieder
op
zijne
wijze
,
zoo
gezamentlijk
als
ieder
afzonderlijk
.
«
Eenigen
tijd
geleden
meldde
men
,
dat
te
Peters
-
burg
eene
kommissie
was
ingesteld
voor
de
Oostersche
zaken
,
waarvan
het
ontAverp
,
reeds
aan
Keizer
Nicolaas
uitgesteld
had
moe
-
door
graaf
v
.
Nesselrode
ingediend
.
ten
worden
,
ten
gevolge
dor
geschillen
tusschen
den
grootvorst
troonopvolger
en
zijn
broeder
Konstantijn
,
welke
geschillen
de
Keizer
had
gevreesd
in
den
boezem
der
kommissie
te
zien
uitbarsten
.
Men
zeide
,
dat
zij
waren
bijgelegd
tijdens
de
instelling
der
kommisssie
.
Mag
men
echter
gelooven
,
hetgeen
in
goed
onderrigte
kringen
wordt
verzekerd
,
dan
zou
dit
verschil
van
ziens
-
wijze
tusschen
den
regerenden
Keizer
en
den
Grootvorst
Konstantijn
opnieuw
zijn
vergroot
,
en
wel
zoodanig
,
dat
daardoor
bij
de
Keizerin-weduwe
ernstige
bezorgd
-
heid
is
verwekt
.
Dit
zou
zelfs
eene
der
redenen
zijn
,
welke
den
Prins
van
Pruissen
zoude
hebben
aangespoord
begeven
.
De
Keizerin
om
zich
naar
Petersburg
te
zou
hem
hebben
ontboden
,
in
de
hoop
,
dat
zijne
po
-
gingsu
er
in
zouden
slagen
om
de
eendragt
bij
het
een
-
dragt
bij
het
Eussiesche
hof
te
herstellen
.
»
Men
zeide
,
dat
dit
eene
der
redenen
van
de
reis
des
prinsen
zou
zijn
.
Er
moeten
namelijk
nog
anderen
van
meer
staatkundigen
aard
zi^jn
,
en
die
voor
Europa
een
hooger
gewigt
hebben
.
Men
verzekert
,
dat
de
Eussie
-
sche
partij
vele
pogingen
aanwendt
om
de
Heilige
alli
-
antie
van
het
noorden
te
herstellen
.
Zij
acht
het
tijd
-