Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VHL_1855-06-03_003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
e legonheid , zijne eigene inzigteu te mogen volgen . Hij is begonnen niet de Russen uit hunne bedekkingen , bezijden het centrale bolwerk , te verdrijven , van waar zij het den belegeraars schier dagelijks zeer lastig maakten . Hij heelt ook Kortscli en . lenikalé doen bezetten , welke plaatsen door de Russen zonder slag of sloot zijn ontruimd en , iior welker verdediging geeno toebcreidselen waren gemaakt . Hij heeft den generaal Liprandi , die nog kort geleden Balaklava bedreig - de , genoopt over de Tchornaja terug te trekken en zich tot het be - zetten der hoogten te bepalen . Volgens sommigen , is ^ Omer-bassa in aantogtvan Eupatoria naar Simferopol . Volgens anderen , weigert dit opperhoofd zulks volstandig , en begeert hij met zijne Turken naar Varna terug te trekken . De Moniteur deelt twee zeer belangrijke depêches mede , welke door den generaal Pelissier aan den minister van oorlog zijn gerigt . In de eerste dezer depêches leest men het navolgende : De vijand had tusschcn het centrale bolwerk en de zee eene groote wapenplaats gevestigd , met het oogmerk , om daarin eene aanzienlijke kiijgsmagt te vereenigen en krachtige uitvallen daaruit naar onze zijde te ondernemen . In den nacht van 22 op 25 Mei hebben wij die werken , welke door nagenoeg de gehecle bezetting werden verdedigd , aangetast . Het gevecht is buitengemeen levendig geweest en hooft bijkans den gehee - Icn nacht geduurd . Wij hebben de helft der door de Russen aan - gelegde werken bemagligd en bezet . Ik vlei mij morgen te zullen kunnen mededeelen , dat de andere helft den volgenden nacht is be - magligd geworden . Uit de tweede depêche blijkt , dat de generaal Pelissier zich in deze zijne verwachting niet hoeft bedrogen . Deze tweede depêche , gcdag - teckend 24 Mei , te tien ure des avonds , houdt het navolgende in : » Wij hebben in don afgeloopen nacht het door ons begonnen werk gelukkig volbragt en al de op gisteren door ons aangetaste werken bemagligd ; die werken worden thans door ons bezet . De vijand , die den vorigen avond zware verliezen had ondergaan , is ditmaal gemakkelijker tot wijken gebragt . De verliezen aan onze zijde zijn , hoewel gevoelig , minder aanzienlijk . » Heden hebben wij op de meest hartelijke wijze met onze geallieer - den den verjaardag van H . M . de britsche koningin gevierd ." De Moniteur behelst nog eene telegrafische depêche van den gene - raal Pelissier van , 27 Mei , in hoofdzaak inhoudende , dat de fran - sche troepen den 25slen de linie van de Tschernaïa hadden be - magligd . De vijand was niet talrijk . Hij had weinig tegenstand ge - boden en zich snol in het gebergte terug getrokken . De operatieën in de Krim zijn met vernieuwde kracht hervat , en wel met een gunstigen uitslag voor de geallieerden , welke behalve do vroegere voordeelcn , voor Sebastopol door de Franschc troepen behaald , ook de linie der Tschernaya bezet en al de werken aldaar in bezit genomen hebben ; zelfs zoude den volgenden dag , zondag , eene nieuwe overwinning op het korps \ an den generaal Liprandi , die de geallieerden aan de Tschernaya bedreigde , behaald zijn ; voorts is de expeditie van Ivertch en Jenikale hervat en met goeden uitslag bekroond . Deze laatste tijding wordt , behalve door de depêche van den admiraal Bruat , ook nog bevestigd door eene depêche van Lord Raglan , gedagteekend van zondag , waarin deze cngelsche ipperbevelhebbcr te kennen geeft , dat de geallieerden thans de zee van Azof beheerschen , en dat de troepen op den verjaardag der ko - ningin Victoria te Rertoh en . lenikale geland zijn , welke beide pun - ten door de Russen verlaten werden ; eenigo schepen en 50 stukken geschut waren den geallieerden in handen gevallen . Zoodanig is de hoofdzakelijke inhoud der lot dusver bekende berigten belreffcndo de laatste krijgsbedrijven in de Krim , waaromtrent , zooals wij reeds ge - zegd hebbrn , waarschijnlijk weldra nadere bijzonderheden zullen me - ciegedeeld worden . Uit Sebastopol wordt dd . 50 Mei gemeld , dat een eskader der geal - lieerden den 22sten voor Berdiansky is verschenen , waarop de Russen ' ier hunner oorlog-sloomschcpcu en groote depots van granen aan de lamnen prijs gaven . De geallieerden hebben den volgenden dag het fort Arabal gebonibardccrd , de magazijnen in de lucht doen springen een 100 - lal schepen vernield . In de zee \ an Azoff is slechts een Enkel klein Russiesch oorlogschip overgebleven . Eene depêche van Prins Gortschakoff van vroegere dagtcckening , namelijk van 25 Mei , meldt , dal in de naclU van 21 op 22 dezer de Russen , onder begunstiging van den nevel , eene geduchle contra - ap-?roche bij bastion No . S on 6 hebben opgerigt , welke in den avond an den 22sten door den vijand met 17 bataljons en reserve hevig is langctast ; dat in den daarop volgenden nacht een hevig gevecht is ge - cvcit nut de bajonet ; dat de Russen zich heldhaftig verdedigden den vijand terug gedreven hebben ; hot verlies der Russen bedroeg 2500 man . De Moniteur bevat heden eene depêche van den vlootvoogd Brual , van 25 Mei , welke den goeden uitslag der expedietie naar Kertch be - vestigt . De Russen hebben hunne magezijnen , batterijen ,, 3 stoomboo - ten en 30 transportschepen verbrand ; 30 schepen zijn in de handen der geallieerden gevallen ; Kamiesch is zoodanig versterkt , dat het onneembaar is . INGEZONDEN STUKKEN . Indien wij eenen blik slaan in het kortelings mede - gedeelde programma van het weekblad " de Vijf-Heeren - Landen " en op de beschouwing van den tegenwoordi - gen Kerkeraad der Hervormde Gemeente te Vianen , zooals die voorkomt in het nommer 11 van den 27 sten Mei , j . 1 . dan komt men tot eenige overtuiging , dat de fiedactie niet getrouw is gebleven aan den milden geest in het genoemde programma verkondigd , omdat zij zich heeft begeven op een partieel kerkelijk terrein . Het is een bewijs van illiberalisme , waanneer men als hoofdbezwaar tegen eenen Kerkeraad , zoo als hij is ge - constitueerd , aanvoert , dat de zoogenaamde beschaafde stand niet genoeg is vertegenwoordigd ? Eenige woorden zijn hier gewijd aan ds vraag of die bedenking bij den bedoelden Kerkeraad inderdaad een be - zwaar is en of zij overeenkomt met de waarheid . Hoe kan zij een bezwaar zijn voor hen , die zich voor - standers noemen van de regten des volks , die het bij iedere gelegenheid betreuren , dat de burgerman in staat - kundige en Kerkelijke zaken niet nog meer zijne stem kan doen hooren ? Moet hij , vast als hij is aan zijne eigene beginselen , niet veeleer juichen , uu er in dien staat van zaken , in de laatste j aren eene gunstige ver - andering is gekomen , nu in zaken van Bestuur en Re - gering de toornen niet in de handen zijn gebleven der zoogenaamde Aristocraten ? Zij , die de bedenking ma - ken , zullen toch wel Christenen heeteu en daarbij ook weten , wie de Stichter van het Christendom bij voor - keur tot zijne Gezanten verkoos , onder welk gedeelte der natie en in welke omstandigheden hij zelf in de we - reld gekomen en geleefd heeft , welke lessen en wen - ken hij zelf heeft gegeven bij het kiezen van de voort - planters Zijns Evangelies ? Daarenboven is het Kerke - lijk terrein eene zaak des Christendoms , eene zake des Geloofs , verre verheven boven het denkbeeld van eenen graad van beschaafdheid , die de steller van het artikel schijnt te bedoelen . Ik meen ook te mogen vragen of zijn bezwaar geen e onwaarheid bevat ? Wordt zijn eerste van eene verte - genwoordiging der standen niet tamelijk wel vervuld ? Volgens de kerkelijke reglementen bestaat de Kerkeraad t Vianen uit negen leden : de eerw . Heer Predikant , als Voorzitter , vier Ouderlingen en vier Diakenen . Be - hooren nu niet naar des stellers dunken , een derde ge - deelte of drie Leden tot de beschaafste standen der maat - schappij ? Erkent ieder daarvoor niet den Voorzitter , den man , die zonder dat men hem behoeft te vleijen tot de Patricische familiën der Gemeente behoort , en hem , die aan honderden in de wereld beschaafd - heid heeft geleerd ? Wordt de Landbouwersstand , zoo zeer gevierd en voorgestaan door de redactie van ons weekblad , niet vertegenwoordigd door de aanzienlijkste en welvarendste Leden der Gemeente , en wier geslach - ten omtrent drie eeuwen alhier het burgerregt hadden ? Heeft de ambachtstand zijne vertegenwoordiging niet in twee nijvere en oppassende mannen ? Mogen de twee overige Leden van het Collegie niet , zonder bedenking gerekend worden onder den eigenlij - ken burgerstand , en kan men , ofschoon van zooge - naamde onverschillige beweringen , op hun zedelijk t ^. »:^.:^