Tekstweergave van NL-WbdRAZU_VC_1928-09-29_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No
.
40
Zaterdajr
29
September
IS
^
IN
VEEEENIGING
MET
OMLIGGENDE
GEMEENTEN
Dit
blad
versch^'nt
lederen
Zaterdag
.
Abonnementsprijs
voor
Vianen
enVreeswijk
50
cent
per
kwartaal
.
Franco
per
post
11.20
per
halfjaar.Abonnementen
en
advertentiën
worden
dagelijks
aangenomen
door
denuitgever
,
alsook
door
alle
Boekhandelaren
.
—
:—:
L
.
m
DIJK
-
POSTGIRO
6607G
—
TELEFOON
26
Prgs
der
advortentiëp
is
van
1-5
regels
60
cent
,
ieder
«
regel
meer
12
cent
.
Advertenties
voor
den
handel
speciaal
tarief
.
Bij
abonnementen
be
-
belangriike
korting
Oroote
letters
naar
plaatsruimte
.
'
Inzenden
adverten
-
tias
tot
Vrijdagavond
,
ingezonden
stukken
en
publioatios
daags
tevoren
-
Dit
nummer
bestaat
uit
TWEE
bladen
.
EERSTE
BLAD
OTerzicht
Tan
de
week
.
(
Nadruk
verboden
.)
Zij
lazen
de
verzen
van
Heine
Des
morgens
te
zamen
in
'
t
bosch
.
Het
blozende
meisje
en
de
jonkman
,—
£
n
soms
viel
het
boek
op
het
mos
.
De
vogelen
riepen
:
'
t
Is
lente
I
Twee
harten
gevoelden
bet
wel
:
Zij
klopten
zoo
warm
en
zoo
heftig
.
Zij
klopten
eoo
wonderlijk
snel
.
ZIJ
ppraken
van
eeuwige
liefde
En
droomden
een
zaligen
droom
.
,
Wat
zeggen
zij
?"
vroeffen
de
bloemen
,
En
üuisterend
suisde
de
boom
:
„
Ik
hoor
het
zoo
duizenden
malen
,
Dvt
liedje
van
eeuwige
trouv
,
En
eer
nog
mijn
bladeren
vallen
Heeft
een
van
hen
beiden
berouw
I
"
Bij
vallen
en
oostaan
wordtde
mensch
groet
,
m
.
8
,
w
.
in
de
school
van
het
leven
leert
men
dag
in
,
dag
uit
.
Dat
leeren
is
niet
altoos
even
prettig
,
jon
-
gens
neen
,
het
gebeurt
vaak
met
scha
en
schande
,
maar
als
het
niet
al
te
bont
is
.
de
buitenwacht
je
niet
met
den
vinger
kwalificeert
als
een
mimler
-
waardige
,
wel
dan
draagt
men
de
scha
alleen
en
de
schande
tracht
men
door
later
beter
uit
te
wisschen
.
In
het
huwe
-
liJK
,
nu
ja
,
leert
men
wel
.
maar
als
de
koorden
van
liefde
eens
eestrengeld
zijn
,
dan
mag
geen
der
partijen
vallen
,
man
ivordt
geacht
,
groot
"
te
zijn
als
men
de
innerlijke
roerselen
van
het
hart
geen
weerstand
heeft
kunnen
bieden
en
„
alles
uit
liefde
"
een
ander
heeft
aan
-
geboden
,
welke
gemoedsuitingen
in
hoogste
instantie
zijn
bekrachtigd
,
'
t
Verstand
komt
met
dejar^n
,
zegt
de
welbekende
Vlaamsche
dichter
Hulle
'
broeck
,
bijde
meesten
is
dit
inderdaad
het
geval.maar
de
liefde
ze
tiert
het
weligst
in
de
drang
-
en
stormperiode
,
of
om
het
eenvoudiger
te
zeggen
,
in
den
leef
-
tijd
tusBchen
kalf
en
koe
,
in
de
vlegel
»
periode
.
Een
17-jarige
jonge
dame
ie
Arnhem
was
voor
een
of
ander
debiet
door
den
strafrechter
tot
twintig
gulden
boete
sub
.
vier
weken
plaatsing
in
een
tucht
-
school
veroordeeld
.
Zy
was
echter
in
gebreke
gebleven
te
betalen
en
werd
door
de
politie
naar
het
bureau
geleid
ten
einde
ter
beschikking
van
de
Juati
-
tie
gesteld
te
worden
,
Het
meisje
deed
zeer
verontwaardigd
:
„'
t
Is
me
wat
moois
om
zoo
uit
ie
werk
te
worden
gehnald
",
was
het
bescheid
,
„
se
hadden
me
eerst
nog
wel
eens
kennen
waar
-
Bohuwen
.*
Ten
politiebureele
was
men
echter
niet
van
plan
haar
los
to
laten
,
mits
tegen
contante
betaling
en
de
jonge
dame
,
die
niet
in
het
bezit
was
vaa
de
noodigo
gelden
zag
zich
al
in
arrest
,
totdat
ze
een
inval
kreeg
,
Piet
,
haar
aanstaande
,
die
haar
naar
het
politie
*
burfau
was
gevolgd
en
buiten
aan
de
pooit
de
loop
der
gebeurtenissen
angst
'
vallier
volgde
,
zou
uitkomst
brengen
.
Piet
werd
geroepen
en
toen
hij
vernam
wat
er
van
heuQ
w«rd
verlangd
,
trok
hij
ijeen
vriendelijk
gezicht
.
Twintig
pop
,
jonse
,
jonge
,
dat
was
voor
Piet's
ÜDacciën
een
kolossaal
bedrag
Het
iceitije
drong
echter
aso
:
„
Piet
bedenk
je
nou
nog
eens
,
enk
er
om
.
je
raakt
me
vier
lange
wekon
kwijt
nn
hoe
sal
je
dien
tij
(^
alleen
doorbrengen
"
Piet
dacht
eens
na
,
raadplp^^gie
zijn
geheugen
,
bedacht
verschiiSende
mogelijkheden
en
ten
slotte
kwam
hij
tot
de
conclussie
:
ik
zal
het
probeeren
,
ik
zal
zien
de
centjes
te
krijaen
Piet
vertrok
,
'
t
meis
-
je
vertrok
,
'
t
ineisje
bleef
achter
,
vol
hoop
dat
Piet
zoo
verschijnen
met
de
twintig
pop
.
Het
duurde
wel
wat
lang
,
docht
ten
laagan
leste
verscheen
Piet
met
de
duitec
Hij
telde
ze
netjes
nit
,
twintig
pop
,
afgepast
geld
,
zuur
verdiend
,
doch
hij
had
het
voor
de
vrijheid
van
i'a
geliefde
over
.
Waaruit
de
lezer
in
het
vorenstaande
ziet
dat
men
met
geld
zijn
vrijheid
kan
herkrijgen
en
zooals
uit
het
navolgende
blijkt
om
het
aardschee
slijk
in
kennis
kan
komen
net
het
cachot
.
Twee
melkslijt^rs
in
Amsterdam
hadden
op
een
goeden
dag
het
plan
opgevat
■
om
zoo
spoedig
mogelijk
rijk
te
worden
Bet
doel
was
mooi
,
maar
ongelukkiger
-
wijs
wierp
het
melkbedrijf
voor
de
twee
oompagnons
niet
zulke
groote
winsten
af
,
dat
zij
mochten
verwachten
hun
indeaal
binnen
afzienbaien
t^d
verwezenlijkt
te
sien
.
Maar
de
twee
melkslijters
waren
vindingrijk
en
zy
kwamen
weldra
over
-
een
om
in
bet
vervolg
met
minder
melk
meer
klanten
te
bedienen
.
Eiken
dag
werd
de
melk
,
die
bij
de
klanten
bezorgd
moest
worden
,
rijkelijk
met
leidingwater
aangelengd
,
totdat
de
kearingsdienst
van
waren
ingreep
en
de
b«ide
coKpaguons
eruFtig
waarschuwdp
Dd
melkelijters
lieten
zioh
daardoor
echter
niet
uit
het
veld
slaan
en
zetten
hun
bedrijf
op
denzelfden
voet
voort
.
De
keuringsdienst
van
waren
liet
het
echter
de
tweede
maal
niet
bij
een
waarschuwing
,
die
op
het
melkslijters
-
gemoed
blijkbaar
zeer
weinig
indruk
maakte
,
en
maakte
proesverbaal
tegen
de
compagnons
op
.
Deze
werden
voor
'
t
kantongerecht
gedaagd
,
waar
de
eerste
werd
veroordeeld
tot
veertien
dagen
hechtenis
en
2
honderd
gulden
boete
,
Bubsidair
een
maand
hechtenis
en
de
tweede
tot
verschillende
boeten
,
tot
een
gezamelijk
bedrag
van
f
128
.—
of
42
dagen
hechtenis
.
Een
bittere
ervaring
met
een
komisch
kantje
dsed
een
bakker
onder
Montfoort
op
.
Hij
passeerde
een
verongelukte
automobilist
,
wiens
wagen
in
de
sloot
zat
De
man
vroeg
hulp
.
De
bakker
trommelde
eenige
boeren
op
en
geza
-
melijk
werkten
ze
de
onbeschadigde
auio
op
den
weg
.
De
zeer
dankbare
auto
eigenaar
wil
een
royale
fooi
geven
,
doch
...
hij
heeft
een
briefje
van
f
40
.
Als
iemand
hem
maar
f
30
terug
geeft
voor
de
hulp
.
Onze
bakker
geeft
de
30
pop
,
de
automobilist
stapt
in
de
kar
om
field
te
halen
,
zet
den
motor
aan
en
verdwijnt
snel
.
De
hulpvaardige
achterbiyvers
vergaten
zelfs
van
de
deerlijke
teleur
*
stelling
en
schrik
het
nummer
op
te
nemen
....
Grooter
no
^
was
de
verbazing
,
sen
eerzame
broeder
overkomen
,
een
rustig
,
mogelijk
zeventig
jaar
reeds
geleden
in
een
kleine
stad
in
ons
vaderland
.
De
gemeente
telde
twee
predikanten
en
hetgeen
wij
vehalen
gebeurde
op
den
eereten
Pinksterdag
.
Of
de
prediking
dien
morgen
—
maar
dat
is
haast
niet
te
denken
—
wat
saai
was
,
dan
wel
of
de
man
,
wien
de
slaap
te
machtig
werd
,
geen
nachtrust
genoten
had
,
genoeg
:
een
der
hoorders
,
het
was
nogal
een
dergenen
,
die
in
de
nuderlingenbank
zat
,
viel
in
slaap
.
En
zijn
slaap
was
als
die
des
rechtvaardigen
,
soliede
en
vast
,
wat
ge
*
beurt
echter
onderwijl
1
De
dominé
,
die
voorgaat
op
den
kansel
,
krijgt
een
hevi<^e
neusbloeding
.
Hij
moet
den
preekstoel
verlaten
,
wordt
weggeleid
naar
de
consistoriekamer
en
in
zijn
plaats
treedt
aanstonds
op
zijn
collega
,
die
onJer
zijn
geboot
had
gezeten
.
Hij
vat
den
draad
op
en
preekt
,
schoon
onvoorbereid
,
verder
.
Maar
terwijl
dit
alius
zich
nu
afspeelde
,
wai
onze
rechtvaardige
slaper
in
den
dut
geb'e
*
ven
.
Totdat
eindelijk
het
oogenblik
komt
dat
hij
ontwaakt
en
nu
zijn
oogen
vol
verbazing
openspert
,
waar
hij
niet
den
predikant
,
die
nog
zooeven
het
woord
voelde
,
maar
den
anderen
leeraar
op
den
kansel
ontwaart
Verschrikt
en
verlegen
wendt
bij
zich
tot
zijn
buurman
en
vraagt
fluisterend
.
hoe
zit
dat
nu
,
wat
iser
gebeurd
,
fluisterend
:
hoe
zit
dat
nu
,
wat
is
er
gebeurd
?
En
zi?t
—
deze
buurman
was
een
olijkert
.
Er
is
niets
gebeurd
,
zegt
hij
,
wat
zou
er
gebeuren
?
Ja
,
manr
zooeven
stoud
toch
de
andere
dominé
op
den
stoel
I
Zooeven
?
Man
,
dat
was
gisteren
,
vandaag
is
het
zijn
beurt
!
Hemeltje
,
fluisterde
nu
de
ont
-
waakte
slaper
,
dan
heb
ik
hier
den
geheelen
dag
en
nacht
zitten
slapen
,
wat
zal
mijn
vrouw
ongerust
wezen
en
—
tot
verbazing
der
gemeente
—
verliet
hij
ijlings
zijn
zitplaats
en
het
kerkge
'
bouw
.
Zoo
zijn
er
meer
dingen
waar
een
menschelijk
verstand
de
logica
niet
van
begrijpt
.
Woudenberg's
burgervader
stond
dezer
dagen
perplex
toen
zijn
chaufifeur
hem
vertelde
dat
zijn
salaris
noodzakelijk
een
tikje
naar
boven
moest
on;dat
de
gemeente
Zeist
hem
dagelijks
zag
en
van
meening
was
dat
,
hoewel
in
het
naburige
Woudenberg
zijn
bestaan
vindend
,
meer
dan
90
dagen
in
het
jaar
te
Zeist
zijn
functie
uitoefende
.
Eu
di
,»
functie
was
....,
de
kinderen
7»n
den
Woudenbergfeohen
burgemeester
naar
de
Zeister
school
te
brfengea
.
De
man
was
werkforens
.
Burgemeester
ging
met
dit
standpunt
niet
accoord
.
Op
die
manier
,
meende
Z.E
.
Achtbare
,
kan
men
een
dienstmeisje
dat
vaak
in
een
andere
gemeente
boodschappen
moet
doen
,
ook
als
„
werkforens
"
aanslaan
.
Mitsdien
stelde
hij
den
gemeenteraad
(
van
Wo
-
den
berg
)
voor
dit
geval
aan
het
oordeel
van
Qed
.
Staten
van
Utrecht
te
onder
-
werpen
.
Met
welk
voorstel
de
Wouden
-
bergsche
Raad
zich
vereenigde
.
En
het
is
niet
alleen
de
fiscus
,
die
krachtens
„
gewoonte
"
haar
functie
uit
-
oefent
,
Wij
allen
zijn
slachtoffers
van
de
macht
der
gewoonte
.
Ia
zeker
gezel
schap
werd
dit
onderwerp
aangesneden
.
Er
was
een
„
heel
"
gesprek
over
ge
houden
en
verschillende
voorbeelden
aangehaald
.
—
Het
voorbeeld
dat
ik
u
ga
verhalen
,
mijne
heeren
,
overtreft
alles
,
zeide
de
heer
.
—
Laat
hoeren
,
riepen
verscheidenestemmen
.
Een
droog
kuchje
en
de
oude
heer
stak
van
wal
.
—
Het
volgende
gebeurde
bij
een
coiffeur
te
......
—
waar
het
gebeurde
komt
er
ook
al
weinig
op
aan
.
Morgen
,
meneer
!
rei
de
coiöeur.Geen
antwoord
.
Goed
weertje
meneer
I
Geen
antwoord
.
Dat
was
gister
nog
een
grootebrand
,
hé
?
Geen
antwoord
.
Het
haar
tippen
,
meneer
?
Geen
antwoord
,
Een
friction
,
meneer
?
Geen
antwoord
.
Dank
u
beleefd
,
meneer
.
Er
volgde
een
oogenblik
stilte
.
De
toehoorders
snapten
niet
waar
hij
heen
wilde
.
—
En
,
mijne
heeren
,
zoo
vervolgdehij
,
daarop
ging
de
coiffeur
,
die
<
ieheel
alleen
in
de
salon
was
,
zitten
,
opge*frischt
,
op
z'n
gemak
,
met
de
beenenover
elkaai
.
Hij
had
zich
zelf
geschoren
1
Humor
vindt
men
overal
,
zong
de
Génestét
,
humor
vindt
men
zelfs
op
,...
den
kansel
.
Koning
Jacob
I
van
Engeland
verliet
eens
zijn
gewone
wandel
weg
om
een
beroemden
kanselredenaar
te
hooren
.
Toen
deze
den
koning
zag
binnentreden
,
liet
hij
zijn
reeds
gekozen
tekst
varen
en
begoD
te
prediken
tegan
het
gods
*
laaterlyke
vloeken
.
De
koning
,
berucht
om
zijn
vloeken
,
vroeg
,
toen
de
gods
-
dienstoefening
geëindigd
wps
aan
den
geestelijke
,
waarom
hij
niet
bij
zijn
oorspronkelijktn
tekst
was
gebleven
.
Het
antwoord
luidde
:
daar
uwe
Maje
-
steit
uwen
weg
ter
wille
van
mijne
prediking
heeft
verlaten
,
kon
ik
toch
niet
minder
doen
en
den
mijne
verlaten
om
uwe
Majesteit
tegemoet
te
komen
.
Het
was
bij
een
prediking
voor
het
koninklijke
hof
in
Engt
«
nd
.
Eon
jong
geestalijke
zou
voor
de
eerste
maal
prediken
in
de
tegenwoordigheid
dts
konings
.
Het
angstzweet
brak
hem
uit
,
terwijl
hij
daar
stond
voorde
aanzienlijke
vergadering
,
en
menigmaal
streek
hij
zich
met
de
vlakke
hand
over
gelaat
en
voorhoofd
.
Nu
hpd
hij
onglukkigerwijs
zwarte
handschoenen
aan
.
die
afgaven
zoodat
hij
sender
hot
zelf
te
weten
zich
zonderling
toetakelde
.
Dat
wekte
reeds
eenigszins
den
lach
lust
,
die
echter
ten
toppunt
steeg
toen
hij
oa
een
inleidend
woord
zijn
tekst
voorlas
,
„
ik
ben
op
een
heel
vreeselijke
wijze
wonderbaarlijk
gemaakt
"
(
Ps
.
139
:
14
Statenvertaling
).
Een
andere
hofprediker
was
niet
zoo
verlegen
.
Onder
zijne
prediking
waren
verscheidene
hovelingen
en
ook
de
koning
zelf
zacht
ingesluimerd
.
Plotse
-
ling
riep
nu
de
prediker
:
Graaf
Dndley
!
Verschrikt
ontwaakte
de
alzoo
geroepene
en
zag
df
n
voorganger
hoogst
verwonderd
aan
.
„
Graaf
Dudley
,
sprak
deze
toen
,
,
wee8
toch
zoo
goed
niet
zoo
luid
te
snurken
,
anders
mocht
Z.M
.
ds
koning
wakker
worden
."
Onnoodig
te
zeggen
dat
èu
de
koning
,
op
wien
dit
woord
g-munt
was
,
èn
heel
het
hofgezelscbap
wakker
werden
en
wakcer
bleven
.
Aangenaam
gezelschap
en
hoogst
aan
gename
cunversatietoon
,
ziedaar
in
korte
trekken
de
geest
die
heerechte
in
een
derde
klas
coupé
van
Rotterdam
naar
Utrecht
.
Op
het
laatste
oogenblik
ontsluit
zich
nog
eens
de
coupódeur
en
een
oude
pientere
schipper
met
een
ringbiard
en
oorringen
nam
de
laatste
plaats
in
beslag
,
nadat
hij
een
getijkten
zak
in
het
net
had
gedeponeerd
Hij
bleek
een
praafziek
mannetje
te
zijn
,
dat
,
nauwelijks
gezeten
,
gewild
kwieke
gezegden
uitte
en
opmerkingen
inaakte
,
waardoor
hy
,
bescheiden
doende
,
zijn
fikschheid
en
wereld
wijsheid
liet
uitkomen
.
Dit
duurde
zoo
peruimen
tijd
.
Toen
de
trein
Gouda
naderde
had|h«^t
spraikzame
oudje
vrijwel
het
geheele
gezelschap
in
zijn
druk-doen
betrokken
en
onder
zijn
gehoor
gebracht
.
Dit
merkte
dan
ook
niet
,
dat
dn
zak
,
Doven
zijn
hoofd
,
langzaam
begon
(
e
lekken
.
Er
was
een
vlekje
zichtbaar
geworden
in
de
heldere
,
breed
gestreepte
tijk
,
dat
donkerder
en
grooter
werd
en
van
welke
plaats
bruinachtig
gele
kettiogdrnppel
-
tjes
omlaag
lekten
tegen
het
geribds
beschot
van
de
coupé
,
welke
druppeltjes
een
traag
vloeiend
straaltje
werden
dat
ongeveer
bij
den
onderrug
van
den
steeds
pratenden
man
werd
gestuit
.
Men
zou
kunnen
denken
aan
een
lekkende
flesch
of
een
bus
met
koffie
,
Het
was
onbegonnen
werk
het
gering
-
baarde
oudje
te
waarschuwen
,
omdat
men
moeilijk
één
voord
tusechen
al
zijn
redenaties
krijgen
ioa
.
Voor
het
station
Gouda
stopte
de
trein
knersend
.
Onverwacht
maakte
het
mannetje
een
eind
aan
zyn
pra«ljes
,
stond
,
wat
onbe
*
holpen
,
rscht
.
greep
zijn
zak
en
stapte
behoedzaam
tusjchen
de
vele
beenen
van
zijn
medepassagiers
door
den
coupé
uit
Toen
wilde
hem
toch
een
heer
,
die
al
dien
tijd
zwijgend
had
toegehoord
en
gezien
,
waarschuwen
en
('
eze
maakte
hem
er
op
attent
,
dat
zijn
zak
lekte
.
En
terwijl
hij
met
een
grooten
stap
op
het
gladde
perron
belandde
,
schreeuwde
de
oude
man
den
coupé
menschen
toe
;
„'
t
Is
maar
een
kal
*
en
verdween
,
zijn
zak
,
dien
hij
hoog
hield
,
inspecteerend
in
een
vlak
bijzijnde
„
gelegenheid
",
onder
daverend
gelach
van
de
ver
*
baasde
,
(
de
kat
had
geen
kik
gegeven
)
zeer
vroolijke
toeschouwers
,
ftipoi'i
.
Brederodefe-nieuws
.
Brederodes—Sopla
.
Zondag
j.i
.
had
op
het
D.O.S.-ferrein
te
Utrecht
bovengenoemde
besliseinga
-
wedstrijd
plaats
,
welke
door
de
Ci«a
-
rillos-meoschen
verdiend
met
6—2
werd
gewonnen
,
Over
het
verloop
het
volgende
:
Direct
vanaf
den
aftrap
zet
Br
.
er
een
geweldig
terapo
iu
en
treedt
zoo
overdonderend
op
,
dat
zij
reeds
na
10
min
een
2—0
voorsprong
heeft
.
Het
Br
.
overwicht
houdt
noe
even
aan
,
doch
thans
is
het
zoo
bekende
pech
-
vogeltje
die
Br
.
parten
speelt
en
paal
en
lat
den
Sopla-keeper
te
hulp
komen
,
ook
blijkt
het
dat
Br
.
het
tempo
niet
bij
kan
beenen
.
Sopla
neomt
nu
het
spel
in
handen
en
weet
uit
een
straf
-
schop
haar
achterstand
te
veikleinen
,
terwijl
even
hierna
da
gelijkmaker
wordt
gescoord
.
Wat
Br
.
ook
probe°rt
om
zich
los
te
werken
,
het
gelukt
haar
niet
,
het
is
echter
weer
Sopla
die
weet
te
scoren
en
daardoor
de
leiding
neemt
,
om
haar
niet
meer
af
te
staan
.
Br
.
laat
zich
hierdoor
niet
beïnvloeden
en
valt
onstuimig
aan
,
maar
de
Soplakeeper
weet
soms
op
wonderlijke
wijze
zijn
doel
voor
doorboring
te
vrijwaren
.
Rust
3—2
voor
Sopla
.
Na
de
thee
valt
Br
.
weer
fanatiek
aan
,
doch
ook
thans
is
vrouwe
Fortuna
niet
met
hen
.
Deze
tegenslag
werkt
zeer
deprimeeiend
op
de
Br
,,
waardoor
hun
spel
zienderoogen
afneemt
.
Na
een
kwartier
spelens
valt
Sopla
een
penalty
ten
deel
welke
in
een
doelpunt
wordt
omgezet
.
Even
hierna
krijgt
Br
.
er
ook
een
te
nemen
,
maar
het
schot
wordt
door
den
Sopla-keeper
gekeerd
.
Heel
Br
,
trekt
thans
ten
aanval
,
maar
alles
loopt
tegen
,
Sopla
daarentegon
heeft
weinig
moeite
,
daar
haast
«
een
tegen
-
stand
meer
geboden
wordt
,
om
den
stand
op
6—2
te
brengen
.
Met
Br
,
in
den
aanval
wordt
het
einde
aange
-
kondigd
.
De
j.i
.
Zondag
in
de
2e
klas
A
ge
-
speelde
wedstrijden
hadden
als
uitslag
-
-
Woerden—D.B.V
.
4-3
;
Vreeswijk
—
D.Ü.C
.
2
-
2
;
Minerva
—
B,7.C
.
3-5
;
Breu
-
kelen—N,I,0
.
2
-
5
,
Voor
Zondag
a
s
.
is
het
programma
ais
volgt
:
D.Ü.C—Woerden
;
B.V.C
,—
Vreeswijk
;
N.l.O
,—
Minerva
;
D,B,V
.—
Brederodes
.
Hoewel
het
niet
gelukt
is
om
Ie
klasser
te
worden
,
moet
men
echter
den
moed
niet
opgeven
.
Brederodes
,
thans
maar
met
fnssche
moed
nog
eens
in
de
2e
klas
begonnen
,
wie
weet
of
(
Ie
zoo
begeerde
titel
dit
seizoen
niet
in
de
wacht
kan
worden
gesleept
.
Doch
dan
zal
er
elke
wedstrijd
flink
aangepakt
moeten
worden
en
vooral
de
tegenstanders
niet
onderschat
,
terwijl
onderlinge
samenwerking
ook
niet
achterwege
mag
blijven
.
Deze
factoren
zijn
wel
de
voornaamste
eischen
om
het
in
uitzicht
gestelde
doel
te
bereiken
.
Zondag
h.8
maakt
Brederodes
I
de
verre
reis
naar
Poorn
om
aldaar
D.E.V
.
I
te
bekampen
.
Brederodes
II
speelt
thuis
tegen
B.V.C
,
III
,
Het
derde
is
vrij
,
Aangeeien
we
aiet
de
sterkte
dezer
vereeoigingen
onbekend
zijn
,
zullen
we
ons
aan
geen
voorspelling
wagen
en
maar
afwachten
wat
deze
wedstrijden
zullen
brengen
.
Good
luck
I
Duivensport
.
De
uitslag
van
de
Zondag
j
1
,
door
de
Postduivenvereeniging
»
de
Lucht
-
bodec
gehouden
wedvlucht
Ailon
—
Vianen
was
als
volgt
:
1
,
11
C
.
J
.
Roverts
;
2
,
4
G
.
Voor
-
boom
;
3
,
8
J
.
van
Beest
;
5
,
7
,
9
Job
Ververs
;
6
,
10
G
.
Rombout
.
Het
kampioenschap
voor
oude
en
late
jonge
duiven
werd
behaald
door
J
.
van
Beest
en
hiermede
is
het
seizoen
19i8
geëindigd
.
Hoe
ireeoffis
liiimeiistiir
fen
nMUn
.
1
*)
Nadruk
verboden
.
„
En
waorom
kleur
ie
dan
zoo
?
lachte
Qoov. „ik
kleur
niet
'"
„
Dat
doe'je
wel
".
„
Niet
waor
".
„
Kleurt
ze
of
kleurt
ze
niet
,
Gijasie
?«
vroeg
Goov
.
„
Nouw
,
maor
dat
zyn
ok
geen
praoties
van
je
",
zee
Gys
.
Nee
hoor
,
Merriggie
zal
zich
mit
'
n
getrouwde
kerel
ofgeven
,
nee
hoor
.
En
dan
mil
zoo'n
koster
,
die
nog
geen
eens
fesoenHjk
praoten
kan
Nee
dan
he'k
wel
andere
dineren
van
haor
gehoord
.
Wat
zeg
jij
Merriggie
?
En
miteen
gaf
Gijs
haar
'
n
knipoogie
wat
Goov
niet
ontging
en
die
best
begreep
dat
Gya
'
ra
op
'
t
oog
had
,
Nouw
kleurde
Merriggie
nog
meer
.
Maar
Gya
lachte
geruststellend
:
„
Maor
daor
praten
wy
niet
over
Wat
zeg
jy
Wy
zulle
er
wel
gauw
meer
van
hooren
.
En
dan
komme
we
op
de
boerejongens
.
„
Wel
m'n
tgd
!«
riep
goov
.
„
A'je
over
de
duuvel
praot
,
dan
rammelt
de
ketting
.
Daor
he'je
Roel
van
de
Haverkamp
net
.
Zou
hy
hierhaea
tume
?-'
'
k
Hoop
van
niet
",
zee
Glja
-
„
Ja
,
waarempel
,
hij
kom
hierheen
",
riep
Goov
.
,
Hy
maok
'
t
hek
al
open
"
„
Dan
atappen
wy
op
,
Hannes
",
zee
Gya
,
„
Nouw
,
praot
nog
maar
wat
",
zee
Goov
.
„
Nee
Goov
,
op
'
n
andere
keer
.
'
t
Is
nouw
hoog
tyd
,
dat
we
weg
gaan
.
Maor
laot
Roel
nika
merken
van
'
t
gevallegie
mit
'
t
verke
,
„
O
,
nee
-,
lachte
Goov
,
„
Daor
wordt
niemand
wat
van
gewaar
,
daor
ku'je
van
op
an
."
Juiat
toen
Hoel
de
klink
op
wou
beuren
trok
Gys
de
deur
wijd
open
en
riep
net
of
ze
Rooi
heelemaal
niet
had
gezien
.
Goov
,
daor
he'je
Roel
Hoe
gaot
'
t
?"
„
Be.st
",
zee
Roel
.
„
En
mit
jou
dan
?"
„
Ok
best
',
„
O
,
wou
ie
net
leer
opstappen
?"
„
Ja
,
jong
,
wy
binne
om
drie
uur
al
gekorame
.
En
'
t
ia
nouw
net
goed
weer
om
'
n
eindje
om
te
loopen
",
„
Daor
he'je
gelijk
in
".
,,
Nouw
Goov
",
riep
Gya
,
,
je
kom
maor
13
by
ons
an
En
jy
ok
Merrigie
,
jy
kom
ok
maar
mee
.
En
as
jij
ia
langs
komp
Roel
,
lop
ie
ok
maor
is
an
Je
bin
in
geen
tijd
by
ona
gewis
".
„
Nouw
,
dat
kon
nog
wel
ia
gauw
ge
-
beuren
-
,
lachte
Roel
,
„
wat
zeg
jij
d'r
van
Hannes
?"
„
Ja
,
wie
wit
",
antwoordde
Hannes
.
En
toen
Gya
veuruit
stapte
en
Hannes
achter
haar
ankwam
,
fluisterde
Roel
'
m
zachiea
in
'
t
oor
:
,
Je
mot
van
avond
is
even
bij
Pouw
anloopen
".
„
Goed
",
knikte
Hannes
,
Hannes
en
Gya
liepen
dwars
deur
'
t
errepelveld
achter
het
huia
van
Goov
langs
,
maoi
toen
ze
kort
bij
de
smederij
kwamen
,
zagen
ze
Gart
bij
de
hoefstal
onder
de
lindeboom
staan
en
z'n
groote
hond
liep
op
'
t
pad
.
„
Daor
he'je
'
m
",
zee
Gys
.
„
Waorom
zou
ie
niet
naor
de
kerk
wezen
?
Hij
is
al
bang
veur
de
moord
",
„
Zeg
maor
nika
',
fluisterde
Hannes
,
,
Nee
,
maor
ik
hou
me
venr
hum
niet
stil
.
Dat
ku'je
begrijpen
",
antwoordde
GHs
zoo
hard
,
dat
de
smid
'
t
wel
haast
hooren
mos
.
Toen
Gart
Hannes
mit
Gya
an
zag
komme
,
begon
ie
gluiperig
te
lachen
„
Pluto
,
Plutol
"
riep
ie
,
en
toen
de
hond
by
'
m
was
,
ging
ie
op
'
ra
zitten
en
reed
zoo
om
de
lindeboom
„
Toe
maor
m'n
verkie
'
toe
maor
m'n
hontjie
",
riep
ie
,
toen
Hannes
en
aijs
net
over
de
vlonder
gingen
,
„
toe
m
or
,
maor
pas
op
da'je
me
niet
in
de
a'oot
rolt
I
"
„
Kerel
,
kerel
,
wat
is
ie
aordig
",
riep
Gijs
.
die
wel
begreep
w^t
de
smid
be
-
doelde
,
„
Hannes
,
je
mos
'
n
dubbeltjie
geven
,
He'je
d'r
misschien
ok
een
in
je
tabakapruim
zitten
?"
Maor
in
pl<^ta
dat
de
amid
kwaod
werd
,
ging
ie
vlak
veur
de
lindeboora
ataon
,
waor
iTannea
met
Gys
voo
bi
'
mosten
.
En
toen
ze
'
m
goed
en
wei
veurby
waren
en
hij
gezien
had
,
hoe
'
n
mooie
jas
Hannes
anhad
,
begon
ie
uit
volle
borst
te
zingen
:
Wilhelmus
van
Nassouwen
•
Bin
ik
in
Goov
z'n
goed
,
Mit
de
elleboog
deur
de
mouwen
Dat
staot
me
deksels
goed
!
Güs
werd
zoo
rood
as
'
n
kreeft
on
za