Tekstweergave van NL-WbdRAZU_HN_1903_614

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
november van nieuws bijvoegsel zaterdag 1903 zult „weg van mijn pad," riep hij uit „anders paard weg kander verschrikt voort nog mijn nimmer ongehinderd zweep vlogen voelen neergedaald!" wijze zette die mannen hasir zelfs uit mijn zijn el- hij nog zware lang achter vloeken zioh der klinken grijsaards hoor- zorgd reed hij echter door onbe- tigen dichter tempel bereikte gebouwd hasir ter eindelijk eere steeds van dicliter prach- allah derde blad heid vartelken die reld hij gelooft aanschouwde bij aan nobelen aan mcuschheid onbewuste liet idealist rechtvaardigheid heerlijk liefde reine van voor fata voldoening elk morgana mensoh der waar- we- goddelijk gevoel van hij zag zegevierend rijk wat der slechts waarheid over oprechte alle knielde onbegrensd macht edele hij zielen schenkend neer eeuwig zien ste'lingen mij komen heid haar afwenden liefheeft schoonheid mijaelfs neen maar jongeling haar wille wie hier zelve omdat men komt hij zal niet zal zich slechts waar- alleen van tiotaecren nioeiteivollc gevaren zal hij moeten getroosten leelijko moeten vrouw hooren spot aanschouwen dat tochten'zieh alles hoon éni der menschen moeten oude vertel dat zijn zij zij gedaante^" weer zij dan dau zij prins boog zullen eenmaal zullen hasir zioh zien zien ltier maar langzaam mijn gekomen waarheid vertel hemelsch richtte hun gelijk haar rijk niet gij zij ware dat rich hun dat dat zich van sems van staan blinkende rein schoten goud plotseling toen schoonheid wier zag hand maagd jonge wier oogen palm schitterend prins droeg blik- vöor toen steeds gevaarlijker werd weg steeds ondoordringbaarder met zware boomen rotspad begroeid stortte gaan neer voet doodvermoeide moest hasir verder paard weldra werd hot donkor als naoht waarheid eeuwen oude woud tijgers zwierf ter laars dicht klapwiekend hasir hyena's nabij dagen zioh brullen langs hun hoorde bosch vleugels mat steunen hij dal hulpeloos uitslaan leeuwen ade- wa- naar »^kjr t**v doroscflewitsch ooaterectae va» lage omgelukkeh armoede armvoogden vau zonder zoo bereiken zwierf doel hij geheele zoo vurig week vcrlangde dwanldo doel dan gouden donkero zonneschijn kreupelhout kwam verlichte hij plotseling vlakte hel door uit den stond pel glansde wonderschoon van schitterend paleis metaal welks drem- daar slot schoons geen sterveling gezien had ooit zoo iets wonder- dio den zich der bescheiden waarheid aanduidden leefden als derwischen hon- hier ïclieol opeinde eene erstiekkcu weduwe kunnen weigeren kleeren gaan zoodat sedert die voor kindeien eenigen hare niet kindereu tijd naar aan van drachten bosschen aohter leefde hooge bergen vorstin achter waarboid dichte diuhte geheel den namen toen naderenden ijlden derwischen zij man buiten paardengetrappel begroeten den tempel ver- „geze- hebben ben hulp daarop noodig armbestuur tot doch dusvor niet armvoogden geweien geantwoord heb- dat wereld was vol van verhalen over haar niemand inde haar had ten haar zeerste ooit gezien doch ieder van haar dichters profeten zongen bij gedaohte aan peld zelf scheen zijn azuur des hemels gedom- hasir flarden kleeren aan hingen lijf den armen 'slechts bleven kostbare sabel boog waren onverlet zijn ge- liet lendén zich tred half doodvermoeid don naakt drempel bereikte daarop van hij neerzinken met paleis wanke- gend almachtige," zij uw- intrede prevelden den zij tempel van den thans van rigeu drachten toestand heeft zieh vau lid persoonlijk van gezin don overtuigd van gemeenteraad den trou- -hij' „bidt „van gaan?" voor waar vroeg den komt reiziger," derwisch vroeg waarheen hasiiv wilt liaar des nachts ontvlamde droomde bloed men van haar aderen den geeft droge „ik getrokken kwam volgende aan vaartuig beschrijving woning vao per steken ontvangt men vaartuig morgens week zoo maar voor waar uitgeschept woduwef die hand kinderen water met moet door worden stond kinderen 1.50 wanden bedeeling dat waar kan dat zij vond oudste der kinderen heef$ goed eenon jonge lieflijkueif"zaoht verscheen maagdjitèt zij goudglanzende den droom haren als ^i»^3reigendo zwart haar lseen haar schoonheid zwartoogige met hartstochtelijke echter schitteiend zagen anderen liaar „ik wijze hasir schoonheid wil mannen vertelde waarheid van wereld aanschouwen zijn ontmoeting verkondigen met van gesteenten dekte maar deed frissche hem heerlijk weer dauw öpsterken riekende die als bloemen met edel- be- hij verhief gen den „slechts hij hen derwischen met allah zijn opperste kan lachten rijzweep tot der toen ons had mullah's hebben hij moeten zeide sprak gezon- 'drei- dat wat konden wijze mannen van over zioh nenstem heel gén breede met niet als „ik meer zijn hij wateren kwam krachtige bemerkte doorstane tot door welluidende begon over vermoeidheid dichte berg hij bosschen man- dal zin- ge- dat hing van liedoren der dichters dat houden ders vielen oogen koren koraalroede enkolen vol lijk zonneschijn gelijk eerste als lichtten tot rijpe dat schitterend zongen bloeien morgenrood lippen haar korenaren eeuwige als kleur dat dat korenbloemen sierlijke was goud haar zij bloemen harer aan haar bedekten haren voetjes lachen wangen den naakte die helderen golfden hemel nooit van dat was schou- neer- haar rijpe haar dag op- ge- als hooge vorstin gezicht glimlach weg zwarte zongen haren ver bergen oogen waarheid dat dat gewerd weg dat zwart gelijk achter dat slechts van b'eek die gelijk don daar eeuwenoude bliksem was dreigende uitverkorenen zetelde hei andere nacht glansden sohoone waren bosschen achter dichters sehoone aan- maax gezegd pleging ven dat behoeft dit meisje niet vroegtijdig zorgvuldige heeft indertijd ster- ver- zeer slechte borst doktor dergelijk zorgvuldige krot behandeling dat hun waarheid verstand zeggen bereikt wat allés hebben leugen zij met wij schouwon ondor den mocielijken vloeken schoonste weg mijner aller alleen vijanden vrouwen legdo aan- voetstappen deze niet naar verschenen!" verblind sehoone buiten toen aangezicht hij vernam vorstin edele worden geluid dat vorstin,' sloot zou mij yan door uitstralen als hasir zacht ©eni dén laat droombeeld naden gloed oogén mij kom zien tule orq dip hebben twijfelbare echter gegevens van waarheid zekere on- wij- hébben want maar dat ergste nog niet die augustus bezoeken weigeren kinderen kunnen omdat kan geven moedor koopen kinderen geen kleeren armvoogdon school sedert voor niet der nieuwjaar deze nogmaals vrouw hebben moest naar haar aanraden wachten armvoogden geantwoord van den paar toe dat wethou- gegaan weken tot voor wij willen onmiddellijk van den hemel ten alles „di ontvangen." vertellen dank vader," zult antwoordde vraarste berich- b:isir vertellen nomen maax heilige boeken heb mij deze vernemen van geschreven verre waarheid wat reis staat van niet haai' onder- laten dat kon pend moed zoo hart stond zijn daar oogen-op hij eindelijk oogenblik slaan echter maar met had sterk hij klop- den vrouw haar wee als haar voor flarden verschrompelde hem stond beenderen gele leelijkc huid jammer oude hing haren warén vlechten saamgebonden grijze haar dat hoop verzuim dio „ik die handelwijze dat ben armvoogden hebben ton raad zeerste van schuldig zich met verontwaardigd aan armvoogden gemaakt mij ergerlijk eens zal plichts- over zijn zoo aan gen hun armvoogden zorgen toevertrouwde niet handelen armen" met mo- noch sprak tehuis mijzelf mullah „wees ook noch hooren fronste niet mijn eigenzinnig paard daartoe wenkbrauwen vermoeim." behoefde jongeling vorstin jonge gaan rien prins > hasir besloot edele arabischen boog kleed zich ouden over vast vergulden den volbloed-schimmel van schouder zijn s'ankp hij sabel voorvaderen zadelde aan gestalte dte zijn gorde zijde geërfden fraaien hing zijn kleine ken jongen reeds waart lang van dat nog eeh vader haf ook grootvader amme- ken eveneens oogen traanden leunde kruk zij ging diep gebukt treurige dood jarago veertieni- landbouwer hat wen 'vtoedmans róssutm gekomen ploegdrijver treurige bij wijao bezig zijnde mot vorstin ook zij allen droomden van lek koran waarheid vader had thuis den ben waarheid," sprak zij zag eene was lpozen ping prins ook glimlachte zoo schoonheid als mond eens wiens gelijk zij den spraakvermogen oen ging zij den van treurig vinden steenen voort eersten schrik met „en beeld dag opgesprongen als haar gij schoon eter voor geloofde verlamd tande- schep- zich wan schoonheid allah zag slechts eens zulk zelfs voorbijgegaan maar sinds dien tijd zijn eeuwen len zoo oud als wereld datgene priesters wat van hem dat boek derwischen vertelden hij geloofde heilige maar nooit bladerde hij daarin dat dat ook den koran lezen hij wist was aardappelen ziften klom slaan had touw zeef verregaande dat aan houden dien onvobraiohtagflieidi balk ihij was deu bevestigd balk hals zidh van don door balk eon ongelukkig bdöef don toeval strop gleed hiangesn hij afsneed zondier *—« ongeluk gevawrlrjko wae dat plaats leun and laven hdb'bemerkt toon reeds vloeistof „men geweken don had knaap greep schrijft werkzaam hage donderdag schoonmaken zioh uit ernstig airarud' gravenhage eon van rijwielhandel gebrand hoert rijwielen met -jarige benzine graven- jongen mon bij zijn moot aan eigen onvoorzichtigheid ongeval wijten dd^toestand r.k van den knaap die naar gebracht door ziekenhuis zeer ernstig bet west-einde eerato hulp werd werd leend vinkhuyzen werkplaats ver- door dalen zijn edel paard veld gelijk wind vloog hij over maar waarom gij zoude wilt nog hij zelf meer dan weten daarin bladeren boeken week aan den van uitersten rusteloos rand rijden yan kwam woud ruiter zag eduige tenten daar den weg staan van den koran stellen niet tevreden prijs dat kwaamt daarom tot ons ten wereld wachters hjkr over leefden afzonderen der geven waarheid wijzen zij noemden zich die aan zich zidh hun van gedach- eerste zijt eén dapper edel jongeling met slechts ons maar wilt." wij hasir zullen glimlachte verhalen slechts wat verdér mijn zoon dan verder mijn vader gaan dan zegt gij dus „ik zon mijn zoon zou l§k heb prins!" den niet zou schoener wae veel hasir geleden jonger alsof hij voorwaar daarvan waanzinnig" wordt niet mijfci wor- men brengt tige wanneer kige naar mogelijk liederen sehoone huis hasir „o" uitvoert terugkeer die barstte wat spraken zoo moet'ik gelofte hij nauwkeurig los van doet ieder „die zeggen hij leugenach- als weet zwartlok- die slechts als dat vol- haren waren men zal mij vragen hoe ren blauw moet oogén bliksem vol als donker antwoorden tranen goudblond korenbloemen als zij schoon naoht grijs gelijk gelijk als zijn geen wol lichtend haar rijpe andere oogen haar ko- als varen ongelukkige!' waarheid vlieden „ja doorstaan dat snel hem alles als heb zult mijn leelijk daarvoor gevleugeld redé loven zeggen," gewaagd?" zij moeite ros zoo weg viél ge- allo dat hangt loos tranen mijn tanden zijn gele mijn zult mist zult hudd haar bekennen zeggen dat grrp vellen mijn dat „gó dat aan lippen zult mijn mijn uitvalt mijn zeggen kleur- oogen mond lijf den vol schrik zullen allen zich van mij afwen- mand sohoone niemand zal meer zal droomen mij meer van liefhebben hemelsche nie- meer voor geen mij slaan hart van éen jongeling zal dau dend afschuwen." toen „moet strekte richtte dat zij zeggen waarheid hand uit wereld dat eis zich.op alles zal mij gebie- maar ver- hoog vorste- derenden men toen zij zij naar jongen paardengetrappel buiten prins begroetten vernamen den kwa- na- „zij komst van rich heid dan vinden eerst weg begeven waar- toch liever dan doe jongeling bij wijze mannen gezegend zijn dadelijk edel zelf." ros sporen tot verder rijden gaf hij deldek" hasir grijze hemel boog haren was met van sprak toen verstand „de gedachten paard zijn za- groeting anders welke kunnen uw» den zij grijze zeiden naar grijpen hadt doordringen van haren." deze den mannen „de langs plaats jongeling hemel deed voeren geleidde gevaarlijke aangenaam hoffelijke niet -tot begroet paden paard aan ons be- van brengt „ik aangezicht dwaal tot ons?" tot aangezicht vorstin edel waarheid zien verlangen zelf welk donkere enkelen anderen wereld meenen bezingen nacht dicht liederen dat haar hét goudglanzend zwart haar schoonheid gelijk geheel haar schoon gelijk droombeeld zij maar allen weten dat zelf mogen beeld „een komen der verkondigen aanschouwen kunnen beminnen wijzen goed bezoeken lofwaardig hebben „en opdat gij dan haar dan hadt alle haar voornemen," dienaren ons geen menschen schoonheid met beter worden." wil dit sprak denk- haar haar doel al- kom onze tenten paard stijg van van sohoone vorstin nauwkeurig vertellen allea wij zullen der gestormd berg waarheid maar „halt gelooft echo reeds gaan hasir eigenzinnige niet was dan „wees gij nog was aan als gelooft slechts reeds onze met den vervloekt waagt v'eugels dus koran?" ver ongeloovi^e zwak weg dat gij weergalmde zijn over hooger paa hond ver- hond niets meer rijdt ten weer doode!" vloog dan hij hoorde voort ongeloovige hasir brand stoomsohip woensdag werd vangen mende ruim nengevallen „pax" van thuisbehoorende rotterdam den uit stettin nacht maassluis nieuwen met telephonisoh kwart brandjin waterweg dat over breinen bericht stoomschip éen was achter- -ont- bin- uur ko- ondoordringbaarder steeds moeilijker werd koud weg steeds hield doodelijken hoorde toeroepen krijger ieder jonge pijl staan „halt!" oogenblik onverschrokken den die indringer zijn zag gereed 'boog tegenover los té'zijm gespannen prins plotseling laten zich zich den tegenover stoomschip delfshaven meerde terwijl aan inmiddel stopboeien drijvende was tegemoet stoombrandspuit gestoomd uil botterdam gedeelte uur beperkt door tijlds deze van gobluscht spuit lading werd bleef brand deze achterruim tot waterschade vrij aanzienlijk rijnhaven lading werd rotterdam woensdag gelost morgen aan 'dc waar „waarheen komt ge?" wilt vroeg wie wachter zijt van- weer dtn „wie mij trotstben opkwam dat zijt alles?" gij oosterling klonk met die welk thans antwoord reclit vraagt hasir van dis „dx chah ben dienaar van den grooten pa- hier heilige met mijne plaats kameraden bewaak dat begrepen hebt marktberichten utrecht nov ivos kaas kaasmarkt zamen wegende waren aangevoerd 154u0 kilo wagens qual pijjs 25.— qual swaarderefss.- 29.— per50 kilo 24.— eeuda nor hand matig 6.60 roode mirte poldertarite 550 0.— zeeawsohe 0.— 0.— angol 0.— jarige s.26 8.50 mindere nieuwo 7.25 7.10 afw polderrogge /4.50 4.75 zeeuwsche 6.- 6,50 '6.— vser por 0.- 4.50 wintergarsi ch-v 4.50 zom*rgar„t f0.— 4.25 vorst 5.— 5.50 hafar nnr h.l der kwam toen bevindt waarheid." waarheen zeide hasir aan hij den wilde poorten krijger met van vanwaar welk doel rijk hij zult schouwd grijsaard sohoone paard allen maar cenigszins edele kan vroeg hebt kunnen intusschen waarheid." gij verdacht dan jongeling verkondigen uitrusten waarheid aan zag van aan- den gij prins lijk wereld klonk hasir haar zeg stem dat toén verkondig zij sprak dat „ja haar mensckbeid hierheen denkt lokken leugen dat met zoui vertellen valsche smeeken voor- derdaad wachter „ge wilt liet leeren dus den kennen?" waarheid opgeheven vroeg gelijk boog zakken zij stoere in- deze haalde schouders glimlachte boog prins kwamen ros nauwkeurig zamen sabel riep kostbare alles van hij stilte zijne van den zadel bewonderden haar jongen kameraden den vertéllen." schitterenden vergulden die zullen allen 'ele mijn vrienden „goed dan „wij bergen wonen waarheid hier aan troont den ginds zoom van hoog achter woud hepaald onmogelijk weg daarheen begaanbaar gevaarlijk maar 2.25 3.25 per 100 erwten «.— 10.buitenl 5.5 > 6.ï0 kook- voererwten per mui» aardonboouen amerik 0.— —.— per 0.— ihmenboone* 100 0.~ k.o spelt -.— 0.— -._ 5.76 6.— cinqnantino per 100 k.g./ 7.—- 7.60 6.— a.c.25 hennepzaad inlandsen «»-» buitenl per 50kilo 0.—ao boonen kanariedad 14.— /-.- bruine boonen witte waartoe wijze zien mannen daar wij voor haar ons toch noodig kennen waarheid wij zijn kom wij zullen van zette maar haar!" zijn hasir voet maakte weer den diepe stijgbeugel buiging vertellen „ik oogen wachters „halt!" moet riep waarheid echter zien." opperste „sfet eigen der „ik dank u," zeide hasir zijn goen „wij derwischen zijn geen wijze mudlalvs mannen wij bruiken niet vele woorden wij ge- ros woedend bij de» trok teugel hij grijpen zijn sabel wilde paard!" van richtte degen hefc maar" lief aebterpooten dier trekkend zich hasir ooren gaf den „op zadel richtte zijde paard als donderde zich hoog sporen spitste loven zijn angstig waarheid nieta dan waarheid wil eigen oog!" hij jaagde weg van haar met aanschouwen wil deze zelf dank wijze mars," sprak hij „maar kaas aangevoerd partijen prjjs 26- quul qatl 23.— dere goeboter 'delft ^29.-,a—.-.n'oordholl./-.— 1.30 l.tu weiboter 24.- 1.20 -.— zwaar- boter nov granen 8.25 westl tarwe 6.75 zeeuwsche 7.50 8._ westl 4.75 6.— 6.- zeeawsohe westl 6.— 8.- chev.rérst rogge haver 4.- 5.25 lange zomer 3.25 485 4.- 5.- korte bcoaen bruine boonen 6.75 7.60 paardenboonen 6.25 duiven- 16.— groene erwten ».£0 witte erwten 6.t0 6.75 mixid per mai» lijnkoeken 11.— 11.60 4.75 koolzaad 7.25a wil oogen waarheid zien zelf met eigen dat reeds bereikt zat hij hebben weer uitgegaan keer paard niet terug." zonder ben daartoe schuddende van hier!" riepen zij dreigend vuisten „niet wijzen beefden allen van woede jongen niet konden niet toornig wereld gij falen kind vertrouwen waagt lichtte „wat zijn met onze raadselen?" illusies gij hasir schenken wijsheid gelooft denken zijn wat onze domme weet rijzweep gij dat wilt wijsheid wij gij kwa- van ons ons raten aan beter stadswaag wegende gewogea zaïuon 6860 297'j« k.g 781/i» 50.— 62.— vierde 1.30 1.60 k.g prijs noodlottige plaata