Tekstweergave van NL-WbdRAZU_HN_1903_614
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
november
van
nieuws
bijvoegsel
zaterdag
1903
zult
„weg
van
mijn
pad,"
riep
hij
uit
„anders
paard
weg
kander
verschrikt
voort
nog
mijn
nimmer
ongehinderd
zweep
vlogen
voelen
neergedaald!"
wijze
zette
die
mannen
hasir
zelfs
uit
mijn
zijn
el-
hij
nog
zware
lang
achter
vloeken
zioh
der
klinken
grijsaards
hoor-
zorgd
reed
hij
echter
door
onbe-
tigen
dichter
tempel
bereikte
gebouwd
hasir
ter
eindelijk
eere
steeds
van
dicliter
prach-
allah
derde
blad
heid
vartelken
die
reld
hij
gelooft
aanschouwde
bij
aan
nobelen
aan
mcuschheid
onbewuste
liet
idealist
rechtvaardigheid
heerlijk
liefde
reine
van
voor
fata
voldoening
elk
morgana
mensoh
der
waar-
we-
goddelijk
gevoel
van
hij
zag
zegevierend
rijk
wat
der
slechts
waarheid
over
oprechte
alle
knielde
onbegrensd
macht
edele
hij
zielen
schenkend
neer
eeuwig
zien
ste'lingen
mij
komen
heid
haar
afwenden
liefheeft
schoonheid
mijaelfs
neen
maar
jongeling
haar
wille
wie
hier
zelve
omdat
men
komt
hij
zal
niet
zal
zich
slechts
waar-
alleen
van
tiotaecren
nioeiteivollc
gevaren
zal
hij
moeten
getroosten
leelijko
moeten
vrouw
hooren
spot
aanschouwen
dat
tochten'zieh
alles
hoon
éni
der
menschen
moeten
oude
vertel
dat
zijn
zij
zij
gedaante^"
weer
zij
dan
dau
zij
prins
boog
zullen
eenmaal
zullen
hasir
zioh
zien
zien
ltier
maar
langzaam
mijn
gekomen
waarheid
vertel
hemelsch
richtte
hun
gelijk
haar
rijk
niet
gij
zij
ware
dat
rich
hun
dat
dat
zich
van
sems
van
staan
blinkende
rein
schoten
goud
plotseling
toen
schoonheid
wier
zag
hand
maagd
jonge
wier
oogen
palm
schitterend
prins
droeg
blik-
vöor
toen
steeds
gevaarlijker
werd
weg
steeds
ondoordringbaarder
met
zware
boomen
rotspad
begroeid
stortte
gaan
neer
voet
doodvermoeide
moest
hasir
verder
paard
weldra
werd
hot
donkor
als
naoht
waarheid
eeuwen
oude
woud
tijgers
zwierf
ter
laars
dicht
klapwiekend
hasir
hyena's
nabij
dagen
zioh
brullen
langs
hun
hoorde
bosch
vleugels
mat
steunen
hij
dal
hulpeloos
uitslaan
leeuwen
ade-
wa-
naar
»^kjr
t**v
doroscflewitsch
ooaterectae
va»
lage
omgelukkeh
armoede
armvoogden
vau
zonder
zoo
bereiken
zwierf
doel
hij
geheele
zoo
vurig
week
vcrlangde
dwanldo
doel
dan
gouden
donkero
zonneschijn
kreupelhout
kwam
verlichte
hij
plotseling
vlakte
hel
door
uit
den
stond
pel
glansde
wonderschoon
van
schitterend
paleis
metaal
welks
drem-
daar
slot
schoons
geen
sterveling
gezien
had
ooit
zoo
iets
wonder-
dio
den
zich
der
bescheiden
waarheid
aanduidden
leefden
als
derwischen
hon-
hier
ïclieol
opeinde
eene
erstiekkcu
weduwe
kunnen
weigeren
kleeren
gaan
zoodat
sedert
die
voor
kindeien
eenigen
hare
niet
kindereu
tijd
naar
aan
van
drachten
bosschen
aohter
leefde
hooge
bergen
vorstin
achter
waarboid
dichte
diuhte
geheel
den
namen
toen
naderenden
ijlden
derwischen
zij
man
buiten
paardengetrappel
begroeten
den
tempel
ver-
„geze-
hebben
ben
hulp
daarop
noodig
armbestuur
tot
doch
dusvor
niet
armvoogden
geweien
geantwoord
heb-
dat
wereld
was
vol
van
verhalen
over
haar
niemand
inde
haar
had
ten
haar
zeerste
ooit
gezien
doch
ieder
van
haar
dichters
profeten
zongen
bij
gedaohte
aan
peld
zelf
scheen
zijn
azuur
des
hemels
gedom-
hasir
flarden
kleeren
aan
hingen
lijf
den
armen
'slechts
bleven
kostbare
sabel
boog
waren
onverlet
zijn
ge-
liet
lendén
zich
tred
half
doodvermoeid
don
naakt
drempel
bereikte
daarop
van
hij
neerzinken
met
paleis
wanke-
gend
almachtige,"
zij
uw-
intrede
prevelden
den
zij
tempel
van
den
thans
van
rigeu
drachten
toestand
heeft
zieh
vau
lid
persoonlijk
van
gezin
don
overtuigd
van
gemeenteraad
den
trou-
-hij'
„bidt
„van
gaan?"
voor
waar
vroeg
den
komt
reiziger,"
derwisch
vroeg
waarheen
hasiiv
wilt
liaar
des
nachts
ontvlamde
droomde
bloed
men
van
haar
aderen
den
geeft
droge
„ik
getrokken
kwam
volgende
aan
vaartuig
beschrijving
woning
vao
per
steken
ontvangt
men
vaartuig
morgens
week
zoo
maar
voor
waar
uitgeschept
woduwef
die
hand
kinderen
water
met
moet
door
worden
stond
kinderen
1.50
wanden
bedeeling
dat
waar
kan
dat
zij
vond
oudste
der
kinderen
heef$
goed
eenon
jonge
lieflijkueif"zaoht
verscheen
maagdjitèt
zij
goudglanzende
den
droom
haren
als
^i»^3reigendo
zwart
haar
lseen
haar
schoonheid
zwartoogige
met
hartstochtelijke
echter
schitteiend
zagen
anderen
liaar
„ik
wijze
hasir
schoonheid
wil
mannen
vertelde
waarheid
van
wereld
aanschouwen
zijn
ontmoeting
verkondigen
met
van
gesteenten
dekte
maar
deed
frissche
hem
heerlijk
weer
dauw
öpsterken
riekende
die
als
bloemen
met
edel-
be-
hij
verhief
gen
den
„slechts
hij
hen
derwischen
met
allah
zijn
opperste
kan
lachten
rijzweep
tot
der
toen
ons
had
mullah's
hebben
hij
moeten
zeide
sprak
gezon-
'drei-
dat
wat
konden
wijze
mannen
van
over
zioh
nenstem
heel
gén
breede
met
niet
als
„ik
meer
zijn
hij
wateren
kwam
krachtige
bemerkte
doorstane
tot
door
welluidende
begon
over
vermoeidheid
dichte
berg
hij
bosschen
man-
dal
zin-
ge-
dat
hing
van
liedoren
der
dichters
dat
houden
ders
vielen
oogen
koren
koraalroede
enkolen
vol
lijk
zonneschijn
gelijk
eerste
als
lichtten
tot
rijpe
dat
schitterend
zongen
bloeien
morgenrood
lippen
haar
korenaren
eeuwige
als
kleur
dat
dat
korenbloemen
sierlijke
was
goud
haar
zij
bloemen
harer
aan
haar
bedekten
haren
voetjes
lachen
wangen
den
naakte
die
helderen
golfden
hemel
nooit
van
dat
was
schou-
neer-
haar
rijpe
haar
dag
op-
ge-
als
hooge
vorstin
gezicht
glimlach
weg
zwarte
zongen
haren
ver
bergen
oogen
waarheid
dat
dat
gewerd
weg
dat
zwart
gelijk
achter
dat
slechts
van
b'eek
die
gelijk
don
daar
eeuwenoude
bliksem
was
dreigende
uitverkorenen
zetelde
hei
andere
nacht
glansden
sohoone
waren
bosschen
achter
dichters
sehoone
aan-
maax
gezegd
pleging
ven
dat
behoeft
dit
meisje
niet
vroegtijdig
zorgvuldige
heeft
indertijd
ster-
ver-
zeer
slechte
borst
doktor
dergelijk
zorgvuldige
krot
behandeling
dat
hun
waarheid
verstand
zeggen
bereikt
wat
allés
hebben
leugen
zij
met
wij
schouwon
ondor
den
mocielijken
vloeken
schoonste
weg
mijner
aller
alleen
vijanden
vrouwen
legdo
aan-
voetstappen
deze
niet
naar
verschenen!"
verblind
sehoone
buiten
toen
aangezicht
hij
vernam
vorstin
edele
worden
geluid
dat
vorstin,'
sloot
zou
mij
yan
door
uitstralen
als
hasir
zacht
©eni
dén
laat
droombeeld
naden
gloed
oogén
mij
kom
zien
tule
orq
dip
hebben
twijfelbare
echter
gegevens
van
waarheid
zekere
on-
wij-
hébben
want
maar
dat
ergste
nog
niet
die
augustus
bezoeken
weigeren
kinderen
kunnen
omdat
kan
geven
moedor
koopen
kinderen
geen
kleeren
armvoogdon
school
sedert
voor
niet
der
nieuwjaar
deze
nogmaals
vrouw
hebben
moest
naar
haar
aanraden
wachten
armvoogden
geantwoord
van
den
paar
toe
dat
wethou-
gegaan
weken
tot
voor
wij
willen
onmiddellijk
van
den
hemel
ten
alles
„di
ontvangen."
vertellen
dank
vader,"
zult
antwoordde
vraarste
berich-
b:isir
vertellen
nomen
maax
heilige
boeken
heb
mij
deze
vernemen
van
geschreven
verre
waarheid
wat
reis
staat
van
niet
haai'
onder-
laten
dat
kon
pend
moed
zoo
hart
stond
zijn
daar
oogen-op
hij
eindelijk
oogenblik
slaan
echter
maar
met
had
sterk
hij
klop-
den
vrouw
haar
wee
als
haar
voor
flarden
verschrompelde
hem
stond
beenderen
gele
leelijkc
huid
jammer
oude
hing
haren
warén
vlechten
saamgebonden
grijze
haar
dat
hoop
verzuim
dio
„ik
die
handelwijze
dat
ben
armvoogden
hebben
ton
raad
zeerste
van
schuldig
zich
met
verontwaardigd
aan
armvoogden
gemaakt
mij
ergerlijk
eens
zal
plichts-
over
zijn
zoo
aan
gen
hun
armvoogden
zorgen
toevertrouwde
niet
handelen
armen"
met
mo-
noch
sprak
tehuis
mijzelf
mullah
„wees
ook
noch
hooren
fronste
niet
mijn
eigenzinnig
paard
daartoe
wenkbrauwen
vermoeim."
behoefde
jongeling
vorstin
jonge
gaan
rien
prins
>
hasir
besloot
edele
arabischen
boog
kleed
zich
ouden
over
vast
vergulden
den
volbloed-schimmel
van
schouder
zijn
s'ankp
hij
sabel
voorvaderen
zadelde
aan
gestalte
dte
zijn
gorde
zijde
geërfden
fraaien
hing
zijn
kleine
ken
jongen
reeds
waart
lang
van
dat
nog
eeh
vader
haf
ook
grootvader
amme-
ken
eveneens
oogen
traanden
leunde
kruk
zij
ging
diep
gebukt
treurige
dood
jarago
veertieni-
landbouwer
hat
wen
'vtoedmans
róssutm
gekomen
ploegdrijver
treurige
bij
wijao
bezig
zijnde
mot
vorstin
ook
zij
allen
droomden
van
lek
koran
waarheid
vader
had
thuis
den
ben
waarheid,"
sprak
zij
zag
eene
was
lpozen
ping
prins
ook
glimlachte
zoo
schoonheid
als
mond
eens
wiens
gelijk
zij
den
spraakvermogen
oen
ging
zij
den
van
treurig
vinden
steenen
voort
eersten
schrik
met
„en
beeld
dag
opgesprongen
als
haar
gij
schoon
eter
voor
geloofde
verlamd
tande-
schep-
zich
wan
schoonheid
allah
zag
slechts
eens
zulk
zelfs
voorbijgegaan
maar
sinds
dien
tijd
zijn
eeuwen
len
zoo
oud
als
wereld
datgene
priesters
wat
van
hem
dat
boek
derwischen
vertelden
hij
geloofde
heilige
maar
nooit
bladerde
hij
daarin
dat
dat
ook
den
koran
lezen
hij
wist
was
aardappelen
ziften
klom
slaan
had
touw
zeef
verregaande
dat
aan
houden
dien
onvobraiohtagflieidi
balk
ihij
was
deu
bevestigd
balk
hals
zidh
van
don
door
balk
eon
ongelukkig
bdöef
don
toeval
strop
gleed
hiangesn
hij
afsneed
zondier
*—«
ongeluk
gevawrlrjko
wae
dat
plaats
leun
and
laven
hdb'bemerkt
toon
reeds
vloeistof
„men
geweken
don
had
knaap
greep
schrijft
werkzaam
hage
donderdag
schoonmaken
zioh
uit
ernstig
airarud'
gravenhage
eon
van
rijwielhandel
gebrand
hoert
rijwielen
met
-jarige
benzine
graven-
jongen
mon
bij
zijn
moot
aan
eigen
onvoorzichtigheid
ongeval
wijten
dd^toestand
r.k
van
den
knaap
die
naar
gebracht
door
ziekenhuis
zeer
ernstig
bet
west-einde
eerato
hulp
werd
werd
leend
vinkhuyzen
werkplaats
ver-
door
dalen
zijn
edel
paard
veld
gelijk
wind
vloog
hij
over
maar
waarom
gij
zoude
wilt
nog
hij
zelf
meer
dan
weten
daarin
bladeren
boeken
week
aan
den
van
uitersten
rusteloos
rand
rijden
yan
kwam
woud
ruiter
zag
eduige
tenten
daar
den
weg
staan
van
den
koran
stellen
niet
tevreden
prijs
dat
kwaamt
daarom
tot
ons
ten
wereld
wachters
hjkr
over
leefden
afzonderen
der
geven
waarheid
wijzen
zij
noemden
zich
die
aan
zich
zidh
hun
van
gedach-
eerste
zijt
eén
dapper
edel
jongeling
met
slechts
ons
maar
wilt."
wij
hasir
zullen
glimlachte
verhalen
slechts
wat
verdér
mijn
zoon
dan
verder
mijn
vader
gaan
dan
zegt
gij
dus
„ik
zon
mijn
zoon
zou
l§k
heb
prins!"
den
niet
zou
schoener
wae
veel
hasir
geleden
jonger
alsof
hij
voorwaar
daarvan
waanzinnig"
wordt
niet
mijfci
wor-
men
brengt
tige
wanneer
kige
naar
mogelijk
liederen
sehoone
huis
hasir
„o"
uitvoert
terugkeer
die
barstte
wat
spraken
zoo
moet'ik
gelofte
hij
nauwkeurig
los
van
doet
ieder
„die
zeggen
hij
leugenach-
als
weet
zwartlok-
die
slechts
als
dat
vol-
haren
waren
men
zal
mij
vragen
hoe
ren
blauw
moet
oogén
bliksem
vol
als
donker
antwoorden
tranen
goudblond
korenbloemen
als
zij
schoon
naoht
grijs
gelijk
gelijk
als
zijn
geen
wol
lichtend
haar
rijpe
andere
oogen
haar
ko-
als
varen
ongelukkige!'
waarheid
vlieden
„ja
doorstaan
dat
snel
hem
alles
als
heb
zult
mijn
leelijk
daarvoor
gevleugeld
redé
loven
zeggen,"
gewaagd?"
zij
moeite
ros
zoo
weg
viél
ge-
allo
dat
hangt
loos
tranen
mijn
tanden
zijn
gele
mijn
zult
mist
zult
hudd
haar
bekennen
zeggen
dat
grrp
vellen
mijn
dat
„gó
dat
aan
lippen
zult
mijn
mijn
uitvalt
mijn
zeggen
kleur-
oogen
mond
lijf
den
vol
schrik
zullen
allen
zich
van
mij
afwen-
mand
sohoone
niemand
zal
meer
zal
droomen
mij
meer
van
liefhebben
hemelsche
nie-
meer
voor
geen
mij
slaan
hart
van
éen
jongeling
zal
dau
dend
afschuwen."
toen
„moet
strekte
richtte
dat
zij
zeggen
waarheid
hand
uit
wereld
dat
eis
zich.op
alles
zal
mij
gebie-
maar
ver-
hoog
vorste-
derenden
men
toen
zij
zij
naar
jongen
paardengetrappel
buiten
prins
begroetten
vernamen
den
kwa-
na-
„zij
komst
van
rich
heid
dan
vinden
eerst
weg
begeven
waar-
toch
liever
dan
doe
jongeling
bij
wijze
mannen
gezegend
zijn
dadelijk
edel
zelf."
ros
sporen
tot
verder
rijden
gaf
hij
deldek"
hasir
grijze
hemel
boog
haren
was
met
van
sprak
toen
verstand
„de
gedachten
paard
zijn
za-
groeting
anders
welke
kunnen
uw»
den
zij
grijze
zeiden
naar
grijpen
hadt
doordringen
van
haren."
deze
den
mannen
„de
langs
plaats
jongeling
hemel
deed
voeren
geleidde
gevaarlijke
aangenaam
hoffelijke
niet
-tot
begroet
paden
paard
aan
ons
be-
van
brengt
„ik
aangezicht
dwaal
tot
ons?"
tot
aangezicht
vorstin
edel
waarheid
zien
verlangen
zelf
welk
donkere
enkelen
anderen
wereld
meenen
bezingen
nacht
dicht
liederen
dat
haar
hét
goudglanzend
zwart
haar
schoonheid
gelijk
geheel
haar
schoon
gelijk
droombeeld
zij
maar
allen
weten
dat
zelf
mogen
beeld
„een
komen
der
verkondigen
aanschouwen
kunnen
beminnen
wijzen
goed
bezoeken
lofwaardig
hebben
„en
opdat
gij
dan
haar
dan
hadt
alle
haar
voornemen,"
dienaren
ons
geen
menschen
schoonheid
met
beter
worden."
wil
dit
sprak
denk-
haar
haar
doel
al-
kom
onze
tenten
paard
stijg
van
van
sohoone
vorstin
nauwkeurig
vertellen
allea
wij
zullen
der
gestormd
berg
waarheid
maar
„halt
gelooft
echo
reeds
gaan
hasir
eigenzinnige
niet
was
dan
„wees
gij
nog
was
aan
als
gelooft
slechts
reeds
onze
met
den
vervloekt
waagt
v'eugels
dus
koran?"
ver
ongeloovi^e
zwak
weg
dat
gij
weergalmde
zijn
over
hooger
paa
hond
ver-
hond
niets
meer
rijdt
ten
weer
doode!"
vloog
dan
hij
hoorde
voort
ongeloovige
hasir
brand
stoomsohip
woensdag
werd
vangen
mende
ruim
nengevallen
„pax"
van
thuisbehoorende
rotterdam
den
uit
stettin
nacht
maassluis
nieuwen
met
telephonisoh
kwart
brandjin
waterweg
dat
over
breinen
bericht
stoomschip
éen
was
achter-
-ont-
bin-
uur
ko-
ondoordringbaarder
steeds
moeilijker
werd
koud
weg
steeds
hield
doodelijken
hoorde
toeroepen
krijger
ieder
jonge
pijl
staan
„halt!"
oogenblik
onverschrokken
den
die
indringer
zijn
zag
gereed
'boog
tegenover
los
té'zijm
gespannen
prins
plotseling
laten
zich
zich
den
tegenover
stoomschip
delfshaven
meerde
terwijl
aan
inmiddel
stopboeien
drijvende
was
tegemoet
stoombrandspuit
gestoomd
uil
botterdam
gedeelte
uur
beperkt
door
tijlds
deze
van
gobluscht
spuit
lading
werd
bleef
brand
deze
achterruim
tot
waterschade
vrij
aanzienlijk
rijnhaven
lading
werd
rotterdam
woensdag
gelost
morgen
aan
'dc
waar
„waarheen
komt
ge?"
wilt
vroeg
wie
wachter
zijt
van-
weer
dtn
„wie
mij
trotstben
opkwam
dat
zijt
alles?"
gij
oosterling
klonk
met
die
welk
thans
antwoord
reclit
vraagt
hasir
van
dis
„dx
chah
ben
dienaar
van
den
grooten
pa-
hier
heilige
met
mijne
plaats
kameraden
bewaak
dat
begrepen
hebt
marktberichten
utrecht
nov
ivos
kaas
kaasmarkt
zamen
wegende
waren
aangevoerd
154u0
kilo
wagens
qual
pijjs
25.—
qual
swaarderefss.-
29.—
per50
kilo
24.—
eeuda
nor
hand
matig
6.60
roode
mirte
poldertarite
550
0.—
zeeawsohe
0.—
0.—
angol
0.—
jarige
s.26
8.50
mindere
nieuwo
7.25
7.10
afw
polderrogge
/4.50
4.75
zeeuwsche
6.-
6,50
'6.—
vser
por
0.-
4.50
wintergarsi
ch-v
4.50
zom*rgar„t
f0.—
4.25
vorst
5.—
5.50
hafar
nnr
h.l
der
kwam
toen
bevindt
waarheid."
waarheen
zeide
hasir
aan
hij
den
wilde
poorten
krijger
met
van
vanwaar
welk
doel
rijk
hij
zult
schouwd
grijsaard
sohoone
paard
allen
maar
cenigszins
edele
kan
vroeg
hebt
kunnen
intusschen
waarheid."
gij
verdacht
dan
jongeling
verkondigen
uitrusten
waarheid
aan
zag
van
aan-
den
gij
prins
lijk
wereld
klonk
hasir
haar
zeg
stem
dat
toén
verkondig
zij
sprak
dat
„ja
haar
mensckbeid
hierheen
denkt
lokken
leugen
dat
met
zoui
vertellen
valsche
smeeken
voor-
derdaad
wachter
„ge
wilt
liet
leeren
dus
den
kennen?"
waarheid
opgeheven
vroeg
gelijk
boog
zakken
zij
stoere
in-
deze
haalde
schouders
glimlachte
boog
prins
kwamen
ros
nauwkeurig
zamen
sabel
riep
kostbare
alles
van
hij
stilte
zijne
van
den
zadel
bewonderden
haar
jongen
kameraden
den
vertéllen."
schitterenden
vergulden
die
zullen
allen
'ele
mijn
vrienden
„goed
dan
„wij
bergen
wonen
waarheid
hier
aan
troont
den
ginds
zoom
van
hoog
achter
woud
hepaald
onmogelijk
weg
daarheen
begaanbaar
gevaarlijk
maar
2.25
3.25
per
100
erwten
«.—
10.buitenl
5.5
>
6.ï0
kook-
voererwten
per
mui»
aardonboouen
amerik
0.—
—.—
per
0.—
ihmenboone*
100
0.~
k.o
spelt
-.—
0.—
-._
5.76
6.—
cinqnantino
per
100
k.g./
7.—-
7.60
6.—
a.c.25
hennepzaad
inlandsen
«»-»
buitenl
per
50kilo
0.—ao
boonen
kanariedad
14.—
/-.-
bruine
boonen
witte
waartoe
wijze
zien
mannen
daar
wij
voor
haar
ons
toch
noodig
kennen
waarheid
wij
zijn
kom
wij
zullen
van
zette
maar
haar!"
zijn
hasir
voet
maakte
weer
den
diepe
stijgbeugel
buiging
vertellen
„ik
oogen
wachters
„halt!"
moet
riep
waarheid
echter
zien."
opperste
„sfet
eigen
der
„ik
dank
u,"
zeide
hasir
zijn
goen
„wij
derwischen
zijn
geen
wijze
mudlalvs
mannen
wij
bruiken
niet
vele
woorden
wij
ge-
ros
woedend
bij
de»
trok
teugel
hij
grijpen
zijn
sabel
wilde
paard!"
van
richtte
degen
hefc
maar"
lief
aebterpooten
dier
trekkend
zich
hasir
ooren
gaf
den
„op
zadel
richtte
zijde
paard
als
donderde
zich
hoog
sporen
spitste
loven
zijn
angstig
waarheid
nieta
dan
waarheid
wil
eigen
oog!"
hij
jaagde
weg
van
haar
met
aanschouwen
wil
deze
zelf
dank
wijze
mars,"
sprak
hij
„maar
kaas
aangevoerd
partijen
prjjs
26-
quul
qatl
23.—
dere
goeboter
'delft
^29.-,a—.-.n'oordholl./-.—
1.30
l.tu
weiboter
24.-
1.20
-.—
zwaar-
boter
nov
granen
8.25
westl
tarwe
6.75
zeeuwsche
7.50
8._
westl
4.75
6.—
6.-
zeeawsohe
westl
6.—
8.-
chev.rérst
rogge
haver
4.-
5.25
lange
zomer
3.25
485
4.-
5.-
korte
bcoaen
bruine
boonen
6.75
7.60
paardenboonen
6.25
duiven-
16.—
groene
erwten
».£0
witte
erwten
6.t0
6.75
mixid
per
mai»
lijnkoeken
11.—
11.60
4.75
koolzaad
7.25a
wil
oogen
waarheid
zien
zelf
met
eigen
dat
reeds
bereikt
zat
hij
hebben
weer
uitgegaan
keer
paard
niet
terug."
zonder
ben
daartoe
schuddende
van
hier!"
riepen
zij
dreigend
vuisten
„niet
wijzen
beefden
allen
van
woede
jongen
niet
konden
niet
toornig
wereld
gij
falen
kind
vertrouwen
waagt
lichtte
„wat
zijn
met
onze
raadselen?"
illusies
gij
hasir
schenken
wijsheid
gelooft
denken
zijn
wat
onze
domme
weet
rijzweep
gij
dat
wilt
wijsheid
wij
gij
kwa-
van
ons
ons
raten
aan
beter
stadswaag
wegende
gewogea
zaïuon
6860
297'j«
k.g
781/i»
50.—
62.—
vierde
1.30
1.60
k.g
prijs
noodlottige
plaata