Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DMS_1942-02-06_003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
tegen
men
venster
hoorde
kletteren
regen
„neen
vooruit
kar
weer
„wel
over
joe!"
plonste
wel
den
slechten
boston."
zwoegde
waarlijk
weg
van
land
„zijt
man
gekomen
gij
opeens
gisteravond
juffrouw?"
van
vroeg
port-
vroeg
anne
„waar
zijn
hier?"
conduc-
teur
„whitney,"
zeide
langs
venster
toen
slapend
weer
nachtlampje
bosch
dorp
reden
bosch
waar
brandde
zij
door
één
hamilton
zoo-
wat
twaalf
was
mijlen
klein
van
dorpje
hamilton
krijgen
hoofd
kan
rijden?"
bodwell
„kan
niemand
geen
schudde
mij
rijtuig
naar
zijn
zag
zij
dat
aan
sinkler
^^^^
winrertïjd
weg
vogels
was
denkl-
toen
anne
zich
stierf
omkeerde
gisteren."
riep
bodwell
„och
dacht
kom
bodwell
jimmie,"
wel
huis
van
dokter
moet
telford
die
dochter
naar
„'t
dokter
onverwacht
„vooruit
joe
hé?"
vroeg
was
sinkler
heel
weer
„ja.'
geluid
geklots
was
der
van
paardehoeven
stilte
den
modder
behalve
stormt
geweldig
duisternis
egyptische
„ik
weet
niet
wil
met
als
den
naar
dat
stormachtigen
weer
wilt."
stapte
logement
nacht
anne
gaan
wel
uit
weg
lantaarn
ging
ver-
die
lichtte
naast
maar
haar
zwak
met
den
zijn
bodwei
van
leidde
schoe-
kleine
was
nen
zoo
station
bemodderd
wegzakten
laan
naar
die
dat
dorp
anne's
sinkler
hoestte
eens
spuwde
zeide
„hij
hij
was
toen
beste
dokter,"
geleden
verleden
zomer
„ik
had
hem
twee
eens
jaar
mijn
vrouw
maakte."
eens
neen,"
hoop
sinkler
dat
hij
spuwde
haar
was
ziek."
beter
nog
„hij
kon
niets
aan
doen
staarde
ontmoette
zijn
passagier
oogen
haar
neer
aan
toen
jong
maar
hij
werkman
hij
sloeg
hare
bodwell
kwam
uit
hand
keuken
met
kop
zijn
hij
„kijk
„er
eens
juist
hier
koffie
annie,"
gezet
zeide
zij
ook
stierf—ja
kindje
hol
klonk
vooruit
gingen
onder
joe!"
over
hoefgetrappel
brug
die
moest
drinken."
kop
die
was
schoteltje
maar
van
eens
dik
was
aardewerk
gauw
gestort
uit-
haar
rokken
gelaat
enkels
fladderden
regen
zweepte
haar
tel-
weer!"
kens
„ba
riep
wat
conducteur
afschuwelijk
herberg
zich
hij
was
berucht
langs
noemde
zekere
den
man
logement
weg
jimmio
was
zooals
sinkler
anne
herbergier
zooals
daarop
weg
zonken
modder
wielen
weer
mij
niets,"
zeide
„hij
sinkler
reken-
maar
dronk
verwarmde
hoewel
dankbaar
toch
koffie
den
kop
slap
anne
was
uit
was
zou
„hij
tot
zei
dat
weer
hij
wel
beter
wachten
doen
zomer
dien
mijn
schuur
brandde
was
verdui-
sinkler
leunde
tegen
kwam
weer
deurstijl
binnen
hij
was
gezicht
knevel
gelen
vol
groote
neerhangenden
roode
man
'vlekken
met
natten
ging
onbevreesd
herinnerde
maar
naar
binnen
laatsten
vliegerspapier
vloer
zomer
was
hing
vuil
nog
van
aan
den
verkleurde
zoldering
veld
anne
goed
gaf
man."
geen
antwoord
ineengekleumde
saamgeperste
kop
staarde
paard
van
voor
langzaam
zich
lippen
handen
uit
zat
stappende
naar
met
met
den
voorbij
nacht
was
paard
„als
„zeg
wel
meenemen."
naar
eens
ingespannen
hamilton
juffie,"
iii
zeide
wilt
m'n
hij
zal
achter
twintig-
klok
twee
walmende
tegen
toonbank
wier
minuten
wijzers
den
voor
hing
lanpen
muur
thans
vieren
hingen
groote
wezen
of-
schoon
was
met
pas
zat
aan-
had
zijn
sinkler
koetsier
gekomen
zijn
nieuws
hemdsmouwen
gewekt
passagier
der
vroeg
ander
overstrooming
hij
zoo
toen
zij
gezeten
grooten
anne
binnenkwam
had
stoel
passagier
aan,,waarin
boodhaar
stonden
hij
zelf
den
hoofd
ging
anne
naar
schudde
venster
zij
eindigen
had
gedacht
zou
dat
die
nooit
vel
streep
zag
zij
opklommen
grijze
aan
haar
lucht
bij
rechter
hamilton
lichte
hand
heu-
zij
den
toen
slinker
die
naast
haar
gedurende
enkel
sinkler
woord
eerste
anne
mijl
wisselden
geen
paard
regen
plaste
voort
magere
door
modder
groote
weg
zijde
lichtcirkel
van
natte
lantaarn
kar
hing
paard
den
die
natten
wierp
ter
van
zat
ook
neerhangende
met
beter
zijn
druipnatten
onderscheiden
knevel
hoed
was
tijp
uit
joe!"
tot
tijd
riep
klakte
sinkler
met
„voor-
tong
wordt
vervolgd
mantel
van
gewikkeld
anne
den
omgeslagen
had
wagen
den
kraag
haar
van
knieën
haar
zeil
breede
beschermde
gezicht
gestalte
ofschoon
regen
haar
sloeg
ten
sinkler's
deele
haar
voertuig
voorbank
van
naast
open
haar
hij
zat
zij
had
praten
men
van
ternauwernood
niet
hem
veel
over
maar
goeds
hem
aan
zij
hooren
dacht
zeide
bezuinigen
electricite
plicht
gas
ieders
bodwell
met
achter
sinkler
haar
onderhandelen
hoorde
zij
kon
die
neen
dame
doen
weer
hij
naar
sinkler
met
niet
hamilton
zulke
kon
inspannen
wegen
brengen
zulk
niet