Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_19130101_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
|
Woensdaè_
l
Jan.
1913.
|
UITGEVERS:
TER
HAAR
&
SCHUIJT
—
INTERC.
TELEFOON
No.
LEERDAM.
.
maar
een
jaar
dat
ook
aftelt.
*
gebouwd,
’t
bleken
dan
ook
meest
vrome
Nieuws-
en
Advertentieblad
2
_
voor
ZUID-HOLLAND
en
GELDERLAND.
Verschijnt
Woensdays
en
Zaterdagsmorgens.
Berichten
en
Advertentiën
moeten
uiterlijk
Dinsdags
en
Vrijdagsmiddags
6
uur
te
Leerdam
ter
drukkerij
van
dit
blad
zijn.
230
Jaargang.
Abonnementsprijs:
Advertentieprijs:
Per
drie
maanden,
franco
per
post
f
O.60.
Enkele
nummers
f
0.05
Van
1-5
regels
50
cents;
iedere
regel
meer
7/;
cent.
|
Drie
achtereenvolgende
plaatsingen
van
dezelfde
annonce
wordt
slechts
voor
tweemaàál
berekend.
Groote
Ietters
naar
plaatsruimte.
NIEUWJAAR.
n
GRRRAARA
AA
De
middernachtelijke
klok
van
elken
31
December,
de
klok
van
twaalven,
die
haar
slagen
doet
weerklinken
in
de
lucht,
in
de
straten,
over
land
en
water,
in
de
woningen
der
menschen,
zij
is
zeker
on-
der
alle
klokketonen,
over
het
geheele
jaar,
die,
welke
algemeen
wel
de
volle
aandacht
trekt.
:
Immers,
wanneer
hare
klanken
als
weg-
gevloder,
als
weggestorven
zijn,
is
het
een
aanwijzing,
dat
weer
een
jaar,
hoe
dan
ook,
meegeteld
heeft
in
het
leven,
Een
jaar,
vaak
volbracht
in
moeite
en
zorgen,
een
jaar
van
voor-
en
tegenspoed,
het
jaar
1912,
waarin
ook
elk
huis
zijn
ktuis,
ook
met
betrekking
tot
het
maat-
schappelijke,
had.
.
Een
jaar,
waarin
zooveel
te
wenschen
bleef,
maar
waren
deze
wenschen
schier
altijd
niet
gebouwd,
zooals
luchtkasteelen
wenschen.
Zoo
zouden
we
kunnen
overpeinzen
en
miijmeren
over
wat
het
afgeloopen
jaar
gaf
of
schonk,
—
maar
het
Nieuwe
is
daar
om
te
begroeten.
Gegroet
en
begroet,
Nieuwjaat.
Mocht
het
oude
jaar
vergeleken
wor-
den
bij
een
stervenden
grijsaard,
gij
be-
gint
weer
met
jeugdig
vuur
en
moed
en
durf
te
schenken.
Voor
ons
allen
/igt
weer
een
baan,
een
weg,
vaak
hobbelig
en
oneffen
;
maar
wat
nood,
dat
staalt
en
sterkt
de
krachten,
dat
geeft
veerkracht,
dat
maakt,
dat
hoog-
stens
al
wat
Jan
Salie
heet,
in
den
hoek
belandt
en
achterbijfft.
Daar
zullen
ook
dit
jaar
op
het
levens-
pad
naast
de
rozen
de
doornen
niet
ont-
breken,
maar
—
wie
kent
rozen
zonder
doornen.
Zou
het
vaak
evenwel
niet
beter
gezegd
ziijjn,
dat
naast
doornen
ook
rozen
zijn,
die
de
scherpte
dezer
eersten
kunnen
verminderen,
in
de
Eeuwige
Liefde,
die
ons
dat
in
het
pas
herdachte
Kerstmis
zoo
heerlijk
wist
te
ontvouwen.
Ja,
we
weten
’t,
ook
dit
jaar
zal
me-
nigeen
het
beloofde
land
trachten
te
be-
reiken,
te
betreden,
maar
staan
dezen
wel
werkelijk
voor
oogen
het
land
der
wer-
kelijkheid,
dat
geen
luchtspiegeling
is,
het
land
der
werkelijkheid,
waarin
door
wer-
ken,
door
streven,
vruchten
gzoogst
kun-
nen
worden.
Ook
dit
jaar
zal
de
strijd
tusschen
ka-
pitaal
en
arbeid
weer
gestreden
worden,
mocht
in
dezen
meer
en
meer
gevoeld
en
begrepen
worden,
dat
beiden
van
elkaar
afhankelijk
zijn,
maar
zij
te
zamen
toch
weer
afhankelijk
van
een
Hoogere
Macht,
van
den
Schepper,
onzen
God,
en
dien
dank
te
weten
voor
alles
en
alles
wat
Hij
in
zijn
Oneindige
Liefde
en
Wijsheid
en
Grootheid
den
mensch
schenkt,
ook
zoo-
vele
talenten,
wiens
Geest
den
mensch
doordsingende
en
dezen
tot
mensch
in
de
bâste
beteekenis
van
het
woord
zal
doen
zijn.
In
dezen
tiijd
van
stofaanbidding
en
slofvergoding,
in
dezen
tijd
van
jachten
en
dringen,
mag
er
wel
eens
op
gewe-
zen
worden,
dat
er
iets
hoogers
is
dan-dit.
la
deze
erkentenis
bovenal
zij
dezen
nieuwen
-jaarkring
begonnen.
Niemand
achtte-of
wane
zich
de
meerdere,
waar
wij
allen
klein
zijn
voor
het
Albestuur.
Er
is
een
gezegde:
„Leven
en
laten
leven®,
‚
Wie
de
waarheid,
deniet-te-ontkennen
waarheid,
daarvan
gevoelt,
daarnaar
streeft,
hij
heeft
tevens
gevoeld,
dat
er
een
band
bestaat
tusschen
den
mensch.
En
wie
hem,
schipbreukeling
op
de
le-
venszee,
nog
een
veilige
haven
doet
bin-
nenloopen,
wie
den
zwakke
steunt,
den
Revallene
opricht,
die
helpt
mee
in
den
Geest
van
ons
aller
Vader.
Dit
moge'
zoo
zijn
in
dit
nieuwe
jaa,
het
jaar,
-dat_voor
-ons—ligt
als
zoovele
bladen
onbeschreven
papier.
Zullen
we
daarop
mensch
voor
mensch,
zo0
ver
het
in
onze
macht
ligt,
telkens
wat
kunnen
boeken,
Gode
en
menschen
welgevallig
?
Dat
er
ten
minste
gestreefd
worde
goed
onder
elkaar
{e
zijn,
maar
dat
dan
ook
de
Liefde,
de
verdraagzaamheid,
niet
maar
van
éé1
zijde
komen,
Oas
maatschappe-
slacht
alleen,
maar
ook
voor
een
volgend.
Heil
en
Zegen,
Gods
Zegen
dan
aan
allen
op
dezen
1
Januari
1913,
die
met
hoofd
en
hand
werken
of
medewerken,
streven
of
medestreven,
naar
een
samen-
Leven,
dat
het
leven
blijde
kan
maken;
en
dat
kan
ieder,
zoo
hij
het
hart
maar
op
de
rechte
plaats
drage.
Veel
Heil
en
Zegen,
zoo
wenschen
de
menschen
elkaar
op
dezen
eersten
dag
des
jaars
toe.
Een
liefelijke,
een
goede
gewoonte.
Moge
zij
allen
verder
in
elkaars
heil
en
zegen
doen
bijven
belangstellen.
Gsdachtig
aan
het
eeuwenoude,
toch
nog
zoo
eeuwig
ware
„Waar
Liefde
woont
Gebiedt
de
Heer
Zijn
zegen,
Daat
woont
hij
zelv’,
Daar
wordt
zijn
heil
verkregen
En
’t
leven
tot
in
Eeuwigheid.
Het
jaar
1912.
De
mensch,
als
de
menschheid,
heeft
behoefte
nu
en
ca1
eens
een
oogenblik
stil
te
staan
op
den
levensweg
en
achter
zich
te
zien,
naar
wat
voorbijging.
Dat
is
een
overschouwen
niet
alleen
van
den
eigen
levensweg,
maar
van
den
grooten
weg
ook,
dien
het
leven
ging
in
den
voorbijen
tiijd,
van
den
weg,
waarlangs
het
zich
maatschappelijk
en
staatkundig
ontwikkelde.
En
als
bij
iederen
terug-
biik
vallen
daarbíj
ook
allereerst
de
door
hun
belangrijkheid
of
omvang
uitsprin-
gende
feiten
en
gebeurtenissen
in
het
oog:
Mogen
deze
van
de
ontwikkeling
van
1het
leven
in
al
ziijjn
geledingen
al
niet
een
volleciz
beeld
geven,
zij
markeeren
toch
den
weg,
waarlangs
die
ontwikke
-
ling
zich
bewoog.
En
het
heeft
voor
ieder
zijn
nut,
zich
van
dien
weg
reken-
schap
te
geven.
Latere
tijden
zullen
de
waarde
van
het
ook
in
1912
weer
gebeurde
eerst
in
zija
volle’
bsteekenis
kunnen
‘vaststellen,
de
factoren
weten
te
ontdekken,
die
bij
de-
zen
stap
der
ontwikkeling
van
invloed
bleken,
wij
kunnen
toch
iets
grijpen
van
de
beteekenis
der
feiten,
zoo
we
ons
die
nog
eens,
niet
zooals
ze
dageliijjks
aan
ons
voorbiijjgaan,
maar
saamgegroept
tot
de
geschiedenis
van
een
jaar,
voor
oogen
stellen.
Wij
kunnen
weten,
wat
het
jaar
1912
voor
ons,
voor
de
menschheid
be-
teekende
en
misschien
—
och,
de
mensch
is
zoo
hardleersch
—
wat
leeren.
Biijjzonder
gelukkig
was
het
niet.
Dat
kunnen
we
al
dadelijk
vaststellen.
Het
was
een
jaar
van
bijzonderheden
en
een
jaar
van
strijd.
_
Och,
bijzonderheden
gebeuren
er
eigen-
liijjk
altijd.
Is
al
wat
gebeurt
niet
bijzon-
der?
En
strijd
is
er
ook
altjd,
strijd
tusschen
volken,
openlijke
of
stille,
strijd
tusschen
menschen,
ook
openlijk
of
stille,
Strijd
in
den
mensch
zelf.
Zou
het
leven
zonder
strijd
wel
denkôaar,
wel
bestaan-
baar
zijn
?
Maar
er
zijn
tusschen
de
bijzondere
gebeurtenissen
van
het
leven,
die
alle
bijzonderheden
zijn,
nog
bijzonderheden,
die
ons
treffen
om
haar
elgenaardigen
vorm-
en
gedaante.
En
er
is
in
den
grooten
strijd,
die
leven
heet,
nog
soms
strijd,
die
ons
pijnlijk
ontroert,
door
zijn
bloedige
hardheid
of
geweldige
intensi-
viteit,
Niet
ieder
jaar
hebben
we
een
zons-
verduistering
als
dit
jaar
in
April,
noch
een-zomer,
die
op
najaar
lijkt
door
zijn
gure
regendagen,
die
niet
ophouden.
En
maar
zelden
zagen
we
een
worsteling
als
Hdie
volkerenstrijd
p
den
Balkan,
welks
beteekenis
ver
heerreikt
over
éé1
jaar
en
ovér
éé1
eeuw
zelfs,
en
een
sluitscha-
kel
schijnt
in
den
keten
der
wereldge-
schiedenis.
Schiijnt
het
niet
bovendien
een
bewijs
voor
de
waarheid
der
woor-
den:
„der
Welt
Geschichte
ist
der
Welt
Gericht“
(de
geschiedenis
der
wereld
is
het
gericht
der
werelg)?
De
Turken,
door
het
zwaard
meester
geworden
op
den
Balkan
en
heerschers
over
Europee-
sche
volken,
zien
zich
na
eeuwen
van
drukkende
fHeerschappij
door
het
zwaard
dier
overheerschte
en
onderdrukte
volken
uit
Europa
teruggedrongen.
Maar
er
is
andere
strijd
nog
geweest.
De
strijd,
die
niet
ophoud
in
Europa
en
liijk
leven
kan
zoo
alleen
vruchten
af-
werpen
niet
voor
het
tegenwoordige
ge-
:
Amesika,
heeft
ook
dit
jaar
voortgeduurd.
Dat
is
de
oeconomische
en
sociale
strijd,
ov
die
overal
verbittering
trengt
en
die
nu
hier
dan
daar
zije
laaie
vlammen
uitslaat
in
een
werkstaking,
een
uifsluiting,
een
oeconomische
crisis.
Zij
zijn
er
ook
dit
jaar
geweest,
en
van
dreigende
beteeke-
nis,
die,
als
de
mijnwerkersstaking
in
Engeland,
tot
een
tamp
dreigden
te
wor-
den
voor
het
internationale
leven.
Bewij-
zen
ze
niet,
hoe
dat
inheeft,
hos
de
oeconomische
belangen
der
volken
steeds
meer
in
elkaar
vergroeid
raken
en
hoe
de
ontwikkeling
van
het
internationaal
verkeer
en
den
internatlonalen
handel
bezig
is
een
internationale
eenheid
te
scheppen
in
een
gemeenschappelijkheid
van
belangen
?
Er
zijn
tijden,
dat
de
menschheid
zich
die
eenheid
bewust
wordt,
een
eenheid
niet
alleen
wortelend
toch
in
de
gemeen-
schappelijkheid
van
oeconomische
belan-
gen.
Dat
is
als
een
gevaar
dreigt,
een
gemeenschappelijke
vreugde
trillen
doet,
de
ontzetting
over
een
ramp
verbijstert.
Wij
hebben
dat
ook
dit
jaar
zoo
duidelijk
gevoeld,
toen
de
„Titanic“,
dat
reuzen-
schip,
dat,
groo'sch
werk
van
menschen-
hander,
de
woede
aller
natuurkrachten
scheen
te
kunnen
trotseeren,
bij
zijn
eerste
vaart
ever
den
Atlantischen
Oceaan,
zich
{egen
een
ijsberg
te
pletter
stooite.
Een
schok
ging
door
heel
de
beschaafde
wereld,
toen
het
o1fzettend
nieuws
kwam,
dat
daar
meer
dan
1500
menschen
in
enkele
nachtelijke
uea
temidden
van
iÏijs-
schotsen
en
wrakstukken
waren
verdron-
ken
en
verkleumd.
Ea
de
eenheid
dert
wereld
openbaarde
zich
in
een
algemeen
medelijden,
dat
de
menschheid
doortrilde,
in
éé1
golf
van
verontwaardiging
ook,
die
van
onderzoek
later
vaststelde,
dat
het
ongeluk
aan
de
buitensp»rige
vaaft
van
het
schip
te
wijten
was,
maar
in
een
plotselinge
beweging
ook,
om
te
trachten
dergelijke
rampen
in
het
vervolg
te
voor-
komen
door
betere
verzorging
der
red-
dingsmiddelen,
een
beweging,
die
zich
over
alle
landen
van
West-Europa
uit-
breidde,
ook
over
ons
land,
waar
zij
een
wijziging
van
de
Koninklijke
besluiten
tot
uitvoering
van
de
wet
op
den
doortocht
en
het
vervoer
van
landverhuizers
ten-
gevolge
had.
Ook
in
ons
land
!
J4,
wanneer
we
het
voorbijgegane
jaar
overzien,
gaan
onze
aandacht
en
onze
belangstelling
wel
het
allereerst
en
het
allermeest
naar
het
ons
omringende.
Ea
zoo
we
letten
op
de
gebeurienissen
van
dit
jaar,
merken
we
wel
het
duidelijkst
die,
welke
plaats
hadden
in
NEDERLAND.
Als
voorgaande
jaren,
leefden
we
ook
in
1912
rustig
en
in
vrede
en
vriendschap
met
onze
buren
en
andere
Staten.
Van
die
vriendschap
was
het
bezoek,
dat
onze
Koningin
en
de
Prins
in
Juni
aan
Frank-
tijk
brachten,
waar
ze
door
regeering
en
volk
allerhartelijkst
ontvangen
werden,
een
bijzondere
uiting.
Ook
binnen
onze
grenzen
bleef
het
rustig
en
vredig.
En
in
onze
koloniën
brachten
alleen
de
voortdurende
exgedities
in
Atjeh,
waaraan
we
gewoon
raken,
en
de
Chi-
neezenrelletjes
te
Soerabaya
en
elders
wat
onrust.
Onze
ontvangsten
groeiden
ge-
stadig
en
onze
schatkist
verkeert
dag
ook
in
bijzonder
gunstigen
toestand.
Het
weer
welke
Hollander
spreekt
niet
eerst
over
het
weer
?
—
was’ons
dit
jaar
niet
bijjzonder
gunstig.
Voortdurende
regens
maakten
dezen
zomer
tot
een
najaar
en
bedierven
veel
van
den
te
velde
staan-
den
oogst.
Toch
bieek
de
schadelijke
in-
vloed
geringer
dan
die
van
de
droogte
in
den
vorigen
zomer,
waaraan
immers
voor
een
niet
gering
deel
de
buitensporige
stijging
van
de
prijzen
der
levensmidde-
len
te
wijten
was.
In
ons
parlement
scheen
men
die
stij-
ging
niet
zoo
heel
erg
te
viaden.
Werd
in
de
Tweede
Kamer
al
heftige
oppositie
gevoerd
tegen
het
ontwerp,
waarbij
in
verband
met
de
duurte
aan-lagere
amb-
fenaren
en
beambten
een
toeslag
op
het
salaris
zou
worden
gegeven,
de
Eerste
Kamer
wilde
er
heelemaal
niets
van
weten
en
verwierp
het,
wat
een
protêst-bewe-
ging
uitlokte,
die
nog
voortiuurt.
Werden
wij
zoo
geplaagd
door
te
veel
rezen,
een
deel
van
onze
West-Indische
koloniës,
de
eilanden
Cu:ac:0,
Aruba
en
Bonaire
hadden
verschrikkeijk
onder
de
droogte
te
lijden.
Ten
einds
den
daar-
door
ontstanen
nood
te
helpen
lenigen,
‘haar
ns
heensloeg;
toen
de
commissie
werden
op
den
verjaardag
onzer
Konin-
gin
heidebouquetjes
verkocht.
Onze
Ko-
ningin
gaf
zelf
daarbij
het
goede
voor-
beeld,
door
eigenhandig
bouquetjes
saam
te
binden
en
voor
den
verkoop
beschik-
baar
te
stellen.
Ook
voor
de
Militaire
Tehuizen
werd
dien
dag
gewerkt
door
den
verkoop
der
Oranjebloem.
Gaf
zoo
onze
Koningin
een
bewijs
van
medeleven
in
het
lot
harer
onderdanen,
ook
op
andere
wijze
toonden
H.
M.
de
Koningin
en
de
Prins
belangstelling
in
het
leven’en
werken
van
het
velk.
Zoo
bezochten
de
Koninhin
en
de
Prins
de
Landbouwtentoonstelling
te
Leeuwarden
en
die
te
Zutfen
en
de
Koloniale
Land-
bouwtentoonstelling
te
Deventeren
brach-
ten
z
een
bezoek
0.a.
aan
Rotterdam,
onze
eerste
havenstad,
en
aan
het
kamp
van
Volksweerbaarheid
te
Harderwijk.
De
Prins
toonde
voorts
zijn
belangstel-
ling
0.a.
door
de
Middelbare
Koloniale
Landbouwschool
te
Deventer
en
de
Mid-
delbare
Landbouwschool
aldaar,
de
wijzi-
ging
van
ons
landbouwonderwijs,
te
ope-
nen.
En
de
Koningin
gaf
het
goede
voor-
beeld
voor
het
betoonen
van
meerdere
belangstelling
in
onze
letteren,
door
zich
bij
de
onthulling
van
het
borstbeeld
van
de
schrijfster
mevrouw
Bosboo
m-Toussaint,
ter
gelegenheid
van
de
herdenking
aan
100sten
geboortedag,
te
doen
ver-
tegenwoordigen.
In
eigen
leven
ondervond
het
Konink-
liijk
paar
dit
jaar
twee
maal
een
pijnlijke
teleurstelling,
toen
de
hoop
op
een
nieu-
wen
telg
uit
het
Oranjehuis
verijdeld
werd,
een
teleurstelling,
die
ook
Haar
volk
pija-
lijk
trof.
In
ons
ministerie
kwam
dit
jaar
een
geringe
verandering,
toen
minister
Went-
holt
als
minister
van
marine
aftrad,
ten-
gevolge
van
de
afwijzende
beslissing
der
Tweede
Kamer
omtrent
het
aangevraagde
pantserschip.
In
‘zijn
plaats
nam
zijn
ambigenoot
van
oorlog,
Colijn,
ook
de
portefeuille
van
marine.
Ea
het
schijnt
de
bedoeling
der
regeering,
dezen
toestand
te
bestendigen,
waar
zij
in
de
Troonrede
de
samensmelting
van
de
departementen
van
oorlog
en
marine
tot
éé1
departe-
ment
van
defensie
aankondigde.
De
samensmelting
van
de
Tweede
Ka-
mer
onderging
eenige
verandering
door
de
verkiezing
van
nieuwe
leden
te
Hilversum,
Hoorn
en
Ommen,
waarvan
de
laatste,
ge-
volg
van
het
aftreden
van
Dr.
Kuyper,
nogal
wat
stof
opjoeg
door
den
strijd
tusschen
Christelijk-Historischen
en
Aati-
revolutionnairen
in
dat
district.
Ook
trad
de
voorzitter,
Graaf
Van
Bylandt,
om
ge-
zondheidsredenen
af
en
werd
vervangen
door
den
Nijmeegschen
afgevaardigde
Jhr.
Mr,
Van
Nispen
tot
Sevenaer.
Verschillende
wetten
werden
ook
dit
jaar
door
de
Kamer
tot
stand
gebracht.
Wij
noemen
als
belangrijkste
:
de
Armen-
wet,
de
Auteurswet,
die
onze
toetreding
tot
de
Berner
Conventie
mogelijk
maakte,
het
Bouwwetje,
de
Vogelwet,
de
Raden-
wet,
de
Indische
Comptabititeitswet.
Het
ontwerp-Bakkerswet
werd
verworpen.
Maar
de
kwestie
schijnt
daarmee
niet
og-
gelost.
Het
Nationaal
Comié
tot
af-
schaffing
van
den
nachtarbeid
in
het
Bak-
kersbedrijf
zet
hare
actie
voort
en
reeds
is
door
Mr.
Aalberse
en
andere
rechtsche
Kamerleden
een
nieuw
ontwerp
ingediend.
OJk
de
regeering
diende
nog
een
paar
belangrijke
wetsontwerpen
in,
die
nog
niet
in
behandeling
kwamen.
Zoo
minister
Regout
een
ontwerp
tot
voorwaardelijke
opschorting
van
straf,
tot
bevo_rdering
der
betaling
van
geldboefen
en
tof
uitbreiding
van
het
instituut
der
voorwaardelijke
in-
vrijheidstelling,
en
mminister
Talma
een
ontwerp
tot
verzekering
van
arbeiders
tegen
geldelijke
gevolgen
van
beroeps-
ziekten.
De
Invaliditeitswet
bleef
onaf-
gehandeld,
evenals
enkele
begrootingen.
Dit
laatste
was
een
bijzonderheid
in
ons
parlementaire
leven
en
een
gevolg
van
de
behandeling
der
Invaliditeifswet
in
Oc-
tober
en
November.
Het
rapport
der
Grondwetscommissie
verscheen
in
Juni
en
iokte
al
heel
wat
bespreking
uit
en
de
Commissie
voor
de
verdediging
van
ladië
werd
geïnstalleerd
en
toog
aan
het
werk.
Ook
verscheen
het
verslag
eener
commissie,
die
van
re-
geeringswege
de
kwestie
der
vereenvou=
d'iging
onzer
schrijftaat
te
onderzoeken
-
te
gestel
had,
welk
verslag
aanrled,
het
bij
het
|
oude
te
laten.
Í
Het
poliiieke
leven
van
ons
volk
open-
baarde
zich
buiten
het
parlement
0..
door
de
kiesrechtbetooging
op
den
dag
der
opening
van
de
Staten-Generaal
(het
ver-
bieden
van
den
optocht
door
den
Haag-
schen
burgemeester
had
ongeregeldheden
ten
gevolge),
uitgaande
van
de
S.
D.
A.
P.,
bhet
tot
stand
komen
der
vrijzinnige
concentratie,
de
stichting
eener
Christe-
lijke
Sociale
Partij,
waarvan
Mr.
Dr.
Van
de
Laar
het
hoofd
werd,
enz.
Van
meer
of
minder
beteekenis
voor
ons
maatschappelijk
leven
waren
verder
:
de
glasblazersstaking
te
Schiedam,
het
ar-
rest
van
den
Hoogen
Raad,
waarbij
de
Amsterdamsche
gemeente-verordening
op
de
winkelsluiting
bindend
werd
verklaard,
de
stichting
van
een
Heldenfonds,
waar-
voor
door
den
Amerinaanschen
milliardair
Carnegie
het
geld
beschikbaar
werd
gesteld,
een
internationaal
congres
voor
zedelijke
:
opvoeding,
in
Den
Haag
gehouden,
een
Internationale
Gastentoonstelling
te
Am-
sterdam
enz.
Van
medeleven
met
den
nood
van
an-
deren
gefuigde
het
uitzenden
van
een
am-
bulance
door
het
Nederlandsche
Roode
Kruis
naar
Griekenland,
van
een
naar
Tur-
kijje
en
een
andere
naar
Bulgarije,
terwijl
°naar
Servië
Hollandsche
dokters
vertrok=
ken
en
ons
Roode
Kruis
naar
Montene-
gro
geld
en
verbandmiddelen
zond.
Ook
voor
de
noodlijdenden
te
Saloniki
werd
hier
geld
bijeengebracht.
Voor
gebeurtenissen
in
een
volgend
jaar
zorgden
we
reeds
door
de
vorming
eenêr
Centrale
Commissie,
die
de
vele
feestelijk-
heden
ter
herdenking
van
onze
100-jari-
ge
onafhankelijkheid
in
1913
zal
hebben
te
organiseeren.
_Van
directe
beteekenis
voor
ons
nati-
onale
leven
was,
ofschoon
het
niet
in
ons
land
gehouden
werd,
zeker
niet
het
minst
het
Taal-
en
Letterkundige
Congres,
dat
wij
tezamen
met
onze
Vlaamsche
en
Zuid-
Afrikaansche
broeders
hielden
in
Antwerpen
Wordt
vervolgd.
ingezonden
Mededeelingen.
„Van
Nieuwjaar
tot
Sylvester”
365
dagen
vermoeienis
per
jaar.
Er
zijn
menschen,
aan
wie
gij
865
malen
per
jaar
kunt
vragen
of
ziij
welvaren
en
díe
u
onveranderlijk
zullen
antwoorden;
„Bij
lange
na
niet;
ik
ben
altijd
vermoeid.”
Door
zoo
te
antwoorden,
zeggen
de
menschen
de
strikte
waarheid.
Zij
zijn
altjd
vermoeid,
Of
zij
rus-
ten
of
niet,
altijd
ondervinden
zij
een
werke-
lijken
indruk
van
slapheid,
van
vermoeidheid,
Ziijj
zijn
treurig,
neerslachtig,
zij
hebben
ner-
gens
lust
in,
vermeiden
het
gerzas
en
de
me-
pigte;
zij
kunnen
geen
spoedig
besluit
nemen,
zelfs
in
de
dringendste
gevallen,
en
hun
eenig-
ste
begeerte
is,
niet
behoeven
te
denken
ot
zich
te
bewegen;
zij
hebben
behoefte
aan
kalmte,
stilte,
verdooving.
Zulke
menschen
lijden
aan
zenuwverslapping,
lángzame
bloedarmoede,
en
zijn
zeer
ongeluk-
kig.
Al
hunne
functies
ondergaan
een
soort
van
vertraging.
Tot
een
zekere
graad
van
verstomping,
van
verzwakking
gekomen,
gaat
het
organisme
zijn
verval
met
schrikbarende
snelheid
te
gemoet.
Om
die
vermveienis
te
doen
verdwijnen,
om
dat
ofganisme
op
te
wek-
ken,
om
die
bloedarmoede
te
bestrijden,
wat
is
daartoe
noedig
?
Men
moet
het
bloed,
te
arm
aan
roode
bol-
letjes,
berstellen
;
het
zenuwstelsel,
dat
geen
veerkracht
meer
heeft,
versterken
;
zonder
ver-
wijl
den
levenswesrstand
vermesrderen.
Is
daartoe
een
lange
behandeling
noodig
;
moet
die
met
een
ingewikkelden
leefregel
ge-
paard
gaan
?
In
het
geheel
niet
!
Eenige
doos-
jes
Pink
Pillen
gebruiken,
dat
is
alles.
Na
korten
tijd
vormt
de
zieke
ziijn
eigen
leefregel,
Ziijn
eetlust
zal
inderdaad
vermeerderd
zijn
en
hiij
zal
met
smaak
eten;
gij
laat
hem
dan
eten.
Zijn
levenskracht
zal
vermeerderd
zijn,
ter
eene
zijde
door
hetgeen
het
middel
daartoe
bijdraagt,
ter
andere
zijde
door
een
overvloediger
en
be-
ter
opgenemen
voedsel.
De
overmaat
van
levenskrachten,
van
bloed
maakt,
dat
de
zieke
zelf
zijn
verdooving
af-
schudt.
De
Pink
Pillen
kuunen
hst
meest
uitgeput-
opwekken;
zij
herstellen
alle
func-
ties;
doen
de
levenskracht,
die
door
ouderdom
of
smarten,
door
lichamelijk
of
geestelijk
over-
werk,
door
buitensporigheden
of
verdriet
ver-
zwakt
is,
weer
opleven.
Pink
Pillen,
Verkrijgbaar
f1,75
de
doos,
f9,—
de
6
doo-
zen,
biijj
het
Generaal
Depôt
der
Pink
Pillen
Van
Eeghenlaan
22,
Amsterdam.
Voor
Leerdam
en
Omstreken
bij
G.
H.
PEL-
LIKAAN;
voor
Tiel
en.
Omstreken
bijij
VAN
-
OFFERDEN;
voor
Culsmborg
en
Omstreken
biijj
A.
N.
VAN
ZESSEN;
voor
Geldermalsen
en
Omstreken
bij
Fa.
BEUTE;
voor
Zalt-
Bommel
en
Omstreken
b
VAN
DER
VEGTE;
voor
Gorinchem
en
Omstreken
bij
W.
C.
STE-
VENS,
Arkelstraat,
en
verder
bij
verschillende
Apothekers
en
goede
Drogisten,