Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_19011228_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Zalerdag 28 December 1901. Kop. » + lle J aargang, E T l | |, lesch. & f > s Ons » d » z R : : EE s __ ij | Advertentiehlad Tweemaal per week verschijnend Nieuws- en Advertentieblad. . E : ; f _ ost f0,55. Enkele nummers UITGEVE_RS E biad : 5 Advertentiën voor dit biad Moenemenlsprijs: 009 n sanden, ffanco per p : Dit iad wersokijnt elken Woensdag en TAtsrday. _ Advertentiën voer àît b:aa > : Van 13 regels 25 cents, en iedere reg:l daarboven 5 cents, TER HAARB & SCHUIJT, gratis opgenomen in nog 11 andere plastselijke bladen. Alle boekhandelaren L M Advertenlieprijs: Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berckend, Bij e agenten en brievengaarders nemen abonnementen en advertentiën aan. N2 B Abonnement aanmerkelijk lager. - ' . : : : : i i : i i traan in ziijn oog. Briëre ziet er zeer | zehuldige hebt veroordeeld ! . n | is het, omdat er dingen uit kunnen voort Ik zou- mij daar niet tegen kunnen ö í : : e i EV9Ï1&15 .vonge e vìeeìeîa‚ dis u zouden kunsen verragsen.“ ve:zetten, maar ik zou miijjn recht tegen | terneergeslagen uit. De jury luistert met Bu:1ten Juichte de menigte. zal ook in hel as. Hij keerde naar zijn hut terag, koortz- | de muitelinges, eeamaal aan land gekomen, | gespannen aandacht. : Brièce heeft cassatie aangeteekend. g Nieuwjaars-Nummer, dat aan den | achtig aan zijn baard trekkend. blijven handhaven, en ik zou niet nalaten Het opeubasr ministerie begint het ge- N. R. Ct, Garen, ä 1 Januari ver- Aanstondse had onder de passagiers een | hun een voorbeeldige les te gevex_1.“ 5 h6?18 _verhaal van den moord te resumeeren. Wederzien. veilen, MOTgEn van e_n e bespreking plaats betreffande de rechten De toon, waarop de kapitein dit zei, gaf Al!es is gedaan,'_o_m den schuldige te vîln— E achel W schijnt, gelegenheid bestaan en de plichten van den kapitein in deze | te kennen, dat hijj nimmer Zou toegeren. dìen, îlkehîî<;le'}]zglnäoíx'glàîîle)r i:ïîegrezgo:atî’ Ondanks het staag sneeuwrlokker-ge. # | : 3 omstendigheid. Ieder ging opgewonden | De beangstigde passagiers bielden een ver- | al wat opheldering k 5 E aa e Bm Grukie op If E e GELUKWENSCHI‘JN paar zija°but terug, 6 men legde°zïch met | gadering en besloten eenparig de wenschen | Reeds spoedig, het eerste onderzoek 011!—em[;lacemgntuädìep-in-maz?tel-of-over— liers y : een zekers ongerustheid te bed. van het scheepsvolk in te willigen. Een | n0g, begon men wan_trouw_en te koesteren E le plaatsen tegen den priijs van Eonskleps bhield het gedruisch en ge- | inschrijving werd onmiddellijk geopend, en | in de voorstelling, die Brière van de ge- e t j Éollandsche 23 Cent. stamp van de machine op. Tegen mid- | een aanzienlijke som werd opgehaald. | beurtenis gaf, maar het was teerg,en men niet 4e AL 3 e Vroegtijdige inzending van deze | dernacht werden de passagiers door die | Daarna stemde de kapiteio, op aanhoudend | ging er nog niet tos over, Brière te dur- E ploselinge verandering uit hun slaap ge- | verzoek der paseagiers, er eïndeljk in toe | ven verdenken. 'l_en slotte scheen er geen wier ontmoeting blijheid ie ) n zicaWannonees wordt beleefd verzocht. wokt; de pakketboot hield stil, het ge- | met de muitelingen te gaan onderhandelen. twijfel meer mogelijk : als Brière den moord B allerleiíbaga B E : schommel van het schip had opgeouder. | Men kon het hem aanzies, dat het zijo | niet had begaan, wie kon het dan zijn ? Dassagiers oen jougdig Oost—Inäísch Pm…_ ' Werkstaklng aan b00fd Ia een oogenblik was iedereen op de | trots veel kostte, maar de noodzakelijk- Ik wensch, sprak het openbaar m1nlstlene e ‘9 a _ beer. Eerst verwondering, daarma alge- | heid dwong hem er toe. _ tot de gezworenen, niet op uw gevoel te Twee menschen wachten hem., ten, Op zekeren dag liet kapitein William l Rackson in de straten van Liverpool bekend maken, dat zijn pakketboot de Vulturp, ken. geroed liggend voor het vertrek naar lijke Amerika, voor de geringe som van acht | pond sterling de passagiers in da hutten S ‘[eerste klas naar New-York zou overbren- 3 Igen. De aankondiging roemde de voor- EESD.N treffelijkheid der tafel, de snelheid van de boot en somde al de gemakken op, die s men aan boord had. | | De passagiers hadden eerst niet al te veel IE vertrouwen in de aankondiging en onder: zochten eerst de zaak. Tot hun groote ten verwondering echter voaden zij de Vulturn, : zooals ze was afgeschilderd, dat is: groot EL en van glle gemskken voorzisn. Kapitein . Raokson nam de honneurs als een rollserd | W gentleman waar. In het kort, een groot JEN aantal passagiers bosloot, van deze goed- | ' E koope en voortreffelijke roisgelegenheid ge- l bruik te maker. s Op den vastgestelden dag verliet de : | Vulturn de baven ; de kapitein groette van R ds brug af de kusten van het oude Enge- ‘obaar Ù |and, terwij! de vrienden en bloedrer wanten 5 mt bun zakdoeken wuifden. >[en' Alles ging den eersten dag naar wensch: de Atlantische Oceaan toonds zich barm- bartig; de tefel waa goed voorzien. Maar | van den tweeden dag af werd de zee ver: rddra- | bolgen, en sloten de geroelige zgelen zich :ndrik | in de hutten op, en vao de dertig of veer- lig passagiers verscheen sleehts een twaalf- tal in de eetzaal. merkten op, dat het gelaat van den kapitein erg somber was. Deze nam slechts zelden en verstrooid aan bet gesprek deel: iets scheen hem te be- kommeren, De stoutmoedigsten onder- vioegen hem over de kansen van het weer, h aatwoordde kortaf, dat de zee hevig was, maar dat er van dien kant niets was te rreezen. Das volgende dagen gingen eentonig voorbij. Den vijfden dag werd de zee minder onstuimig ; eenige bleeke gezichten kwamen uit de hutten, de tafel werd talrjker en de geleerdaten onder de passagiers ver- klaerden vol vreugde, dat men de helft van den tocht had afgelegd. De Vultura bad juist het midden van den Atlansischen Ooeaan bereikt; op gelijken afstand der twee werelddeelen. Dezs goede tijding koapte de passagiers op; een commiszionair in wija bood eenige fasschen van zijn besten champagne aau eu een muziek-profesgor zette zich in den salon aan de piano. Öp dat oogenblik kwam de kapitein mest ontsteld gezieht bij de passagiers. :x „Ik heb u een ernstige tijding mee te deelen,“ zei hij. „Sinds ons vertrek lig D. jgbaar rek- tegen L ge- N; loos. ìk met de mansehappen overhoop. Ik heb op bhet laatste oogenblik vreemde machi- lijäe nisten en stokers in dienst moeten nemen. o Ï stellen zích nu niet met de overeenge- ken ij komen soldiij en met het gebruikelijke edée M rautzoen tevreden. Ik heb aan mijn « quipage e“'an Steeda gezouten varkenarleesch en thee ge- ‚nvde i geven; dit is mijn regel en mija provisies bevat ziijjn ook met het oog daarop aldus inge- _be- Slager. Maar die bandieten werpen hun Jong thee in zee, zij eischen wijn en een ver- AR ïnìerde‘r‘ìng van loon. Da czisis wordt deze I ‘cherp. ‚e(:Îel' „Dat is onze zaak eigenlijk niet,“ zei e commissionair in wijnen, reeds onge- ‘x i Tust voor zija tonnen, die in het ruim tonden. „Ea op geen manier hebben wij _ dasrin tysschenbeide te komen. Wij hebben %teald om gezond en wel te worden ver- veerd, De zaak gaat alleen u aan.“ ÍNE‚ ‚„Ik heb een doos jujutes, ikzal die ean s arme menschen geven,“ zei sen sen- t imenteele dame. Kapitein Rackson beet zich op de lippen. M. 1 De zaak is veelernstiger, dan gij schijnt 9 U ' gelooven,* vervolgds hij. „ladien ik EN. B 20odig geoordeeld heb u dit mee te deelen, meene ontstelienis onder de passagiers. Zij klesdden zich slechts ten hslve aan en stormden uit hun hutten, in de duisternis tegen elkaar botsesd, terwijl zij verschrikt riepen : „Wat iser 7 „Ban aanvaring 75 „Op een klip geloopen ?“ Zij, die de trap hadden kunnen vinden en de brug bereiken, stelden hun reisge- nooten gerust. Alles scheen kalm om hen heen, er had dus geen aanvarinz of eon andere scheepsramp plaats gehad. Maar wat hen verbaasde, was, dat zij niemand zagen, noch op de brug, noch aan hef roer, en de lichten ia de masten brandden niet zooals gewoonlijk. Eindeljk had een der moedigste passagiers oen lamp aangsstoken, die een zonderling achouwspel verlichtte, manuen en vrouwen in nachtzewaad, be- laden met hetgeen hun het dierbaarst was of wat in der haast hadden kunnen vinden. Een kind had een pop onder zijn arm, de commissionair in wijnen drosg zijn kist met stalen, en de sentimenteels lady drukte haar kleinen mopshond Romeo tegen haar hart. Overal weerklonken jammerklachten en bange vragen, die nie- mand beaatwoordde: ar heersehte algemeene schrik en onsteltenis. Op dat oogenblik verscheen de kapitein. „Ik had u gewaarschuwd,“ zei hij ge- jaagd, „de machinisten, de stokers, geheel de bemanning is opgestaan; zij weigeren den dienst om mij te dwingen tos te g- ven, De stookkamer is verlaten, en mijn bedreigingen hebban niets uitgewerkt. ledereen heeft het werk gestaakt en dat op vier honderd mijlen van alle mansche- ljke hulp !* „Men dreigt in dergelijke gerallen niet, kapitein, men bandelt!“ riep een jonge passagier, „men doet den muitelingen de boeien aan |K „Ik heb daartov berel gegeven, mijn- heer, maar er is niemand om het uit te voeren. Allen trekken éan liijn.“ „Dan schiet men den eersten den besten muiteliag neer.“ „Ik zou het gedaan hebben, mijnkeer, indien mijn mannen niet gerlucht waren en zich niet hadden gebarrieadeerd. Ik alleen kan hken niet uit hun verschansing jagen. „Wat zal er dan van ons worden ?* zuchttea de passegiers. „Indien giij voor het algemeon wel- zijn de behulpzame band reikt, is alles nog niet verleren,“ antwoordde de kapi- tein. „Gij kunt miijj helpen den ingang van het vertrek, waar de muitelingen zieh hebben cpgesloten, van buiten te barries- deeren ; ik zal hen door honger wel tot rede brengen.® E „Maar, hoe zullen wij de reis dan voort- zetten P“ vroeg een der passagiers. „Dit moeten wij beprosven door de werkzaamheden op het schip te verdeelen; deze aan ds machine, gens aaa het roer, anderen op de brug.ó Een bejaarde heer schudde het koofd, „Aan machine en aan het roer zou- den wij als blinden staan.“ „Ik protesteer !* zei de sontimenteele dame, „ik eisch, dat men mij onmiddellijk met mijn Romeo op een eesnzaam eilend afzet |* „Ik ken er geen hier in de nabijheid, merrouw. É „Dan, mijnheer de kapiiein, gaeft on- middellijk aan uw bemanning, wat zij eischt.< „Waar denkt u aan, mevrouw | Ik toe- geren? En de diseipline ? ® „Welnu,“ stelde een vergeringsgezinde dame voor, „indien uw waardigheid op het spel staat, kunt gij ten minste ons niet beletten edelmoedig te zija.... Indien het ons behaagde hun te geven, wat gij bun weigert ?* Voor de gasloten deur liefhij den muite- liogen weten, dat de passagiers hun edel- mosdig een aagzienlijke som aanboden, indien ziij het werk wilden hervatten. De bemanning stemde daarin toe, onder voor- waarde, dat men hun volledige amnestie zou geven. Maar op dit punt toonde kapiteia Rack- son zich onverzettelijk. Hij verklaarde sltijd voor de gebarzicadeerds deur dat de havenautoriteiten van het feit in kennis zòuden worden gesteld en dat minstens eer, waarschijnlijk twee maecbinisten zouden worden gehangen. De passagiers waren den kapitein gevolgd ; zij smeekten hem zich op di laatste punt niet onverzoenlijk te willea toonen. Da lady met een hondja wierp zich voor de voeten ran den oudes zeebonk. „Neen, geen pardon,“ horfisalde Rackeon onverbiddelijk, „wat zou &r worden van mijn prestige op ds zeeëa om in alle haven3 der wereld, indien men Yérnaw, dst ik een oproer aan boord ongestraft heb ge- laten ?* „Maar meên zal het nist te weten komen, kapitein, men zal het nooit rernemen, noch te New-York, noeh te Liverpool, noch in welk land ook ! Laat ons allen zweren een eeuwig stilzwijgen over dit noodlottjg on- gsval e bewaren. Wij zweren het! Wij zweren het allen !* En de passegiers staken plechtig de han- ] den op, de wijde zee tot getuige nemend. Deze belotte scheen indruk op den kapi- tein te maken en hem te doen nadenken. Hj verlesnde amnestie, de muitelingen kwamen uit bun verschsnsing om zich weer naar hun werk te begeren, en wel- dra wenschten de passagiers, ieder met eenige ponden sterling verlicht, elkaar ge- luk, het gedruisch van de machine weer te hooren. De Vulturn verrolgde haar weg en had verder een goede reis. Maar, zult zeggen, daar allen ge- zworen hadden cen eeuwig zwijgen over het oproer te zullen bewaren, hoe hebt dat vernomen ? Stel u gerust: het waren eerlijke passa- giers ; zij hebben allen hun woord gehouden. L3ngen tijd daarna ben ik achter de zaak gekomen, niet door de D&ssagiers, maar door een der oproerlingen, die D03g kwaad werd, als hijj aan dezs zaak dacht, daar de onrechtraardige kapitein Rackson zich meer van de opbrengst der komedie had loegeëigend dan overeengekomen wan. Gemengd Nieuws. Hetpubliek wasis groote mate opge- komen voor den laatsten dag van het proces-Brière, dien van hot requisitoir, het pleidooi en de uitspraak. (Zie vorig num- mer.) Lang reeds voor de deuren van de zittingzaal werden geopend, verdrong de dicht opeangepakte menigte zich veor het gerechtsgebouw, dat door een peloton ku- rassiers was afgezet. Zoodra de deuren opengingen, drong het publiek naar voren en stormde de zaal binnen. Klokslag twaalf uur werd de zitting geopend. Er moesten nog twee geiuigen à décharge worden ge- hoord, dech met goedrinden van ds ver- dediging werd daarvanafgezien. Z:0 kwam dus dadelijk het woord aan het openbear ministerie, Plotseling rijst Brière op, n roept met een bevende stem, en tranen in ds oogen, vit: Mijne Heeren, gezworenen, ik heb van mijn arbeid geleefd, ik heb sltjd eerlijk gewerkt, ik zweer u, dat ik onschuldig ben! Dan gaat hij weer zitten en veegt zijn tranen af. Het woord is aan Voison, den procureur der republiek. Het wordt doodstil in de zaal. Brière zit onbewegelijk in zijn bank, de oogen neergeslagen, met aandacht luis- ! terend. Een enkelen keer glinstert er een werkep, maar op uw gezond verstand ; niet spreken van de onschuldige kinderen, en u week stemmen, maar in vollen eenroud en wsarachtige waarheid bhet gebeurde uiteen zetten. Dan zet het openbaar mi- nisterie alle punten uiteen, die erop wijzer, dat Briè:e de schaldige isgeweest, en geen ander den moerd hoeft kunnen plegen. En B:ière heeft den moerd met voorbedachten rade begaan. Let slechts op het mes van den moordenaar, dat te voren voor het schrikkelijk bedrijf, nog eens gescherpt was. Let op de blinden, die werden gesloten op den nacht van den moord, terwijl zij anders openbleven. Let ook op de vermoording van den trouwen hond, die alarm had kunnen maken. Verrolgers komt de procureur tot de bespzeking der verwondingen van Brière zelf. Ziij hadden weinig te beteekenen ; dan moet Brière, blijkens de uiteenzetting der deskundigen, rechtop hebben gestaan, toen de slagen hem werden toegebracht, en niet op den grond gelegen hebben. Brière beweerde het alachtoffer te zijn ge- weest ran een overval. Doch wasdit me- gelijk? Waarom zouden de daders dan overal, op allerlei plaatsen, waar zij bij den moord niet noodig hadden, de sporen van hun bedrijf zijn gaan nederleggen ? Waarom zouden ziij het geld, dat zij kwa- men stelen, in een hoekje van het huis verborgen hebben ? Naen ! Neen! Brière ! Al wat g vertelt is onsaannemelijk, zelfs niet eens waarschijnlijk ; niemand kan er geloof aan hechten. G zelf hebt er u hoe laoger hoe meer in vastgepraat. Zie slechts dat praa'ja over het gorilde konijn, waar- mee de blosdsporen op uwe kleederen wilt verklaren. Js, hadt een konijn gevild. Dat is waar; net is zelfs het eenig oprechte punt van al uwe verklaringen. Maar het bloed op uwe kleeren was men- schelijk bloed. De deskundigen zijn het erover eens ; de onderzochte bloedrlekken reegeerden als menschelijk bloed. Door te erkennen dat giij de bloedrlekken hebt gemaakt, hebt g schuld erkend. Wat was dan de aanleiding voor den moord? Het openbaar ministerie zette uiteen, dat Brière niets om zijn kinderen gaf. Hijj dreigde geruïaeerd te zullen worden ; de rente van ziijne bypotheken kon niet meer betalen ; hij bad nog 6000 francs schulden, en op enk le honderden franken na was er geen geld in huis. Het was onrermiijdelijk, of Brière zou van aigen boer, dagarbeider mosten worden. Toen kwam bijijj em het ides van den moord op, waardoor biij hoopte weer een goed huwe- lijk te kuznen doer. De procureur eiadigde met de schuldig- verklaring te eischen. De zitting werd hierop geschorst. Om drie uur werd de zitting beropend voor het pleidooi. De verdediger zette de onwaarschijnlijjke punten uiteen van de voorstelliog van het openbaar ministerie en drong er biij de jary op aan, op grond van twijfel aan Brière’s schuld, hem vrij te spreken. Dan richt de voorzitter zich tot Brière, en vraagt hem, of hij nog iets te zeggen heeft. Neen, antwoordt Brière droog. Ds jury gaat heen om te bersadslagen. Juist viijttien minuten later weerklonk de bel, dis de terugkomst der gezworenen aankondigde. Brière was schuldig bevonden aan het telastgelegde. Alle dertig gestelde vragen waren bevestigend beantwoord. Da rechtbank sprak daarop orer hem de doodstraf uit. Brière, zegt de president, hebt drie dagen om in cassatie te komen. Op dat oogenblik staat Brière op, en uit zijjn stilzwijgendheid opkomend, roept hij uit: Ik zweer u, heeren, dat gij een on- Hebben elkaar gezien, doch staan daer met cem blik zonder verstandhouding. Wachten met hope: Met een van beide personen zal dat kranige kereltjs medegaan, met wie? Dan, met vastberaden stap, zonder zich óén oogenblik te bedenken, treedt hij op den man toe zijn vader. Ea weeklagend staat de andere daar: de moeder. Beiden hadden ze gomeend aanspraak ta mogen maken op dit pand van een on- gelukkig huwelijk. Ea onder de vroolijk-doende menschen liepen bliij-keurelend vader en zoon. En eenzaam bleef de moeder achter. Zj bhad haar zoon nog gezien, maar voortaan was voor haar verloren. (N. Groa. Ct‚) Een landbouwer, die ’s nachts half vijf in donker met zijn melkwagen naar de zuivelfabriek te Wommels reed, be- merkte, dat er iets op den dam voor de fabriek lag, doch kon niet onderscheiden wat. msende dat het eep slapende man moest zijn en riep hem dâarom toe op te staan en uit den wegte gaan. Toen daaraan geen gevolg werd gegeven, sprong van den wagen om den slaLende te wekken, maar ontdekte toen tot ziijn groo- ten schrik, dat het geen man wa8, ma98r …. een bruine beer. Ook twee andere mar- nen, die in de buurt kwamen, bleven « een eerbiedigen afstand vaa den beer, / spoedig begrepen zij, dat het dier moe toebehooren aan iemand, die daarmec het land doorreist en voorstellingen gee en wiens verblijf ergens in de nabijhe: van Wommels was, De eigenaar werd nu spoedig opgeklo; eu begaf zich met een touw naar het dier, waarna hij den vluchteling weer naar zijn hok terugbracht. _ Een zeer merkwaardigen veiligheids- maatregel heeft men, naar De Kampioen vermeldt, in Eogeland genomen te Wood- bridge (Sulfolk) waar bij een druk kruis- punt aan den weg meermalen ongelukken door sanriijding van wielrijders en automobi- listen voorkwamen. Het gemeentebestuur heeft op de vier hoeken van den weg grocte spiegels laten aanbrengen, waardoor men op eenigen afstand de wegen kan verkennen; een paar ongelukken moeten hierdoor resds voorkomen zijn. Drie menschen door den trein gedoeod. Te Kotterdam hadden Dinsdagavond drie ongelukken met doodelijken afloop plaats. Omstreeks 7 uur kwam de 50-jarige juf- frouw v. d. S. uit Vlaardingen, met baar 13-jarig dochtertje op het perron van het Centraalstation (D. P.), om zich naar Vlaar- dingen, haar woonplaats, te begeren. Juist was de locaaltrein aan het rangee- rep, toen zij, bliijkbaar in den waan, dat ds trein vertrok, in een coupé sprong, doch struikelde. Ziij werd een eindweegs mee- gesleurd over het perron. Opgenomen, en naar het bureau van den chef gebracht, overleed na tien minuten tengevolge van een schedelbreuk, Omstreeks denzelfden tiijd begaven zich de werklieden Groenendijk en Van Buuren, werkzaam op het etablissement Feijenoord, naar hunne woniog te IJselmonde, en wer- den ter hoogte van Hillesluis, gem. Rotter- dam, het passeeren van den spoorbaan achterop gereden door den conrooitrein D van Rotterdam D. P. naar het goederen- station Feiijjenoord. Beide mannen werden vermorzeld. Eeu hunner laat 2 en de andere 10 kin- deren met eene weduwe achter.