Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_19000103_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Woensdag
3
Januari
1900.
l0e
Jaargang.
Tweemaal
per
week
sch_ijnend
ieuws—en
Advgrteqtieblad
z
f
0,05.
onnementsprijs
:
í
Van
1-8
regels
25
cents,
vertentieprijs:
ibonnement
aanmerkelijk
lager.
Per
drie
maanden,
franco
per
post
f0,55.
Enkele
nummers
Driemaal
piaatsing
wordt
ilechts
twee
maal
berekend.
Bij
è1
iedere
regel
daarboven
5
cents.
UITGEVERS
:
TER
HAAR
&
SCHULST,
Leerdam.
Dit
hiad
verschijnt
elken
Woensdag
en
Zâterdag.
Adverteutiën
voor
dit
blad
opgegeven
worden
tevons
gratis
opgenomen
in
nog
8
andere
plaatselijke
bladen.
Alle
boekhande,aren
agenten
en
brievengaarders
nemen
abonnementen
en
advertentiën
aan,
Veel
Heil
en
Zegen
noge
het
deel
zijn
onzer
lezers
in
het
hieuwe
jaar.
.
Aan
dien
wensch
willen
we
vastknoo-
pen,
een
hartelijke
dankbetuiging
voor
et
vertrouwen,
de
sympathie,
den
teun,
in
het
afgeloopen
jaar
door
ons
zoo
ruime
mate
genoten.
Het
aantal
onzer
abonné’s
is
enorm
vermeerderd,
terwijl
de
advertentiën
op,
pen
steeds
grooter
wordend
deel
van
bnze
ruimte
beslag
leggen.
.
Dat
blijve
zoo:
Het
succes
zal
voor
bns
een
spoorslag
zijn
tot
verdere
vol-
making
van
dit
blad.
UITGEVER
EN
REDACTIE.
Op
!
voor
Transvaal..
Mijn
oproep
van
7
Dec.,
hoewel
door
som:
igen
beschouwd
als
in
striijjd
te
zijn
met
de
eutraliteit
waartoe
ong
land
verplicht
is,
mocht
erwege
in
alle
rangen
en
standen
van
Neder-
anders
weerklank
vinden.
En
niet
alleen
van
binnen
de
grenzen
dach
ok
van
daar
buiten,
uit
versehillende
streken
an
Europs,
ontving
ik
bewiijzen
van
sym-
“thie
en
toezeggingen
van
geldelijken
stfun
-
het
:
Fonds
tot
daadwerkelijken
steun
4
stand
komt.
Î
Heerljk
komt
het
gevoel
van
fierheid
uit
in
lele
brieven,
die
tot
mij
kwamen,
daarmede
ewiijzende
dat
het
Ned»rlandsche
volk
nog
iet
ontaard
is
tot
een
natie
louter
uit
woekeraars
:
achacheraars
bestaande,
zooals
wel
wordt
e
eerd.
Honderde
brieven,
waarvan
vele
met
tien-
llen
handteekeningen,
gewerden
mij,
doch
it
slechts
enkele
wensch
ik
een
brokstuk
eôr
te
geven,
om
aan
te
toonen,
hoe
Ned:r-
nd
thans
denkt,
hoe
Nederland
thans
voelt!
*
*
*
Een
student
aan
een
onzer
universiteiten
hrijft:
„Eindelijk
is
dan
toch
gekomen
de
oproeping
ie
ik
zooleng
verwachtte;
het
esnige
protest
at
in
kracht
gelijk
stond
met
de
verfoeielijk-
eid
van
den
Chamberlain-Oorlog
Ik
heb
het
evoeld
en
velen
met
mij
voorzeker
dat
het
even
van
geld
ter
leniging
der
nooden
na
ien
oorlog
niet
bevredigt;
min
ofmeer
wreve-
ig
maakt
zelfs
over
eigen
onmacht.
Wie
mand
in
het
water
ziet
liggen,
zal
die
niet
en
soort
van
zelfverwijt
gevoelen
als
’t
eenige
wat
hij
doet
is...
droge
kleeien
halen
voor
en
drenkeling,
als
deze
er
zch
uitgewerkt
al
hebben?.….
.
Het
is
miijjn
heilige
overtuging,
dat
de
eenige
manier,
waarop
het
Nederlandsche
volk
n
schuld
aan
de
menschheid
in
’t
algemeen
n
aan
de
stam-
en
taalverwante
republieken
in
’tbijzonder,
kan
afdoen,
is,
doir
gehoor
te
geven
aan
dezen
oproep.
Al
het
indere
moge
woed
zijn,
maar
eerlijk
beoordeeld
is
het
toch
maar
belachelijk
armzalig
—
drooge
kleeren
halen
voor
een
verdrinkende.
T!
ben
student,
l
jaar
oud,
wel
is
wasr
onbelend
met
den
wapenhandel,
maar
dit
kan
geen
bezwaar
wezen.
Ten
eerste
laat
zich
alles
leeren
en
bovendien,
welken
dienst
kunnen
we
de
Boeren
niet
be-
vijzen
door
’t
bewaken
van
gevargenen,
politie-
wacht
houden
of
als
ordannancsn.
Dan
kun-
nen
er
meer
onovertroffen
scherpschutters
naar
iot
front.“
#
%
L
*
Fragment
uit
een
brief
van
cen
werkman:
„Met
innerlijke
tevredenheid
heb
ik
heden
uw
ingezonden
‘stuk
gelezen,
en
daarmede
zou
beginnen
te
hopen
dat
mijne
wenschen
om
onze
broeders
in
Zuid-Afrika
met
de
daad
te
kunnen
helpen,
in
vervulling
zoudta
kunnen
komen.
Menigen
slapeloozen
nacht
heb
ík
doorge-
vracht
en
mijjn
hoofd
gepijnigd
met
het
idee
:
noe
zou
ik
in
Transvaal
kunnen
k(men,
om
aan
de
zijde
van
onze
dappere
bioeders
te
mogen
vechten
en
desnoods
te
mogensneven
….
Dit
schrijf
ik
nu
niet
omdat
ik
lroodeloos
en,
verre
van
dat,
want
ik
ben
verkzaam
AM.
en
verdien
een
tamelijk
&ed
loon,
M\ar
het
is
om
mijn
krachten
en
desnoods
Mijn
leven
te
geven
voor
de
goede
z&ak
onzer
‚broeders,
Í
‚L
Mijnheer,
ik
geloof
dat
ik
gek
zou
worden,
k‚‘?.dl‚en
miijn
wensch
miet
vervuld
Yerd.
Ik
Pijnig
mijn
hoofd
maar
steeds
met
deredachte
0e
zou
ik
er
toch
kunnen
komen
endaarom,
Mijnheer,
smeek
ik
U,
help
mij
toch.‘
*
*
*
Een
onzer
Hollandsche
hoogleeraren
ichrijft
:
nNaar
aanleiding
van
Uw
ingezondn
stuk
eb
ik
de
eer
U
mede
te
deelen
dat
iÌ
gaarne
voor
„daadwerkelijken
steun“
de
Sm
van
duizend
gulden
beschikbaar
stel,
indbn
kan
worden
aangetoond,
dat
de
uit
te
zendn
per-
Sonen
werkelijk
de
Transvaal
kuntn
be-
Sreiken
en
«
i
-l-,*
ì
k
Een
schrijven
van
een
hoofdambtena4
:
„In
.….
las
ik
uw
„Opl
voor
Trakvaal.“
Dat
is
nu
het
eerste'
verstandige
vorstel,
dat
ik
hoor,
Per
postwissel
zend
ik
1
eene
bijdrage,“
*
*
*
/
Van
een
godsdienstonderwijzer
:
„Ons
Nederlandsche
volk
betuigt
zijn
sym-
pathie
door
de
verschillende
kleine
en
groote
/gaven,
die
de
Zuid-Afr.
Vereeniging
en
het
\Roode
Kruis
ontvangt;
en
deze
zijn
gelukkig
\niet
gering.
Van
godsdienstige
zijde
worden
door
bijna
alle
kerkgenootschappen
en
christelijke
ver-
eenigingen
bidstonden
georganiseerd
en
de
menschen
opgeroepen
er
aan
deel
te
nemen;
en
deze
oproeping
vindt
gehoor,
Ook
ik
heb
in
miijne
gemeente
zulk
een
bidstond
gehouden
en
tevens
voor
de
ambu-
iance
gecollecteerd.
Nog
meer
andere
dingen
worden
beproefd,
zooals
tooneelvoorstellingen,
concerten,
zanguitvoeringen
enz.
enz.
om
het
welzijn
der
Boeren
te
bevorderen
en
al
deze
dingen
ziijn
goed
en
nuttig.
Toch
vraag
ik
mijzelven
af:
is
dit
nu
wel
de
voldoende
steun,
dien
we
hun
geven
kunnen,
ja
moeten
we
niet
meer
doen?
Zouden
we
niet
nog
beter
doen,
wanneer
we
onzen
steun
verleenen
door
zelf
te
gaan
en
wanneer
we
zulks,
om
welke
reden
dan
ook,
niet
konden,
dan
hen
die
wel
kunnen
en
willen
en
geschiktheid
bezitten,
door
financieelen
*
steun
daartoe
in
staat
te
stellen,
We
ziijjn
nog
wat
eenzijdig.
Het
spreek-
woord:
„bid
en
werk“,
wordt
nog
te
veel
van
eene
zijde
behartigd;
vooral
in
de
Christen-
wereld.
Hetwerken
wordt
te
veel
vergeten
en
vooral
als
het
opoffering
van
eigen
persoon
moet
kosten.
Toch
zal
dit,
mijns
inziens,
de
Zeste
hulp
zijn,
die
weden
Boeren
kunnen
geven,
door
zelftot
hen
te
gaan.
Wat
mij
zelf
betreft
ben
ik
dan
ook
nog
volkomen
bereid
te
gaan.
Dan
kan
ik
mogelijk
nuttig
zijn
als
schrijver
of
reporter,
of
bode,
of
onderwijzer,
of
in
andere
dingen
die
mij
niet
bekend
zijn,
maar
er
zeker
zijn
en
waarvoor
personen
moeten
wezen.“
#
X
*
Van
eene
Hollandsche
vrouw,in
het
buiten-
land
wonende:
„Hulde
aan
de
flinke
Hollandsche
jongens,
die
de
Boeren
willen
helpen.
Zijn
er
geen
rijke
landgenooten,
die
elk
één
overtocht
zouden
willen
betalen
?
Zijn
er
geen
jonge
militairen,
die
nu
eens
willen
gaan
vechten
2
Zood
E
n
a
zie
dat
er
een
fonds
is,
wil
ik
gaarne
een
bijdrage
zenden.“
*
*
*
Slechts
enkele
brieven
om
een
indruk
te
geven
hoe
thans
als
het
ware
alles
wat
Neder-
lander
is
zich
genoopt
gevoelt,
hetzij
persoonlijk,
hetzij
financieel
mede
te
werken
om
daadwerke-
lijken
steun
te
verleenen.
Dat
men
bierbij
van
vele
zijden
alleen
ge-
dacht
heeft
aan
gewapenden
steun,
(ten
getui-
ge
waarvan
de
vele
aanbiedingen
van
militairen
en
oud
militairen)
ligt
voor
de
hand,
alhoewel
ik
in
mjn
vorigen
oproep
hieryan
geen
gewag
heb
gemaakt.
De
drie
brieven
daarin
opgenomen
waren
voor
mij
het
bewijs
dat
men
allerwege
bereid
was
de
Boers
te
helpen,
—
persoonlijk
en
daad-
werkelijk
te
steunen
in
algemeenen
zin,
terwijl
sommigen
gemeend
hebben
dat
ik
slechts
het
oog
had
op
de
engere
beteekenis:
ge-
wapend
ter
hulp
snellen.
Het
is
mij
niet
onaangenaam
dat
mijn
arti-
kel
tweeledig
is
opgevat,
omdat
ik
daardoor
twee
partijen
tot
elkander
zal
kunnen
brengen
die
beide
betzelfde
beoogeù,
doch
slechts
in
de
uitvoeripg
van
hun
voornemen
van
elkander
wijken.
Ik
moet
hier
derhalve
mijn
plan
nader
om-
lijnd
uiteen
zetten,
waarbij
ik
doe
opmerken
dat
het,
Da
rijpe
overweging,
gegrond
is
op
in-
lichtingen,
mededeelingen
en
adviezen
van
ter
zake
kundige
personen.
In
de
eerste
plaats
zij
dan
gezegd,
dat
ik
het
volkomen
eens
ben
met
hen
die
beweren
dat
het
vormen
van
een
comité
of
fonds,
ten
doel
hebbende
soldaten
voor
de
legers
der
Boers
te
werven,
een
vijandig
karakter
tegenover
Enge-
land
zou
kunnen
dragen
en
onze
Regeering
aanleiding
zou
kunnen
geven
te
trachten
tus-
schen
beide
te
treden.
Ik
zou
het
trouwens
niet
in
het
belang
der
Boers
noch
in
dat
der
uittrekkende
Nederlan-
ders
oordeelen
dat
de
laatstgenoemde
onmid.
dellijk
naar
bet
oorlogsveld
zouden
vertrekken,
daar
zij,
niet
gewend
aan
het
klimaat,
vermoe-
delijk
spoedig
ziek
zouden
worden
en
daardoor
den
Boers
meer
last
dan
gemak
zouden
ver-
oorzaken.
é
Daarbij
zouden
infanteristen
van
weinig
nut
kunnen
zijn.
Cayaleristen,
art:lleristen
en
ge-
1äisten
zouden
alleen
onmiddellijk
dienst
kunnen
oen.
De
daadwerkelijke
hulp
die
volgens
mijne
meening
door
finke
mannen,
bruikbar
e
mannen,
moet
worden
verleend,
bestaat
in
bet
verrichten
van
die
werkzaamheden,
welke
in
de
beide
Republieken
noodzakelijk
filoeten
geschieden
en
thans
door
het
uittrekken
der
Burgers
stil
liggen.
Dit
zijn
vele
en
van
allerlei
aard,
aangezien
de
uitgetrokken
Burgers
uit
elken
stand
en
uit
elk
vak
afkomstig
zijn.
Deze
plaatsen
tij-
delijk
te
laten
bezetten
heeft
een
dubbel
voor-
deel.
Inde
eerste
plaats
worden
de
Nederlan-
ders
op
die
wijze
geacclimatiseerd
en
in
de
twee
plaats
zullen
zij,
na
afloop
van
den
oorlog,
in
staat
zijn
de
opengekomen
plaatsen
der
in
den
strijd
gevallen
Boers
gemakkelijk
in
te
vullen.
Hiervoor
is
echter
meer
noodig.
De
Boers
zijn
uitstekende
ruiters
en
schutters
en
dit
is,
het
blijkt
nu
weêr,
een
der
grootste
krachten
der
Oud-Hollandsche
Republieken.
Omnu
die
kracht
later
niet
te
verminderen
(ik
reken
hierbij
matuurlijk
dat
de
Boers
er
in
zullen
slagen
hunne
onafhankelijkheid
te
behouden)
is
het
noodig
dat
de
mannen
die
van
hier
ver-
trekken
vertrouwd
zijn
met
het
geweer
en
zoo
[
mogelijk
met
het
paardrijden,
Mijn
doel
met
het
vormen
van
een
Fonds
tot
daadwerkelijken
steun
is
derhalve
om
gezonde
flinke
mannen,
die
aan
bovengenoemde
eischen
voldoen,
financieel
in
staat
te
stellen
naar
de
Zuid-Afrikaansche
Republieken
te
emigreeren.
Aanyankelijk
zullen
zij
aldaar
in
functiën,
die
niet
als
oorlogscontrabande
beschouwd
kunnen
worden,
werkzaam
zijn
en
aldus
de
afwezige
Boers
vervangen.
Inmiddels
ge-
wennen
zij
aan
het
klimaat,
oefenen
zich
in
paardrijden
en
schieten
en
zormen
zoodoende
eene
waardevolle
reserve
voor
de
toekomst.
De
band
tusschen
Nederland
en
de
Oud-Hol-
landsche
Republieken
in
Zuid-Afrika
wordt
bierdoor
nauwer
en
vele
plaatsen
zullen
nu
door
Nederlanders
worden
ingenomen
en
hen
daar-
door
een
ruim
bestaan
verschaffen
in
de
toe-
komst,
die
anders
weder
in
handen
van
per-
sonen
vau
anderen
landaard
zullen
vallen.
Want,
men
vergete
het
niet,
dat
terwijl
men
hier
kalm
afwacht
wat
er
zal
komen,
in
andere
landen
de
banden
uit
de
mouwen
worden
gestoken.
Uit
Frankrijk,
Rusland
en
Duitsch-
land
vertrekken
nu
reeàs
ettelijke
jonge
mannen
paar
Transvaal,
naar
mij
van
goedingelichte
en
betrouwbare
zijda
verzekerd
is.
Waarom
kan
zulks
van
hieruit
niet
even
zoo
goed
ge-
schieden?
En
op
de
vyraag
of
ze
welkom
zul-
len
zijn,
kan
ik
antwoorden,
dat
ik
er
zeker
van
ben,
dat
de
beide
Republieken
deze
zoo
belangloos
te
verschaffen
hulp
gaarne
en
dank-
baar
zullen
aanvaarden.
Komt
dus
Nederlanders
van
Noord
en
Zuid
.
Op!
voor
Transvaal!
zij
de
leus
waaronder
ge
U
vereenigt
om
onzen
stambroeders
aan
gene
ziijde
van
den
aardbol
daadwerkelijken
steun
te
bieden
langs
vredelierenden
weg.
De
opgave
van
hen
die
zich
bij
mij
aan-
sloten
zal
binnen
enkele
dagen
worden
gepu-
bliceerd;
laten
vele,
vooral
invloedrijke,
per-
sonen
dit
voorbeeld
volgen,
opdat
de
aanyragen
om
financieelen
steun
een
gunstig
resultaat
mogen
hebben.
Want
geld,
veel
geld
is
er
noodig
om
mijn
plan
te
verwezenlijken
tot
het
stichten
van
oen
werkelijk
krachtig
Fonds
tot
daadwerkelijken
steun.
Tot
nog
toe
bedroegen
de
toezeggingen
eenige
duizende
guldens;
laten
die
vertien-
dubbelen
en
zendt
uwe
voorloopige
toezegging
der
bedragen
die
ge
bereid
zijt
te
storten
bij
het
comitó
dat
thans
gevorr-:
wordt,
aan
-
W.
P.
NOELS
VAN
WAGENINGEN,
Directeur-Prosident
van
De
BATAAFSCHE
BANK,
AMSTERDAM,
20
Dec.
1899.
-
(Bovenstaand
ons
toegezonden
stuk
is
wegens
plaatsgebrek
reeds
eenigen
tijd
blijven
overstaan.
RED.)
Gemengd
Nieuws.
Afscheid
van
Sannie.
O
Sannie,
mijn
hartje,
bak
gou
gou
biskuit;
Vriend
Kimberlein
stuur
die
soldate
al
uit;
Hulle
kom
met
die
Dom-Doms
en
groote
kanon;
Waar
is
mijjn
roer
nou
en
die
Mauser-patron
?
O
Sannie,
mijn
hartje,
veeg
af
jou
gezich,
Want
iedere
ko’el
raak
mos
nie
lich,
As
toch
ieder
ko’el
een
kerl
moet
raak,
Waar
krij
ons
dan
mans
om
mee
oorlog
te
maak?
Die
dom-dom
die
maak
net
een
kleine
gat,
Die
kanonsko’el
zal
net
wat
vinniger
vat.
De
ko’els
is
almal
van
staal
en
van
lood,
Ach
huil
toch,
Sannie;
waar
is
dan
die
nood
?
Die
Engelse
vlag,
dat
het
ons
gezien,
Is
net
maar
een
voorschoot
van
ou
meid
Sabien
En
onder
die
vlag
zal
die
boer
nooit
nog
staan.
Daar
kom
al
mijn
jong
met
die
oorlogsperd
aan.
Die
biskuit
is
nou
klaar,
die
roer
is
mooi
schoon,
Kom
Sannie,
ik
ge
jou
een
zoen
ver
jou
loon,
Onze
zaak
is
rechtvaardig,
ons
vertrouw
op
die
Heer,
wel
help
en
die
Mausergeweer.
De.
J.
H.
H.
Der
Boeren
Strijd.
Ruk
vast
aan
en
trek
voort
la
’t
vijandelijk
oord,
O
Transvaalsche
en
Vrijstaatsche
scharen.
In
den
kamp
waar
g’
om
vecht,
Voor
uw
vrijheid
en
recht,
Weet
g’
oud
Hollandsche
trouw
te
bewaren.
Hij
zal
ons
Ondanks
haat,
spot
en
nijd,
Was
’tgeluk
in
den
strijd
Aan
uw
zijd’,
houd
zoo
vol,
dappere
mannen.
Op
uw
roetarijke
baan,
Stormen
vijanden
aan,
Op
ten
strijd’
tegen
wreede
tyrannen
!
Trap
het
addergebroed,
Worg
het
ondier
voor
goed,
Dat
uw
vrijheid
zoo
sno0d
kwam
belagen.
Ruk
vast
aan
en
trek
voort
Ea
verdrijf
uit
uw
oord,
’t
Britsch
geweld,
met
verpletterende
slagen.
Op
ten
strijd]
nu
is
’t
tijd
I
Van
den
Brit
eens
bevrijd,
Door
den
moed
uwer
dappere
soldaten
;
Zal
uw
vierkleur
zoo
schoon,
Braven
helden
ten
loon
Wapp’ren,
over
Zuid-Afrika’a
Staten,
Een
huideblijk.
slag
bij
Eiandslaagte
trader
Boeren
of
Hollanders
in
het
heetst
In
-
den
ì8.Chf
van
het
vuur
uit
hunne
verschansingen
paar
vocren,
Ziij
lokten
de
Eagelsche
kogels
op
hun
eigen
lichamen,
om
hunnen
kemeraden
gelegenheid
te
geven
zich
ia
veiligheid
te
siellen,
Zeren
van
de
acht
sneuvelden.
Ia
Eageland
zeif
wordt
dit
feit
ten
volle
gewaardeerd,
bliijkens
het
volgende
vers,
in
een
der
bladen
opgsnomen,
en
waarvan
wij
eene
vertaling
laten
volgen:
HOLLANDSCHE
HELDEN.
Ik
ben
geen
bard,
vol
dichterlijken
gloed,
Gsen
redenaar
met
kloske
woordenpracht,
Slechts
staamlend
breng
ik
hulde
en
eere-
(grost
Aan
'’tgeen
gij
hebt
bestaan,
Heldhat-
(ige
Acht!
Dat
gij,
om
anderen
te
redden
van
den
dood,
Uw
eigen
leven
bracht
en,
als
de
leeuw,
Den
schuilhoek
prijs
gaaft,
die
u
schutse
(bood,
—
Die
daad
zou
passen
in
sen
heldeneeuw.
Oud-Sparta
toch,
heroër-bakermat,
Oud-Macedonië,
waar
Philips'
grafstcó
(staat,
Oud-Rome
zelf,
op
zooveel
glorie
prat,
Vertoonen
geen
verheeyner
offerdaad.
O
Dietsche
moed!
Op
menig
kleener
feit
Houdt
eeuw
na
eeuw
vol
eerbied
’t
oog
(gericht.
En
voor
min
prijslijke
stoutmoedigheid
Zijn
standbeeld
en
herioringszuil
ge-
(sticht}.
...
Zulk
een
hulde,
aan
mannen
van
Hol-
landschen
stam
toegezwaaid,
is
zeker
dubbel
van
waarde,
au
ze
van
Engelsche
zjde
komt.
—
-Biijj
spoorwogongelukken,
als
wagens
worden
ineengedrukt,
leveren
de
naar
elkaar
tosgeschorven
zitbanken,
waartusschen
de
beenen
der
passagiers
beklemd
ge:
raken,
een
groot
gevaar
op.
Om
dat
gevaar
te
verminderen
stelt
nu
zekere
heer
Rugon
in
Le
Temps
voor,
in
plaats
van
de
vaste
banken,
in
do
waggons
banken
te
maken
van
latten,
door
metalen
veeren
verbonden,
die
bij
een
eenigszins
zwaren
schok
ineenschuiven
en
aldus
veel
meer
ruimte
laten
voor
hen,
die
in
den
waggon
zitten.
—
De
beer
„Aug.
Kamps
te
Sittard,
die
bij
de
verkiezing
voor
de
Provinciale
Staten
afviel,
publiesert
in
de
Limburger
Aankondiger
van
30
Decembar
het
vol-
gende:
Tslegram
van
Schlosz-Alte.
Uit
Modderrivier
29
Deo.
1899
elf
ure
’s
mOrgens.
Aan
Oome
Paul
te
Pretoria,
Wij
lagen
bier
met
739
man
artillerie
ten
strijde
aan
de
Keutelbeek
en
Molen-
beekrivier,
waarvan
590
man
met
geschut
waren
opgetrokken.
Wij
zijn
door
valsche
gidsen
misleid
geworden,
de
meeste
Sit-
tardsche
manschappen
waren
door
whisky
en
anders
dranken
bedwelmd
en
’s
middags
op-
gerukt,
wisten
zij
niet
meer
wat
zij
deden
en
zijn
dus
voor
ons
verloren
gegaan;
ofschoon
miet
allen
in
de
pau
gehekt,
hebben
wij
ons
met
85
man,
eerlijke
en
trouwe
striijders,
met
eenige
stukken
ge-
schut
iín
den
Sanderbout
achter
kopjes
teruggetrokken
en
wachten
op
versterking
voor
een
voigend
oprukken.
Ons
bombardement
had
weioig
uit-
werking,
de
viijjand
was
sterk
vertegen=
woordigd.
„der
Alte
August.“
SPIJTFONTEIN,
29
Deo.
1899,
twaalf
ure
’smiddags.
—
Luitenant
Beckers
ís
ereneens
met
zijn
781
man
buiten
geveeht
gesteld,
maar
deze
zullen
zich
weer
ver-
eerigen
met
814
man
van
Lord
Pijls
om
de
mansohappen
1195
raan
sterk
van
Generaal
Majoor
Dols
op
9
Jaruari
1900
in
ds
flank
aan
te
vallen.
„Alte.®
De
Middelb.
Ct.
bevst
de
volgende
advertentie:
Een
ieder,
die
onder
Aagte-
kerke
het
ongeluk
heeft
door
het
ijs
te
zakken,
wordt
aangeraden
zich
te
begeven
naar
het
hof
van
P.
Dekker,
aldaar,
alwaar
hij
op
de
meest
liefdevolle
wijze
van
schoone
kousen
zal
voorzien
worden.
Mr.
H.J.
Doude
van
Troostwijk.
Nieuwersluis,
December,
In
een
der
steden
van
Zeeland
was
een
partieuliere
schaatsenbaap,
waar
langs
beide
kanten
op
groote
borden
het
voi-
gende
aangeplakt
stond:
„Men
werdt
ver-
zocht
niet
op
de
baan
te
loopen,“
Eon
officier
van
justitie
verstoutte
zich
echter
op
de
baan
te
gaan
wandeslen,
Terstond
snelt
de
baanveger
near
hem
toe
en
zegt:
nMeneer,
ier
mag
ja
nie
loape
|*
De
officier
antwoordde:
Zeg,
mannetjs,
weet
u
wel
tot
wien
u
spreekt
?
„Wel
joal
joab,“
zei
de
andere,
„jie
bent
de
baas
ven
het
ge-
recht,
mair
ikke
van
’ties,
en
dairom
gei
jie
der
zof.“
Tableau
|
De
doctoren
Sappelier
en
Thiébault,
van
de
Aecsdemie
van
Genseskunde
te
Parijs,
moeten,
met
bebulp
van
den
apotheker
Broce,
niet
meer
of
minder
ont-
dekt
hebbeu
dan
een
serum
tegen
drank-
misbruik,
Dat
serum,
uii
de
aderen
van
een
kunstmatig
aan
den
drank
gebracht
paard,
moet
ieder,
die
daarmee
wordt
ingespoten,
bezielen
met
een
onoverwinnelijken
afkeer
van
alle
geestrijke
dranken
De
Academie
heeft
een
commissie
be-
last
met
een
onderzoek
van
de
nieuwe
uitvinding.
Victoria
zond
chocolâ;
Oom
Paul
is
in
ziijn
nopjes,
En
zegt:
„Hul
klink
en
drink
nog
nie,
Want
ons
heeft
alle
...
„kopjes®,
—
Ds
gevaren
van
het
telegrapheeren
zonder
draad
beginnen
zich
ie
openbaren.
Het
is
bij
de
laatste
proefsemingen
ge-
bleken
dat
de
Hertz’sche
golven,
welke
met
behulp
der
toestellen,
bij
de
telegraphie
zonder
draad
in
gebruik,
docr
de
ruimte
worden
voortgeplant,
een
duidelijk
merk-
baren
invloed
oefenen
op
de
kompassen
der
schepen,
die
toevallig
door
hare
wer-
kingsfeer
gaan.
Men
moet
opgemerkt
heb-
ben,
dat
jaist
in
denzelfden
tiijd,
wearop
Marconi
bezig
was
met
het
wisselen
van
proefseinen
tusschen
Boulogne
en
Dover,
de
magnetische
instrumenten
van
ver-
scheidene
schepen
gebcel
in
de
war
waren,
iets
wat
de
ernstigste
gevolgen
kan
hebben.
Hier
is
dus
een
nieuw
onderwerp
ter
navorschingaangegeven,
namelijk
hoe
men
de
trillingen
der
electrische
golven
in
hare
werking
binnen
zekere
grenzen
zal
kunnen
beperken,
s
Bij
besshikking
der
rechtbank
te
Arnhem
is
tegen
C.
Lak
en
F.
A.
Drek-
traan,
suppoost
en
verpleegster
op
de
Weesinrichtiog
te
Neerbosch,
rechtsingang
verleend
met
verwijzing
naar
de
openbare
terechtzitting,
ter
zake
van
mishandeling
van
J.
Tiecken,
te
zeamen
en
in
vereeni-
ging
den
19
Augustus
LI.
te
Neerbosch
gepleegd,
welke
mishandeling
den
dood
van
Tiecken
heeft
tengevolge
gehad.
Bij
den
veehouder
P.
Baars,
in
Blokland,
bij
Montfoort,
zijn
sinds
een
DAar
weken
verscheidene
koeien
gestorven
aan
een
zonderlinge
ziekte.
De
dieren
worden
plotseling
cngesteld
en
zijn
binnen
enkele
uren
tezweken.
Des
veeartsen
die
in
deze
gevallen
zijn
geraadpleegd,
kusnen
nog
niet
met
zekerheid
de
oorzaak
der
ziekte
opgeven.
—
Te
Dusseldorf
is
een
echtpear
ge-
arresteerd,
dat
er
ziijjn
werk
van
maakte
onder
voorgeven
van
ecn
verbuurkantoor
to
administreeren,
jonge
meisjes
aan
huie
zen
van
verdachte
zeden
in
’t
buitenland
ta
zenden,
Een
der
meisjes
werd
naar
Amsterdam
gezonden,
doch
kwam
mnaar
Dusseidorf
terug
en
deside
de
politie
mede,
op
welke
wijze
men
haar
hed
weten
in
’t
verderf
tê
storten.
Het
echtpaar
werd
daarna
gear-
resteerd.
—
Een
bijna
ongeloofijk
bewijs
voor
het
verstand
van
olifanten
wordt
uit
Lon-
den
gemeld.
Daar
nam
een
der
groote
olifanten,
die
in
het
Olympia-theater
kuustjss
_
msken,
een
sinaasappel
ait
de
hand
van
een
Elein
meisje.
Het
kind
be-
gon.
daarop
hard
te
huilen,
De
olifant,
die
den
sinaasappel
reeds
vlek
biij
zijn
mond
had
gebracht,
scheen
tot
inkeer
te
komen.
Hij
aarzelde
een
cogenblik
en
gaf
daarna
de
vrucht
aan
het
schreeuwen-
de
meisje
terug
|
—
n
het
gezia
van
H.
aan
den
straat-
weg
van
Hengeloo
(O.)
naar
Enschede,
heeft
zich
een
geval
van
vergiftiging
door
kolendamp
voorgedaan,
dat
nog
gelukkig
is
afgeloopen.
In
een
kamer
werd
een
open
vaur
aangelegd.
Twes
der
kinderen
gingen
appels
braden,
Na
een
poos
werden
de
kinderen
stil.
Men
ging
kijken
en
vond
beiden
bewusteloos
in
het
bed
liggen.
De
ouders
vermoedden
dadelijk
de
oorzeak
;
de
kinderen
werdeu
uit
de
kamer
gehaeld
en
weer
biijgsbracht;
het
eene
zeer
spoedig,
het
andere
na
langdurig
pogen,