Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_18990128_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
7
r
Twsamaal
per
week
vèrschijneud
Nieaws-
en
Advertentieblad.
-
Abonnementsprijs
:
Advertentieprijs
:
_
abonnement
aanmerkelijk
lager.
£0,05.
Per
drie
maanden,
franco
per
post
f0,55.
Enkele
nummers
Van
1-8
regels
25
cents,
en
iedcre
reget
daarboven
5
cents.
Driemaal
plaatsing
wordt
slechts
tweemaal
berekend.
Bij
Uit
blad
verschijnt
elken
Woensdag
en
Zaterdag.
Advertentiën
voor
dit
blad
opge
geven
worden
tevens
gratis
op-
genomen
in
nog
8
andere
plaatselijke
bladen.
Alle
boekhandelaren,
agenten
en
brievengaarders
nemen
abonnementen
en
advertentiën
aan.
Dwingend
zecht
door
de
Kamers
Tan
Arbeid.
Waar
vooral
in
den
laatsten
tijd
veel
geschreveu
en
gesproken
wordt
over
h_et
doel
en
het
nut
van
Kamers
van
Arbeid,
achten
we
het
niet
ondienstig
het
volgende
stuk,
onder
bovenstaand
opschrift
voorko-
mende
in
de
Nieuwe
Rotterdamsche
Courant,
in
zjn
geheel
over
te
nemen
:
Men
kent
de
Kamers
van
Arbeid,
die
krachtens
de
wet
van
2
Mei
18987
(Staats-
blad
No.
141)
voor
versehillende
gemeent‚e'n
zijn
of
worden
opgericht,
of
die
reeds
vóór
dien
tijd,
hetzij
onder
gelijken
naam,
betzij
onder
dien
van
Arbeidsraden,
door
semen-
werking
van
belanghebbenden
en
belang-
stellenden
op
sommige
plaatsen
waren
tot
stand
gekomen.
Men
weet,
dat
óén
der
belangrijkste
werkzaamheden,
waarmee
deze
vroegere
Kamers
of
Raden
zieh
vrijwillig
belastten,
en
die
door
de
genoemde
wet
aan
de
volgens
hare
bepalingen
geregelde
Kamers
zijn
opgedragen,
bestaat
in
het
voorkomen
en
vereffepen
van
geschillen
over
arbeidsaangelegenheden,
hetzij
door
tusschenkomst
van
het
bestuur
der
Kamer,
of,
slaagt
dit
daarin
niet
of
verwacht
het
van
zijn
tusschenkomst
geen
gunstigen
uit=
slag,
door
bemiddeling
van
een
door
de
Kamer
te
benoemen
Verzoeningsraad.
Orer
den
gunstigen
invloed,
die
in
dit
opzicht
van
de
Kamers
van
Arbeid
ver-
wacht
mag
worden,
loopen,
zooals
bekend
is,
de
gevoelens
uiteen.
Een
grief
van
sommigen,
een
reden
waarom
huns
inziens
van
de
bemoeiïngen
der
Kamers
en
der
Verzoeningsraden
weinig
heil
zou
te
wach-
ten
zijn,
bestaat
hierin,
dat
deze
de
macht
missen
om
partijen
te
dwingen
zich
orver-
eenkomstig
hunne
beslissingen
te
gedragen.
Zij
kunnen
bemiddelen,
zij
kunnen
trachten
geschillen
te
voorkomen
of,
zijn
ze
reeds
uitgebroken,
bij
te
leggen,
door
voorlichting
er
overreding
ééne
der
partijen
of
wel
beide
partijen
op
sommige
punten
van
ongelijk
te
overtuigen,
indien
dit
niet
gelukt,
een
schikking
voorslaan,
die
wellicht
voor
beide
partijen
aannemelijk
zal
zijn,
en,
indien
ook
dit
mislukt,
dan
kan
ten
slotte
de
Verzoeningsraad
zijn
oordeel
over
bet
ge-
schil
en
over
de
middelen
tot
verzoeniog
aan
de
twistende
partijen
mededeelen
en
ook
geheel
of
gedeeltelijk
openbaar
maken,
in
de
hoop
dat
het
gezoud
verstand
van
partijen,
door
ziijn
beschouwingen
in
het
rechte
spoor
geleid
en
gesteund
door
den
machtigen
invloed
der
openbare
meeniog,
den
weg
zal
vinden
om
het
geschil
te
beëindigen
en,
hetzij
dan
geheel
of
ten
halve
orertuigd
en
bevredigd,
den
strijd
te
staken.
Maar
daarmede
is
ook
ziijn
taak
geöindigd.
Komen
partjen
door
al
deze
middelen
niet
tot
een
vergelijk,
geeft
geen
van
beide
toe,
dan
blijft
de
tusschen-
komst
der
Kamer
en
van
haar
Vorzoenings-
raad
zonder
gevolg;
ziij
kan
partijen
niet
dwingen
den
gegeven
raad
op
te
volgen
en
zich
overeenkomstig
de
openbaar
ge-
maakte
zienswijze
te
gedragen.
Het
laatste
is
juist.
Voor
de
beslissing
van
geschillen
over
eigendom
of
daaruit
voortspruitende
rechten,
over
schuldyorde-
riag
cm
andere
burgerlijke
rechten
wijst
onze
Grondwet,
indien
alle
andere
midde-
len
falen,
ten
slotte
bij
uitsluiting
de
rechterlijke
macht
aan.
Alle
geschillen
voortvloeiende
uit
arbeidscontracten,
uit
huur
van
diensten,
zooals
ons
Burgerlijk
Wetboek
het
noemt,
over
de
verplichtingen
die
uit
verbintenissen
tusschen
patroons
en
arbeiders
ontstaan,
orer
de
betaling
van
loon,
korting
op
loon,
verbreking
van
het
dienstcontract,
rechtmatig
cf
vnrecht-
matig
ontslag,
opzegging
van
dienst,
dienst-
weigering,
wegzending,
verlating
van
het
werk
enz.,
kunnen
alzoo
alleea
door
den
rechter
worden
beslist,
tenzij
partijen
zelve
de
uitspraak
aan
een
ander
opdragen.
En
dit
laatste
beteekent
inderdaad
niet
weinig.
Vooreerst-kunnen
partijen
zelve
de
uit-
spraak
over
haar
geschil
in
het
hoogste
ressort
opdragen
aan
een
kantonrechter
te
kunner
keuze
binnen
het
arrondissement,
onverschillig
van
welken
aard
of
van
welk
bedrag
de
vordering
mag
zijn;
de
beban-
deling
van
de
zaak
is
daar
zoo
eenvoudig
mogelijk,
kan
geheel
mondeling
geschieden,
en
kostelooze
rechtsgeleerde
bijstand
wordt,
waar
die
noodig
is,
in
Nederland
wel
nergens
te
vergeefs
aangevraagd.
Daaren-
boren
kan
de
uitspraak
over
het
geschil
aan
óén
of
meer
scheidsrechters
worden
opgedragen,
die,
zoo
partijen
dit
wenschen,
vrij
van
de
regelen
des
rechts,
als
goede
mannen
maar
billijkheid
kunnen
oordeelen.
Hunne
uitspraak
staut
gelijk
met
een
von-
nis,
en
in
de
keuze
dier
scheidsrechters
zijn
partijen
geheel
vrij
ook
vrouwen
zijn
er
toe
benoembaar.
Het
is
waar,
deze
wegen
zijn
voor
de
beslissing
van
het
geschil
alleen
dan
toegankelijk,
wanneer
beide
partijen
daartoe
willen
medewerken;
maar
wanneer
het
bestuur
eener
Kamer
van
arbeid
ziijn
bemiddeling
verieent
en
den
weg
wijst,
is
het
nietzeer
waarschijn=
lijk,
dat
ééne
der
partijen
zal
weigeren,
Daarenboven,
waar
het
rechtsvragen
geldt,
is
de
weg
tot
den
gewonen
rechter,
die
biij
volstrekten
onwil
van
eene
der
partijen
om
een
anderen
weg
te
volzen
ten
slotte
overblijft,
altijd
een
goede,
veilige
en
be-
trouwbare
weg.
Wat
wij
in
dit
opzicht
noodig
hebben,
is
niet
een
andere
rechter,
maar
een
betere
wet
voor
de
arbeidsoon-
tracten,
en
daarvoor
heeft
mr.
Drucker
uitnemende
bouwsteffen
geleverd.
De
geschillen,
waarvoor
meer
eigenaar-
dig
de
Kamers
van
Arbeid
en
hare
Ver-
zoeningsraden
zijn
aangewezen,
zijn
van
een
anderen
aard.
Daarbij
heeft
men
niet
met
rechtsvragen
te
doen,
maar
met
betere
regeling
van
de
verhouding
tusschen
pa-
troons
en
arbeiders
;
daar
loopen
de
grieven
over
de
grootte,
den
aard,
de
berekening
of
de
uitbetalipg
van
het
loon,
de
rusttijden,
het
opzicht
in
de
fabriek
of
de
werkplaats,
de
regeling
van
het
werk,
de
wijze
waarop,
en
de
personen
door
wie
de
patroon
-den
arbeid
bestuurt
en
zijn
gezag
laat
gelden.
Daar
is
de
samenwerking
verstoord
ot
loopt
gevaar
verstoord
ta
worden
;
daar
is
het
niet
de
vraag,
welke
rechten
uit
den
be-
staanden
toestand
voortrloeien,
maar
welke
veranderingen
gebracht
kunnen
worden
in
een
toestand,
die
niet
langer
bevredigt.
Daar
dreigt
het
werk
te
zullen
stilstaan,
omdat
patroon
en
arbeiders
niet
kunaen
overeenkomen
omtrent
een
regeling,
waar-
door
de
grieren
zouden
zijn
weggenomen,
en
moet
dus
op
sommige
punten
een
an-
dere
regeling
gevonden
worden.
Maar
als
de
geschillen
van
dien
aard
zjn,
springt
het
dan
niet
in
het
oog,
dat
er
van
dwang
of
zoogenaamd
dwingend
recht
geen
sprake
kan
wezen
?
Ook
in
Engeland
is
de
vraag,
of
een
voor
partijen
bindende
scheidsrechterlijke
beslissing
mogelijk
is,
iadien
de
tusschen-
komst
van
den
Verzoeningsraad
is
mis-
lukt,
ter
sprake
gekomen,
en
wel
naar
aanleiding
van
een
wet,
die
sedert
1894
in
de
Britsche
kolonie
Nieuw-Zeeland
be-
staat,
en
waarbij
een
hof
van
arbitrage
is
ingesteld,
waarvan
de
uitspraken
bia-
dend
ziija
voor
beide
partijen.
Over
de
werking
van
deze
wet
loopen
de
berich-
ten
uiteen;
tegerover
gunstige
getuige-
nissen
staan
niet
minder
ongunstige
;
maar
te
recht
is
opgemerkt,
dat
al
moest
d:
gunstige
werking
van
zulk
een
wetin
een
kolonie
in
Australië,
in
een
nieuw
land
met
een
zeer
verspreide
blanke
bevolking
vau
omstreeks
700,000
zielen,
erkend
wor-
den,
daaruit
nog
niet
volgt,
dat
zij
ook
in
een
ouden
Europeeschen
staat
eyenzeer
uitvoerbaar
zou
wezen.
Het
scheidsgerecht
is
in
de
eerste
plaats
niet
toegankelijk
voor
de
arbeiders
persoonlijk,
maar
alleen
voor
werkmans-
bonden
en
vakvereenigingen,
die
in
de
openbare
registers
zijn
ingeschreven.
Pa.
troons
en
werkmansbonden,
die
zich
niet
onderwerpen
aan
de
uitspraken
van
het
hof,
kunnen
veroordeeld
worden
tot
boeten
van
£
500,
en
de
leden
van
den
boud
alk
tot
âen
boete
van
£
10.
Nu
stelle
men
zich
gens
een
dergelijke
in>
i
Nederland
voor.
Om
er
Jvzm
r;âîìîfiì;
ltî
kunnen
maken
zouden
de
arbeiders
allen
lid
moeten
zijn
van
den
een
of
anderen
bond,
een
bezwaar,
dat
op
zich
zelf
wel.
licht
niet
onoverkomelijk
zou
wezen,
maar
de
bond
zou
een
voldoende
kas
moeten
hebben
om,
zoo
hij
in
het
ongelijk
werd
gesteld,
sen
boete,
wij
zeggen
nu
niet
van
&
500
of
{6000,
maar
laat
het
zijn
een
boete
raB
{500
à
f
1000
te
betalen.
Er-
ger
zou
het
gesteld
zijn
met
de
boeten
van
de
arbeiders
zelven,
de
leden
van
den
bond.
Gesteld
eens,
dat
een
werkstaking
uitbrak
aan
een
fabriek
van
éóa
of
meer
honderdtallen
van
werklieden,
die
door
het
hof
in
het
ongelijk
gesteld
en
elk
tot
een
boete
van
f10
of
£5
werden
veroor-
deeld.
Kan
er
aan
gedacht
worden,
dat
biij
wanbetaling
van
deze
boeten
de
in-
boedels
van
al
die
werklisden
verkocht,
of
de
werklieden
zelven
in
gijzeling
of
in
hechtenis
gesteld
zouden
worden?
Zoo
ieta
is
in
Nederland
of
in
eenig
ander
Europeesch
land
nataurljk
ondenkbaar,
Werd
de
patroon
in
het
ongelijk
gesteld,
UITGEVERS
:
TER
MAAB
«&
SCHULIJST,
Leerdam.
dan
zou
de
inning
der
boete,
omdat
men
met
een
maatschappij,
enkele
vennooten
of
éóóén
bepaald
persoon
te
doen
zou
heb-
ben,
minder
bezwaar
opleveren,
zoo
althans
bij
veroordeeling
van
een
financieel
zwak-
ken
patroon
de
noodige
matiging
was
in
acht
genomen.
Maar
dit
zijn
zelfs
de
grootste
bezwaren
niet.
Deze
bestaah
hierin,
dat
men
een
patroon
niet
noodzaken
kan
werklieden
tegen
ziijn
zin
in
zijn
bedrijf
te
houden,
of
zijn
bedrijf
voort
te
zetten
onder
voor-
waarden,
waarmee
hij
zich
niet
kan
ver-
eenigen,
en
evenmin
werklieden
kan
dwingen
aan
het
werk
te
blijven
of
weer
aan
het
werk
te
gaan
voor
een
loon,
dat
zij
te
laag
vinden,
of
onder
voorwaarden,
waarmee
zij
geen
genoegen
willen
nemen,
al
heeft
ook
een
hof
van
arbitrage
beslitst
dat
zij
vngelijk
hebben.
Trouwens
wordt
volgens
berichten
uit
Nieuw-Zeeland
ook
daar
de
zeer
jeugdige
wet
reeds
ontdoken,
doordat
patroons
onwillig
werkvolk
tijdig
ontslaan
en
anderen
in
dienst
nemen,
ot
hun
fabriek
of
werkplaats
sluiten,
en
werklieden
hun
bond
ontbinden,
hun
lid-
maatschap
van
den
bond
opzeggen,
of
naar
olders
verhuizen.
Dwang
is
in
zulke
zaken
inderdaad
een
onmogelijk
middel.
Bespreking
van
de
zaak
met
belangstellende,
oupartijdige
mannen,
die
een
verzoeningsraad
samen-
stellen;
vertrouwbare
inolichtingen
van
weerszijden
en
van
vakgenooten,
die
de
zaken
kunnen
beoordeelen
;
denkbeelden
aangeven,
waardoor
een
regeling
mogelijk
wordt,
waartegen
geen
der
partijen
al-
thamas
onoverkomelijke
bezwaren
heeft;
een
vergelijk
treffen,
een
weg
aanwijzen,
die
althans
bij
wijze
van
proef
kan
wor-
den
gevolgd;
of,
indien
het
mogelijk
is,
eene
der
partijen
overtuigen,
dat
het
on-
gelijk
inderdaad
aau
hare
zijde
is
en
de
grieren
der
tegenpsrtij
gegrond
zijn,
—
dat
zijn
de
middelen,
waarvan
een
gunsti-
ge
uitslag
kan
worden
verwacht,
al
is
die
uit
den
aard
der
zaak
niet
met
zekerheid
te
voorspellen.
Alleen
als
beide
partijen
zick
vooraf
verbinden
zich
te
zullen
onder-
werpen
aan
de
beslissiag
van
een
in
on-
derling
orerleg
gekozen
scheidsrechter,
mag
verwacht
worden
dat
men
zich
naar
zijn
uitspraak
zal
voegon
;
maar
daarvoor
openen
onze
Kamers
van
Arbeid
den
weg.
Ben
gerechtshof
echter,
dat
patroons
en
arbeiders,
die
heft
na
vruchtelooze
tussehen-
komst
van
Kamers
van
Arbeid
en
Ver-
zoeningsraden
met
elkander
niet
kunnen
vinden,
zou
moeten
dwingen
door
geld-
boeten
en
executie,
gijzeling
of
hechtenis,
voor
Enogeland
acht
men
het
onmo-
gelijk,
en
die
onmogelijkheid
oordeelen
wij
voor
Nederland
niet
minder
onbetwist-
baar.
De
laatste
moordaanslagen.
Biij
de
schouwing
van
het
lijk
van
den
heer
Bipping,
die,
zooals
men
weet,
on-
geveer
veertien
dagen
geleden
met
zijne
dienstbode
is
vermoord
te
Berkel
bij
Rot-
terdam,
is
gebleken
dat
hem
niet
minder
dan
26
wonden,
grootere
en
kleinere,
waren
toegebraeht.
Iu
zijn
hoofd
had
hiijj
8
ga-
ten;
van
eene
hand
waren
vier
vingers
afgekapt,
een
kaakbeen
was
door
midden
geslagen,
een
oog
hing
er
uit,
een
pols
was
doorgesneden,
in
de
borst
was
een
steek
tosgebracht
enz.
Men
kan
dusaan-
nemen,
dat
de
daders
er
in
bet
wilde
op
in
gekakt
en
geslagen
hebben,
toen
de
ongelukkige
zich
trachtte
te
verweren.
Het
bloedverlies
van
den
aldus
afgemaakten
man
is
verschrikkelijk
geweest.
Het
lijk
van
de
huishoudster
rertoonde
enkel
twee
gaten
in
het
hoofd.
Eene
voor
C.
Uittenboogaard
ongetwii-
feld
verzwarende
aanwijzing
is,
det
zich
in
de
onderbroek,
waarvan
hij
zich
niet
ontdeed,
een
bloedrlek
vertoonde,
die
juist
overeenkomt
met
een
op
gelijke
hoogte
op
de
bovenbroek
voorkomende
bloedrlek,
Die
bovenbroek
behoorde
tot
de
kleeren,
die
te
Antwerpen
in
beslag
werden
genomen.
Nadat
hem
op
deze
omstandigheid
ge-
wezen
was,
is
Uittenboogaard
teruggekomen
op
zijn
zeggen
dat
hij
niet
wist
hoe
er
bloed
op
ziijn
in
beslag
genomen
kleeding
kwam,
en
dischte
hij
nu
het
verhaal
op,
een
vriend
te
hebben
ontmoet,
die
aan
een
hand
verwond
was;
die
vriend
werd
door
hem
verbonden,
en
vandaar
het
bloed
op
ziijne
kleeding.
Behalve
de
te
Amsterdam
in
beslag
ge-
nomen
effecten
is
van
het
gestolene
nog
niets
gevonden.
Er
wordt
vermoed
dat
het
in
den
grond
verstopt
zit
of
aan
een
goeden
bekende
in
bewaering
is
gegeven.
Omtrent
den
moordaanslag,
die
jl.
Zater-
dagnacht
gepleegd
is
te
Rotterdam
op
een
stuurman
van
het
Zweedsche
stoomschip
Norskennet
(zie
ons
vorig
nummer)
vailen
geen
nadere
bijzonderheden
te
meldep,
doch
uu
wordt
omtrent
een
vreeselijken
misdaad
te
Oude
Tonge
uit
Rotterdam
aan
De
Telegraat
van
j.
Woensdag
het
volgende
gemeld
:
Hedeu
is
alhier
door
de
Rijksveldwacht
gevankelijk
binnen
gebracht
en
op
last
van
de
justitie
naar
de
strafgevangenis
over-
gebracht
da
43
jarige
A.
J.
Hobbel,
land-
bouwer,
wonende
te
Oude
Tonge.
Hiij
was
voor
de
tweede
maal
gehuwd,
met
de
wed.
De
Veer,
die
van
haar
eersten
man,
timmerman
van
beroep,
een
aardig
kapitaaltje
had,
wat
door
haar
tweeden
man,
die
uit
ziijn
eerste
huweljk
twee
kinderen
had,
er
doorgebracht
werd.
Zaterdag,
zoo
verklaarde
hij,
wilde
hij
zich
en
zijn
vrouw
een
borreltje
inschen-
ken
;
nauwelijks
had
de
vrouw
gedronken
of
zij
werd
vreeselijk
onwel
en
was
binnen
een
paar
uur
een
lijk.
Het
bleek
dat
zich
geest
van
zout
in
de
flesch
bevond
in
plaats
van
sterken
drank.
Hij
was
dadelijk
naar
buiten
gesneld,
had
de
buren
in
konois
gesteld
van
het
geval
en
vertoonde
ook
een
brandwondje
aan
zijjn
lippen,
zeggende
ook
van
de
fiesch
te
hebben
willen
drinken,
doch
het
dadelijk
geproefd
te
hebben.
_
De
algemeene
indruk
is
echter
dat
hij
dat
wondje
moedwillig
veroorzaakt
heeft
om
de
verdenking
af
te
leiden.
Hij
staat
zeer
ongunstig
bekend
en
toont
niet
de
geringste
deelneming.
Het
lijk
der
vrouw
is
gelijktijdig
met
den
gevangene
per
stoomboot
alhier
aan-
gebraeht
en
werd
in
tegenwoordigheid
van
den
rechter-commissaris
geschouwd
in
het
Ziekenhuis
alhier.
Rijkshengsten
te
Bergen-op
Zoom.
Men
schrijft
aan
„De
Telegraaf“
:
Volgens
mededeelingen
in
verschillende
bladen
zou
bhet
Rijk
met
bovenbedoelden
verkoop
goede
zaken
gemaakt
hebben.
Of
de
proef
met
’t
Rijkshengst-veulen-depót
echter
naar
wensch
geslaagd
is,
mag
ge-
vraagd
worden,
als
wij
de
bespreking
der
hengsten
volgen.
In
het
nieuwe
weekblad
:
Onze
paarden
was
in
die
bespreking
lang
niet
alles
lof,
terwijl
ook
wordt
medege-
deeld,
dat
groote
hengstenkoopers
uit
Oost-Friesland,
die
op
geen
prijs
zouden
gezien
hebben,
wanneer
werkelijk
beste
hengsten
aanwezig
waren
geweest,
geen
enkel
bod
hebben
gedaan.
Ook
het
verslag
van
de
commissie
voor
de
paardenfokkerij
te
Groningen
was
niet
gunstig,
wat
bliijkt
uit
de
zinsnede,
dat
er
geen
enkele
driejarige
hengst
te
koop
was
welke
geschikt
is
voor
opname
in
bet
Groningsch
Paardenstamboek.
Ook
van
andere
zijden
kwamen
ongunstige
adrie-
zen.
Als
deze
feiten
nu
waar
zijn,
en
wij
hebben
geen
reden
om
aan
de
waarheid
te
twijfelen,
zegt
het
Zeeuwsch-VI.
Week-
blad,
en
wanneer
wij
daaraan
nog
toege-
voegd
zien,
dat
in
andere
landen
proeven
ziijn
genomen
met
depôts,
doch
dat
bijna
overal
de
resultaten
zoo
ongunstig
waren,
dat
binnen
enkele
jaren
het
geld
daaraan
besteed,
op
andere
wijze
voor
berordering
der
paardenfokkerij
werd
dienstbaar
ge-
maakt,
dan
zouden
ook
wij
geneigd
zijn
om
den
raad
te
geven,
dat
het
riijk
zich
maar
niet
verder
toelegge
op
hengsten-
cultuur.
Vrouwen
in
gemeente-dienst.
De
redactie
van
het
Tijdschriút
ter
beoefening
van
het
administratief
recht
hoofdredacteur
de
heer
H.
J.
G.
Hartman.
commies,
chef
der
eerste
af-
deeling
ter
Prov.
griffie
van
Zeeland,
te
Middelburg
—
stelde
onlangs
de
vraag:
»Kan
eene
vrouw
benoemd
worden
tot
ambtenaar
ter
secretarie
of
tot
secretaris
eener
gemeente
?4
Er
kwamen
tal
van
antwoorden
in,
waarvan
de
redactie
er
twee
opnam,
een
van
den
heer
D.
Kooiman
te
Hoorn
en
een
van
den
heer
J.
H
von
Santen
te
Beetsterzwaag.
Beiden
waren
het
eens,
dat
vrouwen
tot
ambtenaren
ter
secretarie
kunnen
worden
benoemd
;
maar,
terwijl
eerst-
genoemde
meent
dat
cene
vrouw
geen
secretaresse
eener
gemeente
mag
Zijn,
kwam
de
heer
Von
Santen
in
deze
tot
eene
andere
conclusie.
Uit
een
onderschrift
der
redactie
bliijkt,
dat
alle
inzenders
het
er
over
eens
waren,
dat
een
vrouw
tot
ambte-
naar
ter
secretarie
kan
worden
benoemd.
Reeds
zijn
op
enkele
secretarieën
vrouwen
werkzaam.
Bij
de
beantwoor-
ding
der
vraag,
of
een
vrouw
seeretaris
eener
gemeente
kan
zijn,
stond
de
heer
Von
Santen
in
zijjn
opvatting
alleen.
Alle
andere
inzenders
beweer-
den
dat
het
niet
mocht.
°
De
redactie
zelve
is
bet
op
dit
punt
met
den
heer
Von
Santen
eens,
welke
meening
zij
met
een
verklaring
der
artikelen
96
en
97
van
de
Gemeente-
wet
motiveert.
8
Ten
slotte
herinnert
zij
er
aan,
dat
in
België
een
vrouw
als
gemeente-ont-
vanger
fungeert,
zoodat
men
daar
zulk
('een
benoeming
niet
in
strijd
met
de
wet
acht.
De
vraag
of
dergelijke
benoemingen
wenschelijk
of
noodig
kunnen
zijn,
acht
de
redactie
buiten
de
sfeer
van
het
tijdschrift
te
liggen.
Gemengd
Nieuws.
Omtrent
eene
veel
geruchtmakende
zaak
betreffende
een
ingezetene
van
Ben-
neboek,
die
met
waardelooze
Fransche
spoorwegaandeelen
werd
opgelicht,
wordt
bet
volgende
gemeld
:
\
Graaf
Carl
Zu
Spaur
te
Benaebroek
werd
in
September
opgelicht
met
aan
hem
verkochte
waardelooze
aandeelen
spoorweg
Châlons-Orléans-Paris.
Het
door
hem
voor
den
koopprijs
afgegeven
accept
be-
vindt
zich
ia
handen
van
Mr.
F.
A.
.
Hall.
De
heer
Spaur
had
de
onderhan-
delingen
gevoerd
en
den
koop
gesloten
met
den
sedert
gefailleerden
bankiers-agent
en
antiquair
Louis
S.
Jacobs.
Toen
hij
dezen
met
een
aanklacht
bedreigde,
zeide
Jacobs,
op
last
en
voor
rekening
van
Mr.
F.
A.
v.
Hall
gehandeld
te
hebben
en
beschuldigde
hiij
dezen
van
listige
kunstgrepen,
waardoor
‘hij,
Jacobs,
zelf
misleid
zou
ziijn,
Teselijkertijd
rees
een
geschil
tusschen
Jacobs
en
Van
Hall
over
een
belangriijke
hoeveelheid
antiquiteiten
door
Jacobs
te
Parijs
gekocht,
door
hem,
naer
zijn
eigen
bewering,
aan
Van
Hall
in
bewaring
gegeven,
naar
Van
Hall’s
zeggen
aan
Van
Hall
verkocht
of
tot
delging
van
schuld
afgestaan.
Toen
Jacobs
op
verzsek
van
den
ver-
kooper
te
Pariijs
van
evengemelde
anti-
quiteiten
failliet
was
verklaard
en
Van
Hall
weigerde
het
accept
van
graef
Spaur,
terug
te
gerven
en
de
antiquiteiten
hetzij
uit
te
leveren
aan
den
curator
van
Jacobs,
;
hetzij
te
betalen,
diende
Jacobs
bij
de
justitie
te
Amsterdam
een
klacht
in
tegen
Van
Hall
wegens
oplichting
van
Spaur
verduistering
van
de
aan
Jacobs
toebe-
hoorende
antiquiteiten
en
wederrechtelijke
vrijheidsberooving,
daar
hij
Jacobs
een
nacht
lang
in
een
kantoor
in
het
Paleis
voor
Volkevlijt
te
Amsterdam
had
opge-
sloten
gehouden,
ten
einde
hem
te
ver-
hinderen
met
den
verkooper
der
antiqui-
teiten
te
Pariijs
telegrammen
te
wisselen,
De
aanklacht
van
Jacobs
werd
onder-
zocht,
eerst
door
den
substituut-officier
van
justitie,
Mr.
Van
Hugenspoth
tot
Aerdt,
en
vervolgens,
na
opening
der
instructie
tegen
Mr.
Van
Hall,
door
den
rechter-
commissaris,
Mr.
Heany.
In
den
loop
van
deze
instructie
rezen
ernstige
bezwaren
tegen
Herm.
Ph.
Haes,
gewezen
firmaent
der
bankiersfirma
Haas,
De
Vries
&
Co.,
sedert
eenigen
tijd
wo-
nende
te
Spa.
Het
verhoor
van
Haas
tatie
met
Jacobs
en
Van
Hall
had
tenge-
volge,
dat
op
Zaterdag
14
Januari,
ten
kantore
van
Van
Hall
in
he:
Paleis
voor
Volksylijt
huiszoeking
en
papieronderzoek
plaats
vonden.
Na
afloop
daarvan
werd
echter
Van
Hall
op
vrije
voeten
gelaten
;
voortgezet
onderzoek
deed
echter
nieuwe
bezwaren
rijzen
_van
zo0
ernstigen
aard,
dat
ook
Mr.
Van
Ha!l
is
gevangen
genomen.
Men
verwacht
nog
meer
arres-
taties;
het
einde
van
de
iastructie,
die
steads
grooteren
omvang
aanneemt,
is
nog
niet
te
voorzien.
Ook
moet
er
eenig
licbt
zijn
gekomen
in
den
postdiefstal
Ostende-Dover,
die
een
paar
jaar
geleden
heeft
plaats
gehad.
Een
commissionair
in
eftecten
te
A
mster=
dam
zou
£
80.000
geleend
hebben
op
effec-
ten,
die
bij
genoemden
diefstal
vermist
werden.
en
zijn
confron-
Wie
weet
welke
onthullingen
ons
in
|
dezen
nog
te
wachten
staan
|
e
g
A
e