Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_18990118_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
EN
i
MENgN
DS
DE
E
\ME
EE
D
w
r
P
'
SONONOKGCKONGHOMOMSM
'
n
&
ü
B;
Dees!
Ibou
Bzoog
Jde
Ben
B
beze
bew
in
d
onde
aa
Abonnementsprijs
:
£0,05.
Advertentieprijs
:
abonnement
aanmerkelijk
lager.
De
Tijger.
-
De
tijger
is,
evenals
de
onderwijzer
0n-
der
het
ministerie
Heemskerk,
„een
heel
heer.<.
®
Dat
„heel
heer
zijn“
heeft
bij
echter
piet,
als
de
onderwijzer,
te
danken
aan
eon
fijn
gesteven
overhemdje
en
een
paar
blinkende
manchetten,
maar
meer
aan
de
fierheid
en
slankheid
van
zijn
lichaam
en
niet
minder
aan
zijne
prachtige
uitrusting.
Hij
ziet
er
steeds
als
een
echte
gentle-
man
uit,
wel
te
verstaan
als
een
gentle-
man
in
wintercostaum.
5
-
Zijn
lang,
buigzaam
lichaam
is
namelijk
zomer
en
winter
gehuld
in
een
fraaien,
bruinen
pels,
die
hier
en
daar
met
regel-
matige
dwarse,
zwarte
strepen
is
afgezet.
Evenals
vele
gentlemen
draagt
onze
tij-
‘ger
ook
een
paar
sierlijke
bakkebaarden
en
daarenboven
prijkt
zijn
achterlijf
met
_een
met
zwarte
en
gele
ringen
geteeken-
_
den
staart,
welk
laatste
hij
natuurlijk
weer
niet
met
een
waren
gentleman
gemeen
heeft
In
één
woord
de
tijger
ziet
er
steeds
uit
om
door
een
ringetje
te
halen,
iets,
wat
echter
nooit
gebeurt.
Wel
springt
hij
er
een
enkele
maal
door,
maar
in
dat
geval
is
het
ringetje
zoo
groot,
dat
het
niet
om
ten
vinger,
maar
wel
om
eer
ton
past.
*
Om
de
waarheid
getrouw
te
blijven,
dien
ik
er
bij
te
voegen,
dat
die
liefhebberij
echter
niet
de
eer
heeft
erg
in
den
smaak
van
den
heer
tijger
te
vallen
—
het
is
ook
niet
zeer
gentlemanlike
—
waarom
kij
het
nooit
in
de
wildernis
doet,
maar
wel
eens
in
een
ijzeren
kooi
ón
dan
geschiedt
het
nog
contre-coeur
en
in
het
geheel
niet
tot
des
tijgers
vermaak,
maar
tot
genoegen
(?)
van
het
beschaafd
publiek,
dat
met
verwon-
_
dering
dit
kunststuk
gadeslaat.
Een
volwassen
tijger
zou,
als
hij
op
zijn
achterpooten
liep,
wel
„boven
de
maat“
zijn,
ja
langer
dan
menig
loteling,
daar
tijgers
van
2
meter
lengte
nog
al
eens
voor-
komen
en
recruten
van
meer
dan
2
meter,
naar
men
wil,
slechts
onder
Frederik
den
Grooten
gevonden
werden.
Hos
gentlemanlike
een
tijger
er
ook
uitziet,
toch
valt
zijn
uiterlijk
niet
zeer
in
den
smaak,
Zijne
oogen
vallen
wat
groot
en
ziijne
tanden
zijn
niet
erg
à
la
mode.
En
wat
ook
niet
weinig
bijdraagt
om
hem
minder
beminnelijk
te
maken
zijn
de
snoe-
pige
nagel*jes,
ter
grootte
van
een
vinger,
welke
hiijj
aan
zijne
pooten
draagt,
want
wil
het
lieve
dier
daarmede
iemand
lief-
koozend
streelen,
dan
kan
men
er
van
ver-
.
zekerd
zijn,
dat
de
gelukkige
sterveling
niet
spoedig
den
dag
zal
vergefen,
waarop
hij
zulk
een
bewijs
van
liefde
mocht
ont-
vangen.
De
tijger
boudt
niet
van
sneeuw
en
ijs,
vandaar
dat
Europa
niet
de
eer
geniet
tot
de
geliefkoosde
woonplaats
des
tijgers
te
behooren.
Neen
hiij
prefereert
de
warme
streken,
„waar
de
zon
niet
door
nevelen
ziet
en
het
jachtveld
ruim
voorzien
is
van
allerlei
wild.
Hier
wordt
immers
alle
jaren
door
heeren
jagers
zoo
vreeselijk
ge-
klaagd
over
schaarschte
ven
wild,
wat
zou
het
dan
zijn
als
eonige
tijgers
—
echte
Nimrods
als
ze
zijn
—
hier
veld
en
bosch
kwamen
afstroopen.
Zeker
bleef
er
geen
haas
of
konijjn
meer
te
schieten
niet
alleen
door
de
jagers,
maar
ook
door
de
stroopers,
die
thans
nogal
menig
viervoeter
onder
schot
krijgen.
Ook
houdt
de
tijger
niet
van
dichtbe=
volkte
streken
om
de
eenvoudige
redenen,
dat
hij
met
den
mensch
niet
al
te
nauwe
vriendschapsbetrekkingen
onderhoudt.
Hij
is
op
diens
tegenwoordigheid
evenmin
ge-
steld,
als
de
Batavieren
op
die
der
katten.
De
tijger
heeft
het
biijij
den
mensch
zoo-
danig
verkorven,
dat
hij
reeds
voor
jaren
vogelvrij
verklaard“
is.
De
verstandige
mensch
heeft
daar
natuurlijk
zijne
redenen
voor,
want
hoe
lief
en
aardig
de
tijger
er
in
een
kooi
in
den
dierentuin
ook
uitziet,
in
de
wildernis
is
hij
zoo
zachtzinnig
niet.
7
Ja
hiij
verstout
zich
daar
vaak,
een
heer
der
schepping,
die
hij
toevallig
op
zijn
weg
gnt.nlmet,
tot
zijn
ontbijt
te
gebruiken.
Wel
oei
Bedoelde
heer
is
daar
natuurlijk
volstrekt
niet
mee
gediend
en
wijl
hij
na
de
op-
peuzeling
niet
meer
in
staat
is
zich
op
den
tijger
te
wreken
en
hem
voor
die
euvel-
aad
te
straffen,
komen
de
naaste
bloed-
verwanten
voor
de
beleedigde
partij
op
en
_
eìschen
eene
billijke
schadevergoeding,
Daar
eze
in
den
regel
niet
verstrekt
wordt,
is
et
meer
dan
rechtvaardig,
dat
de
tijger
‚
dus
wettelijk
veryolgd
wordt.
Nu
kan
men
Tweemaal
per
week
verschijnend
Nieuws-
en
Advertentieh!ad.
UITGEVERS:
TER
HAAR
&
SCHUIN'E
’
Leerdam.
Per
drie
maanden,
franco
‘per
post
f0,55.
Enkele
nummers
Van
1-8
regels
25
cents,
en
iedere
regel
daarboven
5
cents.
Driemaal
plaatsing
wordt
slechts
t
w
eemaal
berekend.
Bij
den
tijger
niet
voor
onze
rechtbank
be-
schuldigen
van
moord
en
doodslag
en
het
logisch
gevolg
van
een
en
ander
is,
dat
de
bloedverwanten
hoe
ongaarne
ook
-—
er
toe
te
besluiten
hun
eigen
te
rechten.
Doch
dit
isspoediger
gezegd
dan
gedaan.
De
tijger
is
een
groot
en
machtig
heer.
Evenals
de
vrome
ridders
in
den
ouden
tijd
vaak
straffeloos
konden
rooven
en
moorden,
omdat
de
arme
lijfeigenen
er
machteloos
iegenover
stonden,
zoo
kan
de
tiijjger
soms
een
geheelen
tijd
zijn
moord-
lust
bot
vieren
zonder
vervolgd
te
worden.
Zoo
verhaalt
men,
dat
een
enkele
tij=
gerin
eens
oorzaak
was,
dat
er
in
Voor-
Indië
13
dorpen
ontvolkt
werden.
In
1883
werden
in
Britsch-Indië
985
menschen
door
tijgers
gedood.
Omdat
de
tijger
wel
eens
op
kleine
schael
doet,
wat
in
den
oorlog
in
’t
groot
geschiedt,
worden
er
menschen
gevonden,
die
de
tijger
een
bloeddorstig
dier
durven
noemen.
Edoch
dit
is
ganschelijk
verkeerd
en
onrechtvaardig.
De
tiijger
is
eenmaal
zoo
gemaakt,
dat
hij
zich
alleen
met
vleesch
kan
voeden,
evenals
een
paard
en
een
koe
door
hun
natuur
heel
hun
leven
tot
de
vegeiariërs
behooren.
En
nu
vraag
ik
uin
gemoede
:
Hoe
moet
een
tijger
ziijn
honger
stillen
zonder
bloed
te
vergicten
®
Hij
kan
toch
niet
.biijj
den
slager
om
een
biefstuk
of
karbonade
gaan
of
in
de
wildernis
zelf
een
slachterij
oprichten’
Willen
wij
den
tiijger
een
bloeddorstig
dier
noemen,
goed,
maar
dan
moeten
wij
onze
slagers
dien
eerenaam
ook
toekennen.
Een
slager
die
zijn
vak
goed
verstaat
kan
jn
een
jaar
zeker
wel
zooveel
bloed
vergieten
als
een
tijger
van
zessen
klaar.
En
daarbiijj
kunnen
wij
het
den
tijger
wel
kwalijk
nemen,
dat
hij
een
schaap,
buffel
of
os
doodt
om
zijn
honger
te
stil-
len,
wij
vleeschetende
menschen
doen
im-
mers
procies
hetzelfde.
Ja
wij
dooden
nog
wel
dieren,
waarmede
wij
ons
in
het
geheel
niet
voeden.
Laten
wij
het
maar
ronduit
zeggen,
geen
schepsel
in
het
water,
op
het
land
of
in
de
lucht
of
het
werdt
door
ons
vervolgd
en
dan
ziijn
wij
nog
wel
met
rede
en
verstand
begaafde
wezens
en
de
tijger
is
toch
maar
een
redeloos
dier.
Waarom
zouden
wij
het
hem
dus
als
een
misdaad
aanrekenen,
dat
hij
doet,
wat
ieder
ander
doet,
als
hij
er
kans
toeziet
namelijk
zijn
maag
vullen,
als
hij
honger
heeft.
Maar
waarom
staat
do
tijger
biijj
ons
dan
zoo
slecht
aangeschreven
P
Hij
durft
en
dat
is
een
leelijke
zijde
van
zijn
karakter
—
hijij
durft
den
machtigen
mensch
aan
te
vallen
en
zich
met
deszelfs
vleesch
en
bloed
voeden
O,
gruwel
|
Dat
is
eene
kapitale
en
onvergeefljke
misdaad,
want,
sprak
de
heer
mensch
:
„Van
alle
boomen
dezes
hofs
moogt
gij
vrijelijk
eten,
maar
op
den
dag,
dat
giij
van
den
boom
van
kennis,
van
goed
en
kwaad
eet,
zult
giij
sterven.“
Met
andere
woorden
:
Alle
dieren
der
natuur
moogt
gIJij
vrijjeljk
vervolgen
en
dooden,
maar
durft
g
u
aan
het
leven
van
den
mensch
vergrijpen,
dan
zijt
gij
een
moordenaar
en
zonder
vorm
van
proces
zijt
gij
ter
dood
veroordeeld.
Uit
het
bovenstaande
blijkt
voldoende,
dat
het
onbegonnen
werk
zal
zijn
den
tijger
over
te
halen
zich
bij
de
vegetaricrs
aan
te
sluiten.
Hij
gebruikt
alle
dagen
vleesch,
zelfs
op
de
vastendagen.
En
dat
vleesch
be-
hoeft
nog
niet
eens
gestoofd
of
gebraden
te
zijn,
neen
zoo
rauw
peuzelt
hij
het
maar
op.
Hij
is
ook
met
een
klein
beetje
niet
tevreden,
zoodat
hij
zonder
blikken
of
blozen
of
last
van
idigestie
te
hebben
een
schaap,
ja
zelfs
een
os
oppeuzelt.
Heeft
hij
overvloed,
den
geniet
hij,
als
een
echte
millionair,
de
fijnste
stukjes
en
laat
de
rest
over
aan
zijne
minder
be-
deelde
broeders
als
jakhalzen
en
verwil-
derde
honden,
de
proletariërs
onder
de
dieren,
De
tijger
is
wel
een
heel
aardig
dier,
als
hij
in
een
ijzeren
kooi
opgesloten
zit
!
Dan
is
hij
zoo
tam,
dat
zelfs
een
kleine
jongen
hem
onbeschroomd
durft
naderen,
terwijl
bij
zich
vermaakt
met
het
dier,
dat
onrustig
op
en
nederloopt
als
een
bankier,
wiens
geliefkoosde
effecten
plot-
seling
aanmerkelijk
gedaald
zijn.
Toch
zou
ik
eene
nadere
kennigmaking
met
den
heer
tijger
en
nog
minder
met
juffrouw
tiijgerin
durven
aanraden,
vooral
niet
als
deze
de
door
Nederlanders
zoo
hoog
geroemde
vrijheid
genieten.
Daarvan
weten
de
Javanen
spreken.
Als
een
Javaan
zoo’n
dier
in
de
wilder-
zis
ontmoet,
is
hij
Dog
minder
op
zijn
gemak
dan
een
Leidsch
student,
die
een
lastig
schuldeischer
ziet
aankomen,
want
kan
die
Leidsche
student
zijn
schuld-
eischer
nog
ontloopen
door
een
zijstraatje
in
te
slaan
of
even
voor
een
dubbeltje
sigaren
te
gaan
kooper,
bij
den
Jaraan
is
daar
geen
denken
aan.
Vooreerst
zijn
daar
geen
zijstraatjes
en
nog
veel
minder
winkeltjes,
waar
sigaren
verkocht
worden
en
ten
tweede
zou
hem
dat
toch
niet
baten,
want
de
tiijger
had
hem
reeds
-bij
den
kraag,
eer
hij
het
zijstraatje
of
den
winkel
bereikt
had.
Een
middel
blijft
den
armen
Javaan
nog
over
en
dit
is
te
—
leeren
fietsen.
Als
hij
dit
zoo
goed
kan,
als
hier
een
Jaap
Eden
of
een
Meyer
dan
geloof
ik,
dat
hij
nog
een
kansje
heeft
den
tijger
voor
te
blijven.
Dat
zou
voor
die
menschen
een
ware
uitkomst
zijn
en
niet
minder
voor
onze
riijwielfabrikanten,
die
met
wat
veel
voorraad
zitten.
De
tijger
is
een
voorbeeldig
huisvader,
die
een
waarlijk
vurige
liefde
koestert
voor
zijne
wederhelft,
die
den
naam
van
tijgerin
draagt.
Deze
dame
nu
dat
gebeurt
wel
meer
—
is
nu
juist
geen
katje
om
zouder
bkandschoenen
aan
te
vatten
;
doch
hare
liefde
voor
manlief
is
wederkeerig
zoo
groot,
dat
er
van
pantoffelregeering
of
onder
de
plak
zitten
in
een
tijgersfamilie
geen
sprake
is
iets,
wat
naar
ik
hoor,
in
een
menschenfamilie
nog
al
eens
voor-
komt.
Heeft
madame
haar
„gemaal
met
een
viertal
„lieve“
kleinen
verrast
dan
zijn
beiden
onuitputtelijk
in
zorg
voor
de
kin-
deren
en
geven
hun,
wat
hun
hartje
maar
lust.
Ja
zoo
groot
is
hun
liefde
voor
de
kleinen,
dat,
wanneer
er
hongersnood
in
’tland
is,
z
„te
zamen
en
in
vereeniging
<
hun
schat
oppeuzelen
alleen
om
hem
niet
den
verschrikkelijksten
aller
dooden,
den
hongerdood,
te
laten
sterven.
In
den
laatsten
tiijd
heeft
men
er
zich
op
toegelegd
tijgers
te
temmen
en
de
tijd
is
wellicht
niet
ver
meer,
dat
ook
de
tijger
evenals
zijne
nicht
de
kat
tot
onze
huis-
dieren
zal
gaan
behooren.
Het
volgende
jaar
zal
nog
wel
voorbij-
gaan,
eer
dit
zal
gebeuren,
want
om
de
waarheid
te
zeggen,
veel
sueces
heeft
men
op
het
oogenblik
nog
niet.
Ook
heett
men
beproefd
den
tijger
als
rijdier
te
ge-
bruiken.
Een
heel
mooie
uitvinding,
voorwaar
jammer
maar,
dat
de
tijger
nog
mee
te
minder
lust
gevoelt
voor
„het
paardje-
spelen“
dan
op
eommando
ziijn
bek
te
openen
en
zijn
bloedroode
tong
op
de
hand
van
zjn
oppasser
te
leggen.
Misschien
dat
er
mettertijd
nog
wel
tijgerbezweerders
opstaan.
Als
dat
mocht
gebeuren,
dan
zouden
de
wielersport
en
de
automobielen
spoedig
tot
de
geschiede-
nis
gaan
behooren
en
zou
men
onze
jongeheeren
op
een
heuschen
tijger
langs
’8
heeren
straten
zien
vliegen.
De
Telegraaf.
Gemengd
Nieuws.
--
Te
Schiedam
is
in
eene
sloot,
nabij
de
Hoekplankjes,
het
lijk
gevonden
van
den
Heer
J.
van
G
chef
eener
winkel-
zaak
en
melkinrichting,
aldaar,
toebehoo-
rende
aan
de
Naaml.
Vennootschap
»Con-
federatie“,
te
Delfshaven.
De
ongeluakkige
die
28
jaar
oud
en
gehuwd
was,
had
twee
diepe
wonden
aan
den
hals.
—
Naar
men
uit
Bloemendaal
meldt,
heeft
gisteren
een
mannelijk
patiënt,
in
het
krankzinnigengesticht
Meerenberg
verpleegd
wordende,
zich
door
ophan-
ging
van
het
leven
beroofd.
De
officier
van
justitie
doet
onder-
zoek.
(Vad.)
Te
Veendam
is
een
oude
vrouw
van
78
jaar,
door
de
duisternis
mis-
leid,
in
het
hoofddiep
geraakt
en
ver-
dronken.
—
Vrijdag
zijn
aan
de
Galathée,
tus-
schen
Ooltgensplaat
en
Oude
Tonge
twee
liijjken
van
mannen
van
middelbaren
leeftijd
opgevischt,
vermoedelijk
oprarendenvan
een
op
dezelfde
plaats
gestrand
scheepje,
welks
lading
uit
ajuin
bestond.
Denkelijkis
dit
vaar-
Dit
blad
verschijnt
elken
Woensdag
en
Zaterdag.
Advertentiën
voor
dit
blad
opge-
geven
worden
tevens
gratis
op-
genomen
in
nog
-8
andere
plaatselijke
bladen.
Alle
boekhandelaren,
agenten
en
brievengaarders
nemen
abonnementen
en
advertentiën
aan.
tuigje
Woensdagavond
door
den
storm
in
het
Nieuwe
Vaarwater
van
zijn
anker
geslagen.
Deze
week
valt
over
de
graanmarkt
weinig
bijzonders
te
zeggen.
Zaken
wer-
den
wel
is
waar
niet
veel
afgesloten,
maar
toch
is
in
den
handel
grootere
levendig-
heid
dan
andere
jaren
om
dezen
tijd
van
het
jaar.
De
vraag
voor
de
consumptie
op
de
West-Europeesche
markten
blijft
levendig,
en
groote
voorraden
hebben
zich
nog
niet
opgestapeld.
Alleen
op
enkele
Eogelsche
stapelplaatsen
ziijn
die
in
de
laatste
weken
biijna
verdubbeld.
Tengevolge
de
voortdurende
vraag
voor
Europa,
verkeerden
de
Amerikaansche
markten
in
vaste
stemming,
vooral
ook
daar
de
voorraden
in
de
havensteden
af-
genomen
hebben.
Toch
bliijven
de
toe-
voeren
van
de
farmers
ruim,
ofschoon
die
gedurende
de
herfstmaanden
van
’t
vorige
jaar
meer
van
beteekenis
waren.
.
Wanneer
de
Europeesche
markten
niet
grootere
terughouding
getoond
hadden
dan
tot
nu
toe
het
geral
geweest
is,
was
prijsverhooging,
althans
op
de
Noord-Ame-
rikaansche
markten,
waarschijnliijk
niet
uitgebleven.
Bij
de
Europeesche
gereser-
veerdheid
liepen
de
prijzen
nu
echter
een
wainig
terug.
Over
’tgeheel
is
de
stem-
ming
ook
op
de
Europeesche
markten
in
de
laatste
dagen
niet
williger,
eerder
iets
lager.
Na
den
verkoop.
Met
den
hengstenverkoop
te
Bergen
op
Zoom
heeft
het
Riijk
goede
zaken
gemaakt.
Bij
inkoop
hadden
de
14
hengsten
ge-
kost
f
4435.
Aan
voeding
enz.
werd,
ge-
rekend
tegen
f1
per
paard
en
per
dag,
gedurende
de
drie
jaar
£15,400
betaald,
zoodat
de
beesten
kostten
f{19,835.
Zij
brachtten
*
op
f32,340,
bliijft
dus
over
{12,505.
Zelfs
als
de
koopers
voldoen
aan
het
verlangen
en
de
beesten
hier
te
lande
drie
jaar
ter
dekking
beschikbaar
stellen,
waardoor
z
40
pc.
van
de
koop-
som
terug
kriijjgen,
bliijft
er
nog
winst
over.
aam
Mr.
W.
E.
J.
baron
van
Balveren,
te
Arnhem
18
benoemd
tot
secretaris
van
de
commissie
welke
in
hef
vorig
jaar
op
initiatief
der
vereeniging
„Gelre“
in
het
leven
geroepen
is,
om
zooveel
mogelijk
het
vernielen
of
verwaarloozen
van
Gel-
dersche
oudbeden
en
monumenten
tegen
te
gaan.
Boter.
Voor
onzen
boterhandel
vangt
het
jaar
nu
niet
bijzonder
ongunmstig
aan,
al
valt
het
niet
te
ontkennen
dat
de
priijzen
lang
nog
niet
rooskleurig
ziijn;
uit
de
vergelijking
met
de
intreding
van
het
vorig
jaar
bliijkt
dat
de
prijzen
die
nu
besteed
worden
iets
hooger
ziijjn;
veel
hangt
het
er
intusschen
van
af
welke
maatregelen
tegen
de
knoeierijen
genomen
zullen
worden;
wordt
er
een
wet
gemaakt
en
gehandhaafd
die
aan
dergelijke
knoei-
erijen
paal
en
perk
stelt,
dan
kan
men
omtrent
den
loop
der
boterprijzen
Datuur-
lijk
gunstiger
verwachtingen
koesteren,
dan
wanneer
de
knoeiers
met
hunne
schandelijke
praktijken
ongestoord
kunnen
voortgaan.
De
storm.
Tijdens
dea
hevigen
storm
werd
’s
nachts
omstreeks
1
uur
zekere
A.
L,
wonende
in
de
Abrahamdolensteeg
te
Utrecht,
plotseling
uit
den
slaap
wakker
‘geschrikt
door
een
geweldig
gekraak.
Onmiddelljk
daarna
volgde
een
zware
slag,
veroorzaakt
door
het
neervallen
van
een
balk.
Haastig
opstaande
begaf
hij
zich
naar
den
zolder
en
bemerkte
toen
tot
zijn
niet
geringen
schrik,
dat
een
gedeelte
van
zijn
dak
was
ingestort
en
dat
de
rest
weldra
zou
volgen.
Nauwelijks
had
hiij
dan
ook
den
tijd
om
vrouw
en
kinderen
in
veiligheid
te
brengen,
toen
opeens
het
geheele
dak
instortte,
een
gedeelte
van
den
achterge-
vel
in
zijn
val
medesleepende.
Van
L.
met
zijne
vrouw
en
7
kinderen
begaven
zich
onmiddellijk
naar
het
politiebureau
aan
de
Ganzenmarkt,
waar
zij
het
overige
van
den
nacht
doorbrach-
ten.
:
Men
schrijft
aan
de
Arnh.
Ct.
uit
Over-Betuwe:
Voor
enkele
jaren
was
in
deze
streken
groote
vraag
naar
populierenhout
voor
de
fabricage
van
klompen
en
lucifers,
Geheele
lanen
werden
toen
verkocht
en
geveld.
Inmiddels
maukt
men
zich
gereed,
op
den
duur
aan
de
vraag
te
kunnen
blijven
voldoen.
Gehesle
stukken
minder
goed
bouw-
en
weiland
worden
met
het
oog
hierop
uitsluitend
met
populieren
bepoot,
vooral
in
Valburg,
Homoet,
Elst
en
Driel.
Naar
men
wil,
levert
dit
bedrijf
nog
al
goede
rente
op.
—
De
45
jarige
Kaatje
S.,
te
Webl,
had
Woensdagmiddag
het
ongeluk,
met
een
der
wieken
van
den
in
beweging
zijnden
molen
van
den
heer
Peters
in
aanraking
te
komen,
met
het
noodlot-
tig
gevolg,
dat
zij
haar
arm
brak
en
inwendig
zwaar
gekneusd
werd.
Dr.
Ten
Cate
Hoedemaker,
te
Didam,
ver-
leende
de
eerste
hulp.
Heden
werd
zij
ter
verdere
behandeling
naar
laatst-
genoemde
plaats
in
een
gesticht
over-
gebracht.
Men
vreest
voor
haar
leven,
—
Te
Groningen
is
Zondagnacht
brand
ontstaan
in
een
paardenstal
van
den
scheepsjager
Bezema,
aan
het
Win-
schoterdiep
;
een
schipper,
die
aan
den
overkant
lag,
zag
de
brand
en
wekte
de
bewoners.
De
paarden
konden
echter,
door
het
snelle
toenemen
van
den
brand,
niet
meer
gered
worden
en
zijn
alle
vier
omgekomen.
De
brand
werd
door
de
brandweer
spoedig
gebluscht.
De
inboedel
en
de
paarden
waren
_ve1‘zekefd.
De
zoon
van
den
landbouwer
Wilpshaar,
te
Gramsbergen,
die
zich
Zaterdag
j.l.
door
het
springen
van
een
geweer
zoo
ongelukkiglijk
wondde
aan
het
voorhoofd,
is
—
naar
de
Pr.
Ov.
en
Zw.
Ct.
meldt
—
ten
huize
van
Dr.
Van
Maanen
aldaar
overleden.
Te
Groningen
heeft
voor
het
lo-
kaal
van
het
Leger
«des
Heils
een
volks-
oploop
plaats
gehad,
veroorzaakt
door
eene
krankzinnige
vrouw,
die
daar
haar
overleden
man
terugeischte.
Te
Stadskanaal
heeft
de
politie
zekeren
J.
K.
in
hechtenis
genomen.
In
Maart
1897
was
hij
beschuldigd
van
brandstichting
aldaar,
doch
was
toen
naar
Pruisen
uitgeweken,
thans
wilde
hij
een
bezoek
brengen
aan
zijne
ouders,
doch
werd
door
de
politie
ontdekt.
Zestig
jaren
geleden
werd
uit
het
koor
der
St.
George-kapel
te
Windsor
het
geëmaiïleerde
wapenschild
van
Karel
van
Leicester,
ridder
van
den
Kouseband
(uit
het
begin
der
16e
eeuw)
gestolen.
Dat
schild
is
thans
teruggevonden
in
.
‚
.
«
Nieuw
Zeeland,
en
de
oudheden-
liefhebber,
in
wiens
bezit
het
was,
heeft
het
ten
spoedigste
teruggezonden
aan
het
bestuur
van
de
genoemde
kerk.
—
In
het
Achterom,
te
’s
Graven-
hage,
heeft
Donderdagavond
een
man,
die
aldaar
een
jonge
vrouw,
met
wie
hij
vroeger
verkeerd
had
ontmoette,
in
woede
ontstoken,
bhaar
met
een
mes
eenige
steken
in
rug,
hoofd
en
hals
toegebracht.
Ernstig
verwond,
hoewel
niet
levensgevaarlijk,
werd
de
vrouw
per
raderbaar
door
de
politie
naar
het
Gemeente-Ziekenhuis
vervoerd.
De
dader
is
aangehouden.
Een
treurig
voorval
gehad
in
de
buurtschap
”
Holtheme
onder
Gramsbergen.
Delandbouwer
G.
J.
Wilps-
haar
aldaar
eigen
gebruik
en
eerig
afval
daarvan
buiten
op
den
mesthoop
geworpen,
waarop
de
vogels
afkwamen.
De
oudste
drie-en-
twintigjarige
zoon,
dit
ziende,
had
een
geweer
genomen
om
uit
de
schuur
door
een
raampje
daarop
te
schieten;
doch
wat
gebeurde
?
Wel
werd
een
kraai
ge-
dood,
maar
het
geweer
sprong
uit
elkan-
der
en
de
jongeling
werd
tegen
hoofd
getroffen.
Ziijn
toestand
is
zeer
ernstig.
Tel.
Te
Elp,
gemeente
Westerbork
(Dr.),
is
Donderdagarond
de
groote
boerenbe-
huizing
met
broodbakkerij
van
den
Heer
G.
Vredeyeld
in
vlammen
opgegaan.
Er
kon
piets
gered
worden,
zoodat
tien
stuks
rundvee,
een
paard,
dertig
schapen
en
een
aantal
varkens,
benevens
de
gehee-
le
inboedel,
zijn
verloren
gegaen.
heeft
plaats
_
had
een
koe
geslacht
voor
#
D