Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_18980101_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
II_IBMBBÌSHÍ.ÌS: g â’(e)g drie maanden, france per post ,05. « Van 1—3 regels 25 cents, en iedere regel ; mîenîiiprljs * Driemaa lg plaatsing wordt sleehts : bennem nten aanmerkelijk lager, tweemaal 72 f 0,55. Enkele nammers daarboven 5 cent. berekend. Se Jaargang No. 1. Zaterdag 1 Jan. 1898. Uitgevers: ter Haar & Schuiijt, Leerdam- e e e # Dii hlad verschijnt elken Woensdag en Zalerdag. Advertentien voor ditblad opgegeven wordeu tevens &ratis opgenomen in nog 10 andere plaatselijke hladen All_e boekhandelaren = &genten ep hrievengaarders aemen abonnementen en advertentien 2aa. ooien en de Rijkspostspaarbaak. De fooienquaestie is oud en afgezaagd. Veel 4 daarover en daartegen reeds geschreven. Dat schaduwzijde er niet minder om wordt, wan- eer de vrijbeid om goedhartig en liefdadig te jn ontaardt in een soort van dwanz, zal wel lgemeen worden toegegeven. Ook de meening, at aan hetgeen vaak de sleur en een soort van fatsoeu“ hebben gestieht een einde moet werden emaakt, zal zeker door velen worden gedeeld. Nog altijd is bijv. niet uitgemaakt, waarom vragen wij met anderen de bezuekers an kofBebhuizen en logementen zedelijk gedwon- en zouden zijn om de bediendsn dier inrichtin- en op hunne kosten te onderbouden ; waarom ene belasting van in vele gevallen tot 30 à 50 t op de sonsumptie behoort te worden gelegd ! Gewoonte! Men wil niet anders dan de rest ijn, mea wil geene uitzoadering maken, niet voor aal doorgaan, geen gek figuur slaan. Ea men oet als anderen. Dwaasheid ! Er bestaat echter een zeker gebruik, dat, hoe- el aan het foeienstelsel verwant, toch, o.i., meer erdedigbaar toeschijnt dan de slaafsche gewoon- Waarop hierróór wordt bedoeld. Het gebruik smelijk om- biij bhet ontrangen van rekening- slden eene fooì aam den brenger of de brengster, nzen bedienden, te geven; hen bij jaardagen, à den schoonmaak, op St. Nicolaas-, kermis-, ieuwjaarsdag of an lere feestelijke gelegenheden eldelijk te bedenken, De gever van de fooi, of, deftiger, van de don- ur, za', het stoffelijk belang van den begiftigde loor oogen houdende, n:éór dan anders van zijne iildheid genoegen smaken, wanneer hij zich hier- se van de spaarb=nk bedient. Inderdaad mag reeds worden gewezen op het erblijdend teit, dat menige gift van dien aard oor de zorg van mevrouw, mijnheer of patroon, Ëp een postspaarbankbcekje werd ingeschreven, 'm meuige bedi nde, langs diea weg, jaarlijks 'en aardig sommetje bespaard kreeg, te zijner jd geschikt om nuttig dienst te doen. Die stuivertjes, dubbeltjes on kwartjes, anders ) lichtelijk door de ringers wegrollende, kuwnen genblikken, waarop ze goed te pas komen. Dreigt een afgedragen r1ok elk oogenblik ienst op te zeggen, het spaarbankboekje komt erastetellend oen andere brengen; begint een pon of jas aanspraak op rust te maken, het oekje zendt er een thuis, zonder het evenwicht sschen uitgaren en week- of maandgeld te ver- reken; heeft men het voorrecht den jaardag van ader of moeder te herdenken, de koperen of ilveren bruilcft te vieren, het boekje zorgt, dat e herinnering aan het genoegen niet wordt ver- ald door akelige naweeën; desgelijks brengt bet litkomst, wanneer een of ander meubelstuk ver- lieuwing Traagt. Zoo zijn de voorbeelden maar oor het grijpen. oed bewaard, verrassiagen bereiden, en juist op | | bloembollen de p Met dergelijke gevolgen voor oogen komen w2 er al vast toe, medewerking in te roepen van al- len, die het wel met hucne dienstboden en be- dienden meenen, om te zorgep; dat het zooge-= naamd „verval“ den weg vindt naar de spaa:- bank. k Dien maatregel, welke b; vel goede gewoonte geworden is en diensten bewees, zouden w gevolgd te zien, reeds eene ak uitstekende énschen algemeen Als vanzelf spreekt, vcrdient het eveneers aanbeveling in voormelden vorm, ook geldge- schenken aan kinderen en extra-tcelagen aan arbeiders te geven. Dit kan ook een begin van aanmoediging tot verder sparen zijn, want in den regel zal men z'en, dat wie eenmaal een spaarbankbsekje heeft, voortgaat met sparen. De Postspaarbank werkt overigens eenvoudig genoeg en verdert zóó weinig tiijd en moeite van hes, die zich voor het kier opgeworpen denkbeeld wenschen te interesseeren, Om te mogen ver- washten dat, nu Nieuwjaar voor de deur staat, de Januari-statistiek van die instelling zal doen zien, hoezeer die giften wederom in klimmende mate den weg maar de spaarbank hebben ge- vonden, Even een loopje naar het naastbijzijnde post- kantoor, daar den’ maam opgegeven van den persoen, te wiens behoeve een boekje verlangd wordt, verder zijne handteekening gedeponeerd, het toegedacht geldgeschenk afgedragen, en ge hebt wellicht op stoffelijk en zedelijk gebied den grondslag gelegd van veel goeds en misschien afgehouden vaa veel kwaads, In het belang der geede zaak geven wij ten slotte in overwegiug: zijne gave te doen verge- zeld gaan van den bekenden, nutiige en practische wenken bevattenden Spaarbankgids, die bij de postkantoren tegen 10 cents verkrijgbaar is. en op alle vragen, de Rijkspostspaarbaak betreffeade, en duidelijk antwoord geeft. ! Geaengd nieuws. Door tijdige ontdekking is van den polder Lisse, die voor een belangrijk deel met kostbare is beplant, een groot gevaar afge- wond. Er was namelijk een duiker gesprongen, waardoor de polder gemaklelijk zoude zijn onder water gezet, Om dezen tijd van het jaar waren dat een ware calamiteit geweest. De vereeniging Rotterdamsche Gezond- heidskolonien heeft van H. M. de Koningin- Regentes namens H. M. de Koningin eene gift ontvangen ter voltooïng van het Koloniehuis te Oost-Voorne. Aan de benoodigde som voor dit huis ont- breekt nog circa f 3000, die het bestuur hoopt dat door belangstellenden zal worden bijeen- gebracht. S e Dezer dagen vierde de weduwe Lakerpán f te Bleiswijk haar S8sten verjaardag. Het kfasse oudje leest nog zonder bril en heeft geerí enkel lichaamschgebrek. Ook ziijn hare verschandelijke vermogens nog goed in orde. Hare zéven kinde- ren, die overa! verspreid zijn, zelfs Áot in Ginni- ken (N.-Br.), lieten dezen dag nigf onopgemerkt voorbij gaan en gingen haar allen bezoeke_, De| jongste er van tilt 61 jaar, Ook waren verschei- dene kleinkinderen opgekomen om hun grootmoe- der 19 feliciteeren, Dat bet gezelschap wel groot geweest zal zijn, bliijkt hieruit dat de oude vrouw meer dan 152 nakomeliegen hezft. Moge zij nog verseheidene jaren op dezeifde wijzen haren ge- boortedag vieren. Woensdag zijn in de Wagenstraat te ’s Gra- venbage twee rrouwen, moeder en dochter, die stonden te praten, door cen van de Wagenbrug komenden wagen orerreden. Ds moeder werd eerst per radeebaar naar hare woning vervoerd, mear later naar het gemeente-ziekenhuis overgebracht, waar bleak dat zij, behalve verwondiagen aan de borst, het onderbeen had gebroken. Gisteren nacht is zij overleden. Hare dochter had bij het onge- val eonige lichte kwetsuren aan den rug beko- men. Verschillende ooggetuigen hebben verklaard dat de koetsier herbaalde malen door roepen had gewaarsehuwd en b het afrijden van de brug opmogelijk zijn paard tot staan kon bren- gen. Ook het ingesteld politie-onderzoek be- vestigt de onscheld van den voerman. Men meldt uit Amsterdam : Zaterdagmorgen vroeg. omstreeks G uur, is eene publieke vrouw, jn de O. Z. Kapelsteeg, | een dwarssteeg van den Zeedijk. door een man met een mes in den schouder gestoken Deze man, die ontvlucht is, en wiens naam men 1eg hniet kent, had bij eene andvx‘e! vrouw tten nacht doorgebracht Hij kreeg 'smorgens op de trap van haar woning twist met de verwonde. Het mes drong zoo in bet lichaam, dat het aanvankelijk piet terugge- trokken kon worden. In het gasthuis kon geconsta eerd worden, dat de verwonding niet levensgevaarlijk was. Daar ziijn intusschen redenen genoeg om alle verband tusschen dit voorval en de aanrandingen op de openbare straat weg te cijferen. Vriijdagavond heeft de gemeentepolitie te Edam een jongetje van 12 jaar aangehou- den dat daar op den openbaren weg rond- zwierf. Het bleek dat van ziijjn vader, zekeren V., te Amsterdam. was weggeloopen. Toen de veldwachter van Edam het knaapje Zaterdag thuisbracht, was daar reeds eene briefkaart van hem bezorgd, waarop te lezen stond: „Lieve vader, ik ga met het schip naar Amsterdam vertrekken.« Zncht tot reizen was de reden van zijn ver- trek geweest. Drie tot heden toe nog onbekende per- sonen hebben getracht in te breken op »Hui- ze Weerestein(, te Hillegom, althans krassen waren op de ruiten zichtbaar en een looper stak in ’tslot Blijkbaar hebben de dieven op ‘thooren van gerucht het hazenpad geko- zen. Maar nu kwamen ze in minder aange. name aanraking met den nachtwacht H. wien 'tna eene kleine schermutseling. jammer ge- noeg, niet mocht selukken ook maar een van de daders te arresteeren. Men schrijft uit Zevenaar: Maandag ontvingen onze marechaussees de mededeeling, dat zich zes wagens met zigeu- ners te Emmerik bevonden, gereed om alhier over de grenzen te trekken, Onmiddellijk werden hen eenige gewapende manschappen tegengezonden, om de ongewenschte gasten bet overtrekken te beletten. _ Te Spezia is teruggevonden eene jonge dame, die sedert 30 September, wegens liefde- leed, uit haars ouders woning te Milaan was verdwenen. De wereld had reeds als vast- staande aangenomen, dat zij met haar lief er vandvor was gegaan. Maar nu komt de deugd schitterend aan het licht en blijkt het, dat zij niet met den man, dien zij beminde, maar alléen gevlucht was, dat zij zich vier maanden lang te Spezia verborgen hield, ar- beidende, lijdende, tranen stortende. Zij heeft dat gedaan omdat haar moeder haar wilde dwingen een man te trouwen waar zij niet van hield. Daarom alleen, enkel om een hu- welijk te ontgaan, waar zij een afkeer van had, stelde zij een achttien-jarig meisje in een pijke familie weelderig opgevoed zich bloot aan al de ellende en tegenspoeden van het onbekende, in een vreemde stad alle verhuurkantoren afloopende om ergens wat werk te vinden waarmee zij aan den kost zou kunnen komen En toch wilde zij in hare verlatenheid, hare ellende en haar lijden niet de toevlucht nemen tot den man, die haar lief had, ten einde, zooals zij het noemt, hare eer intact te houden. Nu dit alles openbaar wordt, en de couranten met gretigheid al deze bijzonderheden in hare kolommen opnemen, is het meisje natuurlijk in ieders oog een heldin geworden, een voor- beeld uit de oudheid, zooals men ze tegen- woordig maar zelden meer vindt. Ik geloof dat het best zal zijn, ten einde aan al die opspraak een eind te maken, dat mama te Milaan het minnende paar nu maar zijn zin geeft. Feuilleton. DE EER GERED GEN ROMM Yan GEORGES OHNET. DDP CE 8_- „Ga naar den molen,“ fluisterde hij : „en gij ult zien welk meel ik hem te malen heb ge- even. Er kleeft bloed op het groote rad. Het raaide met dien man doer het zwarte water …. eg mij, wie hooptet gij dat zou overwinnen ? hebt mij gewaarschuwd, dat is waar, en zijt oorzaak dat ik hem gedeod heb: maar op dat oogenblik waart gij buiten uzelre, en hebt dien ellendeling zoozeer bemind! Weet Bog wat gij zeidet, toen gij mij verliet om u b hem te voegen? Ik heb bet niet vergeten. Zulke woorden blijven onuitroeibaar in het hart gebrand: „Sterker daa de plicht, dan het ge- loof, ja zelfs dan de doed, het eenige wat mee- lt in het leren: liefde!* En zijjt vertrok- en, en zoo hij het gewild had, zoudt gij soít zijn wedergekeerd! Arme Louisel gij ebt zijm deod niet kunnen wenschen! Ik heb ü verdedigd, omdat ik hem straffen wilde, maar oor mij ook zou het eene uitkomst zijn geweest. Ik n zoo opgelukkig |“ Bij dat laatste woord, was de joage vrouw niet nger in staat zich te bedwingen ; zij bartste in tra- en Jos en ep de knieen vallende voor zijns erstede snikte zij : „Ô I heb medelijden, Darid, heb ontferming |* Zijn gelaat was reeds veranderd en zeer ernatig geworden, alsof hiij weer bij zijne zionen gekomen was, en zij hoorde hem zeggen: wat giij verlangt. „Wat wilt gij dat ik doen zal riep zij uit: „Niets zal mij te veel zijn om uwe vergiffenis te verwerven.É Maar reeds bleef geruimen neergcknield. Daarna stond zij zwijgend op en bleef tot den morgenstond biij hem waken. David sloeg omstreeks acht ure de oogen weer op en Cendrin ziende, die Louise had afgelost, verklagr- de-hiij zich veel beter te gevoelen, maar voegde er bj: „Heeft mijne vrouw van nacht waakt ?* „da. Wat heeft ziij u gezegd toen gij haar kwaamt vervangen ? sprak hiijj opnieuw wartaal, en zij tiijd te vergeefs aan ziijne zijde b ge- Niets.* „Na het ontbijt keerde Louise in de zieken- kamer terug en ging zwijgend bij het venster zitten werken, alleen opstaande om den gekwets- te Bu en dan in te geren. David dankte haar sprakeloos, met een hoofdknik. Een enkele maal echter ondervroeg hij haar: „Ik heb van nacht eene zware koorts gehad. Wat heb ik gezegd # „Onverstaanbare weorden.* „Maar giijzelve, hebt giij niet gesproken ?* Öa u te vragen of gij pijn hadt, anders niet. H knikte, toen. Maar van dat oogenblik vond hij er een zeker behagen in haar bijj zich te zien. In weerwil van hear onikennen bleef hem de onbestembare her- innering bij aan eene ure, gedurende welke zij als om haar te danken en zweeg „Ik ben het niet, Louise, die u kan schenken hem om verzoening vroeg en bij hem weende. Zij mocht het niet willen toestemmen, hij was er van ovcrtuigd dat zij om vergiffenis gesmeekt en berouw gevoell, ja zelfs hare schuld gevloekt had, en det den dag nadat hij haar medeplichtige had getroffen. De volgende nacht was rustiger, en de wond begon zoo spoedig te heelen, dat David na ver- loop van enkele dagen weer op kon staan, en op eene rustbank mocht ligzen voor het venster van waar hijj Cecile en Laroque kon gadeslaan die gehee] en al verdiept waren in hun geluk, en wier vreugde zich in ziijn eigen hart scheen af te spiegeien. Maar, naar mate de dag tot het huweliijk der jonge lieden vastgesteld naderde, kwam het Her- belin voor dat het gelaat zijner vrouw steeds somberder werd. Te hooghartig om zich te be- klagen over een vonnis, dat zij zelf had uitge- lokt, droeg Leuise hare smarte stilzwijgend, en alleen haar schoon gelaat vermagerde zoozeer, | dat het wel haar lijden moest verraden. David | dacht dikwijls over die ure van scheiding na, | maar gevoelde geen toorn mezr tegen haar, Na | haar zoozeer bemind, zoozeer gehaat te hebben, | was3 er een soert vrede in hem neergedaald. Hij | ziede tot zichzelven : Zij zal vertrekken, dat is | bepaald. Ziij is alleen geble en omdat ik het zevorderd heb. Zoodra Lare plichten tegenover hare dochter vervuld zijn, zal vrij wezen. Zij en ik hebben het zoo verlangd. Condottiers lijk werd intusschen gevonden, maar Cendrin en David’s beide andere vrienden verschaften der justitie zulke volledige inlichtin- gen omtrent de ware toedracht ler zaak. dat er van geen vervolging sprake was, en dat iedereen in den omtrek overtuigd bleef dat de markies door eigen onvoorzichtigbeid in het water was gevallen. Het was tien uur op den morgen en David stond, in zwarten rok gekleed, in zijn studeer vertrek te wachten, dat zijne dochter zich in haar bruidsteilet zou vertoonen. De deur ging eindelijk open en Cecile ijlde, bekoorlijker dan ooit; in witte gewaad en met de takken oranjebloesem in de lokken, op haar vader toe die haar een oogenblik sprakeloos aan het hart drukte. „Kind,“ zeide bij eindelijk: „op dit beslissen- de uur van je levyen, moet je ket weten, om het nooit weder te vergeten, dat ik geen ander doel iu het leren heb gehad dan je geluk. Ik heb n net alles onderworpen, alles opgeofferd a2an dien taak, en op het oogeublik dat zij ten einde spoedi, vraag ik het je af: ben ik daarin ge- slaagd # E bief de engelachtige oogen naar hem op en antwoordde: „Ja, ik ben gelukbig.® Mear hij gevo=lde zich j niet voldaan over den toon, wearop dit astwoord gegevén werd, eu zag haar nd aan. miij niet alles watje deukt. Wat is er, r mag heden geen wolk over je vreugde hangez. Haar gelaat veranderde opeens, haar lachende mond vertrok zich smartelijk en er welden tranen in hare oogen op. „Üecile!“ riep David verschrikt: „je weent. „En hoe zou ik dat niet doen 7* vroeg het meisje „als ik zie dat hetgeen mij zoo gelukkig stemt, mama, zoo bedrocfd maakt? Van mor- gen, terwijl zij mij kleedde, kon zij hare tranen niet bedwingen. Ik heb haar gevraagd wat er was en toen Is zij snikkend naar hare kamer gerlueht. Slot volgt.