Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_18980101_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
II_IBMBBÌSHÍ.ÌS:
g
â’(e)g
drie
maanden,
france
per
post
,05.
“
«
Van
1—3
regels
25
cents,
en
iedere
regel
;
mîenîiiprljs
*
Driemaa
lg
plaatsing
wordt
sleehts
:
bennem
nten
aanmerkelijk
lager,
tweemaal
72
f
0,55.
Enkele
nammers
daarboven
5
cent.
berekend.
Dij
Se
Jaargang
No.
1.
Zaterdag
1
Jan.
1898.
Uitgevers:
ter
Haar
&
Schuiijt,
—
Leerdam-
e
e
e
#
Dii
hlad
verschijnt
elken
Woensdag
en
Zalerdag.
Advertentien
voor
ditblad
opgegeven
wordeu
tevens
&ratis
opgenomen
in
nog
10
andere
plaatselijke
hladen
All_e
boekhandelaren
=
&genten
ep
hrievengaarders
aemen
abonnementen
en
advertentien
2aa.
ooien
en
de
Rijkspostspaarbaak.
De
fooienquaestie
is
oud
en
afgezaagd.
Veel
4
daarover
en
daartegen
reeds
geschreven.
Dat
schaduwzijde
er
niet
minder
om
wordt,
wan-
eer
de
vrijbeid
om
goedhartig
en
liefdadig
te
jn
ontaardt
in
een
soort
van
dwanz,
zal
wel
lgemeen
worden
toegegeven.
Ook
de
meening,
at
aan
hetgeen
vaak
de
sleur
en
een
soort
van
fatsoeu“
hebben
gestieht
een
einde
moet
werden
emaakt,
zal
zeker
door
velen
worden
gedeeld.
Nog
altijd
is
bijv.
niet
uitgemaakt,
waarom
—
vragen
wij
met
anderen
—
de
bezuekers
an
kofBebhuizen
en
logementen
zedelijk
gedwon-
en
zouden
zijn
om
de
bediendsn
dier
inrichtin-
en
op
hunne
kosten
te
onderbouden
;
waarom
ene
belasting
van
in
vele
gevallen
tot
30
à
50
t
op
de
sonsumptie
behoort
te
worden
gelegd
!
Gewoonte!
Men
wil
niet
anders
dan
de
rest
ijn,
mea
wil
geene
uitzoadering
maken,
niet
voor
aal
doorgaan,
geen
gek
figuur
slaan.
Ea
men
oet
als
anderen.
Dwaasheid
!
Er
bestaat
echter
een
zeker
gebruik,
dat,
hoe-
el
aan
het
foeienstelsel
verwant,
toch,
o.i.,
meer
erdedigbaar
toeschijnt
dan
de
slaafsche
gewoon-
‚
Waarop
hierróór
wordt
bedoeld.
Het
gebruik
smelijk
om-
biij
bhet
ontrangen
van
rekening-
slden
eene
fooì
aam
den
brenger
of
de
brengster,
nzen
bedienden,
te
geven;
hen
bij
jaardagen,
à
den
schoonmaak,
op
St.
Nicolaas-,
kermis-,
ieuwjaarsdag
of
an
lere
feestelijke
gelegenheden
eldelijk
te
bedenken,
De
gever
van
de
fooi,
of,
deftiger,
van
de
don-
ur,
za',
het
stoffelijk
belang
van
den
begiftigde
loor
oogen
houdende,
n:éór
dan
anders
van
zijne
iildheid
genoegen
smaken,
wanneer
hij
zich
hier-
se
van
de
spaarb=nk
bedient.
Inderdaad
mag
reeds
worden
gewezen
op
het
erblijdend
teit,
dat
menige
gift
van
dien
aard
oor
de
zorg
van
mevrouw,
mijnheer
of
patroon,
Ëp
een
postspaarbankbcekje
werd
ingeschreven,
'm
meuige
bedi
nde,
langs
diea
weg,
jaarlijks
'en
aardig
sommetje
bespaard
kreeg,
te
zijner
jd
geschikt
om
nuttig
dienst
te
doen.
Die
stuivertjes,
dubbeltjes
on
kwartjes,
anders
)
lichtelijk
door
de
ringers
wegrollende,
kuwnen
genblikken,
waarop
ze
goed
te
pas
komen.
Dreigt
een
afgedragen
r1ok
elk
oogenblik
ienst
op
te
zeggen,
het
spaarbankboekje
komt
erastetellend
oen
andere
brengen;
begint
een
pon
of
jas
aanspraak
op
rust
te
maken,
het
oekje
zendt
er
een
thuis,
zonder
het
evenwicht
sschen
uitgaren
en
week-
of
maandgeld
te
ver-
reken;
heeft
men
het
voorrecht
den
jaardag
van
ader
of
moeder
te
herdenken,
de
koperen
of
ilveren
bruilcft
te
vieren,
het
boekje
zorgt,
dat
e
herinnering
aan
het
genoegen
niet
wordt
ver-
ald
door
akelige
naweeën;
desgelijks
brengt
bet
litkomst,
wanneer
een
of
ander
meubelstuk
ver-
lieuwing
Traagt.
Zoo
zijn
de
voorbeelden
maar
oor
het
grijpen.
oed
bewaard,
verrassiagen
bereiden,
en
juist
op
|
|
bloembollen
de
p
Met
dergelijke
gevolgen
voor
oogen
komen
w2
er
al
vast
toe,
medewerking
in
te
roepen
van
al-
len,
die
het
wel
met
hucne
dienstboden
en
be-
dienden
meenen,
om
te
zorgep;
dat
het
zooge-=
naamd
„verval“
den
weg
vindt
naar
de
spaa:-
bank.
k
Dien
maatregel,
welke
b;
vel
goede
gewoonte
geworden
is
en
diensten
bewees,
zouden
w
gevolgd
te
zien,
reeds
eene
ak
uitstekende
énschen
algemeen
Als
vanzelf
spreekt,
vcrdient
het
eveneers
aanbeveling
in
voormelden
vorm,
ook
geldge-
schenken
aan
kinderen
en
extra-tcelagen
aan
arbeiders
te
geven.
Dit
kan
ook
een
begin
van
aanmoediging
tot
verder
sparen
zijn,
want
in
den
regel
zal
men
z'en,
dat
wie
eenmaal
een
spaarbankbsekje
heeft,
voortgaat
met
sparen.
De
Postspaarbank
werkt
overigens
eenvoudig
genoeg
en
verdert
zóó
weinig
tiijd
en
moeite
van
hes,
die
zich
voor
het
kier
opgeworpen
denkbeeld
wenschen
te
interesseeren,
Om
te
mogen
ver-
washten
dat,
nu
Nieuwjaar
voor
de
deur
staat,
de
Januari-statistiek
van
die
instelling
zal
doen
zien,
hoezeer
die
giften
wederom
in
klimmende
mate
den
weg
maar
de
spaarbank
hebben
ge-
vonden,
Even
een
loopje
naar
het
naastbijzijnde
post-
kantoor,
daar
den’
maam
opgegeven
van
den
persoen,
te
wiens
behoeve
een
boekje
verlangd
wordt,
verder
zijne
handteekening
gedeponeerd,
het
toegedacht
geldgeschenk
afgedragen,
en
ge
hebt
wellicht
op
stoffelijk
en
zedelijk
gebied
den
grondslag
gelegd
van
veel
goeds
en
misschien
afgehouden
vaa
veel
kwaads,
In
het
belang
der
geede
zaak
geven
wij
ten
slotte
in
overwegiug:
zijne
gave
te
doen
verge-
zeld
gaan
van
den
bekenden,
nutiige
en
practische
wenken
bevattenden
Spaarbankgids,
die
bij
de
postkantoren
tegen
10
cents
verkrijgbaar
is.
en
op
alle
vragen,
de
Rijkspostspaarbaak
betreffeade,
en
duidelijk
antwoord
geeft.
!
Geaengd
nieuws.
—
Door
tijdige
ontdekking
is
van
den
polder
Lisse,
die
voor
een
belangrijk
deel
met
kostbare
‘
is
beplant,
een
groot
gevaar
afge-
wond.
Er
was
namelijk
een
duiker
gesprongen,
waardoor
de
polder
gemaklelijk
zoude
zijn
onder
water
gezet,
Om
dezen
tijd
van
het
jaar
waren
dat
een
ware
calamiteit
geweest.
—
De
vereeniging
Rotterdamsche
Gezond-
heidskolonien
heeft
van
H.
M.
de
Koningin-
Regentes
namens
H.
M.
de
Koningin
eene
gift
ontvangen
ter
voltooïng
van
het
Koloniehuis
te
Oost-Voorne.
Aan
de
benoodigde
som
voor
dit
huis
ont-
breekt
nog
circa
f
3000,
die
het
bestuur
hoopt
dat
door
belangstellenden
zal
worden
bijeen-
gebracht.
S
e
—
Dezer
dagen
vierde
de
weduwe
Lakerpán
f
te
Bleiswijk
haar
S8sten
verjaardag.
Het
kfasse
oudje
leest
nog
zonder
bril
en
heeft
geerí
enkel
lichaamschgebrek.
Ook
ziijn
hare
verschandelijke
vermogens
nog
goed
in
orde.
Hare
zéven
kinde-
ren,
die
overa!
verspreid
zijn,
zelfs
Áot
in
Ginni-
ken
(N.-Br.),
lieten
dezen
dag
nigf
onopgemerkt
voorbij
gaan
en
gingen
haar
allen
bezoeke_,
De|
jongste
er
van
tilt
61
jaar,
Ook
waren
verschei-
dene
kleinkinderen
opgekomen
om
hun
grootmoe-
der
19
feliciteeren,
Dat
bet
gezelschap
wel
groot
geweest
zal
zijn,
bliijkt
hieruit
dat
de
oude
vrouw
meer
dan
152
nakomeliegen
hezft.
Moge
zij
nog
verseheidene
jaren
op
dezeifde
wijzen
haren
ge-
boortedag
vieren.
—
Woensdag
zijn
in
de
Wagenstraat
te
’s
Gra-
venbage
twee
rrouwen,
moeder
en
dochter,
die
stonden
te
praten,
door
cen
van
de
Wagenbrug
komenden
wagen
orerreden.
Ds
moeder
werd
eerst
per
radeebaar
naar
hare
woning
vervoerd,
mear
later
naar
het
gemeente-ziekenhuis
overgebracht,
waar
bleak
dat
zij,
behalve
verwondiagen
aan
de
borst,
het
onderbeen
had
gebroken.
Gisteren
nacht
is
zij
overleden.
Hare
dochter
had
bij
het
onge-
val
eonige
lichte
kwetsuren
aan
den
rug
beko-
men.
Verschillende
ooggetuigen
hebben
verklaard
dat
de
koetsier
herbaalde
malen
door
roepen
had
gewaarsehuwd
en
b
het
afrijden
van
de
brug
opmogelijk
zijn
paard
tot
staan
kon
bren-
gen.
Ook
het
ingesteld
politie-onderzoek
be-
vestigt
de
onscheld
van
den
voerman.
Men
meldt
uit
Amsterdam
:
Zaterdagmorgen
vroeg.
omstreeks
G
uur,
is
eene
publieke
vrouw,
jn
de
O.
Z.
Kapelsteeg,
|
een
dwarssteeg
van
den
Zeedijk.
door
een
man
met
een
mes
in
den
schouder
gestoken
Deze
man,
die
ontvlucht
is,
en
wiens
naam
men
1eg
hniet
kent,
had
bij
eene
andvx‘e!
vrouw
tten
nacht
doorgebracht
Hij
kreeg
'smorgens
op
de
trap
van
haar
woning
twist
met
de
verwonde.
Het
mes
drong
zoo
in
bet
lichaam,
dat
het
aanvankelijk
piet
terugge-
trokken
kon
worden.
In
het
gasthuis
kon
geconsta
eerd
worden,
dat
de
verwonding
niet
levensgevaarlijk
was.
Daar
ziijn
intusschen
redenen
genoeg
om
alle
verband
tusschen
dit
voorval
en
de
aanrandingen
op
de
openbare
straat
weg
te
cijferen.
—
Vriijdagavond
heeft
de
gemeentepolitie
te
Edam
een
jongetje
van
12
jaar
aangehou-
den
dat
daar
op
den
openbaren
weg
rond-
zwierf.
Het
bleek
dat
hij
van
ziijjn
vader,
zekeren
V.,
te
Amsterdam.
was
weggeloopen.
Toen
de
veldwachter
van
Edam
het
knaapje
Zaterdag
thuisbracht,
was
daar
reeds
eene
briefkaart
van
hem
bezorgd,
waarop
te
lezen
stond:
„Lieve
vader,
ik
ga
met
het
schip
naar
Amsterdam
vertrekken.«
Zncht
tot
reizen
was
de
reden
van
zijn
ver-
trek
geweest.
Drie
tot
heden
toe
nog
onbekende
per-
sonen
hebben
getracht
in
te
breken
op
»Hui-
ze
Weerestein(,
te
Hillegom,
althans
krassen
waren
op
de
ruiten
zichtbaar
en
een
looper
stak
in
’tslot
Blijkbaar
hebben
de
dieven
op
‘thooren
van
gerucht
het
hazenpad
geko-
zen.
Maar
nu
kwamen
ze
in
minder
aange.
name
aanraking
met
den
nachtwacht
H.
wien
'tna
eene
kleine
schermutseling.
jammer
ge-
noeg,
niet
mocht
selukken
ook
maar
een
van
de
daders
te
arresteeren.
—
Men
schrijft
uit
Zevenaar:
Maandag
ontvingen
onze
marechaussees
de
mededeeling,
dat
zich
zes
wagens
met
zigeu-
ners
te
Emmerik
bevonden,
gereed
om
alhier
over
de
grenzen
te
trekken,
Onmiddellijk
werden
hen
eenige
gewapende
manschappen
tegengezonden,
om
de
ongewenschte
gasten
bet
overtrekken
te
beletten.
—
_
Te
Spezia
is
teruggevonden
eene
jonge
dame,
die
sedert
30
September,
wegens
liefde-
leed,
uit
haars
ouders
woning
te
Milaan
was
verdwenen.
De
wereld
had
reeds
als
vast-
staande
aangenomen,
dat
zij
met
haar
lief
er
vandvor
was
gegaan.
Maar
nu
komt
de
deugd
schitterend
aan
het
licht
en
blijkt
het,
dat
zij
niet
met
den
man,
dien
zij
beminde,
maar
alléen
gevlucht
was,
dat
zij
zich
vier
maanden
lang
te
Spezia
verborgen
hield,
ar-
beidende,
lijdende,
tranen
stortende.
Zij
heeft
dat
gedaan
omdat
haar
moeder
haar
wilde
dwingen
een
man
te
trouwen
waar
zij
niet
van
hield.
Daarom
alleen,
enkel
om
een
hu-
welijk
te
ontgaan,
waar
zij
een
afkeer
van
had,
stelde
zij
—
een
achttien-jarig
meisje
in
een
pijke
familie
weelderig
opgevoed
—
zich
bloot
aan
al
de
ellende
en
tegenspoeden
van
het
onbekende,
in
een
vreemde
stad
alle
verhuurkantoren
afloopende
om
ergens
wat
werk
te
vinden
waarmee
zij
aan
den
kost
zou
kunnen
komen
En
toch
wilde
zij
in
hare
verlatenheid,
hare
ellende
en
haar
lijden
niet
de
toevlucht
nemen
tot
den
man,
die
haar
lief
had,
ten
einde,
zooals
zij
het
noemt,
hare
eer
intact
te
houden.
Nu
dit
alles
openbaar
wordt,
en
de
couranten
met
gretigheid
al
deze
bijzonderheden
in
hare
kolommen
opnemen,
is
het
meisje
natuurlijk
in
ieders
oog
een
heldin
geworden,
een
voor-
beeld
uit
de
oudheid,
zooals
men
ze
tegen-
woordig
maar
zelden
meer
vindt.
Ik
geloof
dat
het
best
zal
zijn,
ten
einde
aan
al
die
opspraak
een
eind
te
maken,
dat
mama
te
Milaan
het
minnende
paar
nu
maar
zijn
zin
geeft.
Feuilleton.
DE
EER
GERED
GEN
ROMM
Yan
GEORGES
OHNET.
—
DDP
CE
8_-
„Ga
naar
den
molen,“
fluisterde
hij
:
„en
gij
ult
zien
welk
meel
ik
hem
te
malen
heb
ge-
even.
Er
kleeft
bloed
op
het
groote
rad.
Het
raaide
met
dien
man
doer
het
zwarte
water
….
eg
mij,
wie
hooptet
gij
dat
zou
overwinnen
?
Gij
hebt
mij
gewaarschuwd,
dat
is
waar,
en
gij
zijt
oorzaak
dat
ik
hem
gedeod
heb:
maar
op
dat
oogenblik
waart
gij
buiten
uzelre,
en
gIJ
hebt
dien
ellendeling
zoozeer
bemind!
Weet
gij
Bog
wat
gij
zeidet,
toen
gij
mij
verliet
om
u
b
hem
te
voegen?
Ik
heb
bet
niet
vergeten.
Zulke
woorden
blijven
onuitroeibaar
in
het
hart
gebrand:
„Sterker
daa
de
plicht,
dan
het
ge-
loof,
ja
zelfs
dan
de
doed,
het
eenige
wat
mee-
lt
in
het
leren:
liefde!*
En
gij
zijjt
vertrok-
en,
en
zoo
hij
het
gewild
had,
zoudt
gij
soít
zijn
wedergekeerd!
Arme
Louisel
gij
ebt
zijm
deod
niet
kunnen
wenschen!
Ik
heb
ü
verdedigd,
omdat
ik
hem
straffen
wilde,
maar
oor
mij
ook
zou
het
eene
uitkomst
zijn
geweest.
Ik
n
zoo
opgelukkig
|“
Bij
dat
laatste
woord,
was
de
joage
vrouw
niet
nger
in
staat
zich
te
bedwingen
;
zij
bartste
in
tra-
en
Jos
en
ep
de
knieen
vallende
voor
zijns
erstede
snikte
zij
:
„Ô
I
heb
medelijden,
Darid,
heb
ontferming
|*
Zijn
gelaat
was
reeds
veranderd
en
zeer
ernatig
geworden,
alsof
hiij
weer
bij
zijne
zionen
gekomen
was,
en
zij
hoorde
hem
zeggen:
wat
giij
verlangt.
„Wat
wilt
gij
dat
ik
doen
zal
?®
riep
zij
uit:
„Niets
zal
mij
te
veel
zijn
om
uwe
vergiffenis
te
verwerven.É
Maar
reeds
bleef
geruimen
neergcknield.
Daarna
stond
zij
zwijgend
op
en
bleef
tot
den
morgenstond
biij
hem
waken.
David
sloeg
omstreeks
acht
ure
de
oogen
weer
op
en
Cendrin
ziende,
die
Louise
had
afgelost,
verklagr-
de-hiij
zich
veel
beter
te
gevoelen,
maar
voegde
er
bj:
„Heeft
mijne
vrouw
van
nacht
waakt
?*
„da.
„
Wat
heeft
ziij
u
gezegd
toen
gij
haar
kwaamt
vervangen
?
sprak
hiijj
opnieuw
wartaal,
en
zij
tiijd
te
vergeefs
aan
ziijne
zijde
b
mij
ge-
„
Niets.*
„Na
het
ontbijt
keerde
Louise
in
de
zieken-
kamer
terug
en
ging
zwijgend
bij
het
venster
zitten
werken,
alleen
opstaande
om
den
gekwets-
te
Bu
en
dan
in
te
geren.
David
dankte
haar
sprakeloos,
met
een
hoofdknik.
Een
enkele
maal
echter
ondervroeg
hij
haar:
„Ik
heb
van
nacht
eene
zware
koorts
gehad.
Wat
heb
ik
gezegd
#
„Onverstaanbare
weorden.*
„Maar
giijzelve,
hebt
giij
niet
gesproken
?*
Öa
u
te
vragen
of
gij
pijn
hadt,
anders
niet.
“
H
knikte,
toen.
Maar
van
dat
oogenblik
vond
hij
er
een
zeker
behagen
in
haar
bijj
zich
te
zien.
In
weerwil
van
hear
onikennen
bleef
hem
de
onbestembare
her-
innering
bij
aan
eene
ure,
gedurende
welke
zij
als
om
haar
te
danken
en
zweeg
„Ik
ben
het
niet,
Louise,
die
u
kan
schenken
hem
om
verzoening
vroeg
en
bij
hem
weende.
Zij
mocht
het
niet
willen
toestemmen,
hij
was
er
van
ovcrtuigd
dat
zij
om
vergiffenis
gesmeekt
en
berouw
gevoell,
ja
zelfs
hare
schuld
gevloekt
had,
en
det
den
dag
nadat
hij
haar
medeplichtige
had
getroffen.
De
volgende
nacht
was
rustiger,
en
de
wond
begon
zoo
spoedig
te
heelen,
dat
David
na
ver-
loop
van
enkele
dagen
weer
op
kon
staan,
en
op
eene
rustbank
mocht
ligzen
voor
het
venster
van
waar
hijj
Cecile
en
Laroque
kon
gadeslaan
die
gehee]
en
al
verdiept
waren
in
hun
geluk,
en
wier
vreugde
zich
in
ziijn
eigen
hart
scheen
af
te
spiegeien.
Maar,
naar
mate
de
dag
tot
het
huweliijk
der
jonge
lieden
vastgesteld
naderde,
kwam
het
Her-
belin
voor
dat
het
gelaat
zijner
vrouw
steeds
somberder
werd.
Te
hooghartig
om
zich
te
be-
klagen
over
een
vonnis,
dat
zij
zelf
had
uitge-
lokt,
droeg
Leuise
hare
smarte
stilzwijgend,
en
alleen
haar
schoon
gelaat
vermagerde
zoozeer,
|
dat
het
wel
haar
lijden
moest
verraden.
David
|
dacht
dikwijls
over
die
ure
van
scheiding
na,
|
maar
gevoelde
geen
toorn
mezr
tegen
haar,
Na
|
haar
zoozeer
bemind,
zoozeer
gehaat
te
hebben,
|
was3
er
een
soert
vrede
in
hem
neergedaald.
Hij
|
ziede
tot
zichzelven
:
Zij
zal
vertrekken,
dat
is
|
bepaald.
Ziij
is
alleen
geble
en
omdat
ik
het
zevorderd
heb.
Zoodra
Lare
plichten
tegenover
hare
dochter
vervuld
zijn,
zal
zij
vrij
wezen.
Zij
en
ik
hebben
het
zoo
verlangd.
Condottiers
lijk
werd
intusschen
gevonden,
maar
Cendrin
en
David’s
beide
andere
vrienden
verschaften
der
justitie
zulke
volledige
inlichtin-
gen
omtrent
de
ware
toedracht
ler
zaak.
dat
er
van
geen
vervolging
sprake
was,
en
dat
iedereen
in
den
omtrek
overtuigd
bleef
dat
de
markies
door
eigen
onvoorzichtigbeid
in
het
water
was
gevallen.
Het
was
tien
uur
op
den
morgen
en
David
stond,
in
zwarten
rok
gekleed,
in
zijn
studeer
vertrek
te
wachten,
dat
zijne
dochter
zich
in
haar
bruidsteilet
zou
vertoonen.
De
deur
ging
eindelijk
open
en
Cecile
ijlde,
bekoorlijker
dan
ooit;
in
witte
gewaad
en
met
de
takken
oranjebloesem
in
de
lokken,
op
haar
vader
toe
die
haar
een
oogenblik
sprakeloos
aan
het
hart
drukte.
„Kind,“
zeide
bij
eindelijk:
„op
dit
beslissen-
de
uur
van
je
levyen,
moet
je
ket
weten,
om
het
nooit
weder
te
vergeten,
dat
ik
geen
ander
doel
iu
het
leren
heb
gehad
dan
je
geluk.
Ik
heb
n
net
alles
onderworpen,
alles
opgeofferd
a2an
dien
taak,
en
op
het
oogeublik
dat
zij
ten
einde
spoedi,
vraag
ik
het
je
af:
ben
ik
daarin
ge-
slaagd
#
E
Zü
bief
de
engelachtige
oogen
naar
hem
op
en
antwoordde:
„Ja,
ik
ben
gelukbig.®
Mear
hij
gevo=lde
zich
j
niet
voldaan
over
den
toon,
wearop
dit
astwoord
gegevén
werd,
eu
zag
haar
nd
aan.
miij
niet
alles
watje
deukt.
Wat
is
er,
r
mag
heden
geen
wolk
over
je
vreugde
hangez.
Haar
gelaat
veranderde
opeens,
haar
lachende
mond
vertrok
zich
smartelijk
en
er
welden
tranen
in
hare
oogen
op.
„Üecile!“
riep
David
verschrikt:
„je
weent.
„En
hoe
zou
ik
dat
niet
doen
7*
vroeg
het
meisje
„als
ik
zie
dat
hetgeen
mij
zoo
gelukkig
stemt,
mama,
zoo
bedrocfd
maakt?
Van
mor-
gen,
terwijl
zij
mij
kleedde,
kon
zij
hare
tranen
niet
bedwingen.
Ik
heb
haar
gevraagd
wat
er
was
en
toen
Is
zij
snikkend
naar
hare
kamer
gerlueht.
Slot
volgt.