Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_18950119_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
L4
-
£
…
en
een
party
vrouwen
en
Kinderschorten,
spotprijs
4
pm
_
|-
—
A
#
_
Abonmementsprijs
:
_
Advertentieprijs
:
_
nement
aanmerkelijk
lager.
broodspot,
plan
had
£0,05.
Driemaal
Moord
te
Schagen.
De
dubbele
moord
te
Schagen
werd
voor
de
rechtbank
te
Alkmaar
behandeld
:
Niet
minder
dan
62
getuigen
waren
gedag-
vaard.
.
Reeds
vroeg
in
den
ochtend
stond
eene
groo-
fe
menigte
voor
het
gebouw,
deels
om
den
be-
klaagde
te
zien
komen
of
om
een
plaats
te
krij-
gen
op
de
publieke
tribune.
Deze
was
dan
ook
dicht
bezet.
Ongeveer
tweehonderd
menschen
stonden
er
opeengepakt.
De
beschuldigde,
Nicolaas
Boes,
is
klein
van
postuur
met
mager
gelaat,
lichtblond
sluik
haar.
Hij
is
gekleed
in
een
net
donkerblauw
colbert
costuum
en
houdt
een
slappen
zwarten
hoed
in
de
hand.
Hij
maakt
volstrekt
niet
den
indruk
dat
hiij
in
staat
is
geweest
een
dergelijke
mis-
dsad
te
plegen
of
in
staat
is
geweest
de
zware
bijl
te
hanteeren,
waarmede
hij
de
vrouw
doodde.
Onverschillig
luistert
hij
naar
de
voorlezing
der
dagvaarding.
:
De
president
deelt
mede,
dat
de
zitting
zal
worden
voortgezet,
waarna
ecrst
getuigen
gehoord
worden
in
zake
den
aiefstal
bij
mr.
Asser.
Bekl.
vertelt
onverschillig,
alsof
het
‘eene
doodgewone
zaak
gold,
dat
hij
met
zijn
vriend
Oudshoorn,
erenals
hij
leerling
bij
den
meubelmaker
Bieren-
gemaakt
ergens
in
te
bre-
ken
om
geld
te
stelen,
dat
bij
eventueele
feestjes
te
pas
zou
kunnen
komen.
Hiijj
brak
op
genoemden
datum
in
bij
de
fa-|
milie
Aasser,
een
horloge.
De
inbraak
geschiedde
met
behulp
van
een
beitel
uit
de
werkplaats.
Oudshoorn
deed
niet
mede,
omdat
hij
des
nachts
niet
zoo
gemakkelijk
wist
weg
te
komen.
Op
de
tot
hem
gerichte
vragen
omtrent
den
moord
verklaart
de
beschuldigde,
dat
hij
op
zijn
löde
jaar
van
school
ging;
dat
hij
ook
op
cate-
chisatie
ging
doch
geheel
wegbleef,
omdat
hij
er
niet
heen
wilde.
Bij
den
meubelmaker
verdien-
ds
hij
ongeveer
drie
gulden
’s
weeks.
Zijn
moe-
der,
zei
hij,
was
goed
voor
hem,
doch
h
bestal
omdat
de
familie
uit
was,
en
stal
_haar
menigmaal].
door
met
een
valschen
sleutel
geld
uit
een
kast
te
nemen,
in
een
herberg
en
hij
won
veel
met
spelen.
Door
het
lezen
van
onverstandig
geschreven
boekjes,
als
De
onschuldig
weroordeelde
en
Het
Gerloekte
geheim
kwam
hj
er
toe
te
denken
om
ook
een
flink
te
stelen,
Met
Jan
Oudshoorn
sprak
hij
er
al
over
bij
den
burgemeester
te
stelen
of
bij
de
wed.
Bente,
die
volgens
hun
meening
wel
f200
bezat.
Vandaar
dat
het
plan
biij
hem
opkwam
de
vrouwen
te
vermoorden
en
er
te
stelen,
ook
om
zich
te
wreken
op
AÁnmna
Beiers,
die
van
zijn
lielde
niets
weten
wilde,
Vóór
den
moord
heeft
bekl.
getracht
door
een
Slaapmiddel
de
vrouwen
te
vergiftigen,
door
dit
l
een
kan
melk
te
werpea
die
de
vrouwen
zou-
den
gebruiken.
Vielen
zij
in
slaap,
dan
zou
hij
elen.
Hij
nam
echter
een
mes
mede
om
de
vrouwen
af
te
maken,
als
zij
niet
goed
mochten
Slapen.
Van
die
melk
is
echter
niet
gedronken.
Later
heeft
hij
loodwit
in
den
koffiepot
der
vrouwen
gedaan.
Wonende
naast
de
vrouwen
kon
hij
achter
over
een
schutting
in
huis
klim-
Men,
terwijl
zij
voor
in
den
winkel
waren.
erde
poging
tot
vergiftiging
was:
zuringzout
te
|
doen
in
de
kofiekan.
Dit
verteerde
hij
en
haar
dan
met
een
hem
dit
geraden,
Weezen,
Bek].
Per
3
maanden,
franco
per
post
f0,55.
Van
1
—
3
regels
25
Cents,
en
iedere
regel
daarboven
5
plaatsing
wordt
slechts
tweemaal
berekend
Biij
abon-
Een/ker
dacht
zich
vergist
te
Bekl.
heeft
ook
plan
ge-|
hield,
begraven
te
hebben,
d
de
vrouwen
snuif
in
het
gelaat
te
gooien
twaalf
uur
weder
over
de
schutting
naar
het
huis
|
klaard
mes
af
te
maken,
of
haar
der
wed.
Büte
gegaan.
Hij
heeft
van
de
nog
Pen
touw
om
den
hals
slaan.
Oudshoorn
heeft
braadende
lamp
in
Anoa’s
had
dat
gelezen
in
de
Tweegdra.9.id
en
toen
de
petroleum
over
haar
van
An-
heeft
ook
de
vrouwen
taartjes
D3
en
het
beddegoed
gegooid.
Eerst
stak
h
|
wat
hij
Advertentien
voor
dit
blad
Dit
blad
verschijnt
elken
Woensdag
en
Taterdag.
Gp
dd
n
SO
|s
;
3
&
f
‘p
gratis
opgenomen
in
nog
5
andere
plaatselijke
bladen.
Alle
Boekhandelaren
Agenten
en
Brierengaarders
nemen
abonnementen
en
advertentiën
aan.
Enkele
nummers
Ì
de
JAARGANG.
No.
ò
Ê
Cg
Zaterdag
19
Januari
1895.
Uitgevers
ter
Haar
&
Schuijt,
Leerdam.
Ë
5
Alle
planaen
tot
moord
overlegde
hij
met|hij
het
lijk
van
vrouw
Büte
Oudshoorn,
die
echter
nooit
wilde
mededoen,
Bekl.
had
Oudshoorn
beloofd
hem
ook
wat
van
het
gestolene
te
geven,
omdat
hij
er
alles
van
wist.
Oudshoorn
zette
hem
steeds
op,
B.
v.
als
zij
langs
het
huis
der
wed.
Bente
gingen
en
deze
stond
aan
haar
deur,
zeide
hij
„wat
een
dun
nekkie”,
bedoelende
dat
beki.
haar
toch
gemakkelijk
dez
hals
kon
afsnijden.
Bekl.
zegt
alles
alleen
te
hebben
gedaan;
van
zijn
familie
wist
niemand
er
iets
van.
Nooit,
zegt
bekl.,
heeft
hij
voor
de
misdaad
teruggedeinst.
Oudshoorn
heeft,
doelende
op
Anna
Beiers,
dikwerf
gezegd:
„het
is
toch
zonde
van
zoo’n
knappe
meid”,
maar
dan
zeide
bekl.:
„het
moet
toch
gebeuren
voor
de
Alkmaarsche
kermis”.
Oudshoorn
weigerde
steeds
beklaagde
te
helpen.
Bekl.
heeft
avonden
achtereen
over
de
schutting
geloerd
om
te
zien
of
er
gelegenheid
was
om
de
vrouwen
te
vermoorden.
Den
avond
van
den
moord,
Zaterdag,
heeft
hij
aan
de
deur
nog
met
Aona
gesproken,
die
toen
vertelde
Maandags
e
PR
a
z
met
petroleura
be-/verklaringen
voorleest.
Hij
ontkent
echter
dat
goten,
vervolgens
het
lijk
van
Anna
Beiers
uithij
zijn
moeder
op
den
avond
van
den
moord
het
bed
gehaa
ld,
om
zijn
pet
te
zoeken,
die
hij
|
heeft
gesproken.
Na
het
vertrek
van
den
vader
verloren
had.
Doch
hij
zocht
niet
lang,
want/|
wordt
de
broeder
Rudolf
16
jaar
oud.
gehoord:
die
zou
wel
met
alles
verbranden.
Hij
stak
de/Na
den
moord
—zegt
deze—
was
Klaas
bleek
lijken
in
brand
,
trok
zijn
schoenen
weer
aanen
|
en
onrustig
en
dwong
hij
getuige
mede
naar
verliet
voor
door
den
winkel
het
huis.
Dat
ook
/
achteren
te
gaan
om
te
vernemen,
wat
het
door
de
huizen
der
buren
in
brand
zouden
gaan
be-
hem
gehoorde
gillen:
O
God!
beteekende
Getui-
greep
bekl.
Hij
had
dat
reeds
met
Oudshoorn
‚ge
weigerde
echter;
Hij
herinnert
zich
niet
besproken.
Kwam
de
brand
ook
in
het
huis
van
goed
meer,
dat
zijn
moeber
op
den
dag
van
Boës,
dan
zouden
zij
samen
beklaagde’s
familie
haren
zelfmoord
hem
gezegd
heeft
dat
Klaas
de
redden.
Oudshoorn
kon
dan
tevens
door
vlug/moordenaar
was.
Op
verzoek
van
Klaas
heeft
met
de
spuit
van
„Lucurgus”
te
komen,
de
pre-getuige
ook
voor
den
rechter
van
instructie
ge-
mie
krijgen.
Toen
beklaagde
thuis
kwam,
had
logen.
Even
voor
haren
zelfmoord
zei
vronw
zijn
moeder
hem
uog
gevraagd
waarom
zijn
haar
Boes
tot
Dolf
de
waarheid
te
zeggen
en
verdor
zo0
nat
was,
waarop
hij
antwoordde
„dat
hij
aan
goed
op
te
passen.
Toen
begreep
hij
dat
Klaas
de
pons
was
geweest
bij
Hoekstra
(een
kennis)
de
moordenaar
was
Bij
het
einde
van
het
ver-
en
ziijn
pet
in
de
sloot
was
gevallen.”
Hij
was
hoor
barstte
getuige
in
tranen
uit
toen
naar
boven
gegaan
en
bij
zijn
broertje
gaan
/
Elizabeth
Franken;
vroeger
dienstbode
bij
wed.
slapen.
‚Bute
doen
eenige
mededeelingen
omtrent
de
ver
Tegen
twee
uur
wakker
wordende
en
geen
|houdig
tusschen
de
Weduwe
en
hare
nicht
An-
brand
ziende,
is
hij
in
nachtgewaad
weer
over
de/
na
Beyers.
Zij
zegt
dat
beiden
wel
eens
woor
schutting
naar
het
huis
der
wed
Büte
gegaan,
dentwist
hadden,
daar
de
weduwe
geen
tegen-
naar
Amsterdam
te
zullen
gaan
en
hem
een
/heeft
uit
een
kan
met
petroleum
de
lijken
weer
spraak
duldde.
Ook
had
Anna
aan
getuige
ge-
portret
te
zullen
geven.
Hij
wist
ook,
dat
An-
begoten
en
weder
aangestoken
en
de
keukendeur‚gezegd
bang
te
ziijn
voor
Klaas
Boes
omdat
hij
na
Zaterdagavond
vroeger
naar
bed
ging
dan‚'half
open
gelaten,
Weer
ishij
Daar
bed
gegaan
|
haar
een
revolver
getoond
had
‚toen
hij
kwaad
|
anders.
en
om
zes
uur
wakker
gsworden
en
uog
geen
|
op
haar
was.
Bij
gelegenheid
dat
Klaas
de
ma-
Dat
bekl.,
door
zijn
plan
twee
dagen
uit
te
|
brand
ziende,
is
hij
weer
naar
de
woning
der
|
honiekast
van
Anna
kwam
politoeren,
ondervroeg
stellen,
althans
Anna
Beiers
zou
hebben
gespaard,
!
vermoorden
gegaan
om
zijn
pet
te
halen.
Hij
hij
haar
naar
de
slaapkamers
van
beide
vrou-
had
hij
niet
gedacht.
Bekl.
had
dien
dag
geen
/
vond
die
met
bloed
bevlekt
in
de
bedstede
van
wen.
Bij
die
gelegenheid
vernam
Klaas
ook
van
drank
gedronken,
dat
deed
hij
nooit
in
de
week,
/
Anna
Beiers
en
is
die
pet
gaan
uitspoelen
ach-/
Anna,
dat
haar
tante
het
ook
buiten
haar
zaak-
kwart
over
elf
is
bekl.
achter
over
de
schutting
/ter
bij
hem
op
de
plaats.
Weer
ging
bekl.naar
je
vrij
wel
kon
stellen.
Getuige
herkent
de
geklommen;
hij
had
gezien,
dat
vrouw
Büte
in/
boven
on
kwam
een
half
uur
later
beneden,
hij/
messen
ten
processe
aanwezig
als
hebbende
toe-
de
keuken
zat
te
lezen
en
met
een
bijl,
die
hij
/
ging
zijn
kleeren
uitwasschen,
bewerende
dat
die
/
behoord
aan
de
weduwe
Bute,
evenals
de
door
vond,
gaf
hij
vrouw
Büte
driemaal
een
slag
op|
vol
modder
waren,
omdat
hij
in
een
sloot
had
/
Klaas
gestolen
voorwerpen.
Zoodra
vrouw
Boes
het
hoofd.
Zij
riep
driemaal
„0
God,
o
God
!”
gezeten,
gelijk
hij
tot
zijn
moeder
zeide,
Maan-
hoorde,
dat
getuige
voor
den
rechter
moest
ver-
Bij
den
eersten
slag
keerde
de
vrouw
zich
om,
!
dags
heett
zijn
moeder,
toen
zij
bij
het
uitwrin-|schijnen,
had
zij
getuige
gevraagd’
wat
zij
zou
toen
gaf
hij
nog
drie
slagen
en
liep
hard
weg.|
gen
van
beklaagdes
overhemd
bloedwater
zag,ge-
moeten
vertellen,
„Zeker
wie
er
over
huis
kwa-
Hij
klom
weer
over
de
schutting
en
dronk
in
deg
vraagd,
of
hij
het
niet
gedaan
had.
Was
dat/men;
je
weet
dat
ik
er
nooit
kwam,
alleen
Don-
keuken
bij
zijn
ouders
water,
waarna
hij/zoo,
dan
was
het
beter
zich
te
verdrinken
dan/derdags
om
groente
te
koopen.
Zij
sprak
toen
door
de
herberg
zijns
vaders
de
straat
opging.
/geboeid
de
deur
uit
te
gaan.
Zijn
moeder
had
ook
over
haar
zoon
Klaas
en
dat
hij
verdacht
Hij
wachte
tot
er
geen
menschen
meer
waren
|
later
beloofd
bek].
zooveel
mogelijk
voor
te
spre-|
werd.
Zij,
vrouw
Boes,
wist
echter
wel
beter.
en
ging
den
winkel
van
vrouw
Büte
binnen.
Uit|
'=n,
maar
als
het
te
erg
liep,
zou
zij
de
waar-|
Zij
verzocht
getuige
maar
niet
over
dat
oppoet-
den
winkel
nam
hijij
een
mes
van
de
toonbank
|
aeid
zeggen,
liever
dan
ook
gestraft
te
worden.
/sen
van
de
kast
te
spreken.
Op
den
avond
da
en
begaf
zich
naar
de
kamer
van
Anna,
die
te
Beklaagde
heeft
steeds
de
daad
jegens
zijne
moe-íKlaasbij
Anna
was
om
de
kast
te
polietoeren’
bed
lag.
Biij
het
licht
van
een
lucifer,
die
hij|der
ontkend,
al
tr-:hte
deze
hem
ook
uit
te
hoo-
|heeft
hij
zuiveringszout
in
de
koffie
der
beide
aanstreek,
gaf
hij
een
steek
met
een
mes
in
haar
(ren
_
Maandag
hc
t
bekl.
Oudshoorn
gesproken
vrouwen
gedaan,
Beiden
dronken
er
Yan,
doel
slaap;
vervolgens
een
snede
in
den
hals,
waar-/en
gezegá
„’t
is
atceloopen”,
waarop
Ondshoorn
|
een
hevige
hoofdpijn
bij
Anna
was
het
eenige
bij
zij
hem
een
slag
in
’t
gezicht
gaf.
Toen
stak
|
zeide
:
„'tis
gauw
gegaa:
en
van
bekl.
het
tien-
,
gevolg.
Nog
eenpaar
voormalige
dienstboden
bekl.
een
lamp
aan,
die
op
tafel
stond
en
trok
tje
kreeg
dat
bekl.
in
zijn
:est
had
gestoken.
[/der
weduwe
Bute
verklaren
de
aanwezige
gesto
een
lade
uit
de
kast
in
de
kamer
om
te
zoeken
Op
20
Augustus
heeft
bekl.
een
gestolen
ket-len
voorwerpen
te
herkennen
als
afkomstig
va:
of
er
iets
in
was.
Op
eens
hoorde
hij
een
zucht;
|
ting
opgegraven
en
geworpen
op
het
ert
van
Si-
|
van
hare
meesteres.
Nadat
eenige
winkeliers
in
hij
keerde
zich
om
en
zag
hoe
Anna
op
haar/mon
Alot,
om
aan
dien
de
schuld
te
geven..
Hij/goud
en
zilver
zijn
gehoord
over
de
stukken
var:
kniën
lag
en
er
uit
wilde.
Toen
duwde
hij
haar
|
had
dit
ook
aan
Oudshoorn
gezegd.
|
overtuiging,
deelt
de
brigabier
der
rijksveldwach:
weer
in
den
hoek
en
bracht
haar
een
wonde
toe,|
Daarna
volgde
de
arrestatie.
|te
Anna
Paulona,
De
Vries
mede
dat
hij
in
de
waarbij
zijn
mes
krom
werd.
Bekl.
is
daarna
.
Met
een
ijzingwekkende
kalmte
vertelde
bekl./
woning
van
Jan
Oudshoorn
achter
een
paal
ver-
naar
achter
gegaan
om
zich
te
wasschen
;
hij!gedurende
twee
uren
lang
al
deze
bijzonderhe-|borgen
het
muntbiljet
heeft
gevonden,
dat
Klaas
hoorde
vrouw
Büte
nog
ademen,
waarop
hij
haar|
den
en
nu
en
dan
ging
een
gemompel
van,
ver-
\
Boes
hem
na
den
moord
gegeven
had
om
daar-
met
een
mes
doodde.
ontwaardiging
door
het
pnbliek.
(H.blad)
|mede
diens
stilzwijgen
te
koopen.
Aangezien
Vervolgens
heeft
kekl.
zich
gewassen
op
de/
Snoeks,
bewaarder
in
de
gevangenis
die
ge-|Oudshoorn
zijn
slaapvertrek
niet
Kon
verlaten
achterplaats.
Het
was
toen
ongeveer
elf
uur.
|
hoord
werd,
verklaarde
dat
beklaagde
zeer
spreek-
|
zonder
door
zijn
ouders
gehoord
of
opgemerkt
tc
Daarna
heeft
hij
uit
de
kast
alles
zestolen
en
|
zaam
is,
zonder
berouw
te
toonen.
Soms
vertelde
|
worden,
was
hij
geen
deëlgenoot
of
getuige
van
zijn
zakken
er
mede
gevuld.
Hij
hoorde
echter
/
hij
lachende
zijne
misdaad.
Op
zijn
naamplaat/den
moord.
Bij
het
overbrengen
van
Klaa:
leven
achter
en
verschool
zich
een
tijdje,
waarna
|
of
nummer
doelende,
zeide
beklaagde
dat
hij
die
/naar
Alkmaar
had
deze
aan
getuige
De
Vries
hij
weder
over
de
schutting
klom
en
het
gesto-
|
onderscheiding
eerlijk
met
koppensnijden
te
Scha-|gezegd,
dat
Alot
hem
verteld
had
de
twee
yrou
lene
begroef.
Bij
het
overklimmen
der
schutting
|
gen
had
verdiend:
Niet
iedereen
durft
dat.
wen
in
Haarlem
vermoord
te
hebben,
Boes,
had
had
ziijn
vader
zijn
hond
uitgelaten,
omdat
hij|
Nadat
beklaagde
is
verwijderd
wordt
diens
va
/aan
den
moord
op
vrouw
Bute
en
Anna
niet
gerucht
hoorde,
Het
dier,
bekl.
herkennende,
/
der
gehoord.
Zijn
vrouw—verklaarde
deze—
/willen
meedoen
omdat
een
moord
bloedsporen
maakte
echter
geen
leven,
zoodat
zijn
vader
ze-/is
erg
lastig
eerst
na
de
bagrafenis
der
slacht-
lachterlaat.
Hierna
zakt
De
Vries,
een
man
‘als
:
hebben.
\offers
had
zij
gezegd
te
meenen
dat
Klaas
de
/een
boom
plotsling
ineen.
Hij
is
door
een
flauw
Na
alles,
op
een
kleinigheid
na,
dat
hij
bij
zich
/
moorden
had
begaan.
Opaandringen
van
haaren
te
overvallen
en
werd
door
zijn
kameraden
uit
is
bekl.
om
ongeveer
|
Klaas
had
hij
in
de
instructie
valschelijk
ver—Íde
zaal
geleid.
In
de
zaal
is
het
heden
avond
in
den
avond
van
den
moord
een
man
'dan
ook
door
de
vele
geslxchten
nog
benauwder
vluchtende
achter
het
huis
gezien
te
hebben,
|
dan
van
morgen.
0_0k
schijnt
De
Vries
zich
doch
ook
toen
wantrouwde
hij
Klaas
niet:
‚met
het
talrijk
pabliek,
dat
zich
telkens
voor
Getuige
raakte
verward
in
zijne
varklaringenhïet
gebouw
en
in
het
portaal
verdringt,
nogal
zag
en
van
wat
vrouw
Boes
en
Klaas
druk
gemaakt
te
hebben.
kamer
de
peer
afge-
willen
geven,
waarin
loodwit
was
gedaan,
doch
Î
het
haar
in
brand
om
te
zien
of
dit
brandda
en
|hem
trachtte
wijs
te
maken.
Beklaagde
wordt|
Na
de
pauze
van
ongeveer
drie
uur
vraagt
de
underweg,
het
onweerde
dien
avond,
verloor
hij
toen
dit
geschiedde,
heeft
er
een
kussen
op
ge-|/nu
gehoord
in
tegenwoordigheid
van
zijn
vader
president
den
bekl.
of
hij
thans
het
vreeselijke
1e,
gooid
om
de
vlam
te
blusschen.
Daarna
heeft
en
bevestigt
wat
de
president
van
zija
vaders
der
gepleegde
feiten
begrijpt.
F
eu
i
l
l
e
t
on
„Mijnheer
Gonssol_in“‚
antwoordde
de
aange-|
Op
dt
oogenblik
trad
Madeleine
naar
buiten.
|
werk
was.
:
B
e
sprokene,
„al
zwoeg
ik
van
den
vroegen
morgen
!
„\Va_t
18
er
toch
2
vroeg
z
met
eenige
ver-|
Maar
hij
vreesde,
zIJn
vrouw
nogmaals
teleur
é
Γ’W“M
tot
den
laten
avond,
’tis
me
onmogelijk
te
voor_;wondenng_.
e
stellen.
En
nu
had
hij
een
lang
gezochte
EEN
RE‘
OL‘ERSCHOT
zien
in
het
onderhoud
van
mijn
oude
meeder,
die|
_
Gonssolin
deelde
haar
het
vreemde
verzoek
van
gelegenheid,
de
verwijdering,
die
er
tusschen
hem
:
‘
hoe
langer
hoe
zwakker
wordt.
Gij
zijt
rijk
en
|
den
houthakker
mee.
Deze
stond
met
necrgesla-
/en
ziijn
echtgenoote
bestond,
minder
groot
te
(Vrijj
naar
het
Fransch).
ik
kom
u
vragen,
mij
de
middelen
te
verschafi'en‚f
gen
oogen,
onbgwegelijk
als
een
standbeeld.
|
maken,
DDP
e
om
mij
uit
deze
moeilijke
omstandigheden
tered.
>
Welnu,“
zeide
Madeleine,
zoodra
haar
echt-|
„Gij
wilt
het
9
vroeg
hij.
8)
den,<
genoot
had_
uitgesproken,
„en
Waarom
zoudt
ge|
>Ik
heb,
zooals
ge
weet,
niet
het
re:ht
van
E
„Ha,
ha!‘
zei
de
houthandelaar,
‚en
nu
wenscht
/
dezen
jongeling
zijn
verzoek
niet
toestaan.
*
|een
wil
te
spreken;
ik
zou
het
alleen
wenschen,
Gedurende
veertien
dagen
zag
de
houthakker
sdeleine
in
’tgeheel
niet,
’t
Scheen,
dat
zijn
drief
haar
vrees
had
aangejaagd.
Hij
wilde
haar
“ùter
tot
elken
prijs
wederzien.
Met
een
stout-
eid,
die
aan
het
roekelooze
grensde,
doolde
hij
Met
zijn
geweer
in
den
arm
door
de
bosschen
van
en
heer
Gonssolin
rond,
een
ware
slachting
aan-
Mehtende
onder
de
hazen
en
reeën,
Geen
enkele
masl
kwam
bij
met
de
bosch-
Wachterg
in
aanraking,
at
Madeleine
betreft,
zij
scheen
afstand
te
gedaan
van
haar
gewoonte,
elken
morgen
‘n
wandeling
door
het
bosch
te
doen.
de
P
zekeren
avond
schelde
Thomas
Lhoir
aan
deur
van
Genssolins
woning
aan.
De
hout-
:iîìdelaar,
die
op
’t
zelfde
oogenblik
naar
buiten
E
®
treden,
bevond
zich
plotseling
tegenover
U
houthakker
en
kon
zijn
verwondering
en
l
nauwelijks
bedwingen.
„Wat
wilt
ge
hier
?
vroeg
hij.
í
„Dat
zou
een
dwaasheid
zijn.“
ge
zeker,
dat
ik
u
een
inkomen
eef
eve
t
ì
8
E
AP
„Die
in
elk
geval
weinig
gevaarlijk
is.“
als
de
opbrengst
van
i
i
ij
bosschen
sïroopgg?“
bet
wild,
dat
o
m1‚]ní
„Maar
ik
kan
niemand
gebruiken.
<
‚
nNeen“,
was
’t
antwoord,
„ik
wenschte
alleen|
»Ën
ge
beweerdet
gisteren
nog,
dat
ge
een
in
uw
dienst
te
treden,
Ik
zou
bij
voorbeeld
9Pzichter
noodig
hadt.“
\x’kZal
aan
uw
verzoek
voldoen“,
zeide
hij,
„mor-
werkzaam
kunnen
zijn
in
de
houtzagerij.*
|
sDat
is
waar;
maar
ik
sta
zelf
nog
lievertwee
|gen
treedt
ge
in
mijn
dienst,
ik
wil
beproeven,
De
jongeling
veegde
zich
het
zîveet
van
het
|
UUr
vroeger
op
dan
miijn
zaken
toe
te
vertrouwenlof
ge
nog
in
eenig
opzicht
nuttig
kunt
zijn.
<
voorhoofd.
_
\aan
dezen
gelukzoeker.“
Lhoir
was
nauwelijks
bij
machte,
den
heer
De
heer
Gonssolin
zag
hem
aan
met
een
spot—î'
„Hij
is
toch
geen
wild
vreemde
voor
u
|Gonssolin
te
bedanken.
Hij
was
buiten
zich
zelf
tenden
blik.
|
„Daar
hebt
ge
gelijk
aan!
Een
strooper,
een
/van
vreugde.
Had
Madeleine
zijn
zaak
niet
be-
„Maar‘,
zeide
deze,
waar
denkt
ge
aan
?
Wie
Smokkelasr
!
Voorwaar
een
schoone
aanbeveling!/pleit?
Wat
moest
hij
gelooven?
Had
zij
hem
waarborgt
me,
dat
ge
niet
reeds
den
derden
dag
|Men
zou
er
in
den
geheelen
omtrek
kwaad
van
|zijn
liefde
voor
haar
vergeven
?
Had
Zij
misschien
e
r
huis,
langs
paden,
die
gIJ
/
spreken
|<
|zijn
liijden
geraden?
Was
dus
haar
daad
’t
gevolg
alleen
kent,
naar
Zwitserland
ylucht
dá
k,ostbaar-‘
„Gij
zijt
onafhankelijk
genoeg,
om
u
daaraan
van
medelijden?
Nooit
had
hiij
durven
hopen
heden
van
mij
en
mijn
vrouw
meenìamende.“
Èniet
te
storen
en
gij
zijt
te
goed,
om
dezen
per-
|dat
deze
vrouw
zich
ook
maareenigszins
om
hem,
Thomas
Lhoir
kon
biij
deze
woorden
slechts
500n
niet
te
helpen
.
.
…
hij
vraagt
immers
niet
/
den
armen
houthakker,
zou
bekommeren.
Hij
met
moeite
ziijn
toorn
bedwingen
:
zijn
vuisten
YOO!
zich
zelf,
maar
voor
zijn
moeder.
beschouwde
haar
als
een
hooger
wezen.
Hij
zag
klemden
zich
krampachtig
samen
en
zijn
oogen
|
Gonssolin
aarzelde.
Hij
droeg
Thoma:
Lhoir/tegen
haar
op,
als
een
hond
tegen
zijn
meester.
namen
eene
dusdanige
uitdrukking
aan,
dat
deâsedert
lang
een
kwaad
hart
toe,
en
daar
hij
van
|
(Wordt
vervolgd.)
heer
Gonssolin
het
raadzaam
oordeelde,
een
paar
nature
niet
bijzonder
gevoelig
was,
kon
het
hem
passen
achteruit
te
treden.
weinig
schelen,
of
de
honthakker
al
of
niet
zonder
lomdat
ik
er
een
goede
daad
in
zie.*
|
„Ge
doet
mij
een
dwaasheid
begaan.
<
„Wie
weet
?“
zeide
zij
op
schalkschen
toon.
Gonssolin
keerde
zich
naar
den
houthakker.
á