Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_18940127_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
<
Zaterdag,
27
LEERD
J
anuári
1894.
No.
1.
Nieuws-
en
Advertentieblad
voor
Leerdam
en
Omstreken.
j
|
Dit
blad
verschijnt
elken
WOENSDAG
en
ZATERDAG.
Ì
Ie
1
ABONNEMENTSPRIJS
:
Y
5
ngst.
11;
di-
4
S
.
JE.
10,58
11,04
11,22
11,33
en0lìij
Per
3
maanden
franco
per
post
.
Enkele
nummers
.
.
.
.
.
.
.
.
.
ADVERTENTIEPRIJS
:
Van
1—3
regels
25
Cts.
en
iedere
regel
daarboven
5
Cts.
Drie
maal
plaatsing
wordt
slechts
2
maal
berekend.
merkelijk
lager.
f
0,55.
£0,05.
.
.
.
.
g
.
.
Bij
abonnement
aan-
Uitgevers:
ter
Haar
&
Schuijt,
LEERDAM.
Vrijdagmiddag
Advertentiën
enz
te
zenden
aan
het
Bureau
dezer
courant.
spoedeischende
gevallen
uiterlijk
Dinsdagavon
avond
10
uur
aan
de
Drukkerij
van
dit
blad.
Alle
Boekhandelaren,
A
menten
en
advertentiën
a
Brieven
en
stukken
voor
de
Redactie
worden
voor
het
Woensdag-
nummer
tot
Dinsdagmiddag
12
uur
en
voor
het
Zaterdagnummer
tot
12
uur
ingewacht
bij
den
Redacteur,
den
heer
W.
VAN
ENGELENBURG
t
e
SCHOONRRWOERD.
In
d
ò
uur
en
Vrijdag-
genten
en
Brievengaarders
nemen
abonne.-
an.
Advertentiën
voor
dit
blad
opgegeven,
worden
tevens
gratis
opgenomen
in
nog
3
andere
plaatselijke
bladen.
Binnenland.
|
|
De
oproepingsbrief
voor
de
vergadering
van
de
l
Tweede
Kamer
op
Dinsdag
15
Februari
’s
namid-
trle
afdeeling
eene
regeling
van
werkzaamheden
kan
worden
vastgesteld,
ook
met
betrekking
tot
hetafdeelingsonderzoek,
waarvoor
in
de
eerste
Dlaats
in
aanmerking
zal
komen
het
dezer
dagen
ingekomen
wetsontwerp
op
de
personeele
belas-
ng,
dat
weldra
in
druk
zal
worden
rondgedeeld.
In
parlementaire
kringen
wordt
verzekerd,
dat
de
minister
van
binnenlandsche
zaken
een
nota
Yanantwoord
naar
aanleiding
van
het
verslag
over
de
kieswet-amendementen
en
eene
wijziging
der
regeeringsvoordracht
in
bewerking
heeft,
welke
na
overweging
door
den
ministerraad,
tegen
of
kort
na
|
Februari
aan
de
Tweede
Kamer
zal
worden
ingezonden.
Het
aan
de
Koningin-regentes
gerichte
adres
van
gemeente-secretarissen,
waarvan
wij
onlangs
den
hoofdinhoud
hebben
medegedeeld
en
dat
tot
srekking
heeft
te
verzoeken,
dat
bij
de
herzie-
ning
der
gemeentewet
bepalingen
worden
opge-
nomen,
die
tot
verbetering
der
positie
van
de
gemeente-secrefarissen
zullen
leiden,
is
door
354
gemeente-secretarissen
onderteekend.
H.
M.
de
Koningin-regentes
heeft
goedgeron-
den
als
beschermvrouw
op
te
treden
van
het
6e
internationaal
congres
voor
binnenlandsche
scheep-
vaart,
dat
van
22
tot
28
Juli
a
s.
te
’sGravenha-
ge
zal
worden
gehouden.
De
ministers
van
waterstaat,
van
binnenland-
sche
zaken
en
van
buitenlandsche
zaken
hebben
zich
bereid
verklaard
het
eerevoorzitterschap
te
aanvaarden
van
het
te
vormen
beschermingscomité.
Het
aangekondigde
wetsontwerp
tot
wijziging
van
enkele
artikelen
van
de
wet
op
de
personee-
le
belasting
en
het
daarmede
in
verband
staande
ontwerp
tot
wijziging
van
de
successiewet
zijn
door
den
minister
van
financiën
thans
bij
de
Tweede
E
Feuilleton.
n
n
Ter
eere
van
mijnheer
de
Prefect.
Diner
bij
den
graaf
des
Solles
ter
eere
van
den
nieuwen
pretect.
Men
gebruikt
de
koffie
in
de
cranjerie,
die
à
la
giorno
verlicht
is.
In
een
bonte
rei
zitten
dames
en
heeren.
Men
wandelt
I
paren,
achter
de
rozengroepen
en
de
kleine
dnteinen.
Overal
hoort
men
praten
en
lachen.
Ônder
de
hooge
kruinen
der
palmen
zweeft
siga-
tttendamp,
als
ware
het
een
blauwe
wolk.
De
nieuwe
prefect
heeft
bijzonder
smakelijk
Sedineerd
en
is
uitstekend
geluimd.
Werkelijk,
ij
heeft
nooït
schooner
oranjerie
gezien:
Die
3ryatiden
zijn
heerlijk
schoon!
—
„Zij
komen
Wker
uit
Italië
?
—
„Ja
graaf
des
Solles
heeft
‘
in
Florenee
laten
maken.
Dat
had
de
prefect
Yel
gedacht.
„Ja,
ja,
die
Ttalianen
zijn
Kunste-
Waars
,,
,,
geboren
kunstenaars
!
—
„Mag
ik
?e
teen
glas
likeur
aanbieden,
mijnheer
de
pre-
ct!
ì\elen._
Ze
komt
van
Martinigrie
.
,
‚*
—
Van
Nertinigrie!
Waarlijk?s
—
Ja
...
€8
Solles
is
o
B
ik
niet
…
.
Ja
_
Parole
d’
konneur
l
likeur
is
voortreffelijk
:
W@{kelijk
kolossaal!
»Vindt
u
niet,
n
des
Solles,
—
een
aroma
als
van
rozen
?%
mijnheer
de
prefect
?*
vraagt
gra-
welke
eensklaps
van
achter
eenige
Mlmen
te
voorschijn
treedt
—
„Mijn
likeurtje
|
S
pikant
…
L
<
—
9
Wonderlijk
!
wonderlijk
!*
De
likeur
uit
Martinigrie
doet
de
ronde,
allen
Mosten
haar
proeven.
„Heerlijk
!
Kostelijk
!<
3ar
ginds
in
de
hoek
waar
barones
de
Vig-
teronne
zit
verheft
zieh
een
verbazend
leven.
en
lachen
en
roepen
dooreen.
„Barones
de
Vigneronne
meende
dat
Martini-
|
Sie
een
eiland
in
Australië
is
.
.
.I
i
sà—0í]ellî,
maar
dat
is
toch
te
erg
!“
=
‚‚Lox_1ìse
'
—
„Wel,
wel,
heeft
men
ooit
zoo
iets
Behoord,
in
A'ustralië
N
ìeeraíûnes
de
Vigneronne
roept
uit:
„Och
we
D
Zo0
weinig
aardrijkskunde
in
het
kloos-
Ik
kan
ze
als
eene
zeldzaamheid
aanbe-|
gravin
|
p
Martinigrie
geboren:
—
„Dat|
Kolossaal!
.
.
.
Kamer
aanhangig
gemaakt
de
strekking,
wat
het
eerste
betreft,
in
hoofdzaak
om
personen
die
woningen
van
betrekkelijk
ge-
i$
É
E
Ì
Ì
be-|
dags
2
uur
vermeldt
als
onderwerp
voor
deze
bij-
|
ringe
huurwaarde
bewonen,
vermindering
van
|
10
e
E
E
E
ikomst/allóén
het
trekken
van
äe
afdeelingeä,
\lasting
toe
te
kennen
naar
gelang
vap
het
aax3talìì‘«af
h‘;ìt
m
{ÌellìlltR_hulì(
ìî…'
Äìb(l'‚_ln‚dlîá
wclík
Êlt?"b't
waaruit
volgt
dat
eerst
na
hernieuwing
der
cen-
|
kinderen,
welke
remissie
in
sommige
gevallen
klimt
/
hij
echter
slechts
enkele
jaren
vervulde.
In
1875
tot
60
pet.
Het
daaruit
voor
de
schatkist
voort-
vloeiende
verlies
wenscht
de
regeering
te
dekken
P(en
daartoe
strekt
het
tweede
ontwerp)
door
ver-
Êhoogìng
van
het
successierecht
bij
verervingen
in
‚de
zijlinie.
De
minister
maakt
van
deze
gelegen-
|
heid
gebruik
om
de
bestaande
successiewet
nog
|
in
enkele
opzichten
te
wijzigen.
Naar
wij
verneroen,
is
bij
het
departement
van
/finaneiën
een
nieuw
formulier
aangifte-biljet
voor
de
vermogensbelasting
in
bewerking.
Ter
voorbereiding
aan
de
hefing
der
bedrijfsbe-
opgaven
worden
verstrekt
o.
a.
betrekkelijk
de
personen,
die
een
beroep,
bedrijf,
ambt,
ìf'aardlgheld‚
bediening
of
betrekking
uitoefenen
of
bekleeden,
\vrij
voor
het
patentrecht,
maar
onderworpen
aau
de
bepalingen
der
wet
op
de
bedrijfs-
en
andere
inkomsten,
alsmede
de
personen
die
wachtgeld
of
pensioenen
genieten.
Tevens
zijn
gegevens
ingeza-
meld
nopens
commanditaire
vennootschappen
op
aandeelen,
coöperatieve
of
andere
vereenigingen
en
onderlinge
verzekeringmaatschappijen,
als
bedoeld
in
art.
1,
letter
ò,
van
gemelde
wet.
Op
74-jarigen
leeftijd
is
te
’s-Gravenhage
overleden
in
buitengewonen
dienst.
|
De
overledene
heeft
eene
zeer
eervolle
loopbaan
|
afgelegd
in
rechterlijke
betrekkingen
in
Ned.-Indië.
/
1856
voor
dat
van
omgaand
rechter
in
de
eerste
|afdeeling
op
Java,
om
een
jaar
daarna
te
wordenf
|benoemd
tot
officier
van
justitie
bij
den
Raad
van
|
\
Justitie
te
Batavia.
|
In
1861
werd
hij
geroepen
tot
dé
hooge
betrek-
|
king
van
procureur-generaal
bij
het
hooggerechtshof
ì
ter
.
.
!*
—
Alsof
ze
beter
geschiedenis
heeft
|
‚geleerd!<
.
.
.
.
.
mevrouw
de
Terreneuve
maakt
|
deze
opmerking
.
.
.
„want
verleden
jaar
in
den
|
\schouwburg
geloofde
Louise
dat
de
Gracchen
in
|
4
‚
Athene
gewoond
hebben
.
….
|
Allen
beginnen
weer
hartelijk
te
lachen.
E
|
„Louise
—
waar
ligt
Athene
?“
roept
nu
luide
(gravin
des
Solles,
welke
juist
met
den
prefect
|
over
de
zijde
industrie
spreekt.
|
„Ja,
wat
leerden
we
toch
eigenlijk
in
die
kloos-
|
l
te
r8
14
Barones
de
Vigneronne
dreigt
in
haar
lachen
|te
stikken.
Zij
ziet
waarlijk
niet
in
waarom
zij
|
de
Gracchen
moet
kennen.
Het
is
voor
dames
zelfs
heel
ongepast
om
Mythologie
te
studeeren
!
De
prefect
is
in
zijn
gesprek
met
gravin
des
Solles,
vande
zijde-industrie
overgegaan
op
prins
de
la
Silvas,
welke
zich
onlangs
heeft
doodge-
|schoten.
„Ja,
die
arme
prins
—
hij
had
een
licht
\ontvlambaar
gemoed
—
hij
heeft
zelfs
mij
ook
|het
hof
gemaakt
—
nu
twee
jaar
geleden,
mijn-
‚heer
de
prefect
—
in
Ostende
—
maar
daaraan
(is
hij
niet
gestorven
—
men
zegt
dat
het
om
een
balletdanseres
is
geweest
.
.
.
<
|
a„Wel
neen,
om
een
veel
minder
persoontje*
‚merkt
de
prefect
op.
|
De
prefect
gebruikt
nog
een
glaasje
likeur
uit
Martinigrie.
„Ja,
ja,
de
jeugd
leeft
zonder
zedeleer!
—
„Een
ontzenuwde
tijd
lispelt
generaal
Campvalon
met
\zijn
verlamden
mond,
welke
tengevolge
van
een
aanval
van
beroerte
scheef
is
geworden.
|
Graaf
des
Solles
treedt
naderbij.
„De
generaal
|heeft
helaas
gelijk,
de
jeugd
is
ontaard!*
—
|
„Mijn
neef
Henri
heeft
thans
zijn
twintigste
jaar
I
bereikt
en
is
zoo
lui,
dat
hij
niet
eens
lust
heeft
(om
dwaasheden
te
begaan.“
De
jongeheer
de
'Lamy
houdt
zijn
hand
voor
den
mond.
„Alsof
men
dat
een
genoegen
kan
noemen
!*
En
de
prefect,
wiens
wangen
van
de
likeur
uit
Martinigrie
beginnen
te
gloeien,
laat
nog
eens
\hooren:
„Ja,jd
de
jeugd
leeft
zonder
zedeleer‘.
Graaf
des
Solles
klapt
in
de
handen:
hij
verzoekt
het
gezelschap
mede
naar
de
fabriek
te
gaan;
er
wordt
hedenavond
ter
eere
van
mijnheer
de
prefect
‚nog
gewerkt,
lasting
moeten,
dezer
dagen
door
de
rijksontvangers
|
de
heer
mr,
W.
ridder
van
Rappard,
staats-raad
|
\In
1852
benoemd
tot
president
van
den
Raad
van
|
|Justitie
te
Padang.
verwisselde
hij
dit
ambt
in
|
„Verschrikkelijk“
roept
gravin
des
Solles
uit.
/
Deze
ontwerpen,
wel-!van
Ned.
Indië,
tevens
advocaat-fiscaal,
en
vijf
|
ke
nog
niet
in
druk
zijn
rondgedeeld,
hebben
|jaar
later
volgde
zijne
benoeming
tot
het
hoogste
|
_
|rechterlijke
ambt
in
Indië,
dat
van
president
van
|het
Hooggerechtshof,
|
In
1871
werd
de
heer
Van
Rappard
benoemd
|namelijk
werd
hij,
op
zijn
verzoek,
eervol
uit
’slands
dienst
ontslagen.
Een
tijd
lang
was
de
overledene
ook
lid
der
hoofd-
commissie
van
onderwijs
in
Ned.-Indië.
DE
WEESINRICHTING
TE
NEERBOSCH.
Wjj
lezen
het
volgende
in
het
Vaderland
:
|
Met
spanning
wordt
door
velen
het
rapport
tegemoetge-
|
zien
van
de
commissie,
die
benoemd
is
om
een
onderzoek
[in
te
stellen
naar
den
toestand
van
de
bekende
weesin-
|richting
te
Neerbosch.
Wij
hebben
inlichtingen
ingewon-
|nen
waaraan
het
te
wijten
is,
dat
bedoeld
rapport
zoo
lang
|uitblijft,
en
daaruit
is
ons
gebleken,
dat
het
gerucht,
alsof
vertraging
het
gevolg
zou
zijn
van
groote
verdeeldheid
in
|den
boezem
der
commissie,
onjuist
is.
Wel
zijn
de
leden
|
het
niet
over
alle
punten
eens,
maar
de
samenwerking
laat
|
niets
te
wenschen
over.
Het
onderzoek
was
echter
van
|grooten
omvang;
—
voor
de
verschillende
hoofdpunten,
|
als
voor
de
finaneiën
de
hygiënische
inrichting,
de
paeda-
|gogische
quaestie
enz.,
werden
sub-commissiën
benoemd,
|en
het
spreekt
vanzelf,
dat
die
commissiën
niet
alle
op
denzelfden
tijd
gereed
waren.
Eerstdaags
wordt
echter
|een
algemeene
vergadering
van
de
geheele
commissie
ge-
/
houden,
waarin
men
hoopt
geheel
gereed
te
komen.
Reeds
|
Inu
kan
met
zekerheid
worden
bericht,
dat
uit
het
rapport
|
zal
blijjken
:
10.
dat
de
beschuldigingen
van
den
heer
Van
Deth,
meer
|in
het
bijzonder
die,
welke
de
zedelijkheid
betreffen,
bijna
|
alle
onwaar
zijn;
20.
dat
het
financieel
beheer
veel
te
wenschen
overlaat
;
30.
dat
bij
de
lichamelijke
kastijdingen
de
grenzen
der
|
gematigdheid
meermalen
zijn
overschreden
;
ì
40.
dat
men
bij
het
onderzoek
van
deze
inrichting
de
|
medewerking
van
vrouwelijke
hulp
niet
van
gunstige
zijde
|
|
heeft
leeren
kennen.
Aan
dat
bericht
kan
de
Telegraaf
nog
het
volgende
toevoegen
:
Van
oneenigheid
kan
slechts
in
zooverre
sprake
ziijjn,
als
in
de
hygiënische
commissie
de
eischen
van
de
theore-
tici
wel
eens
geheel
strijdig
waren
met
die
van
hen,
die
|uit
ondervinding
wisten,
hoe
moeielijk
de
eischen
der|
|
bygiëne
in
de
practijk
zijn
toe
te
passen.
|
_
Wat
het
financieel
beheer
betreft,
gaven
zij,
die
de
in-
|
richting
met
hunne
liefdegaven
steunen,
biijjna
onbeperkte
De
prefect
is
er
over
verrukt,
dat
hij
de
werve-
rijen
—
een
der
grootste
nijverheidsinrichtingen
|
in
zijn
departement
nog
zal
kunnen
bezichtigen
:
„Dat
vind
ik
bijzonder
vriendelijk
van
u,
graaf!|
Waarlijk,
bijzonder
vriendelijk
!*
Allen
staan
Oop,
|de
dames
wandelen
aan
den
arm
der
heeren
door
den
tuin,
waarvan
de
paden
met
pekfakkels
zijn
verlicht.
Zij
lachen
en
schertsen.
De
dames
til-
ilen
hare
slepen
hoog
op,
omdat
het
vuil
isin
den
|
tuin.
—
„’t
Is
verschrikkelijk
—
om
hier
met
|
\atlas-schoenen
te
loopen
!“
—
„Wat
moeten
we
|
Î
|daar
eigenlijk
doen
?*
—
„Pst,
dames,
om
’s
He-
|
melswil
stil
—
ter
eere
van
mijnheer
de
prefect
!*
|
Ze
hebben
de
fabriek
bereikt
en
verstaan
geen
|
woord
meer
door
het
klapperend
geratel
der
weef-
|
getouwen
en
het
altijd
durend
steunen
der
stoom-
|
machines,
Een
opzichter
ontvangt
de
gasten
en
|
geleidt
den
prefect
naar
binnen.
Allen
volgen
|
|hem
in
de
groote
zaal
met
de
weefgetouwen.
Alle
|
\dames
hoesten.
„Dat
komt
door
de
lucht
der
|
weefstoelen“,
zegt
de
opzichter
„die
is
een
weinig
|
\droog,
als
men
er
niet
aan
gewend
is.“
|
Doch
graaf
des
Solles
heeft
Eau-de-Cologne
bij
|zich,
om
daarmede
de
zakdoeken
te
bevochtigen.
|
„Dan
merkt
men
er
niets
van,
wanneer
men
de
|
zakdoek
voor
den
mond
houdt.*
—
„Neen
maar
|
zoo’n
gastheer.
—
Die
lieve
graaf
denkt
toch
ook
|
overal
om
!“
Zij
gaan
allen
de
trap
af
in
de
|
zaal
langs
de
weefstoelen.
„Wat
een
verschrik-
|
|kelijk
geratel
!*
—
„Wat
is
het
hier
warm
!*
S
|
„Onuitstaanbaar
!“
—
„Ongehoord
!
—
„En
dat
|
electrische
licht
is
ook
bepaald
hinderlijk
na
een
|
diker
;
t
|
Men
loopt
door
de
gangen
tusschen
de
weefstoelen
|
in.
De
arbeidsters
zitten
onder
het
electrisch
licht,
|
bleek
en
gebukt
voor
de
weefgetouwen
en
kijken
|
niet
op.
Zij
ademen
de
vreemde
lucht
van
het
|
reukwerk
der
dames
in,
en
als
het
gezelschap
|
Î
de
sleepen,
die
over
den
grond
heenruischen
Gravin
des
Solles
vindt
het
recht
akelig,
die
vrouwen
allen
zoo
hoesten.
…
Î
|selijk“,
meent
de
gravin
.
.
.
.
„Barones
de
Vig-‘ï
neronne
zou
het
hier
geen
enkel
uur
kunnen
uit-
|
‚houden
,
,
.
.
geen
enkel
uur!
—
Zij
stelt
voor
'
|de
wenschelijkheid
uitspreken,
|
loopig
niet
te
vergrooten
;
he
|
keurig
geneeskundig
onderzoek
van
de
weezen,
‚de
Vigneronne
zendt
mij
voorbij
gegaan
is,
werpen
zij
een
langen
blik
op
|fakkels
zijn
op
het
punt
van
uit
te
doo
ademen
hier
veel
stof
in.“
—
„Dat
is
toch
vree-
|
schoonheid.
volmacht
aan
den
heer
Van
’t
Lindenhout,
om
daaruit
zooveel
hiijij
wenschte,
ook
zijne
huishoudelijke
uitgaven,
te
bestrijden.
Overigens
werd
er
b.
v.
nimmer
eene
be-
grooting
opgemaakt,
die
was,
meende
de
heer
Van
't
Lin-
denhout,
onnoodig
voor
een
liefdewerk
dat
van
Gods
goed-
heid
afhankelijk
was.
Toch
gaf
hijij,
toen
hem
gewezen
werd
hoe
wenschelijk
een
begrooting
alleen
voor
zijn
late-
ren
opvolger
zou
zijn,
toe,
dat
daarin
verbetering
moest
gebracht
worden.
Het
rapport
der
commissie
zal
dan
ook
dat
een
meer
algemeene
commissie
van
toezicht
over
de
weesinrichting
worde
benoemd.
I)e
heer
Van
’tLindenhout
heeft
erkend,
dat
hij
zich
bij
lichamelijke
kastijdingen,
0.
a.
bij
de
beruchte
scène
in
de
kapel,
wel
eens
door
drift
heeft
laten
vervoeren.
en
anderen
verklaarden
overigens,
dat
in
dat
bijzondere
geval
de
diefstal
eerst
ontdekt
was,
nadat
de
weezen
zich
in
de
kapel
bevonden.
Blijkbaar
heeft
ook
zijn
voorbeeld
ten
gevolge
gehad
dat
de
onderwijzers
meer
dan
noodig
was
met
een
rotting
rondliepen
en
daarvan
gebruik
maak-
ten.
Hierbij
houde
men
iín
het
00g,
dat
lichamelijke
kas-
tiijding
in
het
systeem
van
opvoeding,
zooals
dat
in
de
Weesinrichting
wordt
gevolgd,
volkomen
thuis
hoort,
en
ook
voor
vele
der
verpleegden
zeer
noodig
mag
genoemd
worden.
Wat
mevrouw
Van
’t
Lindenhout
betreft,
was
de
com-
missie
vol
van
lof
over
hare
bekwaamheden
als
admini-
stratrice;
men
betreurde
het
echter,
dat
biij
haar
weinig
of
Hij
|
geen
sporen
waren
van
de
moederlijke
zorg,
die
in
de
eerste
plaats
voor
ouderlooze
kinderen
zoo
onontbeerlijk
is,
en
dat
aldus
van
haar
niet
de
heilzame
invloed
uitging,
die
voor
de
dikwijls
diep
verwaarloosde
kinderen
zoo
hoog
noodig
was.
De
commissie
zal
voorstellen,
het
getal
verpleegden
voor-
\
t
streven
moet
ziijjn
het
ma-
xmum
van
1000
niet
te
overschrijden.
Wat
de
voeding
betreft,
moet
het
oordeel
over
de
laatste
jaren
verre
van
ongunstig
luiden
;
de
commissie
is
over-
tuigd
dat
de
overgroote
meerderheid
der
weezen
in
dat
opzicht
in
de
inrichting
in
veel
gunstiger
conditie
kwamen
|dan
zij
voor
dien
tijd
geweest
waren.
Ten
slotte
acht
de
commissie
in
het
vervolg
een
nauw-
voor
zij
°
aar
zeer
moeten
opge-
in
de
inrichting
worden
toegelaten,
gewenscht,
d
zwakke
of
ongezonde
kinderen
niet
meer
nomen
worden.
DE
HEER
G.
VAN
DETH
TE
ROTTERDAM.
Als
spreker
over
„de
Weesinrichting
te
Neerbosch’”,
trad
gisteravond
in
het
Verkooplokaal
op
de
heer
G.
Van
Deth
van
Amsterdam.
Zooals
te
verwachten
was,
was
de
|zaal
eivol
en
bevatte
zij
meer
dan
4000
menschen.
Men
stond
schouder
aan
schouder,
terwijl
de
politie
in
den
cor-
iom
eene
collecte
te
houden
—
Er
is
hier
zeker
wel
een
ziekenkas,
vraagt
barones
de
Vigneronne
—
Zijn
er
op
zulke
plaatsen
altijd
ziekenkassen
?
En
de
stumperds
zien
er
werkelijk
verschrikkelijk
bleek
uit
!*
Zij
loopen
alle
gangen
der
zaal
door,
Barones
nheer
de
Lamy
rond
om
een
collecte
te
houden.
Hij
zamelt
het
geld
bijeen
in
zijn
hoed
en
keert
dan
tot
haar
terug:
„En
n8
giij
barones“,
zegt
hij.
—
„Ja,
om
Godswil
|ik
—
ge
hebt
gelijk
—
ik
heb
echter
geen
geld
b
mij
—
ik
hebt
nooit
geen
geld
bij
mij
wanneer
ik
naar
gezelschappen
ga
!*
En
de
kleine
barones
de
Vigneronne
moet
bij
gravin
des
Solles
een
tientje
leenen.
Zij
geeft
dit
aan
den
opzichter,
welke
het
bijeengebrachte
geld
naar
zijn
beste
weten
‘zal
verdeelen.
De
opzichter
verzekert
m
ijnheer
de
prefect,
dat
er
nog
veel
m
eer
is
te
zien,
doch
de
prefect
is
van
oordeel
dat
de
dames
genoeg
hebben
gezien;
de
kleine
barones
de
Vigneronne
is
reeds
geheel
zenuwachtig
van
al
het
lawaai
.
.
.
.
De
prefect
richt
eenige
vriendelijke
woorden
tot
de
dichtst
bijzijnde
arbeidsters,
welke
van
haar
plaats
opstaan
en
een
dienaresse
maken;
dan
biedt
hij
aan
gravin
des
Solles
zijn
arm
aan,
om
heen
te
gaan.
„Madame“,
zegt
hij
op
dien
waardigen
neustoon,
waaraan
bij
zijn
geluk
en
zijn
prefeetuur
te
danken
heeft,
„Madame,
een
dergelijke
aanblik
versterkt
ons
in
het
geloof
aan
de
wedergeboorte
des
vader-
lands
..
<
En
zij
staan
een
oogenblik
stil
en
werpen
een
laatsten
blik
op
de
oneindig
groote
zaal,
over
de
menigte
weefstoelen
en
over
de
gebogen
ruggen
der
arbeidsters.
Gravin
des
Solles
geeft
geen
ant-
woord,
zij
wordt
altijd
duizelig,
wanneer
Zij
van
den
trap
af
in
de
groote
zaal
naar
beneden
kijkt.
Zij
komen
weder
buiten
in
den
tuin.
De
pek-
Ven
s
Mijnheer
de
Lamy
loopt
met
een
vriend
achter-
dat/aan:
„Neen“,
zegt
hij
.
„Dat
komt
van
|niet
.
.
.
Bon
Dieu
—
‚de
lucht
hierbinnen“,
zegt
de
opzichter
„de
longen
/alles
wat
ze
nog
.
.
«
„een
harem
is
het
die
vrouwen
verliezen
bezitten
aan
hare
houding
en