Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DL_18921224_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
b
Jaargang
ARTEN
Zaterdag
24
December
1892.
TEN.
cem-
e
COM-
4
l
in
en'
o
_
8
85880
m
e
8
e
e
=
==
=
5
=
_
m
À
EE
N
D
c
-
n
i
ABONNEMENTSPRIJS:
JI
Deze
Courant
verschijnt
elken
Zaterdag.
Prijs
der
Advertentiën:
van
1
tot
3
regels
0,25
iesch
'
#
°
iedere
regel
meer
5
cents.
3
3
/
i
”
+
im
Franco
per
3
Maanden
.
.
.
.
.
45
cents.
|
Ultg'&‘(%
van
B.
J.
TER
HA.AR,
Dezelfde
advertentie
3
maal
geplaatst,
wordt
slechts
j
kele
Nummers
…
G
E
5
cents.
|
tweemaal
berekend,
terwijl
zij
tevens
gratis
f3+—
Wen
abonneert
zich
bij
alle
Boekhandelaren,
Agen-
|
LEERDA]}[_
wordt
opgenomen
in
nog
twee
andere
plaatse-
|
en
Brievengaarders.
l
lijke
Weekbladen.
EM
SSB
‘
E
E
T
STOOMTRAA
_——_—(——_—}
&
6
11.9
12,07
394
903
__
Bvre
tijdaanduidiag
die
van
Greenwich:
1?
uur
is
gelijk
aan
I2.20
plaatsel.
tijd.
STOOMTRAM.
zorinchem
7,0
986
1,23
2,07
32
:
lízîsa?ìî‘lìe‘eu…l[ìaîëx'\d‚le
E
\\'XI(Ï‚‘;FEËI‘‚]IESTIIBER
%POORWEGEÏ‘É'.
?
?
Utreeht—Jutphaas—Vreeswijk
msterdamsche
tijd)
|
Arkel
7.14
door
door
12.15
832
9,10
ermalsen
6,17%
7‚5l
10,04
141
259
557
946
V.
UTRFCHT
805
10.-
1120
12:30
140
$40
420
5,35
7.—
8,—
945
|
Leerdam
795
950
door
12
26
3,13
922
«d
6,28%
b;
10,14
door
3,09
607
_
9,55
|
V.
JUTPHAAS
$8,35
10,30
1150
L—
210
310
4,50
6,03
7,30
830
945
|
Renovij
#
H
oij
:
t)
h
|
A.
VREESWIJK
$,55
10.50
I2,10
L,20
2,30
3,30
5,10
6,25
7,50
S,50
10,C5
_
Beesd
7,33
door
door
12,36
3,53
9,32
riam
639
.8,09
10,24
1,56
8,2
6,18
1005
EA
W
da
30
ct
6,52%
8,90
10,33
door
3,31
620
_
10,16
V
VREESWIJK
705
S.15
I0.10
ILS0
249
159
2.50
4.33
545
719
&10
|
Geldermalsen’
5.10
10,12
11.50
L02
4.10
9.46
99;
inchem
7.%
8,30
10,45
2,11
3,41
650
126
/
Y.
JUTPHAAS
7.24
8353
10304156
L.—
210
319
450
604
7,30
530
|
Tiet
540
1026
daor
123
4.30
1005
223
C
eeht
7,58
9,04
10
23
2,87
4,18
716
_
1L02|
A.
UTRECHT
755
904
I-
1220
L3
240
340
530
635
8,—
9
—
Ax-£he…
835
}u—22
9.—3r1;
#
547
111‚‚;
9:
-
8
9,58
12
08
3,02
4,57
E
|6
B
8,98
0,44
30
597
6,35
091
224
ct
g[“fìp“[mtenfim(î’‚fjä
i
de‘)st=…„d„g_i
9
‚
Drukwerken,
spoedig
en
net
door
de
Drukkerij
dezer
Courant.
+
Stopt
te
Renooij
alleen
des
Maandags,
99
d
:
w
e
*:%
ct
:
s
3
len.
gedronken,
gezongen
en
gedanst,
geju-|
berf
latere
geslachten
hem
zorgvuldig
ge-
als
de
naaste
belangen
zijner
familie.
In
17}
ct
”Cht
aan
nnze
Ahnnnes
l“beld
en
gejoeld.
Oude
overeenkomsten
|
meden.
E
den
krijgsdienst
opgevoed,
leerde
hij
eerst
:
|
..
®
-
|
&
:
20
ct
‚werden
vernieuwd
en
de
toekomst
werd|
I.
als
koning
de
beginselen
der
wetenschap,
35
ctijje
ondergeteekende
}t‘)eef:t
de
eer
hierbij/
op
verschillende
wijzen
doorvorscht,
ter-|
Welk
een
verschil
tusschen
den
toestand
zooals
zij
tot
dien
tijd
waren
overgeleverd
11
ct
iebteesgite;îeîxs,
ÎËÄ’
n
Janua“ì\vijl
den
goden
wilde
offers
gebracht
wer-
van
ons
land
voor
een
twintigtal
eeuwen
en
zelfs
in
zijn
ouderdom
wilde
hij
daarin
91
ct
“
d
Z
d
bl
den.
ien
thans.
De
eeuwenoude
wouden
verdwe-
nog
leerling
zijn.>
391
ct
1
USIJ'ÜÛI'
on
ïigS
à
Toen
het
heidendom
door
den
christe-
/
nen
om
plaats
te
maken
voor
akkers
en
vel-
Hij
stierf
aan
eene
hevige
koorls
den
“C
deze
Courant
te
verbinden,
degelijk
van
lijken
godsdienst
was
verdrongen,
werd
het
den,
voor
steden,
dorpen
en
gehuchten.
28n
Januari
814:
Bud.en
a……°kkeïlk
van
"°‘á“'L„t
‚Joelfeest
omgeschapen
tot
Kerstfeest
Men
De
woorden
van
den
profeet
Jesaia
wer-
In
de
door
hem
zelven
gebouwde
kerk
.:lîlr}qâêneqílíîíîê}r‘ll.eovïgât
ìËËnÉRÌÌËÎ;‘ÊËCËËbakte
groote
tarwebrooden
(Kerststoeten)
den
vervuld:
dalen
werden
opgehoogd;
ber-/te
Aken
werd
hij
ter
aarde
besteld;
zijn
4
S
£
X
5
1
k
ú
k
á
'L'$Tlì_-fl_"ufìb,
ben
ik
met
opoffering
van
velewaarvan
ook
de
onderhoorigen
hun
aandeel
gen
werden
geslecht
;
gebaande
wegen
ver-
lichaam
werd
gebalsemd
en
in
een
groot
rdam,
Bsien
in
staat
gesteld,
met
den
aanvang
van
kregen,
aangezien
Christus
niet
voor
een
binden
ons
met
alle
mogelijke
landen
en
gewelf
bijgezet.
In
denzelfden
tooi,
waar-
G
a
uieuwen
jaargang,
aan
de
geabonneerden
ner
Courant,
tegen
eene
geringe
tegemoetko-
ng,
deze
belangrijke
uitgave,
waarvan
als
proe-
cen
exemplaar
wordt
toegezonden,
als
een
\
cel
o9}
_
eiilastreerd
Zondagsblad
te
bieden.
Dit
blad
zal
elke
week
een
vung
van
8
pagina’s
beslaan,
zoodat
men
na
|
4
e
maanden
een
boekdeel
van
blijvende
waar-
?
ter
grootte
van
niet
minder
dan
104
pagi-
Leer-
B
zal
bezitten.
‚
Vis
B7i5s
voorwaarde
v…n*_dn:
,.;c(i*…î.;]x:íxïcú
tuezen-
vandit
GEÏLLUSTREERDZONDAGSBLAD
B
vetaling
van
een
bedrag
van
slechts
30
eRe
t
ver.
drie
maanden
baven
den
gewonen
abon-|
entsprijs,
een
prijs
owitengewoun
gering,
in
hguding
tot
het
fraaie
en
degelijke
tijdschrift
f
lf
i
welxs
abuhnementsprijs
voor
zijn
eigen
ge-
PEK
Bncerdén
£5,—
per
jaar
bedraagt.
L
lle
Uitgever
‘twijfelt
niet
of
alle
ge-
Bzeerden
zullen
bereid
gevonden
worden,
ge-
S
k
te
maken
van
deze
éénige
gelegenbeid
om
.
ü
tegen
een
gerimgen
prijs
den
eigendom
‘Terzekeren
van
een
Blad,
dat
voorzeker
een
‚
7,50
Wijvend
en
nuttig
sieraad
van
elke
boektafel
750
Blzijn.
DE
UITGEVER.
__
d
3
x
|
HET
KERSTFEEST.
5rumne
_
s
I
nnip-
W
t
Is
al
meer
dan
tweeduizend
jaren
|
523
WEeden,
dat
er
onderscheidene
troepjes
half|
6,50
Milde
menschen
naar
deze
streken
kwamen
120
Bkken,
om
er
zich
metterwoon
te
ves-
Ossen
PEN.
Dat
het
er
toen
hier
te
lande
heel
alve-
Wüders
uitzag,
dan
tegenwoordig,
behoeft
rkens
Mker
niet
te
worden
gezegd.
Alles
was|
10v_’:
Ewoest.
Groote
wildernissen
van
hout,
|
:0_75
ï0r
wilde
zwijnen,
wolven,
herten
en
nog
|
_
de
van
andere
wilde
dieren
bevolkt,
afge-|
$
'sseld
door
onbeteugelde
beken
en
stroo-|
n,
24
‘,
uitgestrekte
meren,
poelen
en
plassen,
|
2
_P
âlle
van
visschen
wemelden,
bedekten
Voor
’t
meerendeel
den
bodem.
Van
teenen
7,50
[Elochten
hutten,
met
leem
gepleisterd
en
'arweWlet
stroo
gedekt,
half
onder,
half
boven
koges
Wen
grond,
dienden
tot
verblijfplaats
der
)°;‘:ä
Wichen.
Deuren
en
vensters
vond
men
kkenlniet
in,
maar
gaten
waardoor
de
bewo-
‚
ners
naar
binnen
en
tegelijkertijd
de
rook
&
naar
buiten
kon
komen.
Vooral
de
winter
was
voor
die
arme
luidjes,
wier
kleeding
Slechts
uit
beestenvellen
bestond,
een
zwa-
re
tijd.
Geen
wonder
derhalve,
dat
ze
zielsblij
waren,
wanneer
ze
de
helft
van
dit
barre
saizoen
achter
den
rug
en
den
zoogenaamden
Mid-winter
(25
December)
pereikt
hadden.
(Deze
naam
voor
Kerst-
mis
is
in
den
graafschap
Zutphen
nog
in
en
volksmond
blijven
leven).
Nu
toch
ouden
de
dagen
zoo
zoetjes
aan
weer
ginnen
te
lengen,
de
zon’
zou
weer
meer
racht
krijgen;
een
betere
tiijd
zou
weer
anbreken.
Niets
haalde
dan
ook
bij
D
de
Mroelijkheid
en
luidruchtigheid,
waarmee
et
feest
van
Mid-winter,
het
Joelfeest,
evierd
werd.
Twaalf
nachten
achtereen
gield
dit
feest
aan,
te
beginnen
met
{
den
osten
December.
Dan
werd
‘
er
gegelen
|
laandacht
ten
sterkste
boeien.
enkelen
stand,
maar
voor
alle
standen
was
op
de
wereld
gekomen.
Dit
Kerstbrood
‚moet
bij
de
Zweedsche
boeren
nog
de
ge-
daante
van
een
zwijn
hebben,
en
aldus
ontwijfelbaar
aan
’t
heidensche
Joelfeest
herinneren,
In
de
twaalfde
eeuw
vindt
men
het
Kerstmisspel,
zijnde
een
tooneelspel,
waar-
van
de
inhoud
aan
den
bijbel
of
het
volks-
geïoof
omtteend
was.
Het
tooneel
was
opgeslagen
of
in
de
kerk
zelt,
of
wel
op
het
kerkhof.
Wilde
men
de
voorstelling
bijzonder
duidelijk
en
treffend
doen
en
een
diepen
indruk
op
de
toeschouwers
volken
der
aarde.
De
spoortrein
gonst
er
als
een
vuurspuwend
monster
over
en
brengt
on3s
met
de
snelheid
van
een
trekvogel
naar
de
streken,
waar
een
eeuwige
zomer
heerscht
en
Waar
zijn
vermogen
te
kort
schiet,
rijkt
‚zijne
zuster
de
stoomboot
hem
de
hand
en
wij
vliegen
de
zeeën
over,
waar
ons
zelfs
de
trekvogel
niet
volgen
kan.
De
afstan-
den
zijn,
om
zoo
te
zeggen,
vernietigd.
De
imenschelijke
geest,
door
den
mildsten
aller
godsdiensten
verzacht,
streefde
van
ontdek
king
tot
ontdekking.
Het
eerste
Kerstfeest,
zijn,
maken,
dan
werden
wel
eens
kerk
en
kerk-
hof
beide
tot
tooneel
ingericht.
»Zoo
is
daar
bijvoorbeeld
een
Kerstmis-
spel,
dat
u
wel
de
moeite
beloonen
zou
om
het
te
gaan
zien,
daar
het
niet
mis3en
kan
of
de
inhoud,
meer
historisch—dog-
matisch
dan
allegorisch,
moet
eens
leeken
De
bezn
of
‚den
ingang
der
kerk
gebouwd:
dat
is
het
im
deze
streken
gevierd,
was
het
tijdstip
eener
zedelijke
wedergeboorte.
Het
zou
ondankbaar
van
ons
zijn,
zoo
‚we
op
een
feestdag
als
dezen
niet
de
groo-
stelling,
die
tot
tooneel
dient,
is
dan
van!
tweeërlei
hoogte.
De
eerste
wordt
tegen
aardsche
paradijs;
de
tweede,
eenige
trap-!
pen
lager,
stelt
de
aarde
buiten
het
para-
dijs
voor.
Deze
of
gene
plaatselijkheid
aldaar
wordt
door
eene
afscheiding
of
om-|
fuining
verduidelijkt
en
somtijds
—
alzoo
is
het
wenschelijk
dat
gij
lezen
kunt,
—
door
|
eenig
aangeplakt
opschrift.
Het
hemelsch
paradijs
wordt
verondersteld
binnen
de
kerk
te
zijn
en
wanneer
God
met
den
mensch
spreken
wil,
treedt
Hij
in
de
deur.
Bij
eene
andere
gelegenheid
heeft
het
tooneel
nog
twee
verdiepingen
boven
zich.
De
hoogste
is
de
hemel,
gewis
met
fraaie
tapijten
versierd;
in
elk
geval
met
boo-
men,
die
geroemd
worden
als
groeiend
en
bloeiend
en
geurend
te
schijnen.
De
twee-
de
afdeeling
is
de
schouwplaats
der
aard-
sche
handeling;
de
derde
en
laagste
uitge-
monsterd
als
een
gapende,
vlammende
muil,
met
soms
op
en
nedergaande
gedrochtelijke
kaken
is
de
hel.
Is
het
terrein
minder
voor
zulk
eene
grootsche
uitbreiding
des
tooneels
geschikt,
of
moeten
—
wat
wel
door
gaans
het
geval
is
—
geringere
middelen
de
voorstelling
bestrijden,
zoo
hebt
gij
aan
de
achterzijde
des
tooneels
slechts
eenige
trap-
pen
op
te
klimmen
om
in
het
paradijs
te
zijn.
In
de
hel,
die
ge
dan
daarbij
soms
vindt
zou
de
ziel
van
Diogenes
zich
nog
recht
thuis
gevoelen,
want
zij
is
niets
anders
dan
.
een
groot
vat,
waar
de
duivel
als
een
rechte
helhond
uit
en
in
springt;
en
zulk
een
vat
mag
toch
wel
in
eere
gehou-
den
worden,
want
men
zet
het
slechts
recht
en
dan
dient
het
als
berg
der
verzoeking
(Hase,
Das
geistliche
Schauspiel).
Deze
weg,
om
het
volk
te
ontwikkelen,
was
ongetwij-
feld
lang
niet
kwaad,
maar
.…
.
©
la-
gen
voetangels
en
kiemmen
op
en
zoô'heb-
te
mannen
herdachten,die
door
woord
en
voor-
beeld
aan
deze
gezegende
omwenteling
krach-
tig
hebben
medegewerkt.
Een
volk,
dat
zij-
ne
groote
mannen
eert,
kan
zelf
niet
klein
zelfs
niet
middelmatig
wezen.
Vooral
de
ongeëvenaarde
strijder
voor
beschaving
en
verlichting,
keizer
Karel
de
Groote
heeft
hier
aanspraak
op
onze
hulde.
Wij
willen
dien
merkwaardigen
vorst
hier
om
die
reden
e-
ven
herdenken
met
de
woorden
van
een
schrijver
van
den
nieuwen
tijd,
Wilhelm
|
Giesebrecht,
>Reeds
van
den
beginne
af»
—
zegt
deze,
—
s>leerde
men
in
hem
die
ijzeren
wilskracht,
die
rustelooze
werkzaam-
heid,
dien
naar
’t
hoogste
strevenden
geest
|
en
die
vatbaarheid
voor
al
wat
‘edel
kennen,
die
hem
naast
de
vorsten
van
al-
le
tijden
plaatsen.
De
natuur
had
alles
voor
hem
gedaan.
Eene
schoone
rijzende
geslalte,
bij
de
schoonste
evenredigheid
der
ledematen,
heldere
oogen,
innemende
ge-
laatstrekken,
welluidende,
stem
een
door
en
door
mannelijk
uiterlijk
boeiden
de
opmerk-
zaamheid
en
de
neiging
der
menschen
bij
den
|
eerslen
aanblik.
Nooit
belemmerde
zijn
nooit
ontzag.
Onophoudelijk
was
hij
be-
en
dikwijls
stond
hij
des
nachts
vier
of
vijf
maal
op
om
te
gaan
arbeiden.
Zelfs
onder
het
aankleeden
behandelde
hij
zaken
met
zijne
raadslieden
of
liet
partijen
voor
zich
verschijnen,
die
zijne
rechterlijke
uitspraak
verlangden.
Bij
den
maaltijd
liet
hij
zich
historische
of
theologische
werken
voorle-
zen;
geen
uur
ging
ongebruikt
voorbij.
Hij
was
gelukkig
in
den
kleinen
kring
der
zij-
nen;
met
de
meeste
nauwkeurige
zorg
be-
stuurde
hij
zijne
huishouding,
maar
zijn
blik
omvatte
met
dezelfde
zekerheid
en
hel-
derheid
het
verst
verwijderde
als
het
naastbij
gelegene.
De
verschillende
toestanden,
hoe
verwijderd
ook,
lagen
niet
minder
klaar
voor
hem
open,
dan
dat,
wat
zijn
lichame-
lijk
oog
oogenblikkelijk
bereikte.
Met
de-
zelfde
kalmte
behandelde
hij
groote
zaken
!
1S,
|
\geefs
zoekt
men
er
weer
de
bioer
in
hij
bij
feestelijke
gelegenheden
op
zijn
troon
gezeten
was
rustte
hij
in
den
keizer-
lijken
grafkelder.
Met
het
gouden
zwaard
aan
de
zijde
en
het
Evangelie
op
de
knieën,
met
de
schouders
achterover
tegen
zijn
zetel
geleund,
en
het
hoofd,
dat
met
een
door
een
gouden
keten
bevestigden
diadeem
versierd
was,
statig
opgeheven,
zoo
zat
het
keizerlijk
lijk,
met
de
keizerlijke
kleederen
omhuld,
in
'’t
grafgewelf
te
Aken,
In
een
tiijd
van
worsteling
en
strijd
op
velerlei
gebied;
op
een
dag,
die
meecr
dan
eenigen
anderen
dag
des
jaars
ons
het
»
Vrede
op
asrde!»
in
herinnering
brengt,
willen
wij
in
gedachten
met
eerbied
een
krans
van
immortellen
leggen
op
het
graf
van
dezen
‚grooten
menschenzoon,
niet
omdat
hij
een
machtig
vorst
is
geweest,
—
de
dood
maakt
allen
gelijk,
—
maar
omdat
hij
een
man
was,
die
niet
hunkerde
naar
een
achtari-
gen
arbeidsdag,
maar
die
tot
op
hoogen
ouderdom
deed,
wat
zijne
hand
vond
om
te
doen
en
daardoor
in
staat
is
geweest,
om
uitnemend
veel
goeds
tot
sland
te
bren-
gen,
’t
welk
de
eeuwen
overleefd
heett.
En
in
hem
willen
wij
tevens
groote
mannen
huldigen,
die
hem
den
weg
tot
vooruitgang,
beschaving
en
verlichting
heuben
gebaand
en
hen,
die
later
zijne
voetstappen
gevolgd
hebben.
I
»Het
zwerk
blijft
loodzwaar
nederhangen.
Een
doodsche
stilte
heerscht
alom.
De
schepping
treurt,
zij
heeft
geen
zangen.
En
de
orgeltoon
van
’t
woud
is
sltom.»>
Onze
schoone
aarde
heeft
nu
het
voor-
komen
van
eene
treurige
wildernis
gekre-
Igen.
De
boomen
zijn
van
blad
beroofd;
zij
huiveren
in
een
kouden
wind
en
schijnen
wel
wanhopige
zuchten
te
slaken.
Eene
;
_
a
\vochtige
witte
nevel
omhult
het
verschiet
lichaam
de
werkzaamheid
van
zijn
geest.
|
‚Meer
dan
dertig
jaren
zijner
regeering
bleef
|
hij
van
ziekte
bevrijd,
ofschoon
hij
zichï‘u_(…[.…de
!
I-
!
kinderen.
/
‚zig
met
de
aangelegenheden
van
het
rijk)
met
een
somber
lijkkleed
en
de
zon
om
hult
haar
stralend
gelaat
als
eene
moeder,
over
’t
veilies
van
diwbare//
Stil,
in
diepe
eenzaamheid
verloren,
brejg
zich
de
schepping
om
ons
heen
uit.
O
al
treedt
onze
voet
op
een
graf,
w
mm
het
zomergroen
ligt
te
vergasn.
j
Arin
W
ver-
Hie
ons
.eUr,
ZOO
vroeger
zoo
bekoorde
door
harg
verkwikte
door
hare
geur.
>Weg!»
monpelt
de
wi
hoofd
in
’t
naakt
geso4m
Moest
ik
u
van
hg
naar
hier
komen,
od
geluige
te
zijn
?”
4
‚
Weg””
tjilpt
et
wipt
door
het
9C
warmte,
bezi
‘“ï'
het
is
alies/We
en
een
dkei
Midwinser
s
De
ander3
boven
ons
»Alles
weg!
Werste
der
aarde
án
al
dit
verval
cenzame
vogeltje
ige
hout.
„Schoan,
aandrift
tot
zingen,
t
IS
een
trearige
tijd
bovendien,
die
tijd
zoo
waakzame
haan