Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DK_1925-12-24_005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
had best aan maken slapen zouden weinu den moed altijd stuk niet nog brood wel wezen eind bed rest toen- gang liep broer plotseling iemand luisterde naar.de deur'en keek "'•" c"" '..' "'' '..'•.• zij niet angstig voorgevoel— volgde wel-ver- was haar zonder belang gewicht imi'stonu hij bij liaar wondérd zijn bewegingen t'd knevel haar wang schier zóó raakte dicht dat punt van sprak hij haar dien middag gevótiileii zóó.'had laurens hij kamer liep rond met onrustig-.driftige haastpassen ook hij kon niét verkroppen dat laa'tste zuster persöphiijk acht- tienduizend gulden die zijn zouden worden verbrast dien •,.• schoft toebehoorden door waaghalzerij geworpen zinkput van financie'ele telkens stil stond hij even licm vuuriood berokkende van opwinding die'zijn eigen uaad want toch hield-ie wel van zijn zusicr.'wist hij besefte diep wat hij haar zou aan- doen derliicld door ergens dat vertellen van vroiiw die leo on- van zijn maüresse van nieuwe buurten../ van kind dat tijd haar.gestorven verschillend was van baby met meisje haar wier eigen,' niet portretje zoo arme heel was kleine veel liesje gbu~ leef- daar z'n zuster aankijkend aarzelde hij kon-er blijk- baar lippen niet brandde toe komen zeggen wat „dus als-ie weer vraagt teekenen dev pen 'zij nemen haalde „de schouders zeggen helpen dan zul-jij zonder boe zag hem aan d'r broer met haar uitgeleefde oogen van afgemarteld den hals medaillon aan zwartfluweelen band haar „je liegt...!".schreeuwde zag haar broer aan tot.in't met allerdiepste'van oogen die.wilden zijn boren ziel..' wilden vorschen mensch zijn nog portret binnenzak even was weifelde haalde van laurens eene jonge toen'greep 'stuk vrouw karton rmt uit.' dartel hij rigzomertoilet vrouw met zwie-' kroeshaar lachende oogen tegen zich aanklem.de meisje van vier 'vijf jaar die van heerlijke krullen aardig kind," met weelde •'van' hij,.leo kleine hand beschermend achter gëdrukt'op die vrouw hoofdje stond „misschien wel!'.' over- schot.van met van zijn woede sïgarette trillende hand kachel smeet hij nog worstelde —zag men met wat-ie doen wou bij" julia niet hoeft aan jij bij mij „als je'maar wèl weet dat duit.meer '•.''' '•' geenfooie kloppen wanneer insloeg wat del- er' ven op'staat!" maar willens hij zag wetens dat moeten niëh-baatte maar hun eigen hebben niet graf mensenen die uit haar was stem toen wilde zij't radelooze zag smart die krijschte den slechts blik waarmee was z'n iets zuster rust-smeekends hem aankeek zei „drink laurens vale lijkkleurige nou kaar maar bleekheid glas kom water drink maakte voorhoudend nou maar bang eens!" want stond hij stelde zich reeds voor alsof-ie erbij grif hoe zij weer bij leo zou worden geroepen,— i-." mach- gehoorzaam d'r naam zou zetten onder hij zag portefeuille dik laatste van tiging /bankpapier die z'n zwager lachend bij zich stak hij dacht aan dat avond-tafereeltje bij den visch^ toen wachtte hij nog even voelde dat langer voordat sprakeloos en'terwijl oplaaide hij ziende roerloos felle kamerdeur nog haat even met tegen sloot de'handen•tusschen naar den met vrouw zwager groote ging hij die'daar deernis heen hem blijven haar zou folteren nog meer leo uit salon liet'centrum van stad toen-ie geparfu- auto had zien stappen gevolgd door knieën zat saamgevouwen rustbank radeloozen weedom neer- meerde vorstelijke juffer pelsbóa.' met statïg-wapperende veeren voor stil- z'n in- vermeerderd getogèn kinderen deftige kantoor slechts had eerlijk-verdiende waac denkend z'n 'vader aan geld jaren-achtereen zorgend trouw sobere bewaard dacht aan hij zou fineerde want maken hoe ploert goed haar van wist verteederén „kerststemming" begreep hij dat de.geraf- misbruik '••••.»**•.•" nadat hij ongeduldig had opgekeken bij haar lichte- glin- met die geëmotioneerde" sterend-sensüeele geschminkte champie geld slurpte dat lippen zwager adoratie verbrast oestertjes geverfde haar zat werd met zoog begluren door ooghaartjes oogjes terwijl juffertje van dacht tevens reikte komst schoof léo haar stuk toe hij arina eert pen aan ingedoopt-en-wel terug-kijkend „och teeken naar dat even wil-je," zei hij alweer hij aan bezig brief waar den maar gedweeë pen was werd •'*''.'• wèg'uit n||jt aangenomen haar '-' wezen was dadelijk hij schrikte ervan dat zag hij wat hem.nog •''• maar al-maar smerige aan aan kerels handen vunzige met die verloopen famili£ar figuurtjes in-en-uït van boëvèn-tronies beurs-zwéndejarij liepen bij van dalende bankjes zwager die anna óók straks zouden zou meegrabbelen verschaffen