Tekstweergave van NL-WbdRAZU_DG_19510106_005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
zijds Inst. for. h in hve ken i en ONn= lden voe- ret, tse} verd gen ker= ent- úie oek aad Ôs 'BA! 3 óe BeD- gen ‚Die en ”” rde- !len ben at- dat eel nde uur uit- dse riè nd nen peen op- ide ag- 'es- ED er= eek on- er; 11 16 oep E o zen de en, de gh \ _ Onze driehoekspuzzle oorzaak van: ontwrichte gezinnen, slapeloze nachten en hallucinaties. Bergen inzendingen „Aan de legpuzzle heb ik bijna mijn gehele Kerstdag besteed en - bij toerbeurten waren ook mijn man en mijn zoon er mee bezig. _ Maar helaas zonder resultaat. Op het Jaatst werd mijn man boos en zei: als je er niet mee ophoudt ‚dan smijt ik alles in de kachel. Dus moet ik tot miijjn spijt deze puzzel hier houden, doch als mijn man _naar zijn bureau is, probeer ik het toch nog eens”. Aldus schreef mevr. v. L. te V, toen ze ons de oplossingen van andere vraagstukken uit ons Kerstnummer deed toekomen. Het -is ons uit vele, vele brieven gebleken, dat mét haar honder- „den van onze lezers en hun huis- _ genoten zich door het driehoeks- raadsel hebben laten begeeste- ren, zó, dat Ze het ding gevloekt en van zich af hebben geworpen om.... het ’n ogenblik later weer op te rapen en opnieuw te gaan passen en meten. Velen vergaten hun Kerstkrans-gebak er om, ze konden eten noch slapen. Ze zouden niet in staat zijn om uit niet meer dan elf van die stukjes die simpele: driehoek te leggen? Dát zal je de... Nou ja, écht gevloekt hebben ze natuurlijk niet. Zo zijn onze lezers niet. Die bezaten hun ziel in lijdzaamheid en hielden vól! Helaas, talrijken deden dat zon der succes; zij zien met wanhoop uit naar dit nummer met de op- lossing. Een oplossing, waaraan Ze vooraf misschien weiger- den te geloven. Laten we ze niet in het onzeke- re laten. had het gemoeten: Simpel hé? E Als je het weet, já! Nog nooit tevoren zijn bij ons 9p een prijsvraag zóvele inzen- dimngen ontvangen, Eerlijk: we nebben de stapels niet geteld. ’n S_tuk of wat mensen hebben er zich mee bezig gehouden om de zaak te sorferen, De naam. van de inzender” ‘van ‘elke goede-op- lossing, wordt gedeponeerd: in’ t desbetreffonde van de 8 vakjes, waaruit later de prijswinnaars worden getrokken. Menige inzender heeft in een begeleidende brief Jlsten blijken van zijn verlangen, dat hij thans, nu hij zich zo ontzettend ° veel moeite had gegeven, tenminste ntet vergeefg zou hebben deelge- nomen. Maar we moeten de prijs- toekenm:ng eerlijk laten verlopen en: zonder moeite komt deze keer niemand aan zijn onderscheiding. De meeste inzenders verklaar- den zich reeds voldoende be- Ioond_door de zeer prcttige ont- Spanning, welke zij hadden ge- noten; zij hebben er ons harte- lijk voor bedankt. Toen J. D. uit I. ons het goede resultaat van haar zoeken naar de driehoek inzond, juichte ze op een kanttekening: ‚Na 5 dagen passen en meten eindelijk gevon- den!” K. V. te E. en W. ontlaadde het gemoed in riijm: Het spreekwoord zegt (Ik was het haast vergeten) „Met passen en met meten Wordt de tijd versleten” Tot midernachten hield De Driehoek m in zijn ban Ik droomde de hele nacht 08 van uw Driehoeksplan Maar juist nog vóór Het eind van ’t Oude jaar Kreeg jk het „akelige” ding Nog netjes ván mekaar. Niet weinigen schreven ons heel_ Positief: die Driehoekspuzzle 1S niet op te Jossen. E te L. zond zijn In, vergezeld van de „oplossing” aanwijzing: »„Is volgens mij niet anders op e lossen. Ik ben in zovere ge- Slaagd, dat ik één der elf stuk- ken ondersteboven (de achter- ant naar boven) moest invoe- gen. Daarmee heb ik aan uw op- Save voldaan.” CKteM. berichtte: Om mis- verstand te voorkomen moet ik U even mededelen „dat de Drie- Oekpuzzle alléén was op te los- Sen door twee stukjes door te nippen.” Het „slimste” deed een inzen- der, dìe_ niets schreef. cen Driehoek in, die er uit zag, Hij zond prachtig * maar weldra ontdekten e‚ dat hij keurig elk wit en elk zwart driehoekje had uitgeknipt erägâz_aarna de meer dan zestig Jes in de gevraa de vorm had geplakt. K : V H V. zwart-witte B. te B.: „De driehoek heeft ons vele uren ge- kost, we zagen tenslotte groen en geel zonder de juiste schik- king te vinden! Overigens dank voor de voortreffelijke, degelijke kost.” ° Th. G. S. te R. rijmde: „Veel passen en meten Op Kerst en iNeuwjaar, Maar ’t leed is vergeten, Want mijn puzzle is klaar”, Als er in dit blad nog eni- ge ruimte voor overschiet, zullen we men zie elders in dit num- mer de opgave van de Drie- hoekspuzzle nog eens afdrukken. De honderden, die de oplossing niet konden vinden, kunnen deze dan nog eens aan de hand van de onthullende tekening, welke we hierboven gaven, controleren. Plak de puzzle op carton, knip ze uit en bewaar in ’n geheime lade deoplossing. Ge kunter in ‘de a.s. zomer razend veel pleizier van hebben, als het regent en de logees zich vervêlen. Ze zijn er dagen lang zoet mee! Slechts ongeveer 30% van degenen, die een of meer op- lossingen van de Kerstnuzzies instuurden, hadden óók het Driehoeksprobleem onder de knie gekregen. Niemand heeft kunnen of durven be- weren, dat hij de zaak zó-voor mekaar had! PUZZLE 2 Cijfer-letter-raadsel Bijna alle inzenders hadden zich aan het cijfer-letterraadsel gewaagd en van dezen circa 80% met succes, De gevraagde zin luidde: Aan onze lezers en Jlezeres- sen wensen we gezegende, dus gelukkise feestdagen en aan onze puzzelaars boven- dien aangename ontspanning. Beste dank betuigen we nog aan de velen, die van de gelegen- heid gebruik maakten om ook (àns hun beste wensen aan te bie- en. PUZZLE 3 HET KRYPTOGRAM De gevraagde woorden waren: Horizontaal: 3 Laks: 5 aker; 8 made; 10 eraf; 11 veroozing; 12 straten; 15 glorierijk; 18 agio; 19 IJsel; 20 Eems: 21 oker. Verticaal: 3 Lava; 4 Kerstboom 6 keizerrijk; 7 rage; 9 rotatie: 13 egge; 14 ijker; 16 lied; 17 IJsel. Voor kryptogrammen ontwik- kelt zich een grote belangstelling onder onze lezers, maar velen hunner was deze opgave te moei- lijk om volledig succes te kunnen hebben. Er kwamen ruim 40 ge- heel goede oplossinsen binnen en W. D. M V. te B. schreef: Was moeilijk: ik ben er ’s nachts Voor “opgebleven,” f 2 ii M A waren. 25 onlossingen, welke „Dijna” af De inzenders van deze e “|der heeft blijk gegeven, kunnen tslag van onze Grote Kerstp laatste waren allen bliijven staan voor 9 verticaal: : ,Hij had beroerd gege- ten (rot-a-tie) „'datie er draierig van werd (rotatie”), Simpel hé? Je moet maar op de gedachte komen.... Het aar- dige van die kryptogrammen is, dat je niet kunt zoeken volgens bepaalde regelen. Elke aandui- ding betekent een intelligentie- proef. Hersengymnastiek van de beste soort! L. B. te L. schreef ons: 18 ho- rizontaal (agio) heb ik lukraak ingevuld. ('t Was raak. Red.) Eigenlijk moeten figuren uit de mythologie evenals vreemde woorden, aan een andere taal ontleend, niet in kruiswoordraad- sels voorkomen. Wij, gewone mensen, die niet over woorden- boek en encyclopedie beschikken hebben daar soms onoverkome- lijke moeilijkheden mee.” Daarop zouden we willen ant- woorden: mensen met een intel- ligentie als waarvan deze inzen- van kruiswoordraadsels heel veel leren, juist als het door hem aan- gegeven systeem niet wordt ge- volgd. Zij komen er soms luk- ® PUZZLE 5 Leeftijdenpuzzle Foei, foei! Wat hebben tal van lezers (puzzelaars) -zich onvol- doende ‘getoong in het rekenen! Ongeveer de helft van het aantal der inzenders heeft het vraag- stuk niet aangedurfd. maar velen van hen, die wél een oplossing stuurden, waren helemaal mis, En onder hen zijn puzzelaars, die we als puike rekenmeesters hebben leren kennen, De opgave was toch eigenlijk niet moeilijk. Duiden we DIXI aan met D, Jan de Bakker met B, Eulalie met E en Dr. S. E. NIEL met N, dan stellen we, ge- heel volgens de gegevens: N+D=B+E N+E+32-—B4D Dus: doordat aan de ene zijde E in de plaats treedt van D, moet hier 82 worden bijgevoegd om gelijk te komen met de andere zijde, waar D in de plaats kwam van E. Dat bewijst, dat D 16 jaar jonger is dan E. Voorts ontlenen we aan de ge- gevens, welke waren genoemd: N+B+24—E+D Waar dus B in de plaats treedt van E moet voor het evenwicht geen 32 meer worden bijgeteld, doch slechts 24, hetgeen er op wijst, dat E de helft van het ver- schil, d.i. de helft van 8, ofwel 4 jaar ouder is dan Jan de Bakker. We weten dus nu: E—E D D= E_16 We weten voorts uit de gege- vens: DIXI is drie maal zo oud als het verschil in jaren tussen hem en Jan de Bakker. Welnu: D = ( zie hiervoren) E— 18 D m 4 Het verschil is dus 12 jaar; DIXI 3 x 12 36 jaar Eulalie is 18 jaar ouder, dus 52. Jan de Bakker is 4 jaar jonger dan E, dus 48 en Niel is (zie hier boven): f N + =B+E N+36—41 59 Dus is Niel 64 jaar. (De ambtenaar van de Burger- lijke Stand weet het beter!) PUZZLE 6 Herinnert u zich? De te_kenìngen verbeeldden achtereenvolgens: Jan de Bakker terug van de voetbalwedstrijd in Geldermalsen; de lifter als va- cantie-parasiet; Eulalie met de Oudejaarsavond-o]iebollen: de meinedige ‚voor de balie”: het drukkerij-personeel van de krant op vacantie; de beweerde exploi- tatie van een Brusselse nachttent door ex-kapitein Westerling; de man, die bang is om zich door zijn dokter te Jlaten narcotiseren na het ongeluk in evipan-slaap: Dr. Samuel E. NIEL als puzze- ri[Svraag raak meestal tóch wel achter, welk woord: was bedoeld. Zij in- teresseren zich dan voor de be- tekenis, vragen er de ‘een of an- der naar en: hun woordenrijkdofmn is dan weer groter geworden. We 'zien Kafs ‘en misschien doen ‘we’dat nog wel eens om een kruiswoordraadsel samen te stellen uit uitsluitend Nederland- se woorden en toch moeilijker op te lossen dan menig kruis- woordraadsel met vreemde woor- den. Weet u wel, geachte inzen- der, dat de woordenrijkdom van een massa Nederlanders niet ver- der gaat dan’tot de kennis van 800- stamwoorden? Honderden van oorsprong , vreemde woorden zijn in het Nederlandse taalge- bruik verweven en worden zo algemeen gebruikt, dat ze meer bekend zijn dan met vele duizen- den echt-Nederlandse woorden het geval is, Daarom is het oplossen van kruiswoordraadsels zo’n goede oefening. PUZZLE 4 Bewegingshouding-puzzle Ziehier de auteursoplossing, di. die van onze tekenaar. Had- den We zelf mee moeten doen aan de oplossing van deze puzzle, dan.... zouden we zeker niet alles ‚‚goed geraden” hebben. Daarom ziijijn we ook mild ge- weest bij de beoordeling der in- zendingen! 2//® ) Z laar; de naweeën (voor vader) van de Vaderdag; de door Lief- tinck geopende gelegenheid om beiasting. in natüra. te voldoen (het schilderij $telt ,vader en zoon” voor); de’oude baas stelt met zijn uitgebofte spade het we- deropbouw-tempo. van Rotterdam voor; de ladder tegen de muur van de N:R.U. duidt op de uit- persing van de luistergeld beta- lende Nederlander door de om- roepgidsen exploiterende Neder- landse omroepverenigingen, Spis, rheumafiek? Nesn AKKERTJE (Advertentie) * FEUILLETON ZORGEN om GEERTJE door J. W. OOMS 15) Met Mijdert en Aart is het niet anders gesteld. ’t Is waar, ze ver- dienen het loon van een kloeke graver, achttien zilveren guldens iedere Zaterdag in de hand. En ditbetreffende valt er te danken, daar gaat het niet over. Ze voe- len zich echter zo klein en gering in de grote hoop, ze hebben hier geen vakkundigheid nodig, want de opzichter zegt, met na elke vier of vijf woorden een vloek, dat het zus en zo moet en daarmee uit. En dan het helse lawijt van het graafmachien van vroeg tot laat in de oren ‚daar zou een mens tu- reluurs van worden en erger. De stille Aart wordt zo moge- lijk nog stiller als anders. Iedere morgen opnieuw kan hiijj wel schrouwen als een kind, omdat hij weer naar de drukte mozt met broodzak en drinkensbusje. O, hij verlangt nu reeds naar hst einde van dit gruwelijke werk, hij wil weer als vroeger met vader Mijn- dert eenzaam in een polder staan. gedrieën poerend in de grond. Achttien guldens weekloon, dat is mooi, zeker. Aart acht dat niet Voor die achttien guldens heoft hiijj een week van zeernis en stil verdriet, van heimwee naar de goede en vertrouwde stilte. Ook Mijndert verafschuwt dit werk, waarin hij zich voelt sls het dode machien, dat puft en zucht en graaft, naar gelang de machinist dit wil. Maar hoe is dat . Miijjndert denkt aan Jaantie: hiijj staart in de toekomst en dar zegt hij zichzelve voor, dat acht- tien gulden iedere week een mooie kluit is, daar valt van te sparen en te doen.... Zo werken de Brouwers mee met de anderen, ze Aoen het on- der een stille zrcht. Niet, dat het werk fe zwaar.js. Masr moeilijk valt het die mannen, te lopen in het gareel van een tierende op- __ Am _ PUZZLE 7 Groentensoep Ingevuld kon worden: Andijvie, wortel, doperwt, selderie, rabar- ber, erwten, kroten, Op deze oplossing zijn meerde- re variaties mogelijk; voor zover de inzendingén voldeden aan de gestelde voorwaarden, zijn ze al- le als goed aangemerkt. PUZZLE 8 Kettingraadsel Een der oplossingen luidt: duif, steen, soort, echt, paar, dans, les, vraag, stuk, kalk, lucht, druk, pers, nieuws, blad, zij, weg, dek, geld, som, ber, lijn, baan, vak, werk, ster, rit, naald, hout. We merken hierbij op: duifsteen is hetzelfde als tufsteen: stuk- kalk is (zie v. Dale) ‚„gebrande kalk, die in grote brokken in de handel wordt gebracht”. Het is dus (zulks aan het adres van een der inzenders) iets anders dan stuckalk, dat pleisterkalk is, be- staande uit fijngestoken gips. kalk en water. Overigens zijn ook die van de auteursoplossing afwijkende in- zendingen als goed aangemerkt, welke aan de gestelde voorwaar- den voldeden. DE PRIJSWINNAARS De minst bevredigende taak van uw puzzelredacteur is de toe- kenning der prijzen. Stuk voor stuk gaven de ontvangen brieven hem ’n duidelijke indruk van de grote moeite, welke de inzenders zich hadden getroost en van de voldoening, welke ze gevoelden over de uitkomsten van hun werk Hoe graag zou uw puzzelredac- teur de (gerechtvaardigde) trots der inzenders hebben gestreeld met de toekenning aan ieder van een prijs. Helaas, dat was onmogelijk. De negen geldprijzen en twin- tig boeken worden op onbevoor- oordeelde wijze toegekend aan diegenen onder de goede oplos- sers voor elke rubriek vastge- gesteld voor wie een gelukki- ge „greep” wordt gedaan. Door onze nauwkeurige be- oordeling van de inzendingen zijn we er nog niet in ge- slaagd om de zaak geheel uit- gezocht te krijgen. De vele honderden inzendingen vor- men achteraf óÓns pro- bleem. Maar in het nummer van vandaag over een week zullen de namen van de ge- lukkigen worden bekend ge- maakt. j Nog aän honderd anderen 721 in de loop van de volgende week een klein aandenken aan onze Grote Kerstprijsvraag worden ge zonden. Een aantal hunner ont- vangt een maandkalender, de overigen krijgen een afdruk (op stevig wit Carton) van onze Drie- hoekpuzzle. Vele honderden inzenders noch tans zullen als beloning voor hun moeite voor lief moeten nemen: de herinnering aan een prettige geestelijke ontspanning op lange, donkere winteravonden. Ik wens ze nog toe: méér gelul bij de prijstoekenning ter gele- genheid van de a.s. Grote Paas- Prijsvraag! s Omwille van de plaatsruimte zullen we de 100 inzenders. die een kleine herinnering krijsen toegezonden, niet noemen. Wie op het einde der volgende week geen kleine verrassing heeft ont- vangen, moet zich maar troosten met de geMlachte: met Pasen kom ik misschien in aanmerking voor een der grote prijzen! Ziek of half ziek door een griepaanval of gevatte kou- de? Sanapirin (Mijnhardt) helpt U er in een paar dagen van af. Buisje 5N tabl. 75 ct, 25 tabl. 40-ct. (Advertentie) * KINDEREN KUNNEN VROEGER naar SCHOOL De bedoeling van de door de mi- nister van Onderwijs aangekondig- de maatregel tot een tijdelijke ver- schuiving van de toelatingsleeftijd voor de lagere school komt ‘hierop neer, dat voor 1951 de mogelijkheid zal gelden, kinderen, die vóór 1 Jan. 1952 6 jaar worden, reeds in Sept. in de eerste klas der lagere school te plaatsen. Tot nu toe geldt, dat alleen kinderen, die vóór 1 Oct. 6 _— e jaar worden, gaan, Door deze maatregel hoopt men in 1852 (wanneer een extra-grote toevlved van nieuwe leer]ingen ver- wacht kan worden er, de eerste klag- sen dar overbelast zulien geraken}, de nieuwe aanmieldinger tot norma- ler proporties terug te trengen, ten minste als vele ouders van de gele= genbeid gebruik willen maken om hun ‘kinderen eerder dan voorheen mcgelijk Was naar schooi te zenden, Wä4nt van enige verplichting isgeen sprake, naar school kunnen Meneer, er zit een dolk n Uw rug Nog nooit heeft deÏ’;\rì_j»w ta- xichauffeur Joseph Poniatowski zulk een vreemde ontdekking ge- daan als dezer dagen, toen hij, wachtend op een vrachtje, een man voorbij zag lopen, die een dolk in zijn rug droeg. Langss het glimmende staa] stroomde een straal bloed. ‚„Neem me niet kwalijk, meneer;” zei Joseph, U hebt iets in uw rug zitten.” De man keek op en zei achteloos: „Laat maar zitten. Ik heb haast, k moet maar huis.” De taxi- chauffeur boog zich zenuwach- tig uit het portier. „Maar me- neer, het is een dolk . , De man lachte even en ant- woordde nuchter: „Onzin, laat maar eens zien.” Joseph trok de dolk te voorschijn, waarop de man, die nachtwaker bleek te ' zijn, verschrikt maar de politie rende. „Iemand heeft me gesto- ken, maar ik zou niet weten wie dat gedaan heeft,” zo zei hij. Een uur later, toen de man Ma- nioul Ramdam heette hij ver- bonden was, werd hij nog eens aan de tand gevoeld. ‚U moet toch iets gemerkt hebben,” drong de politie aan, Plotseling herinnerde Ramdam zich, dat hij een woordenwisseling had gehad met een collega, die dagdienst had. „Hij was wel woedend,” ver- klaarde het slachtoffer, ‚‚maar hij heeft me alleen maar een klap op m’n schouder gegeven.”’ De politie ging de dader opzoeken, Het was ’n zekere Melouk Fer- hat, die toegaf zijn collega ge- stoken te hebben, Hij werd in hechtenis genomen, nadat hij zijn verontschuldiging had aangebo- den. „Maar ik wilde je echt niet doden,” verzeker®e hij met na- druk, E z zichter, terwijl zij toch gewend zijn om eigens bestek en over- zicht van het werk te maken, ei- gen meester, weliswaar in Joon- dienst bij gierige boeren soms, maar niemands knecht. Op het werk is een jonge gra- ver van omstreeks vijf-en-twin- tig jaar. Hij is een vreemde in deze streek en op een keer spreekt hij Miijndert Brouwer aan, omdat hij gemerkt heeft, dat deze in de contreïje woonachtig is. Of Mijndert geen kosthuis voor hem weet? Hij slaapt met dertig man in de keet achter Alblas, maar dit zint hem niet. ’t Is avond na avond geharrewar en gevloek en hijj komt er eerlijk voor uit, dat hiijj vaak voor ’t lapje gehou- den wordt, omdat hij geen borrel drinkt en niet met de kaarten speelt. Miijndert knikt. Een dag tevo- ren heeft hij gehoord, dat de jongkerel uitgemaakt werd voor dominee en voor zemelfijne en meer van zulke namen werden hem gegeven. „Ik zal eens uitkijken,” _ be- looft Mijndert. „Misschien weet ik iets biij ons in de buurt. Maar wij wonen hier een stevig stuk vandaan, ’t is te morgen en avond een flinke kuier.”’ De graver zegt. dat hij lopen gewend is. Als h maar een mnet kosthuis krijgt, heeft hij het tippelen er wel voor over, Die avond gaat Mijndert naar Arigje Zwijnenburg, een we- duwvrouw, die nering heeft in lapjes, garen ‚band en dergelijk gesnor. Arisje wil graag een kost- ganger hebben, maar het moet een degelijk manspersoon zijn, geen zwetsèr met voor-de-hier-en-daars om ieder wissewasje. Mijndert staat voor het fatsoen van de gra- ver in, ditbetreffende kan Arigje op voorhand gerust wezen. Zo gebeurt het, dat de jonge srondwerker door middel van Mijndert Brouwer een solied kost- huis bekomt. En van het een komt het ander. Hij loont ’s morgens met Mijndert mee naar het werk. ten avond stant hij mes terug. 35. AVONTUREN VAN SJAKIE EN SIENTJE SN dnwooen heeft de alligator al ‘n paar uur over donkere buitenwegjes gezworven. ‘t Is een koele heldere zomernacht en Sientje heeft wel een reisdeken omgeslagen, maar die helpt niet tegen de slaap en dus eit ze te bibberen en te huiveren. = Ik geloof dat ik daar een —-'______3 geschikte hooiberg zie, neerzetten, dan duiken ATER, WERELDREIZIGERS. spionnerende keliners zullen we geen aar Uur M die boom we hier in ‘t hool ‘t s gratis logies en vas troost Sjakie. maffen, anders pikken we t morgen Langendiijk en als op een avond weer met Mijndert terug- loopt naar zijn kosthuis, waar Arigje Zwijnenburg al met de dampende aardappelen voor hem gereed zit, vertelt hij het een en ander van ziijn leven. „Ik voel me soms zo alleen,” begint hij met zachte stem te pra- ten. „Daarom ben ik blij, dat jij me aan een goed kosthuis gehol- pen hebt. Vrouw Zwijnenburg is een vrindelijk mens, ’t is huise- lijk bij haar aan tafel. Ik heb geen vader of moeder meer. Vader heb ik nooit gekend. Hij was op een baggermolen en toen ik twee jaar was verdronk hiijj in ’t Hollands diep. Er was een storm en de mo- len sloeg om, er verdronken toen negen mensen, Vader was daar ook biijj.... Toen ik vijf jaar was, trouwde mijn moeder- voor de tweede keer, Maar na anderhalf jaar was ze weer alleen, hoe of wat dat doet er niet toe. Ik was zeven, toen kreeg moeder long- ontsteking. De mensen zeiden, dat op de negende dag de ziekte een keer zou nemen, dan zou ’t gevaar geweken zijn. Maar die negende dag stierf ze.... Ik ben toen bij een oom thuis gehaald in Poortu- gaal. Hij was een ronde kerel. maar hij dronk te veel. Tante was geen prettig mens, zacht gezegd. ’k Had het dus niks plezierig. maar al gauw wist ik niet beter. of het hoorde zo. Ze zijn nu alle- bei dood, eerst ome Gerrit, een jaar naderhand tante Evarien. Nou zwerf ik maar zowat van het ene werk naar het andere, dan hier, dan daar. Ik hoop op de duur nog eens in vaste loondienst van Waterstaat te komen om bruggen te herstellen, wegen aan te leggen of zoiets. Bij ’t volk in de keet voel ik me niet thuis. Ik hou niet van ’t kaartsvel; daar krijgen de mannen rooie koppen van, er vallen soms harde woor- den. En eens, dat was toen de Gouwe nieuwe bedijking kreeg was ik er biijj, dat een vent wier neergestoken omdat hij vals ge- speeld had. Ik heb al een paar keer gezien, dat jij en je vader en je De graver komt onder Rotter- dam vandaan, hij heet Martien broer bidden en dankte\ voor en schaam me er niet voor. Maar je weet er alles van, zoiets nemen de meesten in de keet je kwalijk en ze kijken je minachtend en spot- tend aan als je ’s Zondags naar de kerk gaat.” Mijndert Brouwer heeft zwij- gend geluisterd naar de graver en als deze zwijgt, is hij begaan met de eenzame jongkerel, die degelijk is in zijn wandel en niet verruwd door het verblijf tussen wilde klanten, die van God noch gebod willen weten. Mijndert zegt: „Je moet bij gelegenheid eens ons komen koffiedrinken, dat breekt de avonden.” - De ander knikt. Ja, dat doet hij graag, hij zal bij gelegenheid eens aanlopen. Op een regenachtige avond, met koude Aprilwind gierend rond de donkere behuizingen, treedt Mar- tien Langendijk het kleine huis van Huig Brouwer binnen. Mijn- dert heeft van hem verteld en Huig en Aart hebben op het werk ook reeds met hem gesproken. De laatste dagen hehben ze elkaar tijdens het schaftuur opgezocht en gevieren het brood gegeten achter een schuiltentie van bie- zen en riet in de nabiiheid van de opgeworpen aardhopen. Als de graver Geertje kleurt hij. „Ik heet Martien,” zegt hij, En dan blijkt hij voorname manieren te hebben ook, want hij Teikt haar de hand, een door het harde werk doorkorven klavier. „Mijn zuster heet Geertje,” zegt Mijndert haastig. ‚Ga zitten man! En als je een pijp wil stoppen, dan heeft vader wel tabak voor je!n Huig schuift hem het zakje toe over de tafel en Martien stopt een pijp. Ze praten over het weer van de laatste dagen, over de grave- rijij en over de opzichters, de goe- de en de kwade. Aart menst zich bijna niet in de praat, hij zit weer te snijden aan een blokje gaaf no- tenhout, ditmaal zal híj een arend ziet, na het eten, Dat doe ik ook, ik snijden met. gesnreide vleugels, zoals die vaak °n hansklokken staan. Wordt vervolgd.