Tekstweergave van GA-2013_JB105_00154
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ten
onderling
ten
behoeve
van
de
dieptewerking
],
dat
is
een
welkunstige
,
maer
in
schijn
ongemaekte
plaetsing
uwer
heelden
:
op
dat
men
ze
niet
,
by
wijze
van
spreeken
,
al
te
gelijk
(
als
in
sommige
Doelstukken
)
de
hoofden
kan
afslaen
.'
7
De
onbekende
schilder
wist
het
statische
effect
dat
doorgaans
van
portretten
met
twee
rijen
schutters
uitgaat
,
te
vermijden
door
de
voor
-
en
achtergrond
met
een
trap
te
verbinden
.
ss
Hierdoor
is
de
voorstelling
opgebouwd
uit
drie
groepen
schutters
,
die
zich
op
verschillende
diepteniveaus
in
de
ruimte
be
\
in
-
den
.
Verder
dragen
de
opvallende
aanwezigheid
van
het
diagonale
vaandel
en
de
afwisseling
in
de
poses
van
de
schutters
bij
aan
de
dynamiek
van
de
bijna
chaotische
scène
.
Een
bewaard
gebleven
voorstudie
laat
onder
meer
zien
dat
de
vaandrig
aanvankelijk
een
veel
minder
prominente
rol
in
de
compositie
was
toe
-
bedeeld
(
afb
.
13
).
Op
het
schilderij
bleef
de
plaatsing
boven
elkaar
van
een
groot
aantal
van
de
schutters
ongewijzigd
-
op
een
andere
manier
kon
de
kunstenaar
ze
niet
binnen
het
kader
passen
-
w
aardoor
er
samenhang
ontstond
tussen
deze
groep
en
het
schilderij
van
Barendsz
dat
er
vlak
naast
hing
;
de
twee
schutters
-
stukken
lijken
als
het
ware
in
elkaar
over
te
vloeien
.
Duidelijk
is
ook
dat
hij
zijn
voorgangers
-
-
inclusief
Dirck
Barendsz
-
wat
dynamiek
aangaat
heeft
willen
voorbij
streven
.
eenheid
in
de
doelen
Artistieke
wedijver
is
een
belangrijke
drijfveer
geweest
achter
de
ontw
ikkeling
van
het
schuttersstuk
.
Aan
de
reconstructie
van
de
visuele
ensembles
in
de
Handboogdoelen
is
goed
te
zien
dat
de
schilders
naar
de
prestaties
van
hun
voorgangers
hebben
gekeken
om
er
vervolgens
op
te
reageren
.
Ze
bedachten
nieuwe
oplossingen
om
grote
groepen
personen
bin
-
nen
een
beperkt
kader
te
plaatsen
,
pasten
steeds
meer
ruimtelijke
effecten
toe
en
brachten
een
grotere
variatie
aan
in
de
poses
van
de
schutters
,
waardoor
de
groepsportretten
in
de
loop
van
ruim
een
eeuw
steeds
dynamischer
en
leven
-
diger
werden
.
Niet
alle
kunstenaars
droegen
echter
evenveel
bij
aan
deze
ontwikkeling
.
De
reconstructies
tonen
aan
dat
het
gebrek
aan
innovatie
niet
alleen
te
maken
heeft
met
het
talent
of
de
voorkeuren
van
de
betreffende
kunstenaar
.
Zij
waren
in
sommige
gevallen
genoodzaakt
meer
statische
en
traditionele
composities
te
schilderen
,
omdat
hun
werk
bij
de
reeds
aanwezige
schuttersstukken
moest
aansluiten
,
conform
de
intenties
van
de
opdrachtgevers
.
8
^
Als
we
nogmaals
kijken
hoe
de
decoratie
op
de
bovenverdieping
zich
heeft
ontwikkeld
,
wordt
duidelijk
dat
de
schutters
bewust
een
homogeen
effect
hebben
nagestreefd
.
Wie
,
kort
na
de
voltooiing
van
het
doelengebouw
,
komende
vanuit
de
traptoren
,
de
grote
,
ongedeelde
ruimte
op
de
bovenverdieping
betrad
,
zag
dan
links
en
rechts
twee
grote
schouwen
waartegen
schuttersstukken
uit
1531
en
1533
hin
-
gen
(
Album
,
fol
.
21
en
44
).
Door
hun
overeenkomsten
in
compositie
en
plaat
-
150
Jaarboek
105
,
Amstelodamum
I2013
]