Tekstweergave van GA-2003_JB095_00236
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
echter
het
nadeel
dat
er
horizontaal
stalen
liggertjes
werden
gebruikt
om
de
betonplaatjes
op
te
hangen
,
die
na
verloop
van
tijd
gingen
doorroesten
.
Dit
probleem
kende
het
Dotre
-
mont-Ten
Bosch
-
svsteem
niet
,
omdat
het
consequent
in
beton
werd
uitgevoerd
.
Merkel
-
bach
onderzocht
tussen
1947
en
1950
ook
het
systeem
'
Occident
'
op
toepassingsmogelijk
-
heden
.
Bij
dit
systeem
plaatste
men
grotere
dunne
betonplaten
op
enige
afstand
van
elkaar
om
daarna
de
tussenruimte
vol
te
gieten
met
beton
:
een
verloren
bekistingsysteem
waarbij
er
geen
luchtspouw
overbleef
.
Het
verkozen
systeem
Dotremont-Ten
Bosch
had
wel
het
voordeel
van
een
blijvende
luchtspouw
.
Het
bureau
van
Merkelbach
paste
deze
laatste
bouwmethode
nog
wel
toe
bij
andere
blokken
in
Frankendaal
,
grenzend
aan
Jeruzalem
,
maar
in
volgende
projecten
niet
meer
.
De
voornaamste
constructieve
onderdelen
van
de
methode
Dotremont-Ten
Bosch
zijn
de
betonbalken
(
liggers
)
voor
de
verdiepingvloer
en
het
dak
,
en
de
betonnen
staanders
in
de
gevels
.
De
betonbalken
hebben
een
i-vormige
doorsnede
,
de
staanders
een
T-vormige
.
De
vloer
van
de
begane
grond
wordt
gevormd
door
een
betonnen
plaat
,
waarvan
het
deel
onder
de
woonkamer
iets
verdiept
ligt
ten
behoeve
van
een
houten
vloer
op
regels
.
De
daken
zijn
kanaalplaten
van
Bimsbeton
op
betonnen
liggers
,
evenals
de
verdiepingsvloe
-
ren
.
Daar
overheen
kwam
vervolgens
weer
een
houten
dekvloer
op
regels
.
De
keuze
voor
de
vloerliggers
van
beton
was
essentieel
voor
de
vrije
overspanning
van
zes
meter
dertig
,
voor
die
tijd
een
technisch
innovatieve
oplossing
.
veranderingen
in
de
tijd
Op
een
aantal
punten
hebben
de
drie
woningbouwcorpo
-
raties
die
de
woningen
in
eigendom
hebben
,
'
onderhoud
'
gepleegd
aan
Jeruzalem
.
Zeer
opmerkelijk
is
het
feit
dat
in
de
afgelopen
vijftig
jaar
slechts
enkele
woningen
werden
sa
-
mengevoegd
.
De
belangrijkste
van
te
voren
ingecalculeerde
wijziging
vond
dus
niet
plaats
.
Er
werden
in
een
aantal
woningen
wel
verbeteringen
uitgevoerd
aan
de
sanitaire
voorzieningen
of
aan
de
keukens
.
Incidenteel
is
centrale
verwarming
geïnstalleerd
.
Een
aantal
wijzigingen
aan
de
buitenzijde
zijn
duidelijk
afleesbaar
.
Ten
eerste
voorzag
men
de
kopgevels
geheel
of
gedeeltelijk
van
metselwerk
en
bracht
men
langs
de
dakranden
overmaatse
boeiboorden
aan
van
een
hard
kunststof
beplating
(
Trespa
)
(
afb
.
15
en
verge
-
lijk
deze
met
afb
.
9
en
12
).
Vervolgens
werden
bij
de
meeste
woningen
de
betonplaatjes
van
de
gevels
geschilderd
,
nadat
de
naden
waren
opgevuld
,
zodat
de
luchtspouw
niet
meer
ventileerde
.
Verder
werden
de
schoorstenen
tot
aan
de
dakrand
in
een
lichte
kleur
geschil
-
derd
.
Ongelofelijk
als
men
naar
de
oorspronkelijke
foto's
kijkt
,
waarbij
de
gemetselde
schoorstenen
als
geheel
de
beeldbepalende
elementen
waren
.
Bovendien
plaatste
men
op
de
schoorstenen
lelijke
afvoerkappen
(
afb
.
16
).
Tenslotte
werden
de
puien
in
de
achterge
-
vel
vervangen
door
kunststof
puien
met
een
brede
profilering
.
De
bewoners
hadden
daar
-
bij
de
keuze
om
de
terrassen
te
laten
dichtzetten
.
De
puien
werden
rondom
afgetimmerd
,
eveneens
met
een
harde
kunststof
beplating
.
Dit
alles
leverde
een
uitermate
rommelig
beeld
op
,
wat
maar
nauwelijks
wordt
gecompenseerd
door
de
prachtig
volgroeide
beplan
-
ting
.
Pleitbezorgers
van
behoud
kijken
dan
ook
liever
naar
de
foto's
uit
1952
dan
naar
de
huidige
gevels
.
Opvallend
is
dat
aan
de
voorzijde
van
de
woningen
de
houten
kozijnen
gewoon
be
-
waard
zijn
gebleven
,
alleen
de
ventilatieroosters
zijn
hier
en
daar
vervangen
door
een
alu
-
minium
roostertje
.
De
oorspronkelijke
houten
puien
in
de
achtergevels
zijn
in
1980
een
-
232
Jaarboek
gs
,
Amstelodamum
[
2003
1