Tekstweergave van GA-1986_MB073_00157

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
vu&n >- r . ( 1922-1941 ). Ook hier veel verhelderende foto's , o.a . van de diverse op - stellingen in de museumzalen , de Nachtwacht in 1898 in het Stedelijk Museum en de consoles en beelden aan de museumgevels met de koppen van o.a . De Stuers , Cuypers en Alberdingk Thijm . In het Bulletin van het Rijksmuseum van 1985 schreef M . Schapelhouman over Tekeningen van Pieter Jansz ., ' Konstig Glasschrijver ' ( p . 71-92 ). In zijn jaarboekartikel van 1977 over de kunsthandelaar Jan Pietersz . Zomer toonde Dudok van Heel aan , dat Pieter Jansz . waarschijnlijk in 1602 was geboren en zijn gehele leven in Amsterdam doorbracht . In de Oude Kerk is nog altijd het door hem vervaardigde glas van de Vrede van Munster te zien . Van de door Zomer in een catalogus genoemde werken van Pieter Jansz . is er nu een aantal gevonden , o.a . ontwerpen voor ramen in de kerk van Oudshoorn . P . Schatbron bespreekt tekeningen van Rembrandts leerlingen ( p . 93-109 ), waarbij voor Amsterdam van belang is Abraham van Dijcks landschap bij het Zaagmolenpoortje buiten Amsterdam , gete - kend op 2 oktober 1671 . De derde aflevering ( p . 147-203 ) is gewijd aan het honderdjarig bestaan van het museumgebouw , dat op 13 juli 1885 of - ficieel werd geopend , en bevat gesprekken met hoofddirecteur dr . S.H . Levie , architect W.G . Quist en grafisch vormgever Gert Dumbar . Op de omslag prijkt het jubileumgeschenk , Rembrandts portret van Haesje van Cleyburg , dat als aanwinst wordt besproken op p . 192 . J.W.H.J.M . Nol - dus gaat in op herkomst en betekenis van een verzameling ontwerpteke - ningen in het Rijksprentenkabinet , ontwerpen van Louis Fabnce Du - bourg voor de edelsmid Philippe Metayer die ook bekend was als tabaks - handelaar in de Kalverstraat tegenover de Gaperssteeg ( p . 226-232 ). J.F . Heijbroek beschrijft aan de hand van het leven van Adriaan Pit , directeur van het Nederlandsch Museum , een ' vergeten ' episode uit de geschiedenis van het Rijksmuseum ( p . 233-265 ). Zowel inrichting als aankoopbeleid komen daarbij aan de orde . Het LiberAmicorumJbr.Mr . C.C . van Valkenburg , dat een jaar na diens dood door het Centraal Bureau voor Genealogie in 1985 werd uitgegeven , bevat een drietal Amsterdamse bijdragen . Dr . LH . van Eeghen behandelt het door Dirck Metius in 1648 geschilderde thans in het Tnppenhuis aan - wezige groepsportret van het gezin Van Loon-Bas , manna inzamelende in de woestijn ( p . 90-102 ). S.A.C . Dudok van Heel schreef over De schilder Nicolaes Eliasz . Pickenoy ( 1588-1650/56 ) en zijn familie , een geslacht van wapensteensnijders , goud - en zilversmeden te Amsterdam ( p . 152 - 160 ). Deze buurman van Rembrandt was als portretschilder van het re - gentenpatriciaat meer in tel dan deze en zou als zodanig worden opge - volgd door Bartholomeus van der Helst . Zijn vader kwam uit Antwerpen en al gebruikte men deze zelden men had wel degelijk een achternaam . Ten onrechte is de schilder in handboeken te vinden onder Eliasz . J . van Roey plaatst Enkele Antwerpse aantekeningen bij het door J.G . van Dil - len in 1958 uitgegeven oudste aandeelhoudersregister van de Kamer Am - sterdam der Oost-Indische Compagnie ( p . 251-254 ). Hij identificeert de anonieme participanten N.M . en M.D.L . als Nicolas Malepart en Mat - 135 H I ** 1 1 1 . Ëfc ^^ b m " I « WK