Tekstweergave van GA-1986_MB073_00066
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Zijn
vader
,
Johan
Hendrik
,
werkte
op
het
postkantoor
5
.
Het
onderwijzer
-
schap
zal
in
de
weinig
beweeglijke
maatschappij
van
deze
tijd
voor
Mes
-
kendorff
misschien
het
hoogst
bereikbare
zijn
geweest
.
Was
het
een
stap
vooruit
in
vergelijking
met
het
beroep
van
de
vader
?
In
een
moderne
publi
-
katie
6
worden
onderwijzer
en
kantoorbediende
in
één
adem
genoemd
als
fatsoenlijke
armen
die
van
een
krap
salaris
de
status
van
ontwikkelden
moesten
ophouden
.
Tegen
de
lage
lonen
van
de
onderwijzers
heeft
Multa
-
tuli
,
toch
geen
vriend
van
het
schoolonderwijs
,
in
idee
829-830
fel
gepro
-
testeerd
.
Lang
niet
als
enige
;
Lindo
laat
begin
jaren
vijftig
de
onderwijzer
optreden
in
een
reeks
Nederlandse
Uncle
Toms
.
7
De
cijfers
wijzen
inderdaad
uit
dat
de
onderwijzersinkomens
die
van
ambachtslieden
en
keuterboeren
in
het
algemeen
niet
overtroffen
.
In
1850
zijn
er
in
Friesland
nog
125
onderwijzers
met
een
jaarsalaris
,
minder
dan
ƒ
300
.-.
Een
schrille
vergelijking
kan
men
maken
met
het
tractement
dat
op
8
oktober
1851
wordt
vastgesteld
voor
de
nieuw
benoemde
assistent-resi
-
dent
van
Amboina
,
Eduard
Douwes
Dekker
:
dit
was
twintig
keer
zoveel
,
ƒ
6000
,-.
Kregen
de
onderwijzers
weinig
of
de
Indische
bestuursambtena
-
ren
veel
?
Bij
ruimer
vergelijking
blijkt
Dekkers
salaris
werkelijk
erg
hoog
,
terwijl
de
ƒ
300
,-
van
de
Friese
onderwijzers
net
genoeg
was
om
in
leven
te
blijven
.
8
Maar
hiermee
is
de
onderwijzer
Meskendorff
nog
lang
niet
geplaatst
.
Voor
een
beoordeling
van
onderwijzerssalarissen
in
de
eerste
helft
van
de
19e
eeuw
moet
je
de
grote
verschillen
tussen
de
onderwijzers
onderling
in
het
oog
houden
.
De
centrale
overheid
begon
zich
wel
met
het
onderwijs
te
bemoeien
,
maar
betaalde
hooguit
wat
bureau-ambtenaren
en
inspecteurs
,
geen
onderwijzers
.
Wat
moest
een
onderwijzer
nu
doen
om
van
de
slechte
onderwijzerssa
-
larissen
een
van
de
minst
slechte
te
verwerven
?
Om
te
beginnen
moest
hij
bij
het
provinciale
toelatingsexamen
een
zo
hoog
mogelijke
rang
zien
te
ha
-
len
.
Er
waren
er
vier
;
de
eerste
,
met
eisen
op
het
gebied
van
natuur
-
en
wis
-
kunde
,
werd
bijna
nooit
gegeven
.
De
tweede
,
de
catagorie
van
de
'
zeer
goeden
'
9
,
stelde
verder
gaande
kennis
van
de
taalregels
verplicht
,
terwijl
ook
aardrijkskunde
en
geschiedenis
op
het
programma
stonden
.
Meskendorff
bracht
het
er
uitstekend
af
.
Op
17
oktober
1827
kende
de
provinciale
onderwijscommissie
in
Noord-Holland
hem
de
tweede
rang
toe
10
,
waaruit
we
misschien
kunnen
afleiden
dat
hij
niet
alleen
in
de
prak
-
5
Huwelijksakte
in
het
gemeentearchief
van
Amsterdam
.
6
P.R.D
.
Stokvis
,
'
Nederlandse
sociale
verhoudingen
tegen
1850
',
Tijdschrift
voor
socialegeschiedenis
4
(
1978
)
nr
10
(
blz
.
77
).
7
Volledige
werken
van
den
ouden
Heer
Smits
1
.
Tweede
,
goedkoope
uitgaaf
,
Schiedam
1882
,
blz
.
141
e.v
.
8
J.M.M
,
de
Meere
:
'
Sociale
verhoudingen
en
structuren
in
de
Noordelijke
Nederlanden
1814
-
1844
'
in
de
Algemene
geschiedenis
der
Nederlanden
10
,
Haarlem
1981
,
blz
.
384-416
.
De
Friese
onderwijzers
op
blz
.
396
.
9
H.C
.
de
Wolf
:
'
Onderwijs
en
opvoeding
in
de
Noordelijke
Nederlanden
1795-1813
'
in
de
Algemene
geschiedenis
der
Nederlanden
11
,
Weesp
1983
,
blz
.
42
.
10
Extract
uit
het
register
der
notulen
van
Burgemeester
en
Wethouders
van
'
s-Gravenhage
,
10
mei
1858
,
in
het
Haagse
gemeentearchief
.
56