Tekstweergave van GA-1986_MB073_00063

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jacob Bas ( 1536-1589 ) Grietje Pieter Coddendr ( 1538-1607 ) Adriaen Thomasz Key , paneel 48.5x35.5 cm Adriaen Tbomasz Key , paneel 48.5x35.5 cm Foto : Amsterdams Historisch Museum Foto : Amsterdams Historisch Museum schap kreeg en in 1544 burgemeester werd . Zij waren de ouders van de reeds genoemde Jacob Bas . Jacob Bas behoorde in 1564 tot de ondertekenaars van de Doleantie en week in 1567 met zijn vrouw Grietje Pieter Coddendr ( 1538-1607 ) uit naar Bremen . Vermoedelijk verbleef hij omstreeks 1576 - sluiting van de Pacifi - catie van Gent - enige tijd te Antwerpen , waar hij zich met zijn vrouw liet portretteren door de Antwerpse schilder Adriaen Thomaszn Key ( Ant - werpen 1544 - na 1589 ). Na de Alteratie keerden zij terug naar Amsterdam , waar Jacob Bas in 1580 schepen en in 1581 burgemeester werd . Vóór hun vertrek naar Bremen hadden zij in de Kalverstraat in ' de Beer ' ( nr 43 ) ge - woond en na hun terugkeer betrokken zij het erachter aan het Rokin gele - gen huis ( nr 44 ). Tot slot een woord over de mogelijke maker van de ' Keulse ' portretten . Hiervoor werd al opgemerkt dat de wapens op Van Heemskerck-achtige wijze aan linten uit leeuwenkoppen zijn opgehangen . Waarmee gezegd wil zijn , dat de maker in de omgeving van de schilder Maerten van Heems - kerck wordt gezocht . Dat men zich van elders te Haarlem door Maerten van Heemskerck liet portretteren , blijkt uit de portretten van de hiervoor reeds genoemde Wilhelmina Palinc en Andries Willemszn van Sonnevelt die in Alkmaar woonden . Maar daarnaast heeft de schilder eveneens op - drachten binnen Amsterdam uitgevoerd . Van 1537 tot 1541 heeft Maerten van Heemskerck aan de zijvleugels voor het hoogaltaar in de Oude Kerk gewerkt , waarbij hij werd geassisteerd door Roelof die schilder 7 . De ' Keulse ' portretten moeten omstreeks deze tijd zijn ontstaan . S.A.C . Dudok van Heel B . Bijtelaar , Het Hoge Koor van de Oude Kerk te Amsterdam ( I ), in j.b . Amstelodamum j.g . 55 ( 1963 ), blz . 20-56 , blz . 33-41 . 53