Tekstweergave van GA-1986_MB073_00040
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
trouwde
met
de
weduwe
Christina
Bogaert
,
woonde
hij
'
aan
de
Oude
-
kerk
'.
Jammer
genoeg
vermeldt
de
sleutel
niet
welke
notaris
erbij
gehaald
werd
,
anders
zouden
we
vrij
gemakkelijk
te
weten
kunnen
komen
wan
-
neer
het
overspel
zich
precies
afspeelde
en
welke
gevolgen
het
had
.
In
elk
geval
heeft
Helena
zich
niet
hoeven
verantwoorden
voor
de
Lutherse
ker
-
keraad
.
In
het
Resolutieboek
staan
in
die
jaren
vóór
1716
wel
enkele
vrou
-
wen
die
zich
misdragen
hadden
,
maar
zij
niet
.
Dat
zij
in
de
3e
Weterings
-
dwarsstraat
woonde
,
wijst
er
mijns
inziens
op
,
dat
zij
bij
haar
man
wegge
-
lopen
was
.
Hij
zal
daar
geen
zijdelakenwinkel
gehad
hebben
.
De
vierde
man
in
de
sleutel
is
Willem
du
Faij
,
die
op
17-1-1713
(
secreta
-
ris
en
)
klerk
van
de
hoofdofficier
werd
,
en
daarnaast
ook
nog
notaris
in
hetzelfde
jaar
.
De
hoofdofficier
had
het
toezicht
op
de
prostitutie
,
en
als
men
het
blijspel
mag
geloven
,
deed
Willem
du
Faij
dat
maar
al
te
graag
,
om
zich
met
een
'
kamerkat
'
te
amuseren
.
Of
'
t
waar
is
?
In
1716
werd
hij
kerk
-
meester
van
de
Westerkerk
.
Zijn
benoeming
tot
klerk
in
1713
en
de
dood
van
Helena
in
1716
beperken
de
periode
waarin
het
geval
plaatsvond
tot
maar
enkele
jaren
.
De
apotheker
Rotkeel
Geenkuit
was
volgens
de
sleutel
en
het
gedichtje
'
Aan
Lambert
'
Hermanus
Angelkot
,
wat
nog
bevestigd
wordt
door
de
ini
-
tialen
H
.
A
.
op
de
kraag
van
de
mantel
op
de
titelprent
.
Hermanus
Angel
-
kot
de
jonge
(
1688-1727
)
was
leerling
bij
zijn
gelijknamige
vader
3
van
1702
-
1708
,
toen
hij
zich
apotheker
mocht
noemen
.
Hij
zette
de
apotheek
op
de
hoek
van
de
Herengracht
en
de
Vijzelstraat
voort
,
waar
nu
het
hoofdkantoor
van
de
ABN
staat
.
Omdat
hij
evenals
zijn
vader
apotheker
en
toneelschrijver
was
,
worden
zij
in
publikaties
gemakkelijk
met
elkaar
verward
.
Het
eerste
wat
hij
deed
,
was
de
vertaling
De
buitensporige
herder
van
zijn
vader
posthuum
uit
te
geven
bij
Hendrik
van
de
Gaete
.
Pieter
Lan
-
gendijk
schreef
hier
een
lofdicht
bij
en
hielp
hem
bij
de
berijming
van
een
vertaling
van
Addison's
Cato
in
1715
.
In
1717
vertaalde
Angelkot
Th
.
Corneille's
Don
Cesar
of
De
broederlijke
minnaar
,
met
een
opdracht
aan
B
.
Huydecoper
.
In
1721
schreef
hij
nog
een
klucht
,
Hetvroutjevan
Efese
.
Alle
drie
deze
stukken
werden
uitgegeven
bij
de
schouwburgdrukker
,
de
Erfg
.
van
J
.
Lescailje
en
Dirk
Rank
,
niet
bij
Van
der
Gaete
.
Hermanus
jr
.
bleef
bijna
tot
zijn
dertigste
vrijgezel
,
tot
hij
in
jan
.
1717
trouwde
met
Katharina
te
Naarde
4
.
Dat
was
dus
goed
een
half
jaar
na
de
dood
van
Helena
Hoijas
.
Vermelding
verdient
nog
een
brief
die
hij
op
26
-
6-1717
schreef
5
aan
Balthazar
Huydecoper
,
de
toneeldichter
en
taalkundi
-
3
Hermanus
Angelkot
sr
.
(
c
.
1648-1713
)
z.v
.
Theunis
Harmensz
A
.,
kistemaker
van
Amster
-
dam
,
kocht
in
1684
Herengracht
496
en
trouwde
1685
de
weduwe
Judith
Muyssaert
(
1661
-
1716
).
Hij
was
apotheker
en
werd
in
1692
poorter
.
Joan
van
Broekhuizen
(
1649-1707
),
c
.
1670
ook
voor
apotheker
opgeleid
,
later
een
bekende
dichter
,
was
zijn
vriend
.
Angelkot
sr
.
schreefin
1679
de
klucht
Vechter
,
in
1682
vertaalde
hij
de
Misanthrope
en
later
een
stuk
van
Th
.
Cor
-
neille
,
dat
hij
verhollandste
tot
De
buitensporige
herder
(
postuum
1714
).
Zie
Nw.Ned.Bio
-
gr.Wh
.
I
147
,
aangevuld
uit
G.A.Amst
.,
DTB
.
4
Geb
.
1696
als
dochter
van
Harmen
te
Naarde
en
Geertrui
van
Marken
.
De
weduwe
Angelkot,apotheker
aan
de
Herengracht
,
had
in
1742
twee
bedienden
en
een
inkomen
van
ƒ
2500
(
PQ
57
,
3818
).
5
H
.
Ett
,
Verjaard
briefgeheim
,
brieven
aan
B
.
Huydecoper
,
Amst.-Antwerpen
1956
,
blz
.
15
,
waar
deze
brief
in
extenso
staat
.
34