Tekstweergave van GA-1986_MB073_00015
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Ter
illustratie
volgen
nog
drie
jeugdbrieven
van
P.A
.
de
Genestet
.
Deze
brieven
maken
ons
enigszins
vertrouwd
met
de
sfeer
waarin
de
enkele
ge
-
neraties
lang
geliefde
,
typisch
19e
eeuwse
dichter
P.A
.
de
Genestet
leefde
en
dichtte
.
I
.
Aan
Adriaan
Gildemeester
d.d
.
25
maart
1848
,
II
.
Aan
Alexander
Kruseman
,
de
oudste
zoon
van
J
.
A
.
Kruseman
d.d
.
10
October
1849
,
III
.
Aan
Gideon
Jeremias
de
Clercq
d.d
.
28
juni
1850
.
Drs
.
C.M
.
Verkroost
Aan
A
.
Gildemeester
BIJLAGE
I
25
Maart
1848
.
Liefste
Adriaan
!
Ge
hebt
toch
geen
oproer
gemaakt
in
Delft
?
Ge
zit
toch
niet
achter
de
tralies
in
boeijen
?
Ge
maakt
geen
odes
op
de
Delftsche
Revolutie
?
1
-
wat
doet
ge
dan
,
mijn
zeer
waarde
,
dat
er
geen
oogenblikjen
tijd
overschiet
,
om
mij
,
over
alles
,
wat
u
aangaat
,
bengt
te
geven
,
in
deze
dagen
van
beroering
en
vuurspuwing
en
aardbevinge
en
schokkinge
der
volken
-
-
wat
zou
een
brief
van
U
,
een
politieke
brief
mij
thans
welkom
zijn
!
hoe
interessant
!
Ik
heb
er
,
zoo
waar
dikwijls
naar
gesmacht
!
ik
kon
mij
de
rede
van
uw
zwijgen
niet
begrijpen
;
weet
ge
wel
dat
Ge
beloofd
hadt
mij
het
eerste
te
schrijven
?
foei
!
foei
!
Adriaan
,
als
ge
hier
waart
zou
'
k
U
een
hatelijkheid
kunnen
zeggen
!
Edoch
,
ik
vergeef
U
-
indien
Ge
mij
ten
spoedigste
ophelderingen
geeft
,
die
voldoen
-
aan
een
boezem
,
dien
Gij
gewond
,
gepijnd
,
doorgriefd
en
gemarteld
hebt
-
indien
Ge
mij
belooft
,
'
dat
het
nooit
weer
zal
gebeuren
'
-
en
-
laatste
voorwaarde
!
-
indien
ik
op
het
kostbaar
velijn
van
uwen
brief
-
de
sporen
uwer
heete
tranen
van
boete
en
berouw
nog
zal
kunnen
bemerken
3
•
■
*
•
t
•
En
nu
?
wat
zeg
je
daarvan
?
de
Tijd
is
zwanger
.
4
In
'
t
eerst
had
ik
het
land
;
gisteren
toen
ze
hier
nota
bene
4
ruitjes
van
de
pakkelder
insloegen
-
maar
toen
'
k
meende
dat
de
gansche
donder
-
sche
boel
'
t
onderst
boven
zou
gaan
,
had
ik
ook
een
half
uurtje
het
land
-
maar
anders
!
ik
ben
Goddank
!
nog
al
vrolijk
en
welvarende
!
-
Iemand
zeide
mij
een
dezer
laatste
dagen
een
woord
,
dat
ik
nog
al
karakteristiek
en
wèl
karakteriserend
oordele
:
'
Jij
bent
ook
een
van
die
menschen
,
die
ons
-
Lieven
-
Heer
voor
zijn
amusement
schijnt
geschapen
te
hebben
?'
Ge
moet
er
geen
profanatie
in
zoeken
;
want
dat
was't
niet
.
Die
Amsterdamsche
Revolutie
,
gisteren
,
Vrijdag
-
nam
eerst
een
dreigend
aanzien
;
maar
'
t
is
met
een
sisser
afgeloopen
-
om
2
uur
begon
het
;
om
3
uur
was
ik
weer
veilig
op
straat
-
of
lie
-
ver
niet
op
straat
,
maar
bij
ééne
,
die
als
ge
begrijpen
5
kunt
,
geschrokken
was
en
mij
één
belofte
heeft
af
gevleid
-
om
toch
niet
in
de
Burgerwacht
te
gaan
,
'
t
geen
ik
ontzettend
komiek
zou
ge
-
vonden
hebben
-
en
'
s
avonds
niet
uit
te
gaan
,
dat
tamelijk
vervelend
is
.
Als
'
t
vandaag
weer
begint
,
zullen
wij
zien
,
wat
we
doen
.
Aad
!
zoo'n
Heldenpak
staat
zoo
magnifiek
,
en
bijna
alle
jongelui
doen
meê
,
'
patrouilleerende
des
nachts
,
zich
onderling
amuserende
,
met
geweren
,
scherp
6
geladen
en
zonder
vele
geva
-
ren
'.
Ik
weet
wel
dat
de
nachtkoü
mij
niet
deugt
,
zoo
min
als
de
vermoeijenissen
,
maar
Ge
zult
mij
toestemmen
,
dat
het
toch
niet
onaardig
is
.
7
Ik
heb
dezer
dagen
vrij
veel
hinder
van
mijn
pijn
in
de
rug
-
maar
toch
ik
ben
niet
krank
,
noch
van
geest
,
noch
van
lichame
.
Integendeel
,
zeer
gelukkig
-
\
geen
beteekent
,
tevreden
want
gelukkig
zijn
is
-
idealisch
een
idee
-
even
als
Vrijheid
,
dat
nog
minder
beteekent
.
Overigens
ben
ik
zeer
opgewonden
,
voor
den
koning
en
voor
het
vaderland
-
Gij
ook
met
-
waar
?
Goed
!
Kom
toch
spoedig
hier
,
want
het
lust
mij
,
veel
met
U
te
zijn
en
te
praten
;
ik
vindhet
zoo
gek
,
om
te
schrijven
over
de
dingen
dezer
dagen
;
zoo
ridicuul
!
Et
tu
?
'
t
Is
Latijn
-
-
Geen
Fransch
;
'
k
heb
vrij
het
land
aan
die
Franschen
,
maar
toch
niet
onbepaald.De
mijne
zijn
-
of
is
welvarende
.
8
Indien
Uw
brief
mijn
toorn
verdrijft
en
interessant
is,schrijf
ik
u
aanst
.
week
,
meer
en
beter
-
Ik
ga
nu
de
stad
eens
in
en
omhels
u
reeds
vooruit,zonder
rancune
,
in
den
geest
,
Semper
Idem
P.A
.
de
Genestet
13