Tekstweergave van GA-1984_JB076_00424

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
tie als fagotspeler in de kapel van Filips II opleverden . Weer een andere leerling werd eerst door graaf Frederik van den Berghe in dienst genomen en werkte later als stadsspeelman in Gent . De stadsspeellieden van Mechelen hadden vanaf 1606 een intendant die ook bij Peeter Burlon in de leer was geweest . 52 De Burlons onderhielden binnen Amsterdam - vanzelfsprekend - relaties met andere Antwerpenaren die hun vaderstad hadden moeten verlaten . Evenzo bleven in de loop der jaren contacten tussen Burlons in beide steden bestaan .^ 3 Er is al eerder verondersteld , dat er tijdens de zeventiende eeuw nauwe verbindingen moeten hebben bestaan tussen Amsterdamse en Antwerpse makers van violen . Dit op grond van grote overeenkomsten in stijl en techniek . 54 Bij de Burlons wordt dit dus bevestigd door archiefstukken . Tevens wordt duidelijk , dat de be - trekkingen tussen Amsterdamse en Antwerpse bouwers met zekerheid dateren vanaf de komst van de Burlons in Amsterdam na de val van Antwerpen . Gezien het belang van de muziekinstrumentenbouw in die stad gedurende de tweede helft van de zestiende eeuw is het zeer wel mogelijk , dat de gebroeders Coop in Ant - werpen in de leer zijn geweest bij Artus Burlon , zodat Nicolaes Coop daar alle ge - legenheid had om met diens dochter te vrijen . Naast Peeter Burlon maakten nog verschillende andere Vlaamse Burlons mu - ziekinstrumenten . Van hen hebben enige instrumenten de stormen der tijden overleefd . Amsterdamse instrumenten van de Burlons zijn niet meer bekend . Van het werk van de Vlaamse Burlons getuigt bijvoorbeeld een grote viola van Frans ( Francis ) Burlon ( ca . 1645 ). Deze Burlon stond als luitmaker in hoog aan - zien . 55 In 1743 bevond zich in de nalatenschap van de Amsterdamse boekverkoper Michel Charles Ie Cène een grote contrabas van Franck Borelon , Antwerpen . ( Burlon is een veelvuldig optredende spellingsvariant ). De contrabas werd door Gerhard Fredrik Witvogel ( ca . 1696-1746 ), een Amsterdamse muziekuitgever die lange tijd organist van de Lutherse Nieuwe Kerk is geweest 56 , en de bekende Pie - tro Locatelli ( 1695-1764 ) getaxeerd op ƒ 20 ,-. 57 Een ander instrument dat in verschillende naslagwerken over viool -, citer - en luitbouwers wordt genoemd , is een contrabas van Joannis Burlon ( werkzaam te Antwerpen ca . 1670-1680 ). Hij zal naaste familie van Frans of Peeter Burlon ( werkzaam te Antwerpen ca . 1636-1653 ) zijn geweest . Laatstgenoemde zullen we Peeter II noemen om niet in verwarring te komen met de al eerder vermelde Peeter Burlon . 58 Peeter II bouwde in 1647 een basviool die thans in de collectie van het Museum Vleeshuis te Antwerpen is . 59 Bij de vioolbouwers Möller in Amsterdam zag ik in 1983 een ander instrument - een viola da gamba . Zij heeft een prachtige hals en krul . Deze gamba is voorzien van het etiket Peeter Borlon , tot Antwerpen . Ook van de gebroeders Coop zijn geen instrumenten bekend . Het houden van een herberg sedert 1604 door Nicolaes Coop zal hier debet aan zijn . De Amster - damse klavecimbelmaker Artus Geerdinck ( ca . 1564 - Amsterdam OK 9 mei 1624 ) kwam hier over de vloer . Hij was niet alleen klavecimbelmaker , maar ook beier - man van de Oude Kerk . Op de zolder boven het noorderportaal van deze kerk 26