Tekstweergave van GA-1984_JB076_00419
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Bartholomeus
Breenberg
(
1598-1657
)
J
.
Backer
,
fecit
1644
,
detail
Foto
:
Gem
.
Musea
A
'
dam
.
betalen
.
Jan
Pynas
was
een
der
getuigen
die
de
betaling
door
Catharina
Coop
be
-
vestigde
.
Toen
Catharina
Coop
daarop
naar
de
juistheid
van
deze
verklaring
werd
gevraagd
,
had
zij
geantwoord
dat
dit
klopte
.
Haar
getuigen
waren
Jan
en
Jacob
Symonsz
,
die
alleen
maar
de
schilderende
broers
Pynas
kunnen
zijn
geweest
.
Het
is
de
eerste
akte
35
,
waarin
Jacob
Symonsz
Pynas
zelfstandig
optreedt
!
Deze
Catharina
Coop
is
niemand
anders
dan
de
vrouw
van
de
hiervoor
ge
-
noemde
Gerrit
Coop
-
Cathalijntje
Aerts
Burlon
(
Antw
.
1578-1649
)
-
die
als
weduwe
in
1630
met
Jan
Pynas
in
het
huwelijk
zou
treden
!!
Gerrit
Coop
en
zijn
vrouw
woonden
in
1619
niet
meer
in
de
Hoogstraat
,
maar
hadden
hun
intrek
in
de
herberg
'
de
Drye
Coningshoofden
'
in
de
Heintje
Hoeks
-
steeg
genomen
,
waar
toen
nog
steeds
Jan
Pynas
met
zijn
broer
Jacob
Pynas
over
de
vloer
kwam
.
Vandaar
de
aankoop
van
het
okshoofd
wijn
.
Nicolaes
Coop
was
al
jaren
weduwnaar
van
haar
zuster
Elysabet
Aerts
Burlon
(
Antw
.
..
-
1608
),
zodat
ik
aanneem
dat
Cathalijntje
de
huishouding
in
de
herberg
op
zich
had
genomen
.
Hun
oude
vader
,
de
muziekinstrumentmaker
Artus
Burlon
(
Antw
.
c.1540
-
c
.
1620
),
woonde
bij
hen
in
de
Heintje
Hoekssteeg
in
,
waar
hij
door
zijn
dochter
Cathalijntje
werd
verzorgd
.
In
zijn
testamenten
maakte
hij
haar
tot
zijn
voor
-
naamste
erfgenaam
36
.
Bij
zijn
laatste
wilsbeschikking
van
oktober
1619
trad
de
jonge
schilder
Bartholomeus
Breenbergh
(
Deventer
1598-1
657
)
37
als
een
der
ge
-
tuigen
op
.
Hierdoor
is
thans
-
wat
reeds
lang
werd
vermoed
-
duidelijk
geworden
,
waar
de
contacten
tussen
de
schilders
Pynas
en
Breenbergh
hebben
gelegen
;
vóór
zijn
vertrek
naar
Italië
in
de
herberg
'
de
Drye
Coningshoofden
'.
De
herberg
£
de
Drye
Coningshoofden
'
in
de
Heintje
Hoekssteeg
is
een
belang
-
rijk
ontmoetingspunt
voor
de
pre-Rembrandtisten
geweest
.
Mogelijk
zelfs
voor
het
hele
Sint
Lucasgilde
,
want
op
25
maart
1579
had
in
de
herberg
-
die
toen
'
de
Vergulde
Engel
'
heette
-
de
bijeenkomst
plaats
gevonden
,
waarbij
de
afscheiding
van
het
Sint
Lucasgilde
van
het
Metselaarsgilde
tot
stand
was
gekomen
38
.
Het
nieuwe
Sint
Lucasgilde
zou
wel
eens
tot
het
in
1619
de
beschikking
over
een
ruim
-
te
in
de
Sint
Anthoniswaag
kreeg
'
de
Drye
Coningshoofden
'
als
zetel
gehad
kun
-
nen
hebben
.
D.v.H
.
21