Tekstweergave van GA-1984_JB076_00009
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
lende
land
kwam
in
de
greep
van
het
oppervlaktewater
.
Grote
stukken
ontgonnen
land
sloegen
weg
:
het
IJ
brak
door
,
Marken
werd
een
eiland
,
het
vasteland
moest
worden
bedijkt
,
mede
vanwege
het
toenemende
zout
-
gehalte
.
Binnendijks
ging
de
vicieuze
cirkel
door
:
maaivelddaling
vergde
verdere
ontwatering
,
die
weer
zorgde
voor
verdere
maaivelddaling
.
Op
een
gegeven
moment
wordt
dan
de
grondwaterspiegel
bijna
"
bereikt
";
de
enige
manier
om
het
veen
dan
vast
te
houden
en
er
een
(
boeren-)bestaan
te
vinden
is
dan
om
de
drassigheid
voor
lief
te
nemen
en
er
weiland
van
te
ma
-
ken
.
Zo
ontstond
rond
de
14e
eeuw
het
huidige
landschap
.
Het
lijkt
erop
,
dat
de
ontginners
hun
bedrijven
ieder
op
het
zelf
ontgon
-
nen
land
bouwden
.
We
kunnen
nu
al
iets
zeggen
over
de
verdere
ontwik
-
keling
van
de
dorpen
en
gehuchten
:
er
is
geen
dorp
in
Waterland
dat
op
zijn
oude
plaats
ligt
.
Sommige
van
hen
hebben
zelfs
meerdere
"
fossiele
"
voor
-
gangers
;
andere
dorpen
blijken
geheel
verlaten
te
zijn
.
We
kennen
nu
plaatsen
in
Waterland
waar
één
veeboerderij
van
dit
moment
herinnert
aan
een
dorp
met
tientallen
boerderijen
en
soms
zelfs
een
kerk
of
kapel
,
dat
daar
in
de
12e
eeuw
tussen
akkers
met
wuivend
graan
lag
.
Het
is
nu
zaak
om
via
opgravingen
en
booronderzoek
deze
opschuivin
-
gen
en
inkrimpingen
precies
te
dateren
en
er
het
karakter
van
vast
te
stellen
.
Er
zijn
aanwijzingen
dat
een
aantal
belangrijke
ontwikkelingen
globaal
in
dezelfde
periode
vielen
:
de
overgang
van
akkerbouw
naar
veeteelt
,
een
al
-
gemene
verschuiving
van
de
bewoning
,
en
de
opkomst
van
de
steden
(
Am
-
sterdam
,
Monnickendam
).
Is
dat
waar
?
Wat
is
het
verband
dan
tussen
die
ontwikkelingen
?
Waarom
ontstaan
de
steden
hier
in
de
13e
,
en
niet
in
de
12e
eeuw
?
We
hebben
al
gezien
dat
de
Waterlanders
zich
voor
ze
zich
vooral
op
de
melkproductie
wierpen
ook
met
handel
en
scheepvaart
bezighielden
;
bo
-
vendien
oefenden
zij
—
al
dan
niet
part-time
—
vele
ambachten
uit
.
Was
dat
hun
antwoord
op
de
overgang
naar
veeteelt
,
die
minder
mensen
kan
voe
-
den
dan
de
akkerbouw
?
Dan
hebben
de
steden
daar
zeker
een
rol
bij
ge
-
speeld
:
zij
waren
immers
het
centrum
van
de
nieuwe
economische
verhou
-
dingen
.
We
moeten
daarbij
ook
onderzoeken
,
aan
welke
veranderingen
op
het
platteland
de
steden
nu
precies
hun
ontstaan
te
danken
hebben
gehad
.
Het
constateren
van
dit
bijzonder
dynamische
verleden
van
Waterland
roept
een
netwerk
van
interessante
vragen
op
over
de
ontwikkelingen
in
de
stad
,
op
het
platteland
,
en
in
de
relatie
tussen
die
twee
.
De
antwoorden
lig
-
gen
onder
onze
voeten
,
"
voor
het
opscheppen
".
En
net
nu
we
een
voorlopige
inventaris
hebben
gemaakt
,
en
de
stukken
in
willen
zien
,
dreigt
het
archief
verbrand
te
worden
.
Vele
lezers
zullen
,
geschrokken
door
de
titel
van
dit
stukje
,
snel
de
eerste
regels
hebben
gele
-
zen
in
de
angst
dat
zij
misschien
een
bericht
in
de
pers
hadden
gemist
over
binnenbranden
bij
de
Gemeentelijke
Archiefdienst
,
om
daarna
opgelucht
adem
te
halen
dat
daar
geen
sprake
van
is
.
Die
opluchting
is
niet
terecht
.
Tot
de
maatregelen
in
het
kader
van
de
ruilverkaveling
"
Waterland
"
be
-
hoort
een
verlaging
van
de
waterstand
.
Dat
komt
de
kwaliteit
van
de
grond
ten
goede
,
maar
slechts
voor
beperkte
tijd
:
wat
in
de
middeleeuwen
gold
,
geldt
nu
nog
,
het
maaiveld
zal
zakken
naar
het
nieuwe
peil
.
De
archeologi
-
sche
resten
nu
bevinden
zich
vlak
onder
het
oppervlak
.
Daardoor
zullen
de
organische
resten
(
hout
,
zaden
e.d
.)
letterlijk
verbranden
(
oxyderen
).
Een
7