Tekstweergave van GA-1984_JB076_00004
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
zat
zij
a.h.w
.
aan
de
bron
van
die
historie
;
bovendien
kende
zij
door
haar
werk
als
secretaresse
van
het
genootschap
,
"
Amstelodamum
"
en
zijn
le
-
den
terdege
.
Alleen
wie
zelf
wel
eens
met
dit
bijltje
gehakt
heeft
vermag
te
beseffen
hoe
vele
en
veelsoortige
beslommeringen
het
verzorgen
van
periodieke
uitgaven
met
zich
meebrengt
en
hoeveel
tijd
dit
vergt
.
Het
werk
begint
met
het
kritisch
beoordelen
van
ingezonden
bijdragen
(
wel
eens
over
onder
-
werpen
waar
de
redacteur
weinig
weet
van
heeft
),
de
correspondentie
met
de
auteurs
(
niet
altijd
onfeilbaar
,
soms
snel
geprikkeld
,
altijd
ongeduldig
)
en
het
persklaar
maken
van
de
artikelen
(
veelal
in
onvoldragen
staat
ingele
-
verd
).
Na
dit
eerste
stadium
komt
het
tweede
:
de
correctie
van
de
proeven
en
de
revisie
(
kortom
het
gevecht
tegen
de
drukfouten-duivel
),
het
aan
-
houden
van
het
tijdschema
en
het
bewaken
van
de
omvang
(
beide
dikwijls
op
het
laatste
ogenblik
door
onvoorziene
omstandigheden
in
de
war
ge
-
stuurd
),
het
contact
met
de
drukker
(
wie
niets
menselijks
vreemd
is
),
enz
.
enz
.
Dit
alles
vereist
niet
alleen
grote
kennis
,
nauwkeurigheid
,
doorzet
-
tingsvermogen
en
talent
voor
improvisatie
,
maar
vooral
:
veel
tact
en
de
kracht
om
ergernis
te
verdragen
.
Een
goed
redacteur
dient
over
het
nodige
gezag
te
beschikken
,
waardoor
gewenste
auteurs
aangetrokken
en
onge
-
schikte
afgeschrikt
worden
.
Intuïtief
moet
hij
aanvoelen
wat
de
lezers
inte
-
resseert
zonder
echter
de
eigen
maatstaven
te
verloochenen
.
Als
nu
zonder
enige
terughouding
vastgesteld
mag
worden
,
dat
de
pu
-
blicaties
van
"
Amstelodamum
"
behoren
tot
het
beste
wat
er
op
locaal
-
his-torisch
gebied
in
ons
land
verschijnt
,
dan
houdt
dit
tevens
in
dat
Dr
van
Eeghen
bewezen
heeft
alle
eigenschappen
te
bezitten
die
de
ideale
redac
-
teur
kenmerken
.
Zij
slaagde
er
in
een
kleine
kring
van
vaste
medewerkers
te
vormen
,
op
wie
gerekend
kon
worden
.
Zijn
enige
van
hen
in
de
laatste
jaren
helaas
overleden
,
een
jongere
generatie
treedt
gelukkig
steeds
meer
naar
voren
.
Door
haar
vele
relaties
wist
de
redactrice
menigmaal
de
hand
te
leggen
op
onuitgegeven
bronnen
,
zoals
dagboeken
.
Kortom
,
zij
bereikte
dat
er
van
onze
publicaties
een
uitstraling
uitgaat
naar
de
velen
in
binnen
-
en
buitenland
wie
Amsterdam's
verleden
en
heden
ter
harte
gaat
.
Het
ge
-
volg
daarvan
is
dat
de
deskundigen
op
dit
gebied
gaarne
hun
pennevruch
-
ten
aan
,,
Amstelodamum
,,
toevertrouwen
en
dat
beide
periodieken
veel
gelezen
en
geciteerd
worden
.
Als
men
overziet
wat
er
in
die
34
jaar
in
Maandblad
en
Jaarboek
versche
-
nen
is
,
valt
het
meeste
op
dat
de
redactrice
zelf
de
ijverigste
medewerker
geweest
is
.
Sinds
haar
eerste
publicatie
in
het
Maandblad
(
in
1943
)
en
in
het
Jaarboek
(
in
1944
)
heeft
zij
meer
dan
700
artikelen
,
van
korte
stukjes
tot
omvangrijke
studies
bijgedragen
,
benevens
ongeveer
300
boekbesprekin
-
gen
.
Dit
betekent
dat
vijf/zesde
van
al
wat
uit
haar
onvermoeibare
pen
vloeide
,
zijn
weg
vond
naar
,,
Amstelodamum
,
\
Wekt
de
kwantiteit
van
deze
stroom
van
bijdragen
verbazing
,
nog
ver
-
wonderlijker
is
de
hoge
kwaliteit
en
de
variatie
van
het
gebodene
.
Het
gaat
over
alles
wat
er
in
de
Amsterdamse
geschiedenis
het
weten
waard
is
,
van
de
middeleeuwse
vrouwenkloosters
tot
"
Keetje
Tippel
".
Uitgangspunt
is
dikwijls
de
geschiedenis
van
huizen
,
grote
en
kleine
,
en
de
daarmee
ver
-
2