Tekstweergave van GA-1983_MB070_00116

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jan Gerrit Kam werd op 26 augustus 1894 in Helmond geboren , waar hij op het nog landelijke Brabantse platteland zijn jeugd doorbracht . Vervolgens werd door hem de R.H.B.S . te Amersfoort bezocht , waarna hij naar Delft ging . In die tijd was het nog mogelijk om tijdens de zomervacanties bij gedeeltes de militaire dienstplicht te vervullen zonder langdurig de studie te moeten afbreken . En zo gebeurde het dat Kam juist bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog weer onder de wapenen was , waardoor zijn studie te Delft vele jaren werd onderbroken . Na de oorlog voltooide hij er zijn studie en trad hij als civiel hoofd-ingenieur in dienst van de Kon . Ned . Machinefabriek van E . H . Begemann te Helmond . De fabriek was o.a . gespecialiseerd in bruggenbouw . De spoorbrug over de Linnaeusstraat in Amsterdam , naar een ontwerp van Kam , kwam in 1939 op zondag 23 april tot stand . Om het trein - en wegverkeer zo min mogelijk te hinderen werd de brug ' s nachts geplaatst . Ondanks het late uur zag het er zwart van de Amsterdammers die al meteen zagen dat de brug te kort was en met grote spanning de werkzaamheden volgden . Natuurlijk paste de brug over het spoorwegviaduct en gerust ging de menigte uiteen . Kort na de oorlog is Kam leraar in Amsterdam geworden en vestigde hij zich aan de Postzegelmarkt . Het was een halve baan en zo hield hij tijd over voor zijn hobby's . Kam was niet alleen een man met belangstelling voor genealogie en archieven , maar hij was ook een belezen dichter en schilderde en tekende niet onverdienstelijk . Via zijn moeder was hij een nakomeling van de schilder Jan Adam Kruseman ( 1804 - 1862 ) en via zijn vader had hij een grote belangstelling voor het Brabantse landschap . Zijn vader was er namelijk in zijn jonge jaren al tekenend op uitgetrokken met het zoontje van een naburig collega predikant Vincent van Gogh , en Kam's ooms onderhielden vriendschappelijke betrekkingen met de schilders Breitner en Witsen . Van Willem Witsen gaat het verhaal dat hij eens bij Kam's vader in Helmond op bezoek zou komen , maar , nadat hij de lelijkheid van het stationsplein had gezien , de eerste trein retour nam . In het ' Oorkondenboek van Amsterdam tot 1400 ' spreekt Drs . P . H . J . van der Laan zijn erkentelijkheid uit over de hulp van J . G . Kam ondervonden die mij al zijn notities ter beschikking stelde en mi ] veel omtrent de Amsterdamse archieven leerde . Dat is geen loze kreet , want Kam stuurde menigeen in de archieven de juiste richting op . In 1935 kwam een jonge onderwijzer met veel belangstelling in Helmond solliciteren op een school , waar Kam in het schoolbestuur zat . Deze onderwijzer met zijn vele interesses werd door Kam gestimuleerd om naar de archiefschool te gaan en bracht het later tot algemeen rijksarchivaris en tot de eerste hoogleraar in de archiefwetenschappen Prof . Dr . J . L . van der Gouw . Zelf leerde ik van Kam de grondslagen van het archiefonderzoek . Hij gaf mij aan het begin van mijn carrière de volgende onvergetelijke raad mee : Geloof nooit wat de mensen je vertellen , noch minder wat er gedrukt staat , maar zoek het altijd zelf na . S . A . C . Dudok van Heel 98