Tekstweergave van GA-1978_MB065_00278
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
in
het
jaarverslag
van
de
Vereniging
Hendrick
de
Kever
een
artikel
over
'
Bouwen
,
verbouwen
en
restaureren
.'
Hierin
maakt
hij
onderscheid
tussen
het
oorspronkelijke
werk
-
de
eerste
hand
-
en
de
latere
wijzigingen
-
de
tweede
hand
-.
Hij
schrijft
onder
meer
:
'
Vooral
voor
woonhuizen
die
als
de
kleinste
eenheden
het
stadsbeeld
vormen
en
in
hun
afzonderlijke
levensverhalen
tezamen
de
geschiedenis
van
de
stad
vertellen
,
moet
men
bij
de
restauratie
zoveel
mogelijk
de
latere
wijzigingen
eerbiedigen
.'
Hij
pleit
ook
voor
een
meer
architectonische
beslissing
bij
de
grote
vrij
-
staande
gebouwen
.
'
Toch
blijft
het
ook
hier
wenselijk
om
voor
zover
dit
mogelijk
is
respect
te
tonen
voor
het
werk
van
de
tweede
hand
.
Want
feitelijk
is
restaureren
niets
anders
dan
het
werk
van
de
tweede
hand
,
niets
anders
dan
een
gewone
periodieke
vernieuwing
van
die
delen
van
een
bouwwerk
die
het
meeste
aan
verval
onderhevig
zijn
.
Aangezien
het
ons
niet
mogelijk
is
een
raam
,
deur
of
topgevel
of
kroonlijst
door
wijziging
te
moderniseren
of
eigentijds
te
maken
,
staan
wij
bij
het
herstel
van
oude
gebouwen
vrijwel
steeds
voor
de
keuze
het
voorbeeld
van
de
eerste
of
van
de
tweede
hand
te
volgen
.
Bij
deze
keuze
blijkt
eerst
goed
hoe
subtiel
het
werk
van
de
tweede
hand
is
en
welk
een
grote
invloed
kleine
wijzigingen
op
het
totale
aspect
kunnen
hebben
.
Iedere
restauratie
die
meer
wil
doen
dan
het
eenvoudige
werk
van
de
tweede
hand
,
die
een
poging
wil
doen
de
laatste
hand
aan
het
werk
te
leggen
,
een
laatste
hand
die
gelijk
zou
zijn
aan
de
eerste
,
bereikt
zelden
zijn
doel
,
doch
wist
zeker
de
geschiedenis
uit
.'
Dit
artikel
weerspiegelde
de
atmosfeer
,
waarin
het
bureau
startte
.
Door
het
vele
onderzoekwerk
dat
het
bureau
gedaan
heeft
kwam
de
ontwikke
-
lineseeschiedenis
van
het
huis
steeds
meer
op
de
voorgrond
.
I
lierbij
stond
vooral
het
'
menselijk
bezig
zijn
'
aan
een
huis
centraal
.
Deze
visie
is
in
grote
lijnen
in
stand
gehouden
.
Er
is
echter
nooit
een
doctrine
van
gemaakt
.
Hier
moet
wel
aan
toegevoegd
worden
dat
in
de/e
jaren
de
wetenschap
-
pelijke
basis
voor
deze
keuze
groter
was
dan
ooit
tevoren
.
Waarschijnlijk
door
het
steeds
groter
wordende
aantal
woonhuizen
die
nu
ook
elders
m
ons
land
werden
gerestaureerd
is
de
visie
van
het
behoud
van
de
gegroeide
situatie
bij
het
Rijk
steeds
sterker
naar
voren
gekomen
.
Het
gevaar
dreigt
nu
weer
,
dat
het
meer
een
regel
gaat
worden
dan
een
basis
,
waar
van
uit
geopereerd
kan
worden
.
Toch
wil
ik
nog
even
een
relativerende
opmerking
maken
over
deze
visie
.
Ik
geloof
dat
voor
de
huidige
generatie
het
boeiende
spel
van
de
zich
steeds
wijzigende
woonomstandigheden
een
reële
belevingswaarde
is
.
Niet
alleen
dat
alle
huizen
daardoor
verschillend
zijn
geworden
,
maar
ook
de
ver
-
scheidenheid
in
één
huis
maakt
het
algemene
beeld
van
een
oude
binnenstad
zo
boeiend
.
Bij
het
behoud
van
deze
verscheidenheid
wordt
ook
de
minste
schade
toegebracht
.
Toch
kan
ook
hier
sprake
zijn
van
verlies
van
historische
gegevens
.
Ken
kruiskozijn
dat
gewijzigd
is
in
een
schuifraam
herbergt
alle
gegevens
nog
in
zich
.
Is
dit
kozijn
echter
totaal
verrot
en
aan
vernieuwing
114