Tekstweergave van GA-1969_MB056_00231
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
earners
,
mitsgaders
twee
voorhuysgens
,
hebbende
haren
toegangh
door
een
steechgen
aen
de
zijde
,
weesende
oock
daernefTens
gelegen
een
erfTgen
bij
hen
gecocht
van
Jan
Symensz
tot
een
bleeckveltgen
,
willen
zij
testateurs
dat
alle
tselve
naar
haer
beyder
overlijden
zal
weesen
voor
en
ten
behouve
van
gemeene
arme
luyden
,
die
hen
testateuren
kinderen
off
haare
dessendenten
daer
in
believen
zullen
te
stellen
,
ordonneren
zij
testateurs
dat
de
drie
neerhuvsgens
en
earners
om
niet
zullen
werden
bewoont
en
dat
men
de
twee
voorhuysgens
zal
verhuyren
.'
Voorkeur
zullen
de
'
bloedvrunden
'
van
testateurs
,
die
tot
armoede
zijn
vervallen
,
genieten
.
Uit
de
opbrengsten
van
de
huur
zal
alles
worden
onderhouden
en
het
overschietende
zal
worden
verdeeld
tussen
de
bewoners
.
In
een
volgend
testament
van
23
oktober
1625
werd
dit
letterlijk
overge
-
nomen
.
In
het
laatste
testament
van
4
augustus
1626
-
het
enige
dat
de
testateur
met
de
naam
Ansloo
ondertekent
-
wordt
niet
meer
vermeld
,
dat
het
bleekveld
van
Jan
Symonsz
afkomstig
was
.
Die
was
dan
ook
verdwenen
.
Op
26
januari
1618
was
het
huis
,
dat
hij
daar
had
gezet
,
bij
executie
ver
-
kocht
.
Het
kwam
later
in
bezit
van
de
schoolmeester
Hendrick
Theunis
Wient
,
wiens
weduwe
,
Saartje
Samuels
het
op
22
april
1649
weer
verkocht
.
In
de
tijd
van
de
schoolmeester
zal
de
gevelsteen
met
de
schrijvende
hand
er
aangebracht
zijn
.
Het
vroeg
17de
eeuwse
huis
met
trapgevel
is
enige
jaren
geleden
door
de
Stichting
Claes
Claesz
hofje
verworven
en
zal
bij
het
complex
worden
getrokken
.
In
1632
stierf
Claes
Claesz
,
in
1638
zijn
weduwe
,
in
hun
huis
op
de
Kolk
.
De
nalatenschap
,
die
op
10
juni
1638
op
de
weeskamer
werd
verdeeld
tussen
5
staken
,
bedroeg
na
aftrek
van
de
vele
legaten
meer
dan
/
125.000
,—.
Het
hofje
bleef
onverdeeld
bezit
.
In
1703
bij
de
dood
van
een
kleindochter
,
Aeltje
Anslo
,
weduwe
van
Joseph
Drewe
,
werd
pro
memorie
bij
de
aangifte
voor
de
collaterale
successie
melding
gemaakt
van
1/7
in
1/5
part
in
deze
twee
huisjes
,
met
de
drie
erachter
.
Zij
was
een
van
de
zeven
overlevende
kinderen
van
Cornelis
Claesz
Anslo
,
befaamd
door
zijn
getekende
,
geëtste
en
geschilderde
portretten
van
Rembrandt
,
waarop
Vondel
dichtte
.
In
zijn
woonhuis
en
winkel
de
Kalkoense
Haan
aan
de
Nieuwendijk
oefende
hij
het
voorvaderlijk
beroep
van
lakenkoper
uit
,
maar
daarnaast
was
hij
leraar
bij
de
Grote
Spijker
,
het
kerkgebouw
van
de
doopsgezinde
waterlandse
gemeente
.
Toen
zijn
enige
zoon
,
Gerbrant
,
die
met
hem
in
compagnie
handelde
,
in
1636
trouwde
,
liet
hij
hem
al
gauw
de
winkel
over
en
verhuisde
zelf
naar
het
Rokin
.
In
1642
werd
hij
eigenaar
van
een
nieuw
huis
,
dat
in
1641
aan
de
O.Z
.
Achterburg
-
wal
-
-
nu
173
-
op
het
terrein
van
het
Sint
Jorishof
was
gebouwd
.
Reeds
in
1641
moet
hij
dat
hebben
betrokken
,
in
welk
jaar
Rembrandt
het
fraaie
dubbelportret
van
de
49-jarige
Cornelis
Claesz
Anslo
en
Aaltje
Gerrits
Schouten
,
de
drie
jaar
oudere
echtgenote
,
maakte
.
Daar
in
huis
trouwde
op
21
oktober
1642
de
dochter
Maria
met
Anselmus
Hartsen
,
die
al
jaren
lang
winkelknecht
was
geweest
.
Twee
dagen
na
de
trouwdag
moest
Anselmus
hals
over
kop
naar
Dantzig
vertrekken
wegens
de
ongelukkige
afloop
van
zaken
,
die
zijn
zwager
Gerbrant
had
gedaan
.
Cornelis
Claesz
Anslo
voldeed
,
ofschoon
dat
niet
nodig
was
,
alle
crediteuren
,
201