Tekstweergave van GA-1969_MB056_00130

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
' aflegging ' plaats vinden , hetgeen inhield dat de vreemde schipper de reeds geladen waren ten behoeve van een Amsterdamse collega afstond ingevolge het recht van ' voorlading '. Dat de . Amsterdammers dit meen - den was één ding , dat dit door de andere steden ook werd geaccepteerd een tweede . Men werkte ook met het wederkcrighcidsprincipe , d.w.z . vreemde kooplieden hadden in de eigen stad dezelfde rechten als de eigen kooplieden in de vreemde stad ; dit werd op 9 juni 1553 ook door de Am - sterdamse magistraat bij ordonnantie bepaald : ' Vreemde coopluvden souden binnen Amstelredamme niet vrijer , noch exempter zijn te moegen laeden dan de poirters van Amstelredamme zijn ter plaetsc daer de selve coop - luvden thuvs behooren .' J Keren we nu terug naar de rechtszaak , zoals die blijkt uit het dossier nr . 537 . In april 1557 had Cornells Herwayer , wonende te Amsterdam , op - tredend als agent voor een koopman uit Gent , 26 last haver voor zijn patroon gekocht . Hij bevrachtte daarmee het schip van IJsbrant Allaertsz . uit Haarlem met de bedoeling dat deze haver naar Gent vervoerd zou wor - den . Toen echter een Amsterdamse schipper , Aernt Leenaertsz . Hardebil , hiervan hoorde sommeerde hij de Haarlemse schipper ingevolge het recht van ' voorlading ' de geladen haver ' af te leggen .' Nadat er een gezworen stadsbode aan te pas was gekomen geschiedde dit ook , en Aernt Leenaertsz . Hardebil voer met de haver naar Gent . Maar toen hij op zijn tocht 1 laarlem passeerde werd zijn schip daar op verzoek van de Haarlemse schippers in beslag genomen . De deken van het Haarlemse schippersgilde , Ouwel Pietersz ., was toevallig in Amsterdam en als tegenmaatregel werd deze nu gearresteerd en geroepen ' opte buyten rol Ie ': hij zou de inbeslagname van het schip ' costeloos ende scadeloos ' ongedaan moeten maken . Inmiddels was ook de pensionaris van Haarlem , Mr . Lambrecht , naar Amsterdam gekomen ; men beraadslaagde nu in het ' torentghen ' ( van het stadhuis ) met de y\msterdamse burgemeesters . Deze laatsten kregen min of meer hun zin , want na afloop van de bespreking reisden de Haarlemmers naar hun stad terug en werd het beslag op het schip opgeheven . Dit voer hierop naar Gent , laadde op de terugtocht kalk , maar werd toen het Haarlem passeerde opnieuw in beslag genomen . Amsterdam reageerde met de arrestatie van de Haarlemse schippers die op dat moment daar aanwezig waren . Hierop reisden Gerrit StefTensz . en Joost van Hillegom , burgemeesters van Haar - lem , samen met de pensionaris naar Amsterdam en men kwam tot een accoord met de Amsterdamse magistraat . Na ' goeden chier ' gemaakt te hebben met hun Amsterdamse collega's reisden de Haarlemmers weer naar huis . Hier waren de dekens van het schippersgilde het blijkbaar niet eens met het ac - coord want wél werd het schip vrijgegeven , maar op 3 augustus 1557 ver - kreeg Haarlem op haar verzoek van het 1 lof van Holland brieven van complainte en werd Amsterdam voor commissarissen van het Hof gedaagd . Haarlem meende namelijk het recht te hebben vrijelijk te mogen laden en lossen te Amsterdam en voelde zich door het optreden van Aernt Leen - aertsz . Hardebil in dat recht gestoord . Een der commissarissen , Mr . Damas van Drogendijk , liet beide partijen hun stukken indienen en de wederzijdse antwoorden op die stukken ; op 5 februari 1558 wees het Hof van Holland 112