Tekstweergave van GA-1969_MB056_00123
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
r**mw9
"
m
-■*■/>
M
W9
-
■■
PORVniEI
H
_
verkopingen
ontging
hen
een
deel
van
hun
inkomsten
.
(
)
p
23
september
1617
werd
weer
verordend
,
dat
alleen
de
boden
-
het
waren
er
intussen
twee
geworden
-
-
van
de
weeskamer
en
de
concierge
verkopingen
mochten
hou
-
den
en
dat
de
vier
schatsters
daarbij
ingeschakeld
moesten
worden
.
Blijkens
het
Groot
Memoriaal
werkten
echter
ook
de
afslagers
niet
altijd
mee
en
hielden
de
schatsters
weg
.
Op
25
januari
1647
werd
nogmaals
vast
-
gesteld
,
dat
zowel
concierge
als
boden
van
de
weeskamer
de
schatsters
niet
mochten
passeren
.
Dat
waren
toen
Barber
Stevens
,
huisvrouw
van
Pieter
Jacobsz
,
Martijntge
Gerrits
,
huisvrouw
van
Cornelis
Adriaensz
Craen
,
Grietge
Danckerts
,
weduwe
van
Jacob
Balthussz
en
Giertge
Thomas
,
we
-
duwe
van
Roelof!Dirxsz
.
De
laatste
stierf
kort
daarop
en
werd
op
19
juni
opgevolgd
door
Grietje
Arents
,
huisvrouw
van
Wouter
Hanssen
.
De
concierge
Haringh
bleef
zich
verzetten
voor
zover
het
de
verkopingen
van
de
desolate
boedelskamer
betrof
.
Maar
op
een
nieuwe
klacht
van
de
schat
-
sters
stelden
burgemeesters
,
na
afslager
en
klerk
van
de
Kamer
gehoord
te
hebben
,
de
schatsters
in
het
gelijk
:
ook
bij
de
executieverkopingen
van
de
Desolate
Boedelskamer
moesten
de
schatsters
als
oplegsters
en
taxeersters
geadmitteerd
worden
.
Dat
deze
schatsters
vermoedelijk
voortkwamen
uit
de
uitdraagsters
hoop
ik
later
nog
te
kunnen
aantonen
.
Het
is
een
saaie
opsomming
geworden
,
zoals
altijd
,
wanneer
men
alleen
op
keuren
en
ordonnanties
afgaat
.
'
Byateris
,
een
uytdraeghster
en
koppe
-
laarster
'
uit
Bredero's
Spaansche
Brabander
van
1617
kan
ons
ook
niet
helpen
,
daar
in
haar
verhalen
speciaal
de
nadruk
op
het
tweede
beroep
valt
.
Slechts
toont
zij
,
dat
de
uitdraagsters
niet
bepaald
tot
de
allerbeschaafd
-
ste
stand
behoorden
.
Een
mededeling
,
die
hier
waarschijnlijk
overbodig
is
;
de
lezers
zullen
dat
uit
de
verordeningen
al
begrepen
hebben
.
Een
enkele
uitdraagster
vindt
men
vermeld
in
het
protocol
van
notaris
Pylorius
.
Ik
noem
als
voorbeeld
een
testament
en
verklaring
van
15
juli
1602
en
15
maart
1607
van
de
uitdraagster
Mary
Jans
,
weduwe
van
Dirck
Jansz
Stuyrman
,
die
aan
haar
zoon
Pieter
ter
gelegenheid
van
zijn
huwelijk
met
Neeltgen
Boeckhouts
in
1607
niet
alleen
een
van
haar
huizen
in
de
St
.
Jansstraat
toezegde
,
maar
ook
ƒ
600
,—
aan
geld
of
koopwaar
,
één
jaar
lang
met
zijn
vrouw
de
kost
bij
haar
in
huis
en
de
helft
van
de
winkel
,
waar
ze
met
mei
ging
wonen
.
Op
16
november
1605
werd
de
scheiding
van
de
nala
-
tenschap
van
een
andere
uitdraagster
,
Jannetgen
Jans
,
alias
Spelt
,
voor
deze
zelfde
notaris
opgemaakt
.
Veel
merkwaardiger
gegevens
over
de
uitdraagsters
vindt
men
echter
in
de
registers
van
verkopingen
in
het
weeskamerarchief
,
die
,
zij
het
met
grote
hiaten
,
van
de
jaren
1597
tot
1638
bewaard
zijn
.
Het
is
vrij
gemakkelijk
daar
vele
uitdraagsters
en
ook
uitdragers
tussen
de
andere
koopsters
en
ko
-
pers
uit
te
halen
.
Ze
werden
namelijk
dikwijls
met
bijnamen
aangeduid
,
bijvoorbeeld
hun
woonplaats
,
zoals
in
het
begin
Man
Colcksteech
en
Erm
Colcksteech
-
-
die
de
van
ouds
voorgeschreven
buurt
dus
trouw
waren
gebleven
-
-
,
Lysbet
Thonispoort
en
Neel
Ruslant
.
We
zien
,
hoe
de
stad
zich
uitbreidt
,
want
later
worden
het
Zuyderkerck
,
Breestraat
,
Haarlemmerdijk
,
105