Tekstweergave van GA-1969_JB061_00015

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
WAT BETEKENT DE NAAM SCHREIERSTOREN ? DOOR J . Z . KANNEGIETER Beter ware het geweest hier boven te schrijven : Wat betekenen de woorden Screjhouck en Screyhorn } Want onder deze namen en nog een aantal varianten deed het laat-middeleeuwse , tot heden aan slopershanden ontkomen verdedi - gingswerk 2 ijn intrede in de geschiedenis . Pas in de eerste jaren van ' de zeven - tiende eeuw ging men dit element van de oude defensiegordel Schrevhoecks - toren noemen , welke combinatie nog in dezelfde eeuw de weg baande naar de thans alom bekende eindvorm : Schreierstoren 1 . Slechts om redenen van prac - tische aard plaatste ik deze in de titel . Gewoonlijk bepaalt men zich bij de naams - verklaring tot de woordhelft screy . Het zal blijken , dat ook de synoniemen houck en hom onder de loupe moeten worden genomen . Niet om hun betekenis op te sporen , wel om te weten te komen , welke hoek de vijftiende-eeuwse Amster - dammers op het oog kunnen hebben gehad . Honderden jaren heeft men zich , al of niet in ernst , tevreden gesteld met de interpretatie : screy wijst op schreien . Aan de voet van de toren zouden de vrouwen en de liefjes van zeevarende mannen van haar scheepgaande dierbaren onder het storten van tranen , afscheid hebben genomen . Hieraan verbond men de legende van een vrouw , die als gevolg van overmatige droefheid krankzinnig werd . In zijn ' IJstroom ' ( 1671 ), een lofdicht op Amsterdam , vergat Johannes Antonides niet , de Schreierstoren en de wenende achterblijvenden te vereeuwigen . Ook aan de ongelukkige , die het verdriet niet had kunnen dragen , wijdcfehij enkele van zijn Vondeliaanse verzen : Men zegt , dat hier een vrou In een onroerlijk beek verkeerde uit bittren rou , Toen zij met d'cerste kiel haer man voor uit zagh vaeren , Waarom haer beeltenis , voor ' t slijten van de jacren , Eerst praelde in wit arduin . O naeuwe Huwlixbant , Die niet kon rekken van het eenc in ' t andre laat ! Men zal opgemerkt hebben , dat Antonides zich niet strikt aan de Wende hield . Reeds in 1637 gebruikte Vondel deze eindvorm , toen hij Gijsbrecht liet uitroepen : ' lek zal terstond om hoogh gaen zien van Schreiers toren ' ( v . 850 ). 11