Tekstweergave van GA-1968_MB055_00088

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
doek , een fijn soort linnen , de stof was , waarop Hercules zijn werken af - drukte . Pietcr ondertekende , ook aJ weer net zoals Hercules , de akte met een fraaie handtekening . De broers hadden blijkbaar een goede opvoeding genoten . Ook de doop van Lourens bleek in Haarlem niet te vinden te zijn . Dat zette mij aan het denken . Dat een doop werd overgeslagen in de registers kwam wel eens voor , maar dat dit bij twee broers gebeurd zou zijn , leek niet waarschijnlijk . Waren de jongens wel gereformeerd gedoopt ? Ik ging nogmaals op zoek naar de ouders . Er waren echter in die tijd in Amsterdam verschillende personen , die Pieter Segers heetten , en het was dikwijls moeilijk uit te maken , wie men voor zich had , wanneer de naam zonder meet in een akte voorkwam . Met hulp van de thans geheel geïndi - ceerde doop - , trouw - en begraafboeken kan men intussen op het ogenblik een heel eind verder komen dan vroeger het geval was . Ik zal hier slechts één andere Pieter Seghers noemen . Dat was de vader van de schilders Pieter en Claes Lastman . In deel IV van Oud Holland is een uitgevoerde studie aan deze familie gewijd . Pieter Seghers trouwde op 3 mei 1572 in de Oude Kerk met Barber Jacobs en in die kerk lieten ze in 1575 en 1576 twee zonen dopen . De kerk was toen uiteraard nog Rooms-Katholiek . De dopen van de volgende kinderen , waaronder de latere schilders , zoekt men er tevergeefs en wel omdat de familie het Rooms-Katholieke geloof trouw bleef en de kerk in 1578 door de Gereformeerden in gebruik werd genomen . Door die trouw aan het oude geloof raakte Pieter Seghers zijn ambt van bode aan de weeskamer kwijt . Hij bleef zich blijkens een aantal notariële akten echter tot zijn dood toe belasten met het behartigen van zaken van allerlei mensen , wat hij tevoren als bode van de weeskamer ook had ge - daan . Op 25 juni 1602 maakten hij en zijn echtgenote hun testament voor notaris Gijsberts . Blijkens een akte van 3 februari 1604 was Barber Jacobs toen al weduwe . Ik vermoed , dat Pieter Seghers in het eerste half jaar van 1603 is gestorven , daar er dan een hiaat is in het begraafboek van de Nieuwe Kerk . Zijn vrouw werd daar op 7 december 1624 en zijn zoon Claes op 16 mei 1625 , beiden komend uit de Breestraat , begraven . Pieter volgde hen op 4 april 1633 in het graf en kwam toen uit het ouderlijk huis in de Jansstraat . Alle drie werden zij beluid , dat wilde zeggen dat de klok - ken tijdens de begrafenis luidden . Dat was in Amsterdam toen al een gebruik , dat alleen door Rooms-Katholieken in ere werd gehouden . Het gezin was dus steeds dat geloof blijven belijden . Duidelijk tekent zich daarnaast in de notariële akten een andere Pieter Segers af , die ik uit drie notariële akten ten tonele kan voeren . Hij legt geen eed af en is dus blijkbaar Doopsgezind . Op 8 december 1596 draagt deze Pieter Segers , die dan koopman wordt genoemd , voor notaris Hey - linc een vordering van ƒ 84.10 .—, die hij op Pieter Victors , koopman te Fra - neker , heeft wegens geleverde baaien , over aan Cornelis de Vogel te Haarlem . Op 5 april 1607 legt Pieter Segers , die dan ± 43 jaar oud is en crudenier wordt genoemd , voor notaris van Banchem een verklaring af tezamen met de bovengenoemde Cornelis de Vogel , die ± 37 jaar oud is , ten verzoeke van de Amsterdamse koopman Cornelis Pietersz . Ze zijn in 74