Tekstweergave van GA-1965_MB052_00064
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
mede
winnen
helpen
verteeren
'.
Op
een
volgende
vraag
,
waarom
zij
zich
'
so
bruvn
van
verwe
maken
',
antwoordde
hij
,
'
dat
zij
hem
bestrijcken
met
reusel
ende
buscruyt
ende
met
een
cruyt
genoemt
ellecompaigne
.'
Hij
was
met
de
vrouw
,
die
hij
voor
zijn
huisvrouw
hield
,
zonder
haar
naam
te
weten
,
van
omtrent
Leiden
,
waar
zijn
'
compaigne
'
zich
onthield
,
naar
Amsterdam
gekomen
om
de
vrienden
van
zijn
huisvrouw
te
bezoeken
.
'
Voorder
gevraecht
sevt
dat
zyluvden
een
vreemde
ende
gemaecte
sprake
onder
malcanderen
spreken
twelck
hij
van
zekere
oude
van
zijn
compaigne
verstaen
heeft
Caldeeus
te
zijne
.'
Die
huisvrouw
was
de
18-jarige
Margriet
Philips
,
geboortig
uit
het
land
van
Gulik
,
die
ook
van
jongs
af
als
heiden
had
gelopen
.
Zij
was
bij
de
arrestatie
van
Jacob
buiten
de
stad
naar
de
Overtoom
gebracht
,
maar
was
weer
teruggekeerd
,
omdat
ze
haar
man
niet
wilde
verlaten
.
Jacob
en
zij
waren
toen
8
dagen
samen
geweest
,
maar
niet
getrouwd
,
omdat
zijn
ouders
het
huwelijk
niet
wilden
gedogen
.
Op
15
juli
1592
werden
Jacob
en
Mar
-
griet
uit
de
stad
gebannen
,
zolang
ze
zouden
voortgaan
als
heidenen
te
leven
.
Op
12
januari
1595
werden
drie
mannen
verhoord
.
De
dertigjarige
Philips
Joris
van
Mechelen
,
die
eerst
chirurgijn
was
geweest
en
daarna
vier
of
vijf
jaar
als
ruiter
had
gediend
,
was
sedert
mei
1594
in
het
Gooi
gaan
lo
-
pen
'
voor
hevden
gelijck
zijn
voorouders
gedaen
hebben
,
dan
segt
hij
geen
hevden
is
'.
Wel
had
hij
van
jongs
af
met
zijn
ouders
heidensgewijs
gelopen
.
Hij
verklaarde
niet
in
de
hand
te
kunnen
zien
,
maar
het
wel
eens
te
doen
,
wanneer
men
zo
gek
was
hem
geld
daarvoor
te
geven
.
De
volgende
arre
-
stant
was
zijn
stiefzoon
,
de
24-jange
Jeronimus
George
van
IJsselroy
in
Brabant
,
en
tenslotte
was
er
nog
Willem
Fransz
van
Keulen
,
35
jaar
oud
,
die
zich
bezig
hield
met
meesterije
,
dat
wilde
zeggen
geneeskunst
.
De
zus
-
ter
van
Philips
van
Mechelen
was
getrouwd
met
Jan
Jorisz
van
Spa
,
die
buiten
de
Haarlemmerpoort
woonde
en
blijkbaar
ook
wel
eens
meetrok
.
De
drie
mannen
hadden
zeven
vrouwen
,
waaronder
twee
oude
,
en
twaalf
kinderen
bij
zich
.
De
vorige
zomer
was
de
troep
door
de
schout
buiten
de
jurisdictie
gebracht
.
Wat
er
nu
geschiedde
,
blijkt
niet
.
Op
23
augustus
1725
was
weer
een
van
de
vele
placaten
van
de
Staten
van
Holland
en
West-Friesland
tegen
de
landlopers
en
wel
speciaal
de
'
Hey
-
denen
of
Egiptenaren
'
afgekondigd
.
Zij
waren
kort
tevoren
bijzonder
brutaal
opgetreden
,
gewapend
met
schiet
-
en
zij
geweren
,
waaraan
men
nu
perk
en
paal
wilde
stellen
.
In
oktober
van
dat
jaar
werden
in
Amsterdam
een
jongen
,
zes
vrouwen
en
een
man
,
Jan
Pietersz
,
gearresteerd
en
ver
-
hoord
.
Ik
wil
hier
slechts
vermelden
,
wat
de
oudste
en
jongste
meedeelden
.
De
oudste
was
de
76-jarige
Margriet
Symons
van
Hamburg
,
die
op
9
ok
-
tober
voorkwam
.
Zij
werd
door
de
anderen
Breside
genoemd
en
had
zes
zoons
en
vijf
dochters
gehad
.
Ook
over
anderen
werd
zij
streng
onder
-
vraagd
.
De
jongste
van
het
gezelschap
was
de
13-jarige
Wijnant
Engelsz
,
die
in
Amstelveen
was
geboren
.
Van
hem
kreeg
men
verreweg
het
meeste
los
.
Zo
vertelde
hij
,
dat
de
overste
van
hun
troep
van
ongeveer
50
man
sterk
Arnoldus
heette
,
dat
die
troep
in
Noord-Holland
en
in
Zuid-Holland
rondtrok
en
dat
één
eruit
,
die
hen
'
beklapt
'
had
'
de
keel
is
afgesneden
ende
54