Tekstweergave van GA-1965_MB052_00005
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Markus
,
die
aan
de
andere
kant
de
Voetboogstraat
weer
uit
-,
en
het
Spui
in
de
richting
van
de
Kalverstraat
opvloog
,
door
een
paar
'
hooiwerkers
'
vastgehouden
,
maar
weer
losgelaten
;
dit
oponthoud
verminderde
echter
zijn
voorsprong
,
zodat
de
chirurgijnsknecht
hem
in
de
kraag
kon
grijpen
en
hij
door
'
een
groote
meenigte
van
mensen
'
langs
dezelfde
weg
naar
het
huis
van
Johannes
de
Geus
terug
werd
gebracht
.
Deze
had
niet
aan
de
achtervolging
deelgenomen
,
maar
was
de
schade
gaan
opnemen
.
Op
de
grond
van
het
voorhuis
had
hij
een
papier
gevonden
dat
Markus
blijkbaar
had
verloren
;
hierin
moesten
twaalf
gouden
bootjes
1
zitten
,
maar
hij
vond
er
nog
maar
elf
.
Vermist
werden
twee
papieren
,
die
elk
twaalf
gouden
ringen
bevatten
,
en
toen
Markus
werd
gefouilleerd
kwam
inderdaad
één
papier
met
zijn
inhoud
uit
zijn
zak
tevoorschijn
.
Het
andere
had
hij
ver
-
loren
of
weggegooid
in
de
Voetboogstraat
,
waar
het
gevonden
werd
door
een
eerlijke
'
arbeydsman
',
die
het
aan
de
rechtmatige
eigenaar
terugbracht
.
Markus
belandde
in
de
boeien
en
moest
vier
dagen
later
voor
Schepenen
verschijnen
.
Niettegenstaande
de
overvloed
van
bewijzen
ontkende
hij
alles
:
hij
was
niet
bij
de
zilversmid
in
huis
geweest
voordat
men
hem
met
geweld
daarheen
gebracht
had
,
een
blauwe
ruitersmantel
was
hij
nooit
rijk
geweest
en
het
papier
met
de
ringen
moest
door
iemand
uit
de
menigte
in
zijn
zak
gestoken
zijn
.
Een
tamelijk
zwak
verweer
,
dat
vertaald
werd
door
een
zekere
Nicolaas
Hermanus
Behn
,
die
als
beëdigd
translateur
het
gebrek
aan
talenkennis
van
de
Heren
Schepenen
opving
.
Drie
dagen
later
moest
Markus
weer
voorkomen
en
omdat
hij
'
bij
de
negative
gepersisteert
'
had
werd
hij
aan
de
Heer
Hoofdofficier
overgele
-
verd
,
die
op
minder
zachtzinnige
wijze
trachtte
hem
alsnog
tot
een
bekente
-
nis
te
brengen
:
hij
werd
'
ontkleet
voor
de
paal
geset
en
wel
strengelijk
gegeesselt
',
maar
hij
bleef
ontkennen
.
Gezien
de
aanwezige
getuigen
was
een
bekentenis
eigenlijk
ook
overbodig
en
zijn
straf
had
hij
op
deze
manier
ook
al
gehad
,
zodat
hij
verder
alleen
nog
ten
eeuwigen
dage
buiten
Holland
en
Westfriesland
werd
gebannen
,
wat
hem
door
de
translateur
in
het
Hollands
en
het
Hoogduits
werd
aangezegd
.
En
hiermee
liep
deze
zaak
af
,
minder
opzienbarend
dan
die
van
200
jaar
later
.
De
gebroeders
de
Geus
overleefden
de
opwinding
en
daalden
respec
-
tievelijk
in
1771
en
1772
in
het
graf
;
de
verdachte
zal
wel
weer
naar
Duits
-
land
verdwenen
zijn
,
met
een
pijnlijke
herinnering
aan
deze
buurt
,
die
rovers
voor
de
val
schijnt
te
brengen
.
De
historie
vermeldt
niet
of
het
missende
gedeelte
van
de
buit
(
één
gouden
bootje
)
nog
terecht
gekomen
is
;
niet
onwaarschijnlijk
is
dat
de
straat
op
gerold
en
in
de
zak
van
een
minder
eerlijke
voorbijganger
geraakt
-
of
is
het
door
een
spleet
van
de
vloer
verdwenen
en
ligt
het
nog
tussen
de
fundamenten
van
Kalverstraat
186
.
Er
zal
minder
hartstochtelijk
naar
gezocht
zijn
dan
naar
de
buit
van
1964
.
Mr
.
P
.
van
Eeghe
\
Een
bootje
is
een
sieraad
,
veelal
gebruikt
als
slot
voor
een
halssnoer
.
3