Tekstweergave van GA-1960_MB047_07021
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
De
kunstkamer
van
het
poppenhuis
De
verkoop
was
wel
nodig,
want
uit
de
scheiding
van
16
juli
1710
voor
notaris
G.
Ypelaer
blijkt,
dat
een
groot
gedeelte
van
het
vermogen
van
Petronella
de
la
Court
in
kunstschatten
was
belegd.
Er
was
uiteindelijk
een
actief
van
ƒ
123843.17.8
en
de
verkoop
van
de
porceleinen,
schilde
-
rijen,
rariteiten,
prenten
en
tekeningen
(de
laatste
twee
waarschijnlijk
in
eens
uit
de
hand
verkocht)
had
niet
minder
dan
ƒ
35155.
opgebracht,
veel
meer
dus
dan
14.
De
rest
van
het
kapitaal
was
belegd
in
de
brouwerij,
een
aantal
huizen
en
erven
en
in
een
tuin
met
huisje
genaamd
Brouwersrust,
groot
twee
erven,
op
de
Lijnbaansgracht
tussen
het
Weesperplein
en
het
Roeterseiland.
Guilelmo
en
Adam
hadden
al
meer
dan
hun
erfdeel
binnen
en
ieder
van
de
andere
kinderen
kreeg
ƒ
30960.19.8.
Bezien
wij
het
poppenhuis,
waarvan
de
gedateerde
voorwerpen
de
jaren
1674
tot
1690
noemen,
dan
vinden
wij
daar
werken
van
meesters,
die
ook
in
het
huis
op
de
Achterburgwal
vertegenwoordigd
waren.
Er
zijn
sculptures
van
Francis
van
Bossuit
en
schilderijen
van
J.
Huchten
-
burg,
H.
Saftleven,
Willem
van
Mieris,
Frans
van
Mieris
en
Gerard
Hoet.
De
kunstenaars,
van
wie
Petronella
de
la
Court,
werken
kocht,
hebben
haar
misschien
wel
voor
de
aardigheid
met
zo’n
miniatuur
stukje
voor
haar
poppenhuis
verblijd.
En
de
kunstkamer
van
het
poppenhuis
met
zijn
schilderijen,
kunstboeken,
porcelein,
schelpen
en
munten
moet
een
getrou
-
we
weergaf
in
het
klein
en
beknopt
zijn
geweest
van
de
kostbare
inhoud
van
het
brouwershuis
van
de
Zwaan.
163