Tekstweergave van GA-1960_MB047_07016
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
De
in
het
plan
geprojecteerde
verkeerswegen
vormen
een
logische
aanvulling
van
het
bestaande
stelsel
van
radiaal-
en
ringwegen.
Belangrijk
is
in
dit
verband
een
ringweg
op
korte
afstand
buiten
de
vóór-oorlogse
bebouwing
van
Amsterdam-West
en
-Zuid.
In
de
na-oorlogse
visie
is
deze
ringweg
doorgetrokken
gedacht
rondom
de
gehele
stad.
De
Schelling
-
wouderbrug,
die
de
meest
oostelijke
schakel
zal
vormen
in
deze
ringweg,
was
al
in
het
Algemeen
Uitbreidingsplan
voorzien.
In
de
na-oorlogse
gedachtengang
is
hier
de
Coen-tunnel
als
westelijke
schakel
hijgekomen.
In
het
toekomstige
spoorwegstelsel
werd
aan
de
reeds
gedeeltelijk
aangelegde
maar
nog
onvoltooide
ringspoorbaan
een
belangrijke
rol
toebedacht.
Deze
ringspoorbaan,
oorspronkelijk
bedoeld
ter
ontlasting
van
het
Centraal
Station
van
doorgaande
goederentreinen,
zal
deze
functie
wel
noodzakelijk
moeten
gaan
vervullen
als
met
de
verdere
totstand
-
koming
van
het
westelijk
haven-
en
industriegebied
het
goederenverkeer
per
spoor
van
daar
naar
het
achterland
nog
zal
toenemen.
Daarnaast
werd
na
de
realisering
van
de
nieuwe
woonwijken
aan
de
ringspoorbaan
ook
een
functie
toegedacht
in
het
personenverkeer.
De
vervanging
van
de
Hembrug
door
een
spoorwegtunnel
werd
in
het
plan
opgenomen.
Ten
behoeve
van
de
binnenscheepvaart
werd
behalve
het
reeds
genoemde
boogkanaal
om
Amsterdam-Noord
ook
een
verbindingskanaal
in
het
westen
bij
Halfweg,
tussen
de
Ringvaart
van
de
Haarlemmermeer
en
het
Zij
kanaal
F,
ontworpen.
Deze
verbinding
zal
de
Kostverlorenvaart
-
hinderlijke
barrière
in
het
westelijk
stadsdeel
-
kunnen
ontlasten
van
verkeer,
dat
bestemd
is
voor
het
westelijk
havengebied.
In
de
hier
geschetste
vorm
werd
het
Algemeen
Uitbreidingsplan
van
Amsterdam
in
1935
door
de
Gemeenteraad
vastgesteld.
Kort
voor
het
uitbreken
van
de
Tweede
Wereldoorlog
verkreeg
het
plan
dankzij
de
goedkeuring
door
de
Kroon
definitief
rechtskracht.
Amsterdam
kon
krachtens
de
Woningwet
over
de
voor
zijn
uitbreidingen
noodzakelijke
terreinen
beschikken.
Het
feit,
dat
Amsterdam
de
eerste
stad
was,
die
een
Algemeen
Uitbreidingsplan
voor
het
gehele
gemeentelijke
grondgebied
vaststelde
-
een
plan,
dat
in
zijn
geheel
goedkeuring
verwierf
-
getuigt
van
de
grootse
visie
van
het
Gemeentebestuur
en
de
daadkracht
van
de
Amsterdammers
in
de
dertiger
jaren.
(
wordt
vervolgd)
Drs
C.
Wegener
Sleeswijk
158