Tekstweergave van GA-1960_MB047_04019
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
tegen
hen
zal
worden
geageerd.')
De
aanbrenger
wordt
thans
100
zilveren
ducatons
onder
dezelfde
voorwaarden
beloofd.
In
het
vervolg
zal
het
uit
-
maken
voor
verklikker,
in
welke
rechtszaak
dan
ook,
met
300
guldens
worden
beboet.
Zo
de
belediger
dit
niet
kan
betalen,
wordt
hij
zes
maanden
in
het
tuchthuis
opgesloten.^)
Hierbij
zou
het
gebleven
zijn,
ware
het
niet,
dat
kort
na
de
laatste
waar
-
schuwing
een
groot
schandaal
de
overheid
nog
eens
tot
optreden
ook
op
ander
gebied
noopte.
Bij
de
begrafenis
van
‘zeker
geauthoriseerde
toeziender
van
de
gemeene
landsmiddelen’
in
de
Zuiderkerk
op
een
van
de
eerste
dagen
van
december
1761,
kwam
een
grote
menigte
menschen
-
onder
voorgeven
de
plechtig
-
heid
bij
te
wonen
binnen
en
buiten
de
kerk
te
samen.
Zij
waren
evenwel
van
plan
handtastelijk
tegen
de
bedienaars
van
de
begrafenis
op
te
treden,
hetwelk
hen
gelukte.
De
leiders
waren
sluikers,
die
de
eenvoudige
menigte
meetrokken.
Na
dit
kabaal
wordt
9
december
1761
door
het
gerecht
een
premie
van
1000
guldens
uitgeloofd
aan
hem,
die
de
rustverstoorders
in
de
handen
van
de
justitie
weet
te
spelen.
Tevens
wordt
hij
met
de
aller
-
strengste
straf
bedreigd,
die
in
het
vervolg
zelfs
de
minste
baldadigheid
in
kerken
en
gelijksoortige
plaatsen
uitvoert.
Voorts
wordt
aan
alle
kosters,
deurwaarders,
doodgravers
en
dergelijke
personen
verboden
iemand
bij
een
begrafenis
toe
te
laten,
die
niet
daarbij
behoort.^)
De
bovengenoemde
toeziender
was
een
zekere
Jan
van
den
Berg
ge
-
weest,
die
in
de
Bloemstraat
zuidzijde,
het
tweede
huis
voorbij
de
tweede
Dwarsstraat
woonde.
Hij
het
bij
zijn
overlijden
vier
kinderen
achter,
een
van
zijn
eerste
vrouw,
Dina
Wijmershof,
en
drie
van
zijn
tweede
vrouw,
Emmerentia
Seegers.
Zij
bewees
op
4
mei
1762
aan
de
vier
kinderen
voor
de
weeskamer
als
vaderlijk
erfdeel
ƒ1393.8.
—.
Uit
de
inventaris
voor
notaris
Philippus
Pot,
die
op
15
januari
1762
werd
opgemaakt,
leren
wij
de
eenvoudige
inboedel
van
het
huis
in
de
Bloemstraat
-
dat
wèl
het
eigendom
van
de
toeziender
was
-
kennen,
tezamen
getaxeerd
op
ƒ251.12.
—.
Een
voor-
en
achterkamer
werden
verhuurd.
Maar
toch
was
Jan
van
den
Berg
stellig
in
zijn
buurt
een
rijk
man.
Daarvan
getuigen
de
begrafenis
in
een
kerk
en
ook
alle
onkosten
-
de
eigenlijke
begraafkosten
al
over
de
100
gulden
-
die
voor
deze
plechtigheid
werden
gemaakt,
zoals
bijvoorbeeld
ƒ2,
—
voor
het
zwartverven
van
het
goed.
Weinig
kon
men
toen
vermoeden,
hoe
dramatisch
die
begrafenis
en
nog
wel
op
Sinterklaas
-
dag,
de
vijfde
december,
zou
verlopen.
Leonie
van
Nierop
')
Dit
wordt
9
oct.
1756
herhaald.
2e
verv.
van
Handvesten,
biz.
82.
“)
Vervolg
van
Handvesten,
blz.
24.
2e
verv.
v.
Handvesten,
blz.
82.
89