Tekstweergave van GA-1960_MB047_04010
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
bouw
van
een
hulpbank
van
lening
Borgerstraat
11.
Volgens
raadsbesluit
van
9
januari
1901
werd
de
hulpbank
no.
6,
Prinsengracht
437,
verbouwd.
De
gemeenteraad
machtigde
op
15
mei
1901
Burgemeester
en
Wethouders
de
bank
no.
8,
Willemstraat
45
‘),
te
vervangen
door
een
nieuw
gebouw
Lindengracht
204.
Op
12
juni
1901
keurde
de
gemeenteraad
de
bouw
goed
van
een
hulpbank
van
lening
Rechtboomsloot
5-7
ter
vervanging
van
de
banken
Barndesteeg
6“)
en
Rapenburgerstraat
38-40'*).
De
nieuwe
bank
nam
het
nummer
2
over
van
die
aan
de
Barndesteeg;
het
vrijkomende
nummer
3
van
de
Rapenburgerstraat
werd
overgenomen
door
de
bank
in
de
Borgerstraat.
De
banken
nos.
9
en
5
aan
de
Herenmarkt
10-12®)
en
de
Leidsekruisstraat
36*)
werden
volgens
de
raadsbesluiten
van
27
april
1904
en
27
november
1908
door
nieuwe
gebouwen
op
dezelfde
plaats
vervangen.
Eerst
nadat
al
deze
verbeteringen
waren
uitgevoerd,
werd
tot
verdere
uitbreiding
van
het
aantal
banken
overgegaan.
Het
raadsbesluit
van
21
november
1906
leidde
tot
stichting
van
bank
no.
12
in
het
daartoe
aange
-
kochte
huis
met
vier
hovenhuizen,
erf
en
tuin,
als
café-restaurant
bekend
onder
de
naam
‘Huize
Vliedzorg’’),
Wijttenbachstraat
7
hoek
Linnaeus
-
straat
71
en
dat
van
30
juni
1909
tot
stichting
van
de
hulpbank
A,
Nassau
-
plein
1,
in
het
daartoe
aangekochte
pand
van
de
firma
Altius
&
Co.,
commissionairs
in
scheepbouw
en
timmerhout®).
Op
18
mei
1911
besloot
de
raad,
dat
het
college
van
commissarissen
voortaan
een
Commissie
van
Toezicht
zou
zijn.
Het
algemeen
beheer
van
Dit
gebouw
kwam
ter
beschikking
van
de
Geneeskundige
Dienst,
die
het
gebruikte
tot
in
1927
aan
de
Willemstraat
24
een
nieuw
zittinglokaal
gereed
kwam.
Willem
-
straat
45
herbergt
nu
een
cliché-industrie.
Over
de
bouw
van
de
hulpbanken
Lepelstraat,
Borgerstraat,
Lindengracht
en
Rccht
-
boomsloot
en
de
verbouwing
van
de
hulpbank
Prinsengracht
437
zijn
dossiers
aanwezig
in
het
archief
van
het
College
van
Commissarissen
van
de
Stadsbank
van
Lening
in
het
archiefdcpót
Herenmarkt.
Voor
Prinsengracht
437,
zie
ook
bouw
-
tekening
no.
5079.
*)
Gebouwd
als
dormter
van
het
in
1578
opgeheven
convent
van
Sint
Maria
Magdalena
in
Bethanicn.
In
het
begin
der
17de
eeuw
werd
het
bergstenen
poortje
met
pilasters
en
een
ovaal
wapen
erboven
aangebracht.
Van
1
mei
1905
tot
1
mei
1918
was
er
de
(sedert
1
juli
1908
gemeentelijke)
Arbeidsbeurs
gevestigd.
Van
1919
tot
1930
was
er
een
zittinglokaal
van
de
Gemeentelijke
Geneeskundige
en
Gezondheidsdienst
in
ondergebracht;
nu
zijn
er
een
schouderwattenfabriek
en
de
expositiezaal
van
de
Onafhankelijken.
Zie
Voorlopige
lijst
der
Ned.
Monumenten
van
Geschiedenis
en
Kunst,
deel
V,
11,
’s-Gravenhage
1928,
blz.
157
en
Maandblad
Amstelodamum
1956,
blz.
163.
De
bank
werd
met
enige
belendende
panden
afgebroken
om
plaats
te
maken
voor
een
bedrijfsgebouw.
**)
Herenmarkt
10
was
in
1901
aangekocht
en
bij
de
bank
getrokken.
Tijdens
de
bouw
van
de
nieuwe
bank
werd
de
‘soeploods’
op
de
Herenmarkt
als
bank
gebruikt.
Zie
archief
secretaricafdcling
Publieke
Werken
1905,
no.
137
en
bouwtekening
no.
3109.
*)
Volgens
raadsbesluit
van
8
oktober
1902
was
Leidsekruisstraat
34
aangekocht.
Het
nieuwe
bankgebouw
kreeg
ook
een
ingang
Korte
Leidsedwarsstraat
52.
Bouw
-
tekeningen
in
arch.
secretarieafdeling
Publieke
Werken
1909
no.
3054.
’)
Overeenkomst
van
4
februari
1907,
archief
secretarieafdeling
Armwezen
no.
333.
*)
Overeenkomst
van
8
juli
1909,
Grondpapicren
depót
Herenmarkt
no.
1893.
80