Tekstweergave van GA-1960_JB052_00102

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Portret van A.gneta ih 650. Hofe Amsterdam. Gerard Meerman in Amsterdam heeft geïntroduceerd. Agneta Deutz die wi) van haar achtkantig portret als jong meisje kennen, moet bij haar huwelijk al een uiterst vast - beraden jongedame zijn geweest, die goed wist wat ze wilde. Dat zal haar in het verre Delft, waar zij zich met haar jonge echtgenoot vestigde, goed te pas zijn gekomen, want haar viel daar niet uitsluitend voorspoed en geluk ten deel. De kindersterfte was groot in die tijd en verschillende van de kleine Meermannetjes, die zij het leven schonk, werden slechts één of enkele dagen oud. Een dochtertje Francoise, een nakomertje, mocht zij wat langer, ongeveer twee jaren behouden. Maar het verdriet was des te groter, toen, op 17 februari 1663, ook dit kind haar ontnomen werd. Van alle kanten stroomden, zoals toen gebruikelijk, de troostzangen naar de bedroefde ouders; „Hier legt een kint begraven van ongemene gaven, Een kint dat overliep van gauwigheyt en geest En wekkers ziel te naauw in ’t lichaem is geweest. Waerom sij ook bijtijts een ruymer woning socht, En vraegt ghij wat voor een? Des Hemelsch open locht Dit fraaie vers dichtte neef V. van Oosterwijck en daarmee was hij een uit velen. . _ . -T- Ao-nptd Dp.nt7 achter met Gerard Meerman zelf stierf vijf jaren later, in 1668, en liet Agneta één kind. Het was een zoon, naar Jean Deutz Jan genaamd, die op 12 september 1652 was geboren en bij de dood van zijn vader vijftien jaar oud was. Vier pren bleef Jan Meerman nog bij zijn moeder thuis, maar kort na zijn twintigste verjaardag vertrok hi, in de herfst van 1672, het rampjaar, als student naar Leiden. Anderhalf jaar later, op 9 juni 1674, hertrouwde Agneta Deutz met de Delftse burgemeester Mr. Zacharias van Bwesteyn heer van Hofdijck en in Middelharnis, een vrijgezel, die juist tien jaren 98