Tekstweergave van GA-1959_MB046_05005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Ds. HAEBELE POTTER een Friese predikant te Amsterdam in de jaren 1807 —■ 1809 Ds. Haebele Potter geboren te Dokkum 22 april 1769 studeerde aan de Universiteiten te Franeker en Groningen. Zijn reis- en treklust, een van zijn meest op de voorgrond tredende eigenschappen, heeft er toe geleid, dat hij gevariëerder standplaatsen en een avontuurlijker loopbaan heeft gehad dan de meesten zijner collega’s. Begonnen in Peins (Franekeradeel) van 1793 tot 1804, nam hij vandaar een beroep aan naar de Kaap de Goede Hoop. De oorlogstoestand ter zee, waarbij de Britse vloot de Nederlanders als bondgenoten van Frankrijk danig in het nauw dreef, noodzaakte hem van Emden uit te vertrekken met achterlating van zijn gezin. Onderweg, ter hoogte van St. Helena werd de boot, waarmee hij reisde, door een Brits oorlogsschip genomen. De passagiers werden opgebracht naar Engeland, waar zij spoedig vrijheid van beweging kregen. Ds. Potter stelde zich hier in verbinding met Ds. J. Werninck, predikant van de Ned. Hervormde gemeente te Londen. Deze wilde van de gelegenheid, dat hij een collega bij de hand had, gaarne gebruik maken om een lang begeerde vacantie in het vaderland door te brengen. Zo trad Ds. Potter als plaatsvervangend predikant te Londen op van januari tot maart 1806. Daarna zelf teruggekeerd in de schoot van zijn gezin, leefde hij enige tijd ambteloos in Dokkum, zijn geboortestad, tot hem in het voorjaar van 1807 het verzoek bereikte van ‘mijnen grijzen vriend Hubert’, de oudste onder de Ned. Hervormde predikanten te Amsterdam, om deze te ver - vangen. Ds. Potter was hulpprediker te Amsterdam van 1807 tot 1809. Daarna zouden als standplaatsen nog volgen Hanau en Soerabayal^) 1) De levensloop van Ds. Potter (1769-1824) vindt men in A. J. van der Aa ‘Bio - graphisch Woordenboek der Nederlanden’ IX (Haarlem 1872) blz. 134-135; C. A. 1,. van Troostenburg de Bruin ‘Biographisch Woordenboek van Oost-Indische predikanten’ (Nijmegen 1893) blz. 347-348; ‘Nieuw-Nederlandsch Biographisch Woordenboek’ IV (Leiden 1918) kol. 1097. In deze werken wordt verwezen naar oudere litteratuur. 99