Tekstweergave van GA-1959_JB051_00029

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Niehoff en Jasper Johanson. De Oude kerk bezit thans nog een 17de eeuws schilderij (van Emanuel de Witte) waarop dit koororgel is afgebeeld. Het is een om de muurzuil tussen Weitkoperskapel en Sint Joriskoor heengebouwd gracieus dingetje, met openge - werkte torentjes en een galerij met een voet die aan druipsteen doet denken. Een echt midden 16de eeuws front. Nu was Emanuel de Witte gewoon om in zijn kerkinterieurs flink te fantaseren, maar bedoeld schilderij is reeds op meer onderdelen, zoals koorhek en glazen, betrouwbaar gebleken. is dus ook het koororgel natuurge - trouw afgebeeld. De orgelbouwers van 1545 hebben het o»de orgeltje van kerkmeesters overgenomen; men noemde het „dat geheele Edammer werck.” Het was vermoedelijk gemaakt door een paar orgelbouwers die in het begin van de 16de eeuw werkten en „die orgelmakers van Eedamme” werden genoemd.') In de oude steunbeer van de hallenkerk, waartegen het dwarsschip later werd ge - plaatst, IS voor de toegang tot het orgel een ruimte uitgehakt, waarin een houten trapje werd gemaakt. Bi] het slopen van de muur is dit teruggevonden.^) wanneer het meuwe koororgel gereed is, zijn we al bijna tot het midden van de 16de eeuw gevorderd, en het veld winnen van de Hervorming wordt merkbaar. Tuist in le tijd gaan verschillende schutters gebruik maken van de mogelijkheid om zich uit de schutterij te kopen; bij velen zal de onuitgesproken reden geweest zijn, dat ze ontheven wilden zijn van de verphchting om bij plechtige gelegenheden in de processie mee te open. Want de door de stedehjke regering uitgevaardigde keuren bewijzen overduide - ijk dat de lust om aan de processies deel te nemen bij alle drie de schutterijen hoe langer hoe rmnder werd. Dwang van boven af kon de zaak alleen nog erger maken. Natuurlijk verminderde ook de offervaardigheid voor het instandhouden en ver - fraaien van de schutterskapellen en -altaren. De Handboogschutterij, met grotere fondsen M een bijzonder waardevolle inventaris, kon er beter tegen dan de Voetboogschutterij. De monmken van bet ReguHersklooster, die immers de dienst op bet Sint Pancratius - altaar verzorgden, kregen ook bun deel van de tegenspoed. In 1532 brandde bun even buiten de stad gelegen klooster af en de stedelijke regering wilde geen vergunning ver - enen om het klooster weer op te bouwen. Vreemde geruchten deden de ronde: de mon - mken zouden zelf bun klooster in brand gestoken hebben, omdat ze bun schulden niet konden betalen Dit gerucht bjkt onwaarschijnlijk, want de financiële toestand van de Regulieren was heus zo slecht met. Zo dook er een ander gerucht op: de stedelijke rege - ring bad de brand laten stichten omdat ze van oordeel was, dat er veel te veel kloosters in Amsterdam waren Mocht dit laatste dan al waar zijn, een klooster dat ongewenst werd geacht, in brand te steken, neen - dat kwam in die üjd nog niet voor. Wel is te egrijpen, wat burgemeesteren voor reden aanvoerden om de herbouw te weigeren: het klooster lag strategisch te ongunstig ten opzichte van de stad. Inderdaad had men twin - üg jaar geleden de troepen van hertog Karei van Gelre slechts met moeite kunnen ver - drijven uit het Reguhersklooster, waarin ze zich hadden Zo vertrokken de monmken dan noodgedwongen naar een andere klooster van hun orde te Heiloo De dienst op het Sint Pancrauus-altaar schijnen ze voortaan te hebben laten onderhouden n' medegedeeld dat „die orgelmakers van 2\ w orgel m Goeree repareerden. ® ) Vriendelijke mededeling van de heer H. Janse. Het Reguliersklooster heeft gestaan waar men nu de kruising Keizersgracht-Utrechtsestraat vindt. 25